• No results found

Overige vondsten 4.4.3.5

5 Samenvatting en besluit

In opdracht van de West-Vlaamse Intercommunale (WVI) heeft BAAC bvba tijdens de maand juli 2011 een archeologische opgraving uitgevoerd aan de Eikhoek te Hoogstade, deelgemeente van Alveringem. Binnen een onderzoeksgebied van ca. 4 ha werd 5000 m² vlakdekkend opgegraven, dit naar aanleiding van de resultaten bij het eerder uitgevoerde archeologische proefsleuvenonderzoek. Het doel van het onderzoek was om de aanwezige waardevolle archeologische sporen en structuren te documenteren en registreren. Hierbij lag de focus vooral op de bij het vooronderzoek aangetroffen ijzertijdsporen en een middeleeuwse voetweg.

De tijdens het vlakdekkend onderzoek aangetroffen sporen konden in drie duidelijke fasen worden opgedeeld: late ijzertijd, Romeinse tijd en late middeleeuwen.

De eerste en oudste fase betrof twee vermoedelijk rituele cultusplaatsen uit de late ijzertijd. Enerzijds was er een rechthoekige greppelstructuur van 12,5 m op 10 m en één van 13,5 m op 11 m. Deze laatste vertoonde een uitbreiding aan de zuidwestelijke korte zijde waardoor het geheel werd verlengd tot 17 m. Een functie in de richting als grafmonument met latere bijzetting lijkt hierdoor niet uitgesloten. De twee enclosures werden vermoedelijk gelijktijdig of kort na elkaar aangelegd. De opmerkelijke hoge concentratie aardewerk, telkens in de noordwestelijke greppel, wordt geïnterpreteerd als een intentionele depositie en versterkt op die manier het religieuze/rituele karakter van de structuren Deze datering in de late ijzertijd werd bekomen door analyse van het veelvuldig aangetroffen aardewerk en enkele 14C-stalen. Sporen uit deze periode zijn uiterst zeldzaam in de Westhoek. Een tweede sporengroep bestond net als de eerste uit een door een greppel/gracht afgesloten terrein met daarbinnen enkele onsamenhangende kleinere sporen. Vermoedelijk is dit te interpreteren als een Romeinse enclosure. Het ontbreken van duidelijke bewoningsporen deed werkte ook hier de interpretatie als cultusplaats in de hand echter waren de bewijzen hiervoor veel minder sluitend dan die voor de eerste fase. Het moet ook gezegd dat zeker niet de gehele structuur kon worden opgegraven. Het zou nog kunnen zijn dat de effectieve sporen van bewoning zich elders bevinden. Aansluitend bij deze fase werd een deel van een vierde enclosure aangetroffen, deze was echter opnieuw heel fragmentarisch en kon moeilijk worden gesitueerd in de tijd.

De laatste sporencluster werd gedateerd in de late middeleeuwen (12de-13de eeuw) en betrof een grote groep (langgerekte) kuilen met gelijkaardige vulling waar vooral het vele verbrand materiaal in het oog sprong. De functie van deze sporen is niet geheel duidelijk, maar leemwinning zou een mogelijke verklaring kunnen zijn. Aansluitend bij deze periode werden een walgracht uit deze periode en de sporen van een voetweg, die een doorloop kenden tot in de post-middeleeuwse periode en zelfs langer, aangetroffen.

Opmerkelijk is het feit dat er geen enkel duidelijk spoor van bewoning werd aangetroffen: geen huisplattegronden, waterputten, hout- of baksteenrestanten. Het is duidelijk geworden dat de activiteiten die zich ter hoogte van de onderzoekslocatie hebben afgespeeld als randfenomenen kunnen worden beschouwd. De kern van bewoning die er zeker moet zijn geweest in de nabijheid bevindt zich vermoedelijk elders, mogelijks ter hoogte van de huidige dorpskern van Hoogstade.

6 Bibliografie

AGENTSCHAP VOOR GEOGRAFISCHE INFORMATIE VLAANDEREN (AGIV) 2011, www.agiv.be. AMERYCKX J.B., VERHEYE W. & VERMEIRE R. 2007: Bodemkunde. Bodemvorming, bodemeigenschappen, de bodems van België, bodembehoud en -degradatie, bodembeleid en bodempolitiek, Gent.

