• No results found

S OCIALE , EDUCATIEVE EN CULTUURHISTORISCHE DOELSTELLINGEN

In document Uitgebreid bosbeheerplan (pagina 95-98)

3.3.1 Recreatie

Het plangebied heeft niet alleen een grote ecologische waarde. Ook voor recreanten is het ge-bied een sterke aantrekkingspool. Om te vermijden dat beide in conflict komen, is een duidelijk onderscheid tussen gebieden waar recreatie gewenst is en waar niet, absoluut noodzakelijk.

Rustzones zijn belangrijk en daartoe worden de gebruikers zo gestuurd dat de meest kwetsbare zones van het gebied gevrijwaard blijven van verstoring. Een overzicht van de voorziene

recrea-De inrichting van portaal Grand Noble kadert in de ontwikkeling van het Parkbos en zal fungeren als toegangszone tot het parkbos.

De portalen hebben binnen de beleving van het toekomstige Parkbos een belangrijke rol. Ze vormen de eerste indruk van het Parkbos voor de bezoeker. De ligging, bereikbaarheid en de landschappelijke kwaliteiten bepalen mede de recreatieve faciliteiten die aangeboden worden.

Elk portaal heeft een speci ek pro el waarin een functionele strategie vervat zit die de rol van het portaal binnen het integrale Parkbos aangeeft.

De algemene uitgangspunten zijn:

- Portaal met onthaal gericht op fietsers (wandelaars), gebruikers van openbaar vervoer en ge-meenschappelijk vervoer; in mindere mate voor automobilisten.

- Natuurlijke en landschappelijke kwaliteit eerder dan parkatmosfeer.

- Herkenbaarheid door ‘nieuwe’ eigenheid van de plek.

- Aantrekkelijke onthaal- en verblijfsplek picknickplaatsen met spelaanleidingen.

- Zichtvensters vanuit N43.

- Versterken landschappelijke kenmerken: Dreef naar Grand Noble, drie lindes en parkrelicten.

- Ruimte creëren voor spontane vegetatieontwikkeling voor het ontwikkelen van het natuurlijke landschap.

Deze elementen kunnen als volgt verder toegelicht worden:

Natuurlijke en landschappelijke kwaliteit eerder dan parkatmosfeer

- Centraal in het portaal, ligt een langgerekte vochtige zandzone. Deze zone wordt gevrij-waard voor spontane vegetatie. De bovenste vegetatielaag wordt geplagd.

- De zandzone is helemaal omgeven door bos. De vorm en oriëntatie van de zandzone, zorgen ervoor dat er brede, structuurrijke zuidgerichte bosranden gevormd kunnen worden die op termijn een aanzienlijke natuurwaarde zullen krijgen (bos-mantel-zoom). De op het noorden geo-riënteerde bosranden zijn minder breed.

- In de natuurrijke beboste zones worden drie graszones voorzien. Een grote grasvlakte (lichte helling op het zuiden) vormt de onthaalzone. Hier komen verschillende paden van verschil-lende orde op uit. Ook het ruiterpad vindt aansluiting bij het onthaal (er is eveneens een paar-denhalte voorzien). Het onthaal is zichtbaar vanuit de verschillende toegangswegen (vanop N43:

dreef naar Grand Noble, Drie Linden, parking, toegang t.h.v. Klossestraat). De twee kleinere graszones fungeren als zonnige verblijfsplekken. De meest oostelijke sluit aan bij de kenmerken-de cirkel met negen linkenmerken-des en geeft zicht op kenmerken-de dreef, kenmerken-de meest westelijke geeft een mooi zicht op de zandzone.

- Binnen de wens om ieder portaal een duidelijke identiteit en karakter te geven, is het ui-teraard wenselijk om de relatie tussen het portaal en het kasteeldomein zo optimaal mogelijk aan te halen.

Gericht op etsers en openbaar vervoer, met beperkte toegankelijkheid voor auto’s - Het portaal richt zich voornamelijk op de etser en het openbaar vervoer. Voor de etser worden onder andere etsenstallingen voorzien nabij de toegangswegen.

- Om de toegankelijkheid met het openbaar vervoer te versterken wordt de bestaande bushalte op de N43 Kortrijksesteenweg verplaatst tot aan het portaal Grand Noble.

- Omdat niet elke recreant met fiets of openbaar vervoer het parkbos kan bereiken wordt een parking voorzien voor bezoekers, die via de N43 wordt ontsloten (NN3c).

- De recreatieve padeninfrastuctuur bestaat uit:

o fiets- en wandelpaden (3m breed in porfiersteenslag) aan de randen van het por-taal (dreef Grand Noble, Duiverstraat, Klossestraat richting fietsroute)

o wandelpaden die parallel lopen met de fietspaden en verbinding geven met de Klossestraat (1,5m breed in porfiersteenslag)

o een wandelpad dat, ten noorden van de zandzone van oost naar west loopt en de dreef verbindt met de parking (tertiair, aarden pad). De wandelpaden vormen twee lussen (cfr. Padennetwerk op Kaart 3.3: Visie recreatie).

o Er zullen spontane indianenpaadjes ontstaan.

