• No results found

4 Effecten voor de melkveehouderij

4.10 Samenvatting effecten schaalvergroting

Tabel 4.19 geeft per thema de belangrijkste bevindingen weer wat betreft de verschillen in de omvang van melkveebedrijven. Het overzicht biedt een beknopt beeld van de relatie tussen de bedrijfsomvang in de melkveehouderij en de score op de verschillende maatschappelijke aspecten. Geconcludeerd kan worden dat grotere bedrijven in economisch opzicht beter uit de bus komen dan kleinere bedrijven. Hierdoor is het toekomstperspectief van de grotere bedrijven in de regel beter, ook voor de langere termijn met de generatiewisseling in zicht. Dit verklaart een hoger opvolgingspercentage op de grotere bedrijven. Tussen de kleinere en de grotere bedrijven zijn er verder verschillen in het aan- tal koeien per hectare, het grondgebruik, de verkaveling van de bedrijven, en dergelijke. Hiermee kan echter niet zonder meer worden gesteld dat schaal- vergroting minder gunstig is voor milieu, natuur en landschap. De grotere deel- name van grote bedrijven aan beheersovereenkomsten geeft echter ook aan dat een en ander met enige nuance moet worden bezien. Dat geldt ook voor het welzijn van het melkvee. Grotere bedrijven laten het vee minder buiten lopen, maar hebben in de regel modernere gebouwen en hebben hierdoor vaker een meer diervriendelijke huisvesting.

De relatie van melkveebedrijven met andere bedrijven in de keten (toelevering, verwerking, dienstverlening) is in dit hoofdstuk niet verder aan de orde geweest (dit zijn 'blinde vlekken'). In dat verband zouden wat betreft de bedrijfsomvang di- verse zaken geanalyseerd kunnen worden, zoals logistiek en transportafstanden, prijzen (kortingen, bonussen) en inkomensmarges en kwaliteitsaspecten.

85

Tabel 4.19 Samenvattend overzicht effecten schaalvergroting melkveehouderij per thema

Thema Omschrijving effect

Economie - Grotere bedrijven behalen een hogere rentabiliteit dan kleinere bedrij- ven. De verschillen tussen de vier onderscheiden grootteklassen zijn groot maar vlakken wel af.

- De kostprijs van melk neemt duidelijk af met de bedrijfsomvang. Schaalvergroting leidt dus in de regel tot kostprijsverlaging.

- Er is een duidelijk positief verband tussen de moderniteit van bedrijven en de bedrijfsomvang. Grotere bedrijven hebben een hogere moderni- teit. Kleinere bedrijven hebben gemiddeld meer verouderde gebouwen, en dergelijke.

- De solvabiliteit van grotere bedrijven is duidelijk lager dan van kleinere bedrijven. Grotere bedrijven hebben een veel groter vreemd vermogen, maar ook het eigen vermogen is gemiddeld groter dan op de kleinere bedrijven.

Bedrijfs- organisatie

- Het opvolgingspercentage op melkveebedrijven is relatief hoog en op grote bedrijven is het duidelijk hoger dan op kleine bedrijven. - In de melkveehouderij overheersen de persoonlijke onderneming; er

zijn weinig bedrijven met een andere rechtsvorm. Vooral grotere bedrij- ven kiezen hiervoor.

- Het opleidingsniveau van zowel de huidige generatie ondernemers als van de potentiële bedrijfsopvolgers is gemiddeld hoger dan op de gro- te bedrijven dan op kleinere bedrijven.

Arbeid - De arbeidsbezetting (aantal werkzame personen, in arbeidsjaareenhe- den) neemt in absolute zin toe met de bedrijfsomvang. De arbeid wordt voor het overgrote deel geleverd door de ondernemers en gezinsle- den. Enige betaalde arbeid van betekenis is alleen te vinden op de gro- tere bedrijven; dit betreft dan vooral losse arbeid.

- De arbeidsproductiviteit van grote bedrijven is, bijvoorbeeld uitgedrukt in het aantal nge per aje, aanzienlijk hoger dan op kleine bedrijven.

Milieu - De veebezetting (aantal stuks melkvee per hectare) neemt duidelijk toe met de bedrijfsomvang. De veebezetting is in Nederland fors gedaald door de trendmatige stijging van de melkgift per koe.

- Het aandeel van emissie arme stalplaatsen is hoger op de grotere melkveebedrijven.

- Naarmate melkveebedrijven groter zijn hebben ze een grondgebruik met minder blijvend grasland en meer tijdelijk grasland en ook meer snijmaïs en overige gewassen.

- Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen per hectare, is in sa- menhang met genoemde verschillen in het grondgebruik, hoger op de grote dan op de kleine melkveebedrijven.

86

Tabel 4.19 Samenvattend overzicht effecten schaalvergroting melkveehouderij per thema (vervolg)

Thema Omschrijving effect

Milieu - Het aandeel biologische bedrijven is het hoogst onder de kleine melk- veebedrijven.

Landschap - De grotere melkveebedrijven nemen duidelijk vaker deel aan regelingen op het gebied van agrarisch natuur- en landschapsbeheer.

- Het aandeel bedrijven met beweiding is lager bij de grote dan bij de kleine bedrijven. Grote bedrijven hebben het vee duidelijk vaker perma- nent op stal dan de kleine bedrijven.

- Naarmate het bedrijf groter is neemt het aantal kavels duidelijk toe, evenals de gemiddelde oppervlakte van de kavels en ook van de huis- kavel. Het aandeel van de huiskavel in het bedrijfsareaal is echter wel kleiner op grotere bedrijven.

Diergezondheid en welzijn

- Voor het dierwelzijn is als minder gunstig aan te merken dat de bewei- ding afneemt naarmate de bedrijven groter zijn. Grotere bedrijven heb- ben echter wel meer geïnvesteerd in duurzame stallen, waarbij de diervriendelijkheid van de huisvesting een aspect is.

- De omvang van het melkveebedrijf is niet van invloed op de gezondheid van het melkvee.

Vestigingslocatie en regionale verdeling van de productie

- Melkveebedrijven zijn verspreid over geheel Nederland te vinden. Er vindt, onder invloed van natuur en milieubeleid en verstedelijking, een geleidelijke verschuiving van productie plaats, vooral vanuit het westen en het zuiden naar het noorden van het land.

- Schaalvergroting doet zich in alle gebieden voor, maar het aantal grote bedrijven (met meer dan 100 koeien) groeit vooral in het noorden en het oosten van het land.

Buitenland - Nederland is binnen de EU de vierde grootste leverancier van melk. In dit opzicht zijn Duitsland, Frankrijk en het VK groter.

- De gemiddelde bedrijfsomvang van melkveebedrijven in Denemarken en het VK is groter dan in Nederland. De schaalvergroting in de EU en specifiek ook in Denemarken is de afgelopen jaren sneller verlopen dan in Nederland. Buiten de EU zijn er meer landen met gemiddeld grotere melkveebedrijven dan in Nederland.

87