• No results found

4. Resultaten

4.2 Het selecteren van UGC

De eerste vraag aan de journalisten luidde: Hoe gebruik je sociale media voor professionele doeleinden? Brandtzaeg et al. (2016) concludeerden dat sociale media een ‘primary news source’ een primaire nieuwsbron voor West-Europese journalisten zijn. Dat zeggen Nederlandse journalisten van internetredacties niet, hoewel het ‘in de gaten houden van wat er speelt’ wel een primaire bezigheid is op sociale media. Twitter is van alle sociale media het standaard-medium voor signalering of verificatie.

(…) “In eerste instantie doe ik gewoon een Twitter-search op het onderwerp. [9, De Volkskrant] (…) “Met name Twitter, wel. De rest gebruik ik ook wel, maar Twitter staat wel de hele dag open omdat het gewoon een snelle manier is om te zien wat er gebeurt. [Journalist 5, AD]

(…) “Twitter is gewoon, ja, eerst… ja ik heb het idee dat het snelste medium is. Facebook is in mijn beleving vooral voor persoonlijke updates. Weinig mensen zetten op Twitter, ik heb vandaag koekjes gebakken.. en wel op Facebook. [10, Trouw]

(…) “Maar Twitter is gewoon wat makkelijker. Als ik naar mezelf kijk, zoek ik eerste op Twitter en als ik daar niks vind, ga ik naar Facebook en daarna pas Instagram. [6, NOS]

Eén journalist van NU.nl gebruikt de tool DataMinr, die Twitter incorporeert met andere bronnen en alvast een schifting maakt.

(…) “Vooral via Twitter, daar gebruiken we DataMiner voor, ik weet niet of je daar bekend mee bent? En die struint gewoon Twitter en een aantal andere bronnen af, en maakt daar een filtering uit, voorheen gebruikten we ook veel Tweetdeck, maar DataMiner hebben we sinds kort en dat vind ik toch wel wat overzichtelijker dan Tweetdeck. [3, NU.nl]

Het gemak van het medium is belangrijk voor journalisten. Twitter is goed doorzoekbaar, en

bovendien versterkt het mechanisme zichzelf: journalisten denken dat zij er updates van journalisten kunnen vinden. Die vertrouwen zij doorgaans als nieuwsbron, ook als het geen journalist van de eigen krant is:

31

(…) “Kijk als die ene bron een Reutersjournalist is die daar zit… dan doe je het wel sneller dan als het een gewoon iemand is. [3, NU.nl]

(…) “Maar als het een NRC-journalist is, dan geloof ik wel dat die zijn werk goed doet. [8, NOS] De opmerking van Journalist 6 van NOS, beschrijft een opvatting die de hele linie van geïnterviewde journalisten lijkt te delen. Pas als Twitter niets oplevert gaan journalisten naar andere sociale media en vragen zij zich af wat in dat geval de meest logische plek zijn om bronnen of informatie te vinden.

(…) “Twitter altijd wel, maar Instagram, Youtube, Snapchat .. dat hangt een beetje van de achtergrond van de mensen om wie het nieuws gebeurt af. [7, NOS]

En dezelfde journalist geeft een praktijkvoorbeeld:

(…) “Toevallig gisteren nog, heb ik iets lopen uitzoeken over die schietpartij hier in Rotterdam, van die rappers die elkaar naar het leven staan. Dat vindt dan, dat uitdagen en zo, vindt dan

grotendeels op sociale media plaats, dan was ik een beetje aan het zoeken.. maar Twitter was lastig en Instagram is niet heel makkelijk doorzoekbaar. [7, NOS]

Ook journalisten van andere media zeggen soortgelijke dingen. Sociale media als Facebook en Instagram, maar ook Snapchat of TikTok worden gebruikt om een beeld te krijgen van het nieuws, of om UGC te zoeken dat eventueel gepubliceerd kan worden op de website van een medium.

