• No results found

5.3 School, werk en dagbesteding

5.3.1 School

Figuur 11: Ga je naar school? (n=307)

Figuur 12: Welk type onderwijs volg je? (n=304)

Van de jongeren tussen 12 en 18 jaar, gaat 99% naar school. 84% van deze groep, volgt middelbaar onderwijs. 14% zit op de lagere school en 1% volgt een ander type onderwijs. Deze vier personen volgen deeltijds, CDO, duaal leren of examencommissie.

5.3.1.2 19 tot 25 jaar

Figuur 13: Wat is je dagbesteding? (n=292)

We hebben onderzocht wat de dagbesteding is bij de jongeren tussen 19 en 25 jaar.

Hieruit kunnen we constateren dat 66% van de jongeren studeert. 32% daarentegen heeft aangeduid te werken. Verder heeft nog 1% aangeduid dat ze werkzoekende zijn en 1% kan niet werken/studeren wegens een ziekte/beperking.

Figuur 14: Welk type onderwijs volg je? (n=194)

Van de jongeren tussen 19 en 25 jaar studeert 66%. Hiervan volgt 94% hoger onderwijs.

5% van deze groep volgt middelbaar onderwijs. Slechts 1 jongere die heeft aangeduid te studeren, volgt volwassenenonderwijs.

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%

Ik werk Ik studeer Ik kan niet werken/studeren wegens

ziekte/beperking

Ik ben werkzoekend

32%

66%

1%

1%

Wat is je dagbesteding?

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Middelbaar onderwijs Hoger onderwijs Volwassenenonderwijs

5%

94%

1%

Welk type onderwijs volg je?

5.3.1.3 Lager onderwijs

Figuur 15: Waar ga je naar school? (n=43)

28% van de jongeren die lager onderwijs volgen, gaan naar BAB Beerse. 26% van de jongeren volgt onderwijs bij De Triangel te Vlimmeren. 22% van de jongeren die onze enquête hebben ingevuld zit op Schransdries te Beerse. 12% volgt onderwijs aan de Singel te Beerse. Slechts 2% van de jongeren zit op school bij ‘t Locomotiefje te Beerse.

Vervolgens zijn we gaan onderzoeken hoe de leerlingen van het lager onderwijs naar school gaan en hoeveel tijd dit in beslag neemt.

Figuur 16: Hoe ga je naar school? (n=43)

Hier stellen we vast dat 86% van de leerlingen met de (elektrische) fiets naar de lagere school gaat. In totaal zijn dit 37 leerlingen, wat toch een groot aantal is. 38% van de leerlingen wordt met de auto naar school gebracht. Hier spreken we over 16 leerlingen.

30% van de leerlingen die naar de lagere school gaan, gaan te voet naar school. Dat

Waar ga je naar school?

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Hoe ga je naar school?

komt overeen met 13 leerlingen. Slechts 4% van de leerlingen van de lagere school komen met zijn/haar step/skateboard naar school en dat zijn maar 2 respondenten.

Verder gaat er niemand van de leerlingen met het openbaar vervoer naar school of met de brommer.

Figuur 17: Hoeveel tijd neemt dit elke keer in beslag? (lagere school) (n=43)

Van de jongeren die naar de lagere school gaan, geeft 56% aan dat ze op minder dan 10 minuten heen en terug op school zijn. 38% doet er 10-30 minuten over en slechts 6%

doet er 31-61 minuten over. Niemand van de jongeren die naar de lagere school gaan doet er dus meer dan een uur over om naar school te gaan en terug naar huis te gaan.

5.3.1.4 Middelbaar onderwijs

Figuur 18: Waar ga je naar school? (n=268)

45% van de jongeren volgt middelbaar onderwijs in Turnhout. 21% van de jongeren verplaatst zich hiervoor naar Oostmalle. 19% volgt middelbaar onderwijs te Hoogstraten.

0% 10% 20% 30% 40% 50%

Turnhout Oostmalle Westmalle Hoogstraten Andere, namelijk:

45%

21%

9%

19%

5%

Waar ga je naar school?

Vervolgens gaat 9% van de jongeren naar het middelbaar onderwijs in Westmalle.

Slechts 6% heeft andere aangeduid. Als de jongeren “andere” hebben aangeduid en ingevuld, hebben we vastgesteld dat 5 jongeren middelbaar onderwijs volgen te Merksplas, 2 jongeren in Geel, nog eens 2 jongeren in Herentals en 2 jongeren in Oud-Turnhout. Maar 1 jongere volgt middelbaar onderwijs te Kasterlee, een andere jongere doet dit in Merksplas, ook gaat er één jongere naar Vorselaar en 1 jongere naar Nijlen.

Verder gaat er ook nog één jongere naar Mechelen en één jongere naar Malle.

Ook hier zijn we gaan kijken naar de manier waarop de leerlingen van het middelbaar onderwijs naar school gaan en hoeveel tijd dat in beslag neemt.

Figuur 19: Hoe ga je naar school? (middelbaar onderwijs) (n=268)

Slechts een zeer klein percentage van de leerlingen (0,4%) die naar het middelbaar onderwijs gaan, gaan te voet. 67% van de leerlingen die naar het middelbaar onderwijs gaan, gaan met de fiets. Dat is een heel mooi aantal. 2,4% van de leerlingen die naar het middelbaar onderwijs gaan, gaan met de brommer. 22% komt de auto naar school.

