• No results found

Samenvattingen uitspraken commissie van middelbaar beroepsonderwijs

106615 – Verzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling en hervatting salarisbetaling.

Samenvatting

Werkneemster is op staande voet ontslagen vanwege het plegen van fraude. Zij zou werkbezoeken aan stagebedrijven hebben gefingeerd en ten onrechte reiskosten hebben gedeclareerd. De werkneemster verzoekt de Voorzitter om wedertewerkstelling en hervatting van salarisbetaling. Naar het voorlopig oordeel van de Voorzitter is voldoende aannemelijk gemaakt dat werkneemster minstens vier

stagebezoeken niet heeft afgelegd terwijl zij hiervoor wel BPV-bezoekprotocollen heeft ingevuld. Voorts is voldoende aannemelijk dat de werkneemster voor drie niet afgelegde stage-bezoeken reiskosten heeft gedeclareerd. Hiermee heeft de werkgever voldoende aannemelijk gemaakt dat de werkneemster

frauduleus heeft gehandeld. Deze handelwijze is zodanig ernstig dat te voorzien valt dat de Commissie van Beroep het beroep in de bodemprocedure ongegrond zal verklaren, zodat er om deze reden geen grond is voor het treffen van de door de werkneemster gevraagde voorziening. Verzoek afgewezen.

106589 - Ontslag op staande voet na missen studiedag houdt geen stand, omdat het te laat is gegeven.

Situatie

Een werknemer weigert om naar een studiedag te komen. Op die dag is hij voor zijn werkgever bij een andere organisatie aan het werk. Zes dagen later ontslaat de werkgever hem vanwege zijn afwezigheid.

Uitspraak Commissie

Het beroep is gegrond. Het ontslag is niet onverwijld verleend.

De afwezigheid tijdens de studiedag was ook geen dringende reden voor een ontslag op staande voet.

Toelichting

Ontslag op staande voet kan worden gegeven wanneer de werkgever hiervoor een dringende reden heeft.

Het ontslag moet dan 'onverwijld' worden gegeven. Dat wil zeggen: zo spoedig mogelijk nadat de

werkgever op de hoogte is van de dringende reden. De werkgever heeft een aantal dagen gewacht, dus is het ontslag niet onverwijld verleend. Ten overvloede overweegt de Commissie dat de afwezigheid op de studiedag geen dringende reden is: de werknemer verrichtte toen werkzaamheden voor de werkgever en de werkgever heeft hem niet duidelijk genoeg opgedragen aanwezig te zijn op de studiedag. De werkgever had de werknemer ook niet gewaarschuwd dat hij zijn afwezigheid zou zien als werkweigering.

106330 - Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid is niet mogelijk als de werknemer nog werkt en misschien binnen 6 maanden beter is.

Situatie

De werknemer is ontslagen na twee jaar ziekte. Hij vindt dat hij voldoende is hersteld en wil graag weer volledig werken.

Uitspraak Commissie

Het beroep is gegrond. De werkgever mocht de werknemer niet ontslaan omdat hij op het moment van de ontslagaanzegging gedeeltelijk aan het werk was en hij mogelijk binnen 6 maanden zou herstellen.

Toelichting

Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid is mogelijk als de arbeidsongeschiktheid tenminste twee jaar heeft geduurd, er geen herstel binnen 6 maanden te verwachten is en er geen mogelijkheden zijn om de

werknemer te herplaatsen in een passende functie (artikel H-57 onder d cao bve en artikel 20 lid 2 zar-bve). Het UWV heeft de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 25,07%. Daarom zou de werknemer voor ongeveer 24 uur per week moeten worden herplaatst. Op het moment van de

ontslagaanzegging verrichtte de werknemer voor 24 uur per week werkzaamheden die met de werkgever overeengekomen waren. Uit een recente verzekeringsgeneeskundige rapportage volgde ook dat de medische situatie en de functionele mogelijkheden van werknemer zouden verbeteren. Daarom mocht de werkgever hem op dat moment niet ontslaan.