(…) “Als het gaat over vakantiegangers, zou ik eerder Facebook kiezen, gaat het over het weer, denk ik aan Instagram, en gaat het over een aanslag, dan gaat het om Twitter.. misschien een beetje nieuwsafhankelijk. [6, NOS]

(…) “Dat we een stuk hadden over voetballers en hun gedrag op Instagram, dat was ook wel heel erg luchtig, toen hadden we heel veel Instagram embeds. [2, VK]

(…) “Al verwacht ik niet dat zij op Twitter zitten, hoor. Dus voor hun zou ik weer meer op Facebook of Instagram gaan zoeken. Deze jongeren. En ik denk dat dit wel types zijn die dit livestreamen via Snapchat zeg maar. [5, AD]

Zoals genoemd, ervaren journalisten Twitter als handzaam. Het is goed doorzoekbaar en de juiste bronnen zijn volgens de verslaggevers relatief makkelijk vindbaar. Vooral het eerste pluspunt van Twitter, is juist een minpunt van Facebook en Instagram, als het gaat om de sociale media als nieuwsbron, of bron van UGC.

(…) “Een zoekfunctie in Facebook zou makkelijk zijn. [11, Trouw]

32

(…) “Maar zoeken in Facebook is … verschrikkelijk, echt verschrikkelijk. En Instagram. Facebook lijkt gewoon niet willen dat je gaat zoeken binnen hun platforms, maar dat zou ons werk zoveel makkelijker maken [8, NOS]

En dan zijn Facebook en Instagram nog de sociale media die journalisten kennen en eventueel gebruiken. Niet iedere journalist kent Snapchat, TikTok, of nóg andere sociale media. Óf zij weten niet hoe het werkt, óf wensen het zelfs niet te gebruiken, terwijl zij dus wel vaak onderkennen dat verschillende sociale media door verschillende doelgroepen gebruikt kunnen worden. Volgens die logica zou kennis van alle verschillende platforms bruikbaar kunnen zijn.

(…) “Snapchat is way beyond me, daar kan ik echt helemaal niks mee. Zelfde geldt voor TikTok, ik word daar zo verdrietig van. [10, Trouw]

4.2.2 ANDERE BRONNEN DAN SOCIALE MEDIA

Naast van sociale media halen journalisten in Nederland ook beeldmateriaal van andere bronnen. In sommige gevallen is dat UGC, maar wordt er vanuit gegaan dat het beeld door een persdienst geverifieerd is, of ze hebben een kanaal opgezet via de website of een emailadres, waar lezers hun materiaal naartoe kunnen sturen. Nederlandse journalisten geven vaak aan dat zij wel naar sociale media gaan voor informatie, verificatie, of gebruik van UGC, maar ook of vooral gebruik maken van de persdiensten waar zij een abonnement op hebben om een nieuwsfeit op het spoor te komen en een nieuwsartikel aan te vullen met beeld.

(…) “We betalen gewoon voor die beeldbanken, daar zijn we gewoon op geabonneerd. [1, NU.nl] (…) “Ik zou normaal gesproken ANP in een schermpje hiernaast open hebben staan, waarvoor we ook gewoon heel veel geld per maand betalen.. Dus ja dat zouden wel de eerste dingen zijn, ja. [4, De Volkskrant]

(…) “Maar als het er niet is, dan hebben we een mooi sjabloon waar ‘nieuws’ staat en die blijft dan staan totdat er beeld is van een trusted source zoals ANP of Reuters. [12, Trouw]

Ook hebben sommige media, AD, NU.nl en NOS een mailbox waar lezers foto’s naartoe kunnen sturen, die de journalisten daadwerkelijk af en toe gebruiken.. Dat zorgt er in ieder geval voor dat er geen rechtenkwesties spelen, maar in dat geval vinden alle journalisten dat er nog wel geverifieerd dient te worden.

33

(…) “We hebben een ooggetuigenmailbox, en als daar dingen op binnenkomen dan heeft het wel vaak metadata, dus ook als ze dat dan via-via gekregen hebben. En je kunt die mensen benaderen natuurlijk.[6, NOS]

(…) “Sowieso bij brekend nieuws, dan zijn we er heel snel in, dan moet je gewoon actueel beeld hebben. Zeker als de persbureaus het nog niet hebben. Maar ANP is snel hoor, dus dat komt altijd wel goed. Maar je hebt altijd van die 112-mannetjes, zo noemen we die altijd, die zijn nog sneller hè, dus dan zitten er snel foto’s in onze mailbox. (…) Maar ook dan weer.. wat is dan de bron hè, soms heb je ook vage mensen die iets sturen en dan denk ik, die durf ik niet te nemen. [5, AD]