54% van de leerlingen die naar het middelbaar onderwijs gaan, gaan met het openbaar vervoer. We merken hier duidelijk een verschil met de lagere school. Daar ging niemand van de leerlingen met het openbaar vervoer terwijl de leerlingen van het middelbaar onderwijs veel meer met het openbaar vervoer naar school gaan. Niemand van de jongeren die middelbaar onderwijs volgt, gaat met de step/skateboard naar school. Ook zijn er een aantal jongeren die met de schoolbus naar school gaan, maar dit is slechts 1,2%.

Hoe ga je naar school?

Figuur 20: Hoeveel tijd neemt dit elke keer in beslag? (middelbaar onderwijs) (n=268)

Bij de jongeren uit het middelbaar is er maar 1 persoon (0,3%) die op minder dan 10 minuten heen en terug op school geraakt. 31% doet er 10-30 minuten over, 48% doet er 31-60 minuten over, 20% doet er tussen 1 en 2 uur over en 4 respondenten (1,5%) doen er meer dan twee uur over. We kunnen dus concluderen dat ongeveer de helft van de studenten in het middelbaar onderwijs 31-60 minuten heen en terug onderweg zijn naar school. Slechts enkele mensen doen er minder dan 10 minuten of meer dan 2 uur over.

5.3.1.5 Hoger onderwijs

Figuur 21: Zit je op kot? (n=182)

Vervolgens zijn we gaan kijken naar de studenten tussen de 19 en 25 jaar die hoger onderwijs volgen en niet op kot zitten. Ook hier hebben we de wijze geanalyseerd waarop de studenten naar het hoger onderwijs gaan en hoeveel tijd dat in beslag neemt.

53%

47%

Zit je op kot?

Ja Nee

53% van de jongeren die verder studeren na het middelbaar onderwijs zitten op kot en 47% van de jongeren zitten niet op kot.

Vervolgens zijn we ook nog gaan kijken naar de studenten die wel op kot zitten.

Figuur 22: Hoe ga je naar je kot? (n=96)

Van de jongeren die op kot zitten, verkiest 81% om zich naar zijn/haar kot te

verplaatsen met het openbaar vervoer. Dat is meer dan de helft van de jongeren, wat toch een redelijk groot aantal is. Echter kiest 58% om met de auto naar zijn/haar kot te gaan. 7% kiest dan weer om te voet te gaan en 2% gaat met zijn/haar

step/skateboard naar zijn/haar kot. Slechts 1 respondent die op kot zit, gaat met de (elektrische)fiets naar zijn/haar kot.

Figuur 23: Hoe ga je naar school? (hoger onderwijs) (n=129)

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Hoe ga je naar school?

Slechts 4% van de studenten die niet op kot zitten gaan te voet naar school. 26% van de studenten hoger onderwijs komen met de (elektrische)fiets naar school. Niemand van de studenten hoger onderwijs gaat naar school met de brommer. 62% van de studenten hoger onderwijs gaat met de auto.

Hier merken we duidelijk een verschil op met het middelbaar onderwijs. Steeds meer studenten gaan naar de hogeschool met de auto en dat is niet zo bij het middelbaar onderwijs. De studenten behalen hun rijbewijs vaak in het hoger onderwijs en maken daarom ook meer gebruik van de auto. Ook afstand speelt hierbij een rol. 56% van de studenten hoger onderwijs gaat naar school met het openbaar vervoer. Niemand gaat naar de hogeschool met zijn/haar step/skateboard. 2 jongeren carpoolen.

Figuur 24: Hoeveel tijd neemt dit in beslag? (hoger onderwijs) (n=182)

Van de jongeren die hoger onderwijs volgen en niet op kot zitten zijn er 10% van de respondenten die 10-30 minuten onderweg zijn naar school. 23% is 31-60 minuten onderweg, 36% is tussen 1 en 2 uur onderweg en 31% is meer dan 2 uur onderweg. Het valt op dat er in deze groep heel wat mensen zijn die meer dan 1 of 2 uur onderweg zijn.

De respondenten in deze groep zijn natuurlijk al wat ouder en gaan vooral met de auto of het openbaar vervoer naar hun school.

5.3.1.6 Volwassenenonderwijs

Er is maar 1 respondent die volwassenenonderwijs volgt en deze persoon is 31-60 minuten onderweg heen en terug met de auto.

5.3.1.7 Verblijf na school

Figuur 25: Waar blijf je na schooltijd? (n=129)

Bij de vraag “Waar blijf je na schooltijd?” mochten de jongeren tussen 12 en 14 jaar, die naar de lagere of de middelbare school gaan, meerdere antwoorden aanduiden. 7% geeft aan op school te verblijven na school, dat is zeer weinig. 16% zegt bij familie te blijven na school. 12% gaat naar vrienden naar school. 43% blijft alleen thuis na school en 79%

zegt dat er altijd een van zijn of haar ouders thuis is. Meer dan de helft van de jongeren geeft dus aan dat ze na school gewoon thuis verblijven omdat er altijd iemand van de ouders thuis is.

Figuur 26: Zou er een andere plaats moeten zijn waar je na school terecht kan in de gemeente?

(n=129)

Van de respondenten tussen 12 en 14 jaar gaf 94% aan dat het niet nodig is om een andere plaats te voorzien waar je nog terecht kan na school. 6% gaf aan dat het wel nodig zou zijn en dit zijn hun suggesties:

• Een opvangplaats (kinderdagverblijf in het centrum, een soort van bereboot) 1

• Een plek om even gedachten te verzetten 1

• Een plek waar jongeren kunnen

samenkomen 1

• Een speeltuin 1

• Skatepark 1

• Sportactiviteiten 1

Tabel 5: Suggesties voor naschoolse opvang (n=6).