106527 - Ontslag onderwijsassistent is niet toegestaan vanwege de werkgelegenheidsgarantie in het Sociaal Statuut.

Situatie

De werkgever heeft de werkneemster al in 2013 meegedeeld dat haar werkzaamheden op termijn zouden verdwijnen. in 2014 gaat hij over tot ontslag wegens opheffing van de betrekking.

Uitspraak Commissie

Het Sociaal Statuut van de werkgever kent een werkgelegenheidsgarantie. Deze biedt de werkneemster in dit geval bescherming tegen ontslag. Het beroep is gegrond.

Toelichting

De werkgelegenheidsgarantie kan bij financiële noodzaak worden ingetrokken, maar slechts na overleg hierover met de vakorganisaties. Dit overleg heeft niet plaatsgevonden. De werkgever meent dat de

werkgelegenheidsgarantie uit het Sociaal Statuut alleen geldt in geval van reorganisatie. Voor dit standpunt zijn in het Sociaal Statuut geen aanknopingspunten te vinden. De algemene uitgangspunten van het Sociaal Statuut geven aan dat het Sociaal Statuut instellingsbreed geldt en van toepassing is op alle medewerkers in vaste dienst.

106562 - Ontslag wegens gewichtige omstandigheden (verstoorde arbeidsrelatie) dan wel ongeschiktheid is niet toegestaan, omdat de ontslaggronden onvoldoende zijn gebleken. De schorsing houdt ook geen stand omdat de verweerprocedure niet is gevoerd.

Situatie

De werknemer heeft per 1 mei 2013 ingestemd met een wijziging van de functie afdelingsleider naar de functie van docent LD. Volgens de werkgever is daarna een structureel probleem ontstaan in de

samenwerking met de manager en directeur; de werknemer zou onvoldoende presteren. De werkgever ontslaat de werknemer en schorst hem in afwachting van het einde van het dienstverband.

Uitspraak Commissie

Het beroep tegen het ontslag en tegen de schorsing is gegrond. De werkgever heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie. Het is niet aannemelijk dat de problemen dusdanig ernstig zijn dat daaraan niet meer kan worden gewerkt. Ook het gestelde

onvoldoende functioneren is onvoldoende onderbouwd. De schorsing kan evenmin stand houden omdat de verweerprocedure uit de cao niet is gevoerd.

Toelichting

Ter voorkoming van willekeur moet een werkgever zijn stelling dat sprake is van een verstoorde

arbeidsrelatie geobjectiveerd onderbouwen. Ook is niet gebleken dat de belangen van de werknemer zijn meegewogen in de uiteindelijke beslissing. Rond het beweerde disfunctioneren zijn nauwelijks stukken. Er is niet kenbaar gesproken over een verbetertraject. Misschien is er onenigheid over de invulling van de functie maar dit is niet aan de werknemer te wijten. Door te schorsen zonder de verweerprocedure is de werknemer geschaad in zijn belang om zich adequaat te kunnen verweren tegen een (voorgenomen) beslissing van de werkgever.

106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen, omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend.

Situatie

Een docente is op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft opgevoerd terwijl zij deze niet heeft afgelegd. Voor deze gefingeerde bezoeken heeft zij ook reiskostendeclaraties ingediend.

Uitspraak Commissie

Het beroep is ongegrond. De verweten gedragingen staan vast en zijn zo ernstig dat ze een dringende reden opleveren voor een ontslag op staande voet.

