• No results found

Ook school en werk zijn topics die in de interviews aan bod zijn gekomen. Er werd gevraagd of de deelnemers op school zaten en of zij een tijdelijke of vaste baan hadden.

Uit de gesprekken is gebleken dat het overgrote deel van de deelnemers op school zit of een opleiding volgt. Slechts één deelnemer zit niet op school, maar is van plan wel weer naar school te gaan. Van de deelnemers die een opleiding volgden, zijn er een aantal die daadwerkelijk iets met muziek willen gaan doen. Respondent 1 geeft aan dat hij na zijn stage en na het behalen van zijn diploma’s in de muziekproductie verder wil gaan. Hij wil op deze manier connecties maken in de muziekindustrie en uiteindelijk wil hij hiermee carrière

maken. Ook wil hij docent worden op het Conservatorium. Ook respondent 4 geeft aan door te willen gaan met muziek. Hij wil na zijn school een muziekopleiding volgen.

Op de vraag of het project invloed heeft gehad op de school- of werksituatie antwoordden enkele deelnemers dat dit het geval was. Respondent 1 geeft bijvoorbeeld aan door het project veel meer motivatie te hebben waardoor hij nu graag zijn diploma’s wil behalen, zodat hij verder kan en kan gaan doen wat hij leuk vindt.

Op de vraag of de school- of werksituatie invloed heeft gehad op hun deelname aan het project, antwoordden alle deelnemers, op één na, dat dit niet het geval was. Die ene deelnemer (respondent 2) geeft aan dat zijn opleiding invloed heeft gehad op het project. Hij heeft namelijk de opleiding Media gevolgd waardoor hij juist iets voor Dherl kon betekenen, op het gebied van clips maken en clips monteren. Behalve deze praktische reden geven de overige deelnemers aan dat school of werk verder geen invloed op het project heeft gehad.

Over de werksituatie geven de deelnemers verschillende antwoorden. Enkelen hebben voor een korte periode een bijbaan (gehad). Respondent 1 vertelt dat hij op dit moment werkt zoekt en dat dit hem in zijn huidige situatie laat stressen. Ook respondent 4 heeft nog geen werk, omdat hij op school zit. Over deze zelfstandige maatschappelijke deelname kan verder niet veel beschreven worden, omdat de (oud)-deelnemers hier niet veel over vertelden.

3.6 Buurt

In de beschrijving van Toekomst Muziek is naar voren gekomen dat het project invloed heeft op de sociale binding in de wijk. De projectleider geeft hierbij een praktisch voorbeeld en vertelt dat de deelnemers de verbintenis met hun wijk in hun teksten tonen. Ze rappen over hun wijk. “Gein noemen ze Ginna, Reigersbos noemen ze RB en Holendrecht noemen ze Holy”. Doordat de jongeren deze namen benoemen, vormen ze een verbintenis met die wijk. Ze laten horen wie ze zijn en waar ze vandaan komen. Ze rappen ook indirect over hun wijk. Dit doen ze door dingen die in hun wijk gebeuren en wat daar speelt te benoemen. Maar ze treden ook op in hun wijk en nodigen mensen uit die daar wonen, zoals familieleden,

kennissen en vrienden. Volgens een medewerkster van de Opvoedpoli worden de jongeren bij het organiseren van de optredens aangestuurd om hun eigen vrienden, kennissen en andere mensen uit de omgeving uit te nodigen. Dit is een wijkgericht aspect en op deze manier kunnen de mensen een ander beeld van de jongeren zien. De jongeren krijgen de kans om hun talenten te ontwikkelen en te laten zien. Tijdens de optredens in de buurt inspireren zij

wellicht anderen. De sociale binding wordt ook gevormd door de belangrijke functie van de

buurthuizen. Het gegeven dat de jongeren weten dat er in hun buurt een buurthuis is waar ze terecht kunnen om hun ding te doen, is hier een voorbeeld van.

Een sociaal-cultureel werkster uit het buurthuis Anansi geeft ook haar mening over de sociale binding in de wijk en ziet de jongeren als een vertegenwoordiging van de buurt waarin zij wonen, omdat de verschillende deelnemers in hun eigen buurt terecht kunnen. Door hun bezoeken aan het buurthuis leren ze ook andere buurtbewoners kennen.

