• No results found

EROSIE-SEDIMENTATIE

SAMENVATTING BEVINDINGEN - STORM

Storm is van invloed op de bodemmorfologie doordat sterke stroming nabij de zeebodem zorgt voor

sedimenttransport (vele malen groter dan transport tijdens een vloed-eb cyclus). Met name het sediment met een kleinere korrelgrootte verplaatst / verdwijnt uit het systeem. Storm met hevige golfslag kan sterfte veroorzaken onder bodemdieren, met afname in dichtheid en biomassa van bodemfauna, waarbij het moment in het seizoen bepalend is voor het effect. Met name (ondieper) gelegen mosselbanken zijn gevoelig en herstel na afslag door storm kan jaren duren.

Specifieke kennis, in de vorm van kwantitatieve data, over (directe) effecten van storm op het sublitoraal van de Waddenzee ontbreekt.

3.2.2 IJsgang

In tijd en ruimte komt ijsgang in de Waddenzee met lage frequentie en lokaal voor. IJs op zee is een zeldzaamheid, zeker in de afgelopen decennia. Echter, in de ondiepe delen van de Waddenzee, met weinig golven kan het zoute water ook snel bevriezen. IJsvorming begint bij de zandbanken op het wantij en in de havens, waar het water rustiger is. Het deel van de bodem dat onder water wordt beroerd, is afhankelijk van vastvriezen van ijsschotsen aan de zeebodem bij laagwater. Als de ijsschotsen bij hoogwater weer beginnen te drijven kunnen ze stukken van de wadbodem meenemen, ook in de ondiepe delen van het sublitoraal.

Morfologie

Er zijn in deze review vier studies geanalyseerd die effecten van ijsgang op de morfologie beschrijven, waarvan twee in de Waddenzee en twee internationaal (Bay of Fundy Canada en Golf van Riga Baltische Zee).

De belangrijkste resultaten hieruit zijn dat ijsformatie de morfologie van de, in dit onderzoek droogvallende, wadplaat in significante mate kan beïnvloeden door de creatie van microreliëf (ordegrootte 5-10 cm). Hierbij wordt sediment door het ijs opgehoopt en afgezet wanneer het ijs weer gaat smelten (Pejrup & Andersen 2000). Daarnaast kan ijsgang ook zorgen voor netto transport van sediment uit het intergetijdengebied naar de kwelder, waar het wordt ingevangen na smelten. Een ander effect van ijsgang op de morfologie werd onderzocht in de Eems-Dollard, met de focus op interactie tussen algengroei, troebelheid en ijsformatie. Er was vermindering van resuspensie van sediment na ijsbedekking (van 4-6 cm) door

consolidatie van sediment (en hierdoor het verhogen van de kritische bodemschuifspanning voor erosie) en het verminderen van hoge golfslag (Staats et al. 2001). De concentratie zwevende deeltjes in de waterkolom werd hierdoor verlaagd en zorgde voor verhoging van het organisch gehalte in het sediment. Effecten van ijsgang zijn niet altijd aan te tonen; zo vonden Herkül et al. (2011) geen effect van fysieke verstoring op wadplaten in de Baltische zee. Ook Gerwing et al. (2015) vonden, na een winter met ijs in de baai van Fundy, geen verandering in het organisch gehalte van het sediment. Pejrup & Andersen (2000) beschrijven dat het door ijsgang afgezette sediment nog zichtbaar was 9 maanden na het smelten van het ijs.

Biotiek

Er zijn in deze bronnenanalyse vier studies geanalyseerd die effecten van ijsgang op de biotiek beschrijven, waarvan er twee in de Waddenzee plaatsvonden en twee internationaal (Bay of Fundy Canada en Golf van Riga Baltische Zee). De belangrijkste resultaten laten zien dat mechanische verstoring door ijsgang (bedekking van 1-2 m) geen effect had op kokkels of strandgapers op droogvallende platen in het noordelijk deel van de Waddenzee. IJsgang zorgde wel voor een significante afname (- 60% tot - 70%) van het oppervlak van twee mosselbanken (Strasser et al. 2001). Ook Donker et al. (2015) vonden een afname (- 19%) van de mosselbedekking door ijsgang. Dit effect werd veroorzaakt door het schuren van de ijsbedekking door getijdenwerking, wind of golven. De grootste erosieplekken bevonden zich aan de randen van de mosselbank met eromheen een verhoging van samengedrukte mosselen. De combinatie van golfslag en ijsgang veroorzaakten een totale afname van de mosselbank van 39% na ruim twee jaar.

Voor wat betreft de infauna vonden Gerwing et al. (2015) in de baai van Fundy (Canada) slechts geringe veranderingen na een winter met ijsbedekking (van 35-90% en een schuurdiepte van 0.3-1.43 cm). Enkele soorten zoals de vlokreeft namen significant af, maar deze afnamen waren niet gecorreleerd aan ijsbedekking. De onderzoekers benoemen wel dat variabelen gerelateerd aan fysieke verstoring (zoals ijsgang en schuring door ijs) in meer strenge winters wel een invloed zouden kunnen hebben op de structuur van de bodemgemeenschap. Afgezien van effecten op zoöbenthos, vonden Staats et al. (2001) een verhoging van microfytobenthos op de wadplaten in de Eems-Dollard en een algenbloei in de waterkolom in het voorjaar. IJsbedekking had in dit geval een stabiliserende werking op het sediment, waardoor er minder sediment en zwevende deeltjes in de waterkolom aanwezig waren na het smelten van de ijsbedekking.

Indicatoren voor natuurlijk herstel worden gegeven door Donker et al. (2015), waar 19 maanden na beschadiging door ijsgang een minimaal herstel werd waargenomen van de mosselbedekking van 8.3%, welke echter weer teniet gedaan werd door een storm. De mosselbank was na ruim twee jaar (onderzoeksperiode) niet hersteld (Donker et al. 2015).

Tabel 3-4. Samenvattende tabel van literatuurstudie over effecten van natuurlijke bodemdynamiek door storm, aan de hand van indicatoren uit het afwegingskader. NB. bevindingen in de tabel zijn gebaseerd op lokaal en specifiek onderzoek, zoals beschreven in de hoofdtekst (zie voor referenties bijbehorende tekst in §3.2.1).

IJSGANG

Mate van invasie Bodemschurend, extractie, bedekking Frequentie van beroering Zeer lage frequente

Ruimtelijk lokaal - Waddenzeebreed Lokaal

Systeem (dynamiek / diepte) Hoog /diep Laag /diep Hoog/ ondiep

Laag/ondiep

Bodemdynamiek (sedimentatie - erosie)

Transport van sediment (door ophoping/afzetting), kan tot 9 mnd zichtbaar zijn

Sedimenttype

-Organisch materiaal gehalte Verhoging in sediment

Bodemschuifspanning consolidatie van sediment

zorgde voor verhoging kritische bodemschuifspanning

Biomassa

-Dichtheid Afname mosselbedekking

(kokkels/strandgapers minder gevoelig)

Diversiteit/rijkdom

-Sensitiviteit (kwetsbaar) Mosselen zeer gevoelig voor

ijsgang

Herstel > 2 jaar voor mosselbank

Kennisleemte: Kennisleemte: kennis over effecten van ijsgang in ondiepe sublitorale systemen en het herstel is zeer schaars.