Toelichting

De docente heeft minstens vier stagebezoeken niet afgelegd, terwijl zij de bijbehorende formulieren wel heeft ingevuld. Ook heeft zij voor drie niet afgelegde stagebezoeken reiskosten gedeclareerd. Het examineren van leerlingen, waaronder ook is begrepen het beoordelen van stages, behoort tot de

kerntaken van de docent. Gelet op de grote belangen die hiermee gemoeid zijn voor zowel de leerlingen als de school, dient een docent deze taak met de uiterste zorgvuldigheid en in overeenstemming met de daaromtrent geldende regels uit te voeren. De docente heeft bewust in strijd gehandeld met de geldende regels en is daarmee ernstig nalatig geweest in de uitvoering van een van haar kerntaken.

106689 - Het ontslag houdt geen stand, omdat het niet onverwijld is gegeven en er geen sprake is van een onherstelbare vertrouwensbreuk.

Situatie

Een werknemer is ontslagen omdat hij volgens de werkgever aantoonbaar onwaarheden heeft verkondigd over zijn aanwezigheid in een bepaalde ruimte en omdat hij gedurende enige tijd het gebouw waarvoor hij als beheerder verantwoordelijk was, onbeheerd heeft achtergelaten. Het ontslag is primair verleend wegens een dringende reden en subsidiair wegens andere redenen van gewichtige aard, bestaande uit verlies aan vertrouwen in de werknemer.

Uitspraak Commissie

Het beroep tegen het ontslag wegens een dringende reden is gegrond, omdat niet is voldaan aan de eis van onverwijlde opzegging. Het beroep tegen het ontslag wegens verlies aan vertrouwen is gegrond omdat objectief bezien geen sprake is van een onherstelbare vertrouwensbreuk.

Toelichting

Een ontslag wegens een dringende reden moet onverwijld, zo snel als gezien de omstandigheden mogelijk is, worden verleend. Het hanteren van een opzegtermijn en het volgen van de voornemenprocedure van artikel 2.10 cao mbo verdraagt zich daar niet mee. Een ontslag wegens verlies aan vertrouwen moet objectief worden onderbouwd. De feiten staan vast, maar het gaat om een eenmalig samenstel van

gebeurtenissen waarbij het aandeel van de werknemer daarin niet vaststaat. Er is onvoldoende reden voor de conclusie dat er een zodanige vertrouwensbreuk is dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd het dienstverband te laten voortduren.

106686 - Het ontslag wegens onregelmatigheden bij het opstellen van diploma's is niet proportioneel, omdat andere betrokkenen niet zijn ontslagen; de werkgever mocht wel een schorsing opleggen.

Situatie

Een administratief medewerker heeft meegewerkt aan het antidateren van diploma's zodat de leerlingen tijdig aan hun vervolgopleiding konden beginnen. Een van de leerlingen bleek achteraf niet geslaagd te zijn.

De betrokken medewerkers hebben geprobeerd dat te verdoezelen. De werkgever legt alle betrokkenen een disciplinaire maatregel op wegens plichtsverzuim. Alleen deze medewerker is ontslagen en zij is in afwachting van het ontslag geschorst.

Uitspraak

Het beroep tegen het ontslag is gegrond. Er is sprake van plichtsverzuim dat in beginsel tot ontslag kan leiden. Maar het is niet aannemelijk dat de ontslagen medewerker een belangrijkere rol heeft gespeeld dan de andere medewerkers zodat het niet redelijk is om hem een veel zwaardere straf op te leggen. Het beroep tegen de schorsing in afwachting van het ontslag is ongegrond.

Toelichting

Als een werkgever meent dat een werknemer plichtsverzuim pleegt, kan hij beslissen een disciplinaire maatregel op te leggen. De Commissie beoordeelt of er plichtsverzuim is, en zo ja, of de opgelegde straf in overeenstemming is met de ernst van het plichtsverzuim. Onregelmatigheden rondom het uitreiken van diploma's zijn zo ernstig dat ze kunnen leiden tot ontslag.

De werkgever moet daarbij wel eerlijk te werk gaan en niet de ene werknemer ontslaan en de andere een lichtere straf opleggen terwijl zij beiden dezelfde verantwoordelijkheid hebben voor wat er gebeurd is. Dan is het ontslag niet proportioneel.

