• No results found

In dit gedeelte kunt u opgeven welke computeronderdelen moeten worden gescand op infiltraties.

Werkgeheugen: hiermee wordt gescand op bedreigingen die gericht zijn op het werkgeheugen van het systeem.

Opstartsectoren/UEFI: hiermee worden opstartsectoren gescand op de aanwezigheid van malware in de Master Boot Record. Meer informatie over UEFI vindt u in de woordenlijst.

E-mailbestanden: het programma ondersteunt de volgende extensies: DBX (Outlook Express) en EML.

Archieven: het programma ondersteunt de volgende extensies: ARJ, BZ2, CAB, CHM, DBX, GZIP, ISO/BIN/NRG, LHA, MIME, NSIS, RAR, SIS, TAR, TNEF, UUE, WISE, ZIP, ACE en nog veel meer.

Zelfuitpakkende archieven: zelfuitpakkende archieven (SFX) zijn archieven die zichzelf kunnen uitpakken.

Programma voor compressie tijdens run-time: na uitvoering wordt software voor runtime-compressie (in

tegenstelling tot standaardarchieftypen) in het geheugen uitgepakt. Dankzij emulatie van de programmacode kan de scanner niet alleen standaardprogramma's voor statische compressie (zoals UPX, yoda, ASPack, FSG), maar ook allerlei andere compressiesoftware herkennen.

Scanopties

Selecteer de methoden die moeten worden gebruikt wanneer het systeem op infiltraties wordt gescand. De volgende opties zijn beschikbaar:

Heuristiek: een heuristiek is een algoritme dat de (schadelijke) activiteit van programma's analyseert. Het voornaamste voordeel van deze technologie is het vermogen om schadelijke software te identificeren die nog niet bestond of niet bekend was in de vorige detectie-engine. Aan de andere kant is er een (uiterst kleine) kans op vals alarm.

Geavanceerde heuristiek/DNA/Smart-kenmerken: de geavanceerde heuristiek is een uniek heuristisch algoritme dat door ESET is ontwikkeld en dat is geoptimaliseerd voor het detecteren van computerwormen en trojaanse paarden. Het gebruik van geavanceerde heuristiek vergroot bedreigingsdetectiemogelijkheden van ESET-producten aanzienlijk. Kenmerken (handtekeningen) kunnen virussen op betrouwbare wijze detecteren en identificeren. Dankzij het automatische updatesysteem zijn nieuwe kenmerken binnen enkele uren beschikbaar.

Het nadeel van kenmerken is dat ze alleen bekende virussen (of varianten van deze virussen) detecteren.

Opschonen

De opschooninstellingen bepalen het gedrag van ESET NOD32 Antivirus tijdens het opschonen van objecten. Er zijn 4 opschoonniveaus:

ThreatSense-parameters hebben de volgende opschoonniveaus.

Herstel in ESET NOD32 Antivirus

Opschoonniveau Beschrijving

Detectie altijd herstellen Probeer de detectie zonder tussenkomst van de eindgebruiker te verhelpen tijdens het opschonen van objecten. In sommige zeldzame gevallen (bijvoorbeeld bij systeembestanden), als de detectie niet kan worden verhelpen, blijft het gerapporteerde object op de oorspronkelijke locatie staan.

Detectie herstellen indien dit veilig is, anders behouden

Probeer de detectie zonder tussenkomst van de eindgebruiker te verhelpen tijdens het opschonen van objecten. In sommige zeldzame gevallen (bijvoorbeeld bij systeembestanden), als een detectie niet kan worden verhelpen, blijft het gerapporteerde object op de oorspronkelijke locatie staan.

Detectie herstellen indien

dit veilig is, anders vragen Probeer de detectie te verhelpen tijdens het opschonen van objecten. In sommige gevallen, als er geen herstelactie kan worden uitgevoerd, ontvangt de eindgebruiker een interactieve waarschuwing en moet deze een actie selecteren (bijvoorbeeld verwijderen of negeren). Dit is de aanbevolen standaardinstelling in een beheerde omgeving.

Altijd de eindgebruiker vragen

De eindgebruiker ziet een interactief venster tijdens het opschonen van objecten en moet een herstelactie selecteren (bijvoorbeeld verwijderen of negeren). Dit niveau is bedoeld voor gevorderde gebruikers die weten welke stappen ze moeten nemen in het geval van een detectie.