Volgens een sociaal-cultureel werker uit Holendrecht is Dherl is een bekend gezicht in Zuidoost en een aanspreekpunt voor velen. Echter, niet alleen is Dherl in de buurt een aanspreekpunt voor velen, zelf spreekt hij ook mensen aan. Hieronder volgt een voorbeeld van een deelnemer die vertelt dat Dherl hem aansprak in de Albert Heijn. Respondent 2 kon zijn afspraak met Dherl niet nakomen. In de Albert Heijn zijn ze elkaar tegen gekomen en werd hij aangesproken door Dherl. De deelnemer gaf aan dat hij het te druk had met andere dingen. Zij hebben tijdens deze ontmoeting een nieuwe afspraak gemaakt en hierdoor is hij toch naar de studio gekomen. Deze bevinding kan gekoppeld worden aan het gegeven dat Dherl “hart heeft voor de zaak” zoals hierboven eerder aan bod is gekomen. Ook een

medewerkster van de Opvoedpoli geeft haar mening over het buurtgerichte deel. Zij vindt het mooi dat het project in de buurthuizen wordt uitgevoerd en dat maakt de deelname aan het project volgens haar laagdrempelig.

Houdingen volwassenen

Aan de deelnemers is gevraagd hun mening te geven over de houdingen van de volwassenen in de buurt waarin zij wonen. Gevraagd werd of de volwassenen in de buurt de problemen van de jeugd begrijpen of dat er teveel verschillen tussen hen zijn. Ook is gevraagd hoe zij vinden dat de volwassenen hen behandelen.

Een deelnemer (respondent 1) geeft aan dat hij weinig connecties heeft met andere mensen, omdat hij alleen naar school gaat, boodschappen doet en zich verder niet veel buiten bevindt. Wel geeft hij als voorbeeld dat hij een conflict had met zijn buurvrouw en dat zij dit samen hebben opgelost. Vanaf die tijd begroeten zij elkaar altijd. Verder vindt hij de mensen in de buurt heel aardig. Opvallend is dat ook andere deelnemers (respondenten 3 en 6) vertellen dat zij niet vaak buiten in de buurt zijn en dus weinig ervaring hebben met de houdingen van de volwassenen in de buurt waarin zij wonen. Echter, na het geven van dit antwoord komen zij wel met voorbeelden over de mensen in de buurt. Respondent 6 vertelt

namelijk dat de mensen in de buurt geïnteresseerd zijn in zijn muziek en vragen wanneer er iets nieuws komt. Ook een andere deelnemer (respondent 2) geeft een voorbeeld op muzikaal gebied. Hij vertelt dat de mensen in de wijk tijdens zijn optredens blij zijn. Hij krijgt altijd complimenten en de houdingen van de volwassenen naar hem toe zijn positief. Ze vertellen hem dat hij door moet gaan en dat hij het goed doet.

Over de houdingen van de volwassenen, als het gaat om problemen waar de jeugd van tegenwoordig mee kan kampen, vertelt respondent 2 dat er volwassenen zijn die deze problemen begrijpen, maar dat er ook volwassenen zijn die koppig zijn. Volgens hem doen sommige volwassenen een poging om hun oren en ogen te openen en aandacht aan de jongeren te besteden, maar blijven anderen koppig en zullen zij deze problemen niet

begrijpen. Opvallend is dat deze respondent een duidelijke mening heeft over de houdingen van de volwassenen, terwijl hij eerder in het interview een aantal keer heeft aangegeven dat hij geen problemen heeft. Verondersteld kan worden dat hij hier wellicht wel ervaring mee heeft (gehad).