106667 - Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid houdt geen stand, omdat niet gebleken is van een zorgvuldig onderzoek naar de herplaatsingsmogelijkheden.

Situatie

Een docent is drie jaar ziek en de werkgever ontslaat hem wegens arbeidsongeschiktheid. Het UWV heeft het arbeidsongeschiktheidspercentage vastgesteld op 77,07% procent en geconcludeerd dat de werknemer de eigen werkzaamheden niet meer kan verrichten en dat hij arbeids- en urenbeperkingen heeft. De

werkgever zegt dat er geen andere passende werkzaamheden voor de werknemer zijn.

Uitspraak Commissie

Het beroep is gegrond bij gebrek aan een zorgvuldig onderzoek naar de herplaatsingsmogelijkheden.

Toelichting

Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid is mogelijk als de arbeidsongeschiktheid ten minste twee jaar heeft geduurd, herstel binnen een periode van zes maanden redelijkerwijs niet te verwachten is en er geen reële herplaatsingsmogelijkheden zijn. Aan de eerste twee vereisten is voldaan, maar niet gebleken is dat de werkgever een zorgvuldig onderzoek naar de herplaatsingsmogelijkheden van de werknemer heeft gedaan. De werkgever heeft enkel onder verwijzing naar het arbeidsdeskundig rapport van het UWV gesteld dat er voor de werknemer gezien zijn arbeidsbeperkingen geen passende werkzaamheden zijn, maar hij heeft geen document aan de Commissie overgelegd waaruit blijkt dat er een zorgvuldig herplaatsingsonderzoek heeft plaatsgevonden.

106712 - Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid houdt stand, omdat aan alle voorwaarden voor het ontslag is voldaan.

Situatie

De werknemer is drie jaar arbeidsongeschikt. De werkgever zegt daarom de arbeidsovereenkomst op.

Uitspraak Commissie

Het beroep is ongegrond. Er is voldaan aan de voorwaarden voor ontslag van een arbeidsongeschikte werknemer.

Toelichting

Een arbeidsongeschikte werknemer kan na twee jaar ziekte worden ontslagen. Dan moet herstel binnen een half jaar niet te verwachten zijn. Ook moet de werkgever aannemelijk maken dat er geen passende functie voor de werknemer is. De werknemer ontvangt een uitkering wegens volledige

arbeidsongeschiktheid. Daarnaast blijkt uit de beslissing van UWV tot toekenning van die uitkering dat aan de voorwaarden voor ontslag is voldaan.

106702 - De berisping wegens grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van een leidinggevende is terecht.

Situatie

De werknemer leeft in onmin met zijn leidinggevende en geeft hem als leestip een boek over machtsmisbruik door managers te lezen.

De werkgever legt hem daarop de disciplinaire maatregel van een schriftelijke berisping op.

Uitspraak Commissie

Het beroep is ongegrond. Ongepast, dreigend en intimiderend gedrag jegens een leidinggevende is aan te merken als plichtsverzuim. Een berisping is een passende sanctie op het plichtsverzuim.

Toelichting

De werknemer vond dat zijn leidinggevende zich schuldig maakte aan machtsmisbruik en intimidatie. Hij heeft zijn leidinggevende de tip gegeven om het boek te lezen over een werknemer die als gevolg van machtsmisbruik en intimidatie door zijn leidinggevenden uit een organisatie is gewerkt en die uiteindelijk zichzelf heeft gedood. De werkgever vond dit terecht ongepast, dreigend en intimiderend gedrag. Dat is plichtsverzuim en het opleggen van een schriftelijke berisping is daarop een passende reactie van de werkgever.

106719 - Ontslag wegens plichtsverzuim houdt geen stand, omdat niet vastgesteld kan worden of de ontslagbeslissing is gebaseerd op deugdelijk onderzoek door de bedrijfsarts.