- De paden hebben een grote belevingswaarde. Ze leiden de bezoekers door de dreef, bossen, graslanden en langs bosranden en de zandvallei. Het zachte reliëf zorgt voor extra bele-vingswaarde. Het beeld is heel afwisselend: lange zichtassen (in het verlengde van de zandval-lei), beschut wandelen aan de rand van het koele bos met zicht op de zonovergoten zandvallei,

uitnodigende verblijfsplekken, bloemrijke zomen en hooilanden, kenmerkende punten (cirkel met 9 lindes, pleintje met drie oude lindes).

- Er is extra aandacht besteed aan de belevingswaarde bij aankomst aan het portaal:

voorbijgangers krijgen vanop de N43 thv de dreef Grand Noble een zicht op de zandvallei. Fiet-sers en wandelaars die via de Borluutdreef komen, worden op een pleintje rond de drie oude lin-den onthaald. Het pleintje met de drie linlin-den vormt ook een duidelijk herkenningspunt voor voor-bijrijdende auto’s. Ook voor bezoekers die met de bus of auto toekomen, is er een mooi uitzicht weggelegd. Aansluitend met het ovale plein wordt een zone gereserveerd voor bijen.

Een open picknick- en speelruimte

- Naast de faciliteiten voor etsers en autobestuurders wordt ook een picknickruimte geïn-tegreerd.

- Meubilair: volgens de huisstijl van de portalen. Aan alle toegangen komen infobanken en aan de centrale verblijfsplek wordt een infozuil voorzien. Elke verblijfsplek krijgt een nisvormige haag conform de huisstijl van het parkbos waarbinnen parkbanken en stoelen en picknicktafels staan. Er worden eveneens fietsenstaanders voorzien bij elke verblijfsplek. Aan het ruiterpad komt een halteplaats met een paardenaanbindkruis.

- Er wordt een hondenloopweide voorzien die aansluit bij de woonwijk.

- Natuurwaarde: Het afplagen van de zandzone, de zachte glooiingen in het terrein en de ontwikkeling van een structuur- en soortenrijk bos met goed ontwikkelde mantel en zoom staan garant voor een grote biodiversiteit (groot verschil aan standplaatseigenschappen) en een grote belevingswaarde.

- Herkenbaarheid: De materialisatie van de infrastructuur en het meubilair is in overeen-stemming met de andere portalen.

De volledige portaalzone wordt doorweven met recreatieve paden van primaire en secundaire orde. Deze recreatieve route is bedoeld voor een kleine wandeling waarin de verschillende sfe-ren van bos aan bod komen. Langsheen de routes zijn diverse zit- en picknickplaatsen gesitu-eerd. De verschilende paden en gebruikers zijn:

- Fietsers/wandelaars:

o vanuit Borluutdreef

o vanop N43, via dreef naar Grand Noble o vanop N43, via doorgetrokken Duiversstraat o vanuit woonwijk aan de Klossestraat

o via fiets-/wandelroutes in het parkbos (veilige oversteekplaats op Baron De Gieylaan) o fietsenstalling t.h.v. parking

- Ruiters:

o via ruiterroute in het parkbos (halte voor paarden aan de onthaalzone)

- Parking voor 32 wagens aansluitend met de N43 en 10 auto’s voor mensen met beperking.

o eveneens parkeerplaats langs N43

3.3.2 Cultuurhistorische waarden

Het plangebied wordt gekenmerkt door een rijke voorgeschiedenis (zie § 2.1.1).

Getuige hiervan zijn ondermeer de historische dreven, het kasteelpark van De Giey en de per-ceelstructuur in de vallei van de Rosdambeek.

Extra aandacht zal dan ook gaan naar:

Het behoud, onderhoud en de versterking van de bomenrijen, houtkanten en dreven en dit waar mogelijk op locaties waar deze van oudsher stonden (cfr. Kaart 3.1b: Visie KLE).

Het landschap Scheldeveld (wastine en heiderelicten) wordt zo mogelijk hersteld.

Zichtassen in het landschap behouden en/of benadrukken.

Beheer van oude bomen in Grand Noble, met aandacht voor verjonging om de continuï-teit van het bos in het kasteelpark te kunnen verzekeren.

Herstel van historische boomgaarden binnen het landschap en dit met streekeigen soor-ten en rassen.

Behoud van cultuurhistorische elementen (bv. grot in domein Grand Noble; hiervoor moet de grot vrijgesteld worden van begroeiing rond de grot)

In document Uitgebreid bosbeheerplan (pagina 95-98)