Volgens respondent 5 gaan de jongeren en de volwassenen in de buurt enerzijds wel goed met elkaar, maar zijn ze anderzijds verschillend, omdat volwassenen meer

levenservaring hebben en hierdoor anders tegen bepaalde dingen aankijken. Deze bevinding komt overeen met de mening van een sociaal-cultureel werkster. Volgens haar zijn

volwassenen belerend. Zij hebben veel dingen meegemaakt en hebben hierdoor veel ervaring opgedaan. Jongeren houden er niet van wanneer mensen zeggen wat zij moeten doen of dat zij zich op een bepaalde manier moeten gedragen. Dit kan aanvallend op de jongeren overkomen waardoor zij aanvallend reageren. Dit hoort bij de puberteit, maar op deze manier ontstaat onenigheid. Wel denkt de sociaal-cultureel werkster dat de volwassenen de problemen van de jeugd kunnen begrijpen, omdat zij zelf ook jong zijn geweest en dingen hebben meegemaakt. En dat is waarschijnlijk ook de reden waarom volwassenen belerend zijn.

Het is opvallend dat de meeste deelnemers vertellen dat zij weinig ervaring hebben met de houdingen van de volwassenen uit de buurt. Echter in de vragen die hierop volgden, konden zij wel voorbeelden geven over het contact met de mensen in de buurt. Wellicht kan hieruit opgemaakt worden dat zij over willen komen als jongeren die zich weinig van de volwassenen aantrekken, maar uit de andere vragen blijkt dat ze dat wel degelijk doen.

3. 7 Huidige situatie

Om na te gaan hoe de huidige situatie van de jongeren is, is hen gevraagd hier iets over te vertellen. Ten eerste is gevraagd in hoeverre hun leven in het algemeen, tot nu toe, bij hun

ideaal komt. Ten tweede hoe zij vinden dat hun leven eruit ziet. Ten derde in hoeverre zij de belangrijkste dingen die zij in het leven willen doen tot nu toe ook bereikt of gedaan hebben. Tot slot welke dingen zij over zouden willen doen als zij hiervoor de kans kregen.

Respondent 3 vertelt dat de meeste problemen die hij heeft gehad wel zijn opgelost. Echter, hij laat ook blijken dat sommige problemen blijven bestaan en dat daar nooit meer iets mee wordt gedaan. Hij vertelt echter niet wat zijn problemen zijn. Wel geeft hij antwoord op de vraag wat hij over zou willen doen als hij hier de mogelijkheid voor zou krijgen. Hij zou dan zijn school hebben afgemaakt. Verder vertelt hij dat zijn huidige situatie, ten opzichte van de tijd waarin hij deelnam aan het project, verder niet is veranderd.

Respondent 6 geeft, op de vraag over zijn huidige situatie, ten opzichte van de tijd waarin hij aan het project deelnam, een opmerkelijk antwoord. Hij vertelt dat hij toen meer bezigheid had, omdat Dherl hem steeds opdrachten gaf waaraan hij kon werken. In zijn huidige situatie geeft hij aan ook wel bezigheid te hebben, maar minder dan tijdens zijn deelname aan het project. Ook vertelt hij dat zijn huidige situatie op muzikaal gebied is verbeterd. Hij geeft aan dat hij beter is geworden in het maken van muziek en dat hij echt vooruitgang ziet. Dat komt deels door de feedback die hij van Dherl heeft gehad.

Respondent 5 laat zich ook uit over zijn huidige situatie en vertelt daarbij het volgende. Als hij muziek schrijft, denkt hij over bepaalde dingen na waardoor hij bewuster is van zijn situatie. Ook is hij zich ervan bewust dat hij bepaalde dingen beter had kunnen aanpakken. Ook neemt hij rappen en het schrijven van teksten nu serieuzer. Tevens is hij het leuker gaan vinden om zich met muziek bezig te houden en besteed hij hier ook veel meer tijd aan.

Op de vraag of er ‘dingen’ zijn die de deelnemers over zouden willen doen als zij hiervoor de kans kregen, geeft respondent 1 aan dat hij had gehoopt dat zijn moeder

welvarender was om beter voor hem te kunnen zorgen. Ook geeft hij aan dat hij liever geen leerproblemen had gehad. Hij geeft zelf aan dat het ‘dingen’ zijn die hij zelf niet kan of kon veranderen, maar dat het wel redenen zijn waardoor hij bijvoorbeeld moeite had op school en hierdoor langer over zijn opleiding deed.