Situatie:

Een werknemer is ontslagen omdat hij zijn verplichtingen in het kader van re-integratie tijdens ziekte niet is nagekomen.

Uitspraak Commissie:

Het beroep is gegrond omdat niet vastgesteld kan worden dat de rapportage van de bedrijfsarts die ten grondslag ligt aan het ontslag, is gebaseerd op actuele informatie.

Toelichting:

Het staat vast dat de werknemer de voor hem geldende verplichtingen niet is nagekomen. Dit is aan te merken als plichtsverzuim. Maar omdat niet duidelijk is of aan de ontslagbeslissing een zorgvuldig tot stand gekomen rapportage van de bedrijfsarts ten grondslag ligt, kan niet beoordeeld worden of de werknemer mogelijk fysiek en/of mentaal niet in staat was om aan zijn verplichtingen te voldoen. Onder die omstandigheden kan het ontslag wegens plichtsverzuim geen stand houden.

106856 - Het beroep tegen niet-voortzetten van het dienstverband is kennelijk niet-ontvankelijk.

Situatie:

Een docent heeft opeenvolgende jaarcontracten gehad waarvan de laatste via een zogenoemde payroll-constructie. Het dienstverband wordt niet voortgezet. Volgens de docent functioneert hij voldoende en moet het dienstverband daarom voortgezet worden.

Uitspraak Voorzitter van de Commissie:

Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk omdat de overeenkomst van rechtswege eindigt.

Toelichting:

Voor het eindigen van een tijdelijke arbeidsovereenkomst is geen besluit van de werkgever

(opzeggingshandeling) meer vereist; de overeenkomst eindigt van rechtswege na het verstrijken van de overeengekomen tijd. Daarom is er geen beslissing waartegen op grond van artikel 4.1.5 lid 1 WEB en artikel 12.2 cao mbo beroep bij de Commissie open staat.

106737 - Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid houdt stand, omdat de werkgever zich voldoende heeft ingespannen voor de re-integratie van de langdurig zieke werknemer.

Situatie:

Een werknemer is ontslagen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid.

Uitspraak Commissie:

Het beroep is ongegrond omdat de werkgever zich voldoende heeft ingespannen voor de re-integratie van de werknemer.

Toelichting:

De werknemer is sinds 2010 arbeidsongeschikt. Al met al is niet gebleken dat een blijvende terugkeer van de werknemer (in overwegende mate) achterwege is gebleven door onvoldoende inspanningen van de werkgever. Hierbij wordt ook in aanmerking genomen de lange duur van de arbeidsongeschiktheid en de inspanningen die de werknemer in die periode zelf heeft verricht.

106808, 106820, 106842 - Disciplinaire overplaatsingen houden geen stand, omdat de feiten die aan het plichtsverzuim ten grondslag zijn gelegd onvoldoende vaststaan.

Situatie:

De werkgever had signalen gekregen over een mogelijk onveilig werkklimaat binnen het team. Hij stelt een onderzoek in. Daaruit blijkt volgens de werkgever dat werkneemsters optreden als een drie-eenheid, die door manipuleren, intimideren en treiteren een onveilige sfeer binnen het team veroorzaakt. Daarom heeft de werkgever deze drie werkneemsters de disciplinaire maatregel van overplaatsing opgelegd.

Uitspraak Commissie:

Het beroep is gegrond omdat de feiten die aan het plichtsverzuim ten grondslag zijn gelegd onvoldoende vaststaan.

Toelichting:

De werkgever heeft zware kwalificaties gesteld die een gedegen feitelijke onderbouwing vereisen. De resultaten van het verrichte onderzoek zijn daarvoor volstrekt onvoldoende. Het onderzoek laat

voornamelijk subjectieve waarnemingen en bevindingen van de collega's zien en geen feiten. De genoemde waarnemingen maken niet duidelijk welk specifiek gedrag van werkneemsters heeft gemaakt dat een of meerdere collega's zich onveilig voelen binnen het team.