BOURGEOIS J. & ROMMELAERE J. 1991: Bijdrage tot de kennis van het Meetjesland in de metaaltijden. De opgravingen te Ursel (1985-1989) en Aalter (1989-1990). In: Appeltjes van het Meetjesland, 42, 59-88.

BOURGEOIS J. 1991: Enclos et nécropole du second âge du fer à Kemzeke (Stekene, Flandre orientale), Rapport provisoire des fouilles 1988, Scholae Archaeologicae 12, Gent.

BOURGEOIS J. 1998: La nécropole laténienne et gallo-romaine d’Ursel-Rozenstraat (Flandre orientale-Belgique). Enclos et nécropole du second âge du fer à Kemzeke (Stekene, Flandre orientale), Revue archéologique de Picardie, (1-2), 111-125.

BOURGEOIS J. & NENQUIN J. 1996: Les enclos circulaires, allongés et quadrangulaires en Flandre découverts par les fouilles et les prospections aériennes. Contribution à la connaissance des âges des métaux. In: GROENEN M. (Ed.): La préhistoire au quotidien. Mélanges offerts à Pierre Bonenfant, 42-72.

BOURGEOIS J., MEGANCK M. & SEMEY J. 1998: Cirkels in het land: een inventaris van cirkelvormige structuren in de provincies Oost- en West-Vlaanderen 2, Archeologische Inventaris Vlaanderen. Buitengewone reeks, 5, Gent.

BOGEMANS F. 2006: Toelichting bij de Quartairgeologische Kaart, kaartblad 19-20, Veurne-Roeselaere [online], https://dov.vlaanderen.be/dovweb/html/pdf/Roeselare20Qweb.pdf

CHERRETÉ B. & BOURGEOIS J. 2003: Oedelem-Wulfsberge 2002: grafmonumenten uit brons- en ijzertijd (W.-Vl.), in : Lunula. Archaeologia protohistorica, XI, 33-36.

CORNELIS L. & VAN REMOORTER O.: Aardewerk te Evergem (Ralingen/Schoonstraat), Oost-Vlaanderen: analyse van volmiddeleeuws aardewerk uit 11 waterputten en een dubbele gracht, in: Terra Incognita 6, in druk.

COX L. 2010: Zoutproductie rond de Noordzee in de ijzertijd: een bodemkundige en geomorfologische benadering (provincie West-Vlaanderen, België), Lunula Archaeologia protohistorica, XVIII,155-161. DE CEUNYNCK R. & TERMOTE J. 1987: Een zoutwinningsite uit de midden-laat-La-Tène-Periode te Veurne, Westvlaamse Archaeologica, 3-3, 73-82.

DE CLERCQ W., 2009: Lokale gemeenschappen in het Imperium Romanum. Transformaties in rurale bewoningsstructuur en materiële cultuur in de landschappen van het noordelijk deel van de civitas Menapiorum. (Provincie Gallia-Belgica, ca. 100 v.Chr. – 400 n. Chr).

DE COCK S. 1987: Het archeologische onderzoek te Kooigem-Kortrijk, in: Westvlaamse Archaeologica, I, 3-15.

DE GROOTE K. 2008: Middeleeuws aardewerk in Vlaanderen: Techniek, typologie, chronologie en evolutie van het gebruiksgoed in de regio Oudenaarde in de volle en late middeleeuwen (10de-16de eeuw), Relicta Monografieën, I, Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, Brussel, 2 delen. DHAEZE W. & VERBRUGGE A. 2007. Twee Gallo-Romeinse nederzettingen langs de Kortewaagstraat te Menen (prov.West-Vlaanderen). In: Corbiau M.-H., Bosman A.V.A.J., De Clercq W. & Hoevenberg J. (Eds.). Journée d’archéologie romaine - Romeinendag 21-04-2007. Namur: 73-78.

DE LAET S.J., VAN DOORSELAER A. & DESITTERE M., 1966: Van grafmonument tot heiligdom. Beschouwingen over de oorsprong van het Kelto-Romeins fanum met vierkante cella. Mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België - Klasse der Letteren, Jaargang XXVIII, nr 2.

