opmerkingen Aanpassingen aan het RUP
GECORO Voorwaardelijk gunstig advies. Opmerkingen:
1. De GECORO vraag om de maximale waterdoorlatendheid en het kwaliteitsvol buffergroen concreter te definiëren
1. De stedenbouwkundige voorschriften worden aangevuld.
Departement Omgeving Voorwaardelijk gunstig advies. Opmerkingen:
1. Departement omgeving merkt op dat de voorschriften aangaande de afwerking van de gevels van het bestaand bedrijf met esthetisch materiaal in de 1e fase (korte termijn) niet zijn opgenomen.
2. Het departement vraagt daarnaast om voorzieningen voor opvang en infiltratie van hemelwater uit te sluiten in de zone voor representatieve voortuin (art. 2.2).
1. De voorwaarden voor de korte termijn zijn al in de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning (korte termijnvergunning) opgenomen voor de 1ste fase. Het RUP voorziet in een doorvertaling van de lange termijnvisie, waarbij het bestaand bedrijfsgebouw wordt afgebroken en vervangen door een nieuw gebouw. Een afwerking met een esthetisch verantwoord materiaal van dat gebouw is dan niet meer relevant;
2. De voorschriften voor art. 2.2 zullen aangepast worden zodat voorzieningen voor de opvang en infiltratie van hemelwater daar niet gerealiseerd kunnen worden.
Provincie Limburg Voorwaardelijk gunstig advies. Opmerkingen:
1. Het advies van de provinciale dienst Water en Domeinen moet doorvertaald worden in het GRUP. De richtlijn
“gewijzigd afstromingsregime” werd nog niet opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften.
2. De stedenbouwkundige voorschriften moeten gericht worden op het uitbaten van een bandencentrale/garage.
3. De bepalingen inzake in- en uitritten lijken enkel opgenomen te moeten worden in de zone voor representatieve voortuin.
Ook de bepalingen in verband met publiciteitsinrichtingen lijken in de voorschriften voor representatieve voortuin thuis te horen.
4. De bedrijfswoning moet geïntegreerd worden in de bedrijfsgebouwen. Dit komt niet voldoende tot uiting in de stedenbouwkundige voorschriften.
5. De kleuraanduiding van de bestemmingszones art. 2.2 en art 2.3 komt niet overeen met het grafisch plan en de
stedenbouwkundige voorschriften.
6. De zone voor landschapsbuffer moet in de gebiedscategorie bedrijvigheid geplaatst worden.
1. De stedenbouwkundige voorschriften worden aangevuld;
2. In het plan werd de bestemming “garage/bandencentrale”
niet specifiek vastgelegd omdat dat geen bestemmingen zijn op zich. Deze functies vallen onder de bestemming
“bedrijvigheid” conform het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen. Er is volgens dat besluit geen vergunning nodig om er een ander type bedrijvigheid te vestigen.
Bovendien is het toekomstgericht ook wenselijk dat er zich een ander bedrijf kan vestigen wanneer de bandencentrale op deze locatie zou ophouden te bestaan. Anders zou dit enkel resulteren in leegstand hetgeen niet wenselijk wordt geacht;
3. In wezen is er in dit RUP slechts 1 bestemmingszone. De representatieve voortuin en landschapsbuffer zijn in overdruk aangeduid. De voorschriften die daaraan gekoppeld zijn, zijn dus aanvullend aan het voorschrift uit de
onderliggende bestemmingszone. De benaming “zone voor…” wekt wat verwarring op en zal voor de duidelijkheid weggelaten worden zodat blijkt dat het een aanduiding in overdruk is die aanvullende bepalingen oplegt aan de voorschriften uit de onderliggende bestemmingszone. In de voorschriften was ook nog een gebiedscategorie aangegeven bij deze zones, maar een overdruk heeft geen
gebiedscategorie zodat deze verwijderd zullen worden;
4. De stedenbouwkundige voorschriften worden aangevuld;
5. De betreffende zones zijn als arceringen in overdruk aangeduid over de onderliggende bestemmingszone (zone voor lokale bedrijvigheid). De aanduidingen komen overeen met de aanduidingen op het grafisch plan en in de
stedenbouwkundige voorschriften;
6. De representatieve voortuin en de landschapsbuffer zijn als overdrukken aangeduid over de zone voor lokale
bedrijvigheid. De zones die in overdruk zijn aangeduid, vallen op zich niet onder een gebiedscategorie, maar de
gebiedscategorie van de onderliggende bestemming is daar van toepassing, zijnde bedrijvigheid. De verwijzing naar gebiedscategorieën in de voorschriften zal verwijderd worden.