106840, 106902 - De combinatie van plichtsverzuim en ongeschiktheid van een manager ICT kan leiden tot ontslag wegens een gewichtige reden.

Situatie

De werknemer was verantwoordelijk voor het beheer van de voorraden. Tijdens het onderzoek naar de vermissing van laptops bleek dat de werkcultuur op de afdeling ICT beneden peil was. Daarop is de manager eerst geschorst en daarna ontslagen wegens plichtsverzuim of wegens ongeschiktheid voor zijn functie. Voor het geval dat allemaal niet kwam vast te staan, werd de manager ontslagen vanwege een gewichtige reden, bestaande uit het verlies van vertrouwen.

Uitspraak Commissie

Het beroep tegen de schorsing en het ontslag wegens een gewichtige reden is ongegrond, omdat de werkgever reden had om het vertrouwen in de manager kwijt te zijn.

Toelichting

Het beroep tegen de schorsing is ongegrond omdat de cao mbo schorsing in afwachting van ontslag toestaat. Er was wel sprake van plichtsverzuim, maar dat was niet zo ernstig dat dit tot ontslag kon leiden.

De werkgever kon twijfelen aan de geschiktheid van de manager voor zijn functie, maar er is niet

geprobeerd om het functioneren te verbeteren. Door de combinatie van plichtsverzuim en ongeschiktheid heeft de werkgever wel in redelijkheid tot de conclusie kunnen komen dat hij geen vertrouwen meer had in voortzetting van de arbeidsovereenkomst met deze werknemer.

106966, 106846 - Ontslag wegens plichtsverzuim is een te zware straf. De schorsing van de werknemer in afwachting van zijn ontslag is niet onjuist.

Situatie

Een werknemer van een ICT-afdeling is ontslagen vanwege het plaatsen van seksueel getinte afbeeldingen op de computers van collega's en van een stagiaire. Ook vindt de werkgever de werknemer daarom ongeschikt voor zijn functie en hij stelt dat hij alle vertrouwen in de werknemer heeft verloren. De werknemer wordt geschorst voor de duur van de opzegtermijn.

Uitspraak Commissie

Het beroep tegen het ontslag is gegrond, omdat ontslag een te zware straf is voor dit plichtsverzuim. Ook andere gronden voor het ontslag houden geen stand. De schorsing is onder de gegeven omstandigheden toegestaan.

Toelichting

Er heerste geen goede cultuur op de afdeling. De werknemer had daar een aandeel in, maar iedereen deed mee. Hoewel alle collega's betrokken waren bij het uitwisselen van ongeoorloofde afbeeldingen en teksten zijn alleen deze werknemer en twee collega's hierop aangesproken door de werkgever. Voor dat grote verschil in behandeling is onvoldoende aanleiding. Er is wel sprake van plichtsverzuim, maar de opgelegde straf is te zwaar. Omdat de werkgever het dienstverband met de werknemer wilde opzeggen vond hij het ongewenst dat de werknemer nog op de afdeling zou werken. Dit is begrijpelijk.

106818 - De berisping wegens het maken van afspraken over extra beloningen en het aannemen van kostbare geschenken is terecht.

Situatie

De werknemer was verantwoordelijk voor de inzet van docenten en studenten bij een jaarlijks evenement waaraan de school meewerkte. Hij heeft met de organisator van het evenement afspraken gemaakt over extra beloningen van docenten. Ook heeft hij kostbare geschenken aangenomen en cadeaubonnen met een

De werknemer was verantwoordelijk voor de inzet van docenten en studenten bij een jaarlijks evenement waaraan de school meewerkte. Hij heeft met de organisator van het evenement afspraken gemaakt over extra beloningen van docenten. Ook heeft hij kostbare geschenken aangenomen en cadeaubonnen met een