DE LOGI A., MESSIAEN L., STYRTEWAGEN. K. & BUYNINCKX T. 2007: Archeologische opgraving Kortrijk/Harelbeke Evolis (prov. West-Vlaanderen) 16 april-16 november 2007, Rapport Monument Vandekerckhove nv, Ingelmunster.

DE LOGI A., MESSIAEN L., STYRTEWAGEN. K. & BUYNINCKX T. 2009: Late ijzertijd/vroeg Romeinse sporen te Kortrijk-Evolis (provincie West-Vlaanderen), Lunula. Archaeologia protohistorica, XVII, 213-216.

DE MEULEMEESTER J. 1977: Een circulaire versterking te Alveringem, Archaeologia Belgica 196, 73-77.

DE MEULEMEESTER J. 1990: Het "Hof Inghels" een site met walgracht te Leisele (Alveringem) (W.-Vl.), Archaeologia Mediaevalis 13, 59.

DEMEY D. 2011: Archeologisch onderzoek bij Oud Klooster. Archeologische opgravingen op de ontsluitingsweg van een nieuwe gevangenis. Conceptrapport Ruben Willaert bvba.

DEMEY D. 2012: Archeologische onderzoek Vleteren Kasteelweg, Evaluatierapport.

DE WILDE M., HEUS J. & VANDEWALLE F. 1995/1996: Het Oosthof te Koekelare (West-Vlaanderen). Interimverslag 1988-1995, Archeologie in Vlaanderen V, 179-192.

DEWILDE M. & WYFFELS F. 2003: Een nieuwe zoutwinningssite in De Panne (W.-Vl.), Lunula, Archaeologia Protohistorica, XI, 45.

DATABANK ONDERGROND VLAANDEREN 2012: De Quartairgeologische kaart van Vlaanderen, https://dov.vlaanderen.be.

FONTIJN D. 2002: Het ontstaan van rechthoekige 'cultusplaatsen'. In: FOKKENS H. & JANSEN R. (Eds.): 2000 Jaar bewoningsdynamiek. Brons- en ijzertijdbewoning in het Maas-Demer-Scheldegebied. Faculteit der Archeologie, Universiteit Leiden, 149-172.

GEOLOKET PROVINCIE WEST-VLAANDEREN (GisWest) 2011, www.giswest.be.

GOUDIE-FALCKENBACH E., HANTSON W., MERVIS D. & RYSSAERT C. 2010: Archeologisch proefsleuvenonderzoek Alveringem-Hoogstraat, Onuitgegeven rapport Soresma.

HILLEWAERT B. & HOLLEVOET Y. 1994: Huisvuil onder het wegdek. Een vroeg-13de-eeuws aardewerkcomplex uit de Marktstraat te Oudenburg (prov. West-Vlaanderen), Archeologie in Vlaanderen IV, 279-289.

HUYS E. 2006: Zoutwinning in de ijzertijd, een vergelijkende studie van het briquettagemateriaal van De Panne- ‘Romeins Kamp’, Brugge ‘Fort Lapin’ en Veurne ‘Stabelincksleed’, Terra Incognita, 2006-1, 127-138.

LEENDERS K. 2004: The start of peat digging for saltproduction in the Zeeland Region (NL), Acta Archaeologica Lovaniensia Monographiae, 15, 107-108.

MESTDAGH B. 2009: De IJzertijdsite van Kooigembos. Materiaal van de activiteiten na 1990 (provincie West-Vlaanderen, België), Lunula. Archaeologia protohistorica, XVII, 153-161.

MOENS J. 2001: Middeleeuws leer voor het voetlicht. Schoenen en andere leervondsten uit archeologisch onderzoek op de Grote Markt in Dendermonde (prov. Oost-Vlaanderen), Relicta 7 (2011), Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, Brussel, 37-66.

ONDERZOEKSBALANS ONROEREND ERFGOED VLAANDEREN, 2011,

http://www.onderzoeksbalans.be/onderzoeksbalans/archeologie

ROUMEGOUX Y. & TERMOTE J. 1993: Op de rand van een imperium de Romeinen in de Westhoek, in: ROUMEGOUX Y. & TERMOTE J. (eds.), Kemmel-Cassel. De vroegste bewoningsgeschiedenis van de Vlaamse heuvels, jaargang 9, aflevering 2, 61-85.