Provinciale dienst Water en Domeinen Voorwaardelijk gunstig wateradvies. De toelichtingsnota en stedenbouwkundige voorschriften worden waar nodig aangevuld naar aanleiding van het wateradvies.
Departement Landbouw en Visserij Voorwaardelijk gunstig advies. Opmerkingen:
1. Het departement stelt dat de gronden ten oosten tussen de bedrijfssite en de Demerbronstraat, gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied, illegaal werden opgehoogd waardoor een landbouwuitbating op die percelen niet meer mogelijk is. Het departement stelt dat omwille van
bovenvermelde redenen de effecten op water en de overstromingsgevoeligheid niet correct worden beschreven.
Ter hoogte van de achterste grens met het agrarisch gebied werd een talud opgeworpen waardoor de waterafvloei van de akker nadelig werd beïnvloed. Deze reliëfwijziging buiten het plangebied was niet bedoeld in het advies van de provinciale dienst Water en Domeinen. De maatregelen dienden ook binnen de bedrijfseigen terreinen genomen te worden.
1. Het is niet de bedoeling om het plangebied uit te breiden met de grond gelegen tussen de bedrijfssite (huidige afbakening plangebied) en de Demerbronstraat. De agrarische bestemming blijft behouden.
In het voorliggende RUP kunnen er enkel uitspraken gedaan worden over de gronden die gelegen zijn binnen het plangebied. De stad neemt niettegenstaande akte van de opmerkingen uit het advies. Daarnaast werd de watertoets in de toelichtingsnota uitgebreid op basis van de opmerking.
Agentschap Wegen en Verkeer Ongunstig advies:
1. Het RUP stemt niet overeen met het streefbeeld en de projectnota voor de N79.
2. De voorschriften aangaande publiciteit in de bouwvrije zones of de niet bebouwde ruimte dienen aangepast te worden aan de voorschriften van het agentschap.
1. Uit navraag blijkt dat er inderdaad een streefbeeld en projectnota zijn opgemaakt voor de N79. De projectnota werd opgesteld vanuit de categorisering van de N79 als primaire weg, waardoor er behoorlijke innames van privaat domein dienden voorzien te worden om de weginrichting aan te passen op die wegencategorisering. Onder meer zouden erfontsluitingen die rechtstreeks op de weg uitgeven moeten vermeden worden en hiervoor her en der ventwegen gerealiseerd moeten worden. Bijkomend zouden er
vrijliggende fietspaden voorzien moeten worden. Ter hoogte van de ontsluiting naar Tongeren-Oost was er een rotonde voorzien. Uit navraag blijkt dat de huidige visie in vraag gesteld wordt en ook niet meer gedragen wordt, onder meer wegens de behoorlijke innames die nodig zijn om het profiel te kunnen realiseren. Er is evenwel nog geen actie
ondernomen om het streefbeeld en de projectnota te wijzigen. Het idee bestaat om, gelet op de recent
gerealiseerde noordoostelijke omleidingsweg, de weg (deels) te downgraden tot een secundaire weg, waardoor het toekomstig wegprofiel behoorlijk zou ingekrompen worden.
Onder meer kunnen dan wel (beperkt) erfontsluitingen voorzien worden, zijn ventwegen niet meer aan de orde en mogelijks zal ook geen rotonde meer voorzien worden maar eerder een verkeerslichtengeregeld kruispunt. In het voorliggend RUP zal onderstreept worden dat er, met uitzondering van één in- en uitrit (gebundeld) geen
constructies en/of inrichtingen mogen voorzien worden voor de rooilijn en in de voorschriften zal bovendien opgenomen worden dat een optimale verkeersafwikkeling moet gerealiseerd worden zodat doorgaand verkeer en het fietsverkeer (rekening houdend met de realisatie van een vrijliggend fietspad aan weerszijden van de weg) zo min mogelijk wordt gehinderd.
2. De voorschriften worden afgestemd op de voorschriften van het agentschap.
OVAM Advies zonder opmerkingen /
Vlaio Positief advies zonder opmerkingen /
VLM Er is geen overlap en/of impact op actieve projecten van VLM /