• No results found

B ELEIDSPLANNEN EN - INITIATIEVEN

In document Uitgebreid bosbeheerplan (pagina 15-20)

1.6.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen

Belangrijke doelstellingen in het RSV voor de natuurlijke entiteiten in het buitengebied zijn:

- Het tegengaan van de versnippering van het buitengebied.

- Het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen.

- Het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied met be-trekking tot integraal waterbeheer, rivier- en beekvalleien, het landbouweconomisch sys-teem en de agrarische structuur, de nederzettingsstructuur en de karakteristieke land-schapselementen en –componenten.

- Het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis van het fysisch sys-teem. Het fysisch systeem vormt het raakvlak tussen milieubeleid en ruimtelijke orde-ning. Voorbeelden van gebiedsgerichte afstemming tussen ruimtelijke ordening en milieu zijn de ondersteuning van de afbakening van stiltegebieden, de afbakening en realisatie van beschermingsgebieden voor grond- en oppervlaktewater en van bodembescher-mingsgebieden.

- Het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied.

Het plangebied behoort tot de deelruimte Leiestreek. In het RSV wordt het geheel van de Leie-vallei en zijrivieren, zoals de Rosdambeek, bestempeld als een structuurbepalende rivierLeie-vallei in Vlaanderen. Inzake gewenste ruimtelijke structuur worden rivier- en beekvalleien gezien als be-langrijke elementen van de natuurlijke structuur. Aanvullend hierop staat de ecologische infra-structuur, gevormd door vlak-, lijn- en puntvormige elementen, door geïsoleerde natuur- en bos-gebieden en door parkbos-gebieden.

1.6.2 Provinciaal ruimtelijk structuurplan Oost-Vlaanderen

Op provinciaal niveau worden in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan de natuurverbindings-gebieden en de ecologische infrastructuur (natuur- en bosnatuurverbindings-gebieden die niet tot het VEN behoren) van bovenlokaal belang aangeduid. De gedetailleerde afbakening van deze gebieden vormt een onderdeel van de provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen.

In deze verbindingsgebieden stelt de provincie volgende doelstellingen voorop:

- natuurverbindingsgebieden zijn gericht op het versterken van de bestaande natuurwaar-den met het oog op hun verbindingsfunctie;

- de natuurfunctie wordt bepaald door kleine landschapselementen en kleinere natuurge-bieden als verbinding;

- de natuurfunctie dient verbeterd te worden door de ontwikkeling (naast herstel en be-houd) van de kleine landschapselementen en kleinere natuurgebieden welke de verbin-ding realiseren tussen grote eenheden natuur, grote eenheden natuur in ontwikkeling en natuurverwevingsgebieden (de uitbouw van een netwerk van KLE’s);

- de uitbreiding van bossen en het behoud van de open ruimte;

- het garanderen van de basismilieukwaliteit.

Het plangebied is gelegen binnen de deelruimte ‘het Oost-Vlaams Kerngebied’.

De riviervalleien worden als groene vingers uitgebouwd. Ze worden immers beschouwd als dra-gers van natuur en recreatief medegebruik binnen de ecologische randvoorwaarden. Plaatselijk kan het recreatief medegebruik sterker uitgewerkt worden. De steden en een aantal dorpen aan de riviervalleien worden gezien als poorten voor toerisme en recreatie.

1.6.3 Ruimtelijk structuurplan Sint-Martens-Latem

Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van de gemeente Sint-Martens-Latem is goedgekeurd

geselecteerd als gemengd gebied. Ze komt in aanmerking voor bosuitbreiding, aansluitend bij de Kastelensite.

De beekvalleien zullen sterk ruimtelijk structurerend werken. Open ruimten (met hun belangrijkste functies landbouw, natuur en recreatie) zullen in belangrijke mate hieraan gekoppeld worden, rekening houdend met de bestaande bebouwing. De Duivebeek, Hooglatembeek en Rosdam-beek werden geselecteerd als lokale natte natuurverbindingen. Bouwvrije open ruimte gebieden als natuurlijk overstromingsgebied voor de beken moeten hier voorzien worden. Nevengebruik van de gronden is mogelijk in functie van waterhuishouding en zachte recreatie (wandel- en fiets-routes).

1.6.4 Ruimtelijk structuurplan De Pinte

Het gemeentelijk Ruimtelijk structuurplan De Pinte werd goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 1 december 2006.

Dit deel van de gemeente De Pinte wordt uitgebouwd als één van de randstedelijke groengebie-den binnen het grootstedelijk gebied en is als dusdanig ook opgenomen binnen de afbakening van het grootstedelijk gebied.

Doelstellingen zijn:

Evolutie van akker- en weideland tot gebied met structuurrijke (soortenrijke) vegeta-ties. Actief beheer van graslanden kan hierbij van belang zijn (onder meer om soor-tenrijkdom te verhogen).

Versterken van het waterrijk karakter en herstel van de gunstige waterhuishouding:

concreet bv. herprofilering (spontaan of door ingreep) van de oevers van de grachten tot meer geleidelijke oevers.

Zichtbaar houden van de huidige landschapsstructuur (percelen): concreet door be-houd en herstel van kleine landschapselementen.

Het Parkbos, waarvan een deel ligt in de gemeente De Pinte wordt uitgebouwd als één van de randstedelijke groengebieden binnen het Grootstedelijk gebied en is als dusdanig ook opgenomen binnen de afbakening van het grootstedelijk gebied.

1.6.5 Ruimtelijk structuurplan Gent

Het gemeentelijk Ruimtelijk structuurplan Gent werd goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 9 april 