SIMPSON D., LEHOUCK A., VAN MEIRMANNE M. & BOURGEOIS J. 2007: Elektromagnetische inductiemetingen als prospectietechniek voor de reconstructie van middeleeuwse landschappen in het Vlaamse kustgebied (W.Vl.), Archaeologia Mediaevalis, 200-204.

SLOFSTRA J. & VAN DER SANDEN W. 1987: Rurale cultusplaatsen uit de Romeinse tijd in het Maas-Demer-Schelde-gebied, Analecta Praehistorica Leidensia 20, 125-168.

TERMOTE J. 1987: De Keltische Hoogtenederzetting van Kooigembos. De opgravingscampagne 1986, Westvlaamse Archaeologica 3/2, 61-72.

VAN DEN BROEKE P.W. 1980: Bewoningssporen uit de ijzertijd en andere periodes op de Hooidonksche Akkers (gem. Son en Breugel, prov. Noord-Brabant), Analecta Praehistorica Leidensia, XIII, 7-69.

VAN DEN BROEKE P.W. 1996: Turfwinning en zoutwinning langs de Noord-zeekust, Een verbond sinds de ijzertijd? Tijdschrift voor Waterstaatgeschiedenis, 5, 47-59.

VAN DE VIJVER M., WUYTS F. & CHERRETTÉ B. 2009: Bronstijd- en ijzertijdsporen te Erembodegem: cirkels, rechthoeken en kuilen (Aalst, provincie Oost-Vlaanderen, België), Lunula. Archaeologia protohistorica, XVII, 15-22.

VAN DOORSELAER A. 1992: Balans van 15 jaar V.O.B.O.W.-opgravingen in West-Vlaanderen, 8, 2-30.

VANOVERBEKE R. & CLERBAUT T., 2012, Twee (rituele?) late-ijzertijd-monumenten te Alveringem-Hoogstade (prov. West-Vlaanderen, België), in: Lunula. Archaeologia protohistorica, XX, 189-193. VERMEULEN F. & HAGEMAN B. 1997: Een rituele omheining uit de late ijzertijd te Knesselare (O.-Vl.), Lunula, Archaeologia protohistorica, V, 29-33.

7 Figurenlijst

Figuur 1: De ligging van het onderzoeksgebied in België en op de topografische kaart (bron: GisWest). 6

Figuur 2: De resultaten van het vooronderzoek (in rood) geplot op die van de opgraving. 9

Figuur 3: De opgraven zone met alle sporen, binnen het totale onderzoeksgebied. 10

Figuur 4: Het verzamelde aardewerk uit S169. 11

Figuur 5: Het nemen van pollen-monsters. 12

Figuur 6: Het onderzoeksgebied (in rood omlijnd) op de Bodemkaart van Vlaanderen (bron: AGIV). 13

Figuur 7: Uitsnede van de sporenfase 1 met alle antropogene sporen. De natuurlijke en vervallen sporen zijn

weggelaten. 16

Figuur 8: Structuren A (links) en B (rechts), met de gedateerde sporen. Onder: de diverse coupes op de

greppels. 17

Figuur 9: De noordwesthoek van de hergraving aan structuur A2, 18

Figuur 10: Opname van het vlak binnen structuur A; voorbeeld van de moeilijke leesbaarheid van het vlak. 19

Figuur 11: S188, de aardewerkconcentratie 20

Figuur 12: Coupetekeningen van enkele van de sporen binnen structuur A1. 20

Figuur 13: Coupes van de sporen 192 en 320. 21

Figuur 14: Het vlak ter hoogte van structuur B (tracé is aangegeven). Van de rechter benedenhoek tot

bovenaan centraal loopt de laatmiddeleeuwse gracht S165 , foto richting oosten. 22