Uitsluitingen

Een extensie is het deel van een bestandsnaam dat wordt afgebakend door een punt. De extensie definieert het type en de inhoud van het bestand. In dit gedeelte van de instellingen van ThreatSense-parameters kunt u de typen bestanden definiëren die u wilt scannen.

Overige

Wanneer u de instellingen van de parameters voor de ThreatSense-engine configureert voor een computerscan op aanvraag, zijn ook de volgende opties beschikbaar in het gedeelte Overige:

Alternatieve gegevensstromen (ADS) scannen: alternatieve gegevensstromen (ADS) die worden gebruikt door het NTFS-bestandssysteem zijn bestands- en mapkoppelingen die onzichtbaar zijn voor normale scantechnieken.

Veel infiltraties proberen detectie te vermijden door zichzelf te vermommen als alternatieve gegevensstromen.

Achtergrondscans uitvoeren met lage prioriteit: elke scanprocedure neemt een bepaalde hoeveelheid

systeembronnen in beslag. Als u werkt met programma's waarbij de systeembronnen zwaar worden belast, kunt u achtergrondscans met een lage prioriteit inschakelen en zo bronnen besparen ten gunste van uw toepassingen.

Alle objecten in logbestand registreren: in het scanlogboek staan alle gescande bestanden in zelfuitpakkende archieven, zelfs gescande bestanden die niet zijn geïnfecteerd (dit kan veel scanlogbestandgegevens genereren en de omvang van het scanlogbestand doen toenemen).

Smart-optimalisatie inschakelen: wanneer Smart-optimalisatie is ingeschakeld, worden de meest optimale instellingen gebruikt om het meest efficiënte scanniveau te garanderen, terwijl ook de hoogste scansnelheden worden behaald. De diverse beveiligingsmodules scannen op intelligente wijze, waarbij gebruik wordt gemaakt van verschillende scanmethoden die op specifieke bestandstypen worden toegepast. Als Slimme optimalisatie is uitgeschakeld, worden alleen de door de gebruiker gedefinieerde instellingen in de ThreatSense-kern van de specifieke modules toegepast bij het uitvoeren van een scan.

Tijdstempel van laatste toegang bewaren: selecteer deze optie om de oorspronkelijke toegangstijd van gescande bestanden te handhaven in plaats van deze bij te werken (bijvoorbeeld voor gebruik met back-upsystemen).

Limiet

Gebruik het gedeelte Limiet om de maximale grootte op te geven van objecten die moeten worden gescand, evenals het maximale niveau voor het scannen van geneste archieven:

Objectinstellingen

Maximale objectgrootte: de maximale grootte van objecten die moeten worden gescand. De antivirusmodule scant dan alleen objecten die kleiner zijn dan de opgegeven grootte. Deze waarde mag alleen worden gewijzigd door gevorderde gebruikers die een specifieke reden hebben om grotere objecten niet te scannen.

Standaardwaarde: onbeperkt.

Maximale scantijd voor object (sec.): hiermee definieert u de maximale tijdswaarde voor het scannen van

bestanden in een containerobject (zoals een RAR/ZIP-archief of een e-mail met meerdere bijlagen). Deze instelling is niet van toepassing op zelfstandige bestanden. Als een door de gebruiker gedefinieerde waarde is ingevoerd en die tijd is verstreken, wordt een scan zo snel mogelijk gestopt, ongeacht of het scannen van elk bestand in een containerobject is voltooid.

In het geval van een archief met grote bestanden stopt de scan niet eerder dan een bestand uit het archief wordt uitgepakt (bijvoorbeeld wanneer een door de gebruiker gedefinieerde variabele 3 seconden is, maar het

uitpakken van een bestand 5 seconden duurt). De rest van de bestanden in het archief wordt niet gescand wanneer die tijd is verstreken.

Als u de scantijd wilt beperken, ook voor grotere archieven, gebruikt u Maximale objectgrootte en Maximale grootte van bestand in archief (niet aanbevolen vanwege mogelijke beveiligingsrisico's).

Standaardwaarde: onbeperkt.

Instellingen voor archieven scannen

Nestingsniveau voor archieven: het maximum aantal niveaus waarop archieven moeten worden gescand.

Standaardwaarde: 10.

Maximale grootte van bestand in archief: gebruik deze optie om de maximale bestandsgrootte op te geven voor bestanden in archieven (als deze worden uitgepakt) die moeten worden gescand. De maximumwaarde is 3 GB.

Het is in de meeste gevallen niet nodig de standaardwaarden te wijzigen.

Bestandsextensies die moeten worden uitgesloten van