Figuur 15: Overzicht van de sites in West-Vlaanderen uit de late ijzertijd 1. Gebouwplattegrond of nederzetting, 2. Zoutziederij, 3. Grafstructuren, 4. Cultusplaats, ster = locatie Alveringem, cirkel =

ijzertijdspoor. 24

Figuur 16: Overzicht van de meest voorkomende versieringsschema’s in Alveringem (tekening T. Clerbaut). 26 Figuur 17: Overzicht van de meest voorkomende typologische vormen binnen het kustaardewerk in de

ijzertijd en Romeinse periode. 27

Figuur 18: Fragment van een wrijf-/maalsteen uit S214 28

Figuur 19: Fragment van een spinsteentje uit structuur A1, foto en tekening. 29

Figuur 20: De resultaten van de 14C-dateringen (Ångström Laboratory, Universitet, Zweden). 30

Figuur 21: De rechthoek, zoals aangetroffen te Kortrijk/Harelbeke. 33

Figuur 22: Een reconstructie van de cultusplaats te Hoogeloon (Nederland). 36

Figuur 23: Sporen van fase 2 op de groenige zand-klei ondergrond. Vooraan in beeld S4, de opgevulde

depressie. Foto richting zuidwesten. 37

Figuur 24: Detail van sporenfase 2, in zwart de gedateerde Romeinse sporen; in stippellijn optie 1 van de

vermoedelijke zuidwestelijke greppel , in lichtgrijs optie 2. 38

Figuur 25: Twee coupes van de gracht S7, de exacte locatie van de coupes is weergegeven op figuur 25. 38

Figuur 26: De greppels S90-S369 en S370 op het overzichtsplan. 40

Figuur 27: De oudste grachten/greppels. 41

Figuur 28: Doorsnede van een greppel uit het eerste stelsel, S323. Foto richting noorden. 42

Figuur 29: De sporenconcentratie van de derde fase. 45

Figuur 30: Tweemaal S42, rechts verstoord door recente drainage en deels doorsneden door een proefsleuf,

foto richting noordoosten. Rechts: Zuidelijk kwadrant uit S42 weggehaald, foto richting noorden. 46

Figuur 31: Tweemaal S44, rechts in het vlak met rechtsboven ervan (een deeltje van) S42, foto richting

noordoosten. Rechts: Zuidelijk kwadrant uit S44 weggehaald, foto richting noorden. 46

Figuur 32: Coupetekeningen van S42. 46

Figuur 33: S74 gecoupeerd, rechts in beeld S84, de zwarte vulling. 47

Figuur 34: Foto en tekening van het gecoupeerde S82. De bovenste vulling bevatte iets meer

houtskool-partikels. 48

Figuur 35: Grachten en greppels gedateerd in de Middeleeuwen. 49

Figuur 36: Coupe op S165/S104, de gracht die de structuur A en B doorsneed. 49

Figuur 37: De vierkante walgracht en de twee parallelle grachten rechts die de voetweg vormden. 50

Figuur 38: Doorsnede op (wal)gracht S4. 51

Figuur 39: Tweede doorsnede op (wal)gracht S4. 51

Figuur 40: Coupetekening S4, komt overeen met onderste foto in bovenstaande afbeelding. 52

Figuur 41: Detail uit de kaart van Ferraris; van noord naar zuid loopt de voetweg, met centraal aan de westzijde ervan een poel die vermoedelijk overeenkomt met S377 en een deel van S4. De hoeve ten zuiden ervan komt niet overeen met de (verdwenen) walsite binnen S4, maar bevond zich zuidelijker

Figuur 42: De contouren van het opgegraven areaal geprojecteerd op de kadasterkaart van ca. 1840 (bron:

GisWest). 53

Figuur 43: Doorsnede van de voetweg. 53

Figuur 44: Uitsnede van de kadasterkaart (ca. 1840)met daarop geprojecteerd de in het veld aangetroffen

sporen (bron: GisWest). 54

Figuur 45: De ‘losse’ greppels. 55

Figuur 46: Diagnostisch aardewerk uit de sporen met middeleeuws aardewerk. 59

Figuur 47: Leerfragmenten uit S302. 61

8 Bijlagen

- Bijlage 1: Alle sporen plan - Bijlage 2: Sporenlijst - Bijlage 3: Vondstenlijst - Bijlage 4: Monsterlijst - Bijlage 5: Fotolijst - Bijlage 6: Coupelijst

- Bijlage 7: Botanische waardering en analyse van de site Hoogstade, Gemeente Alveringem, Earth Integrated Archaeology.

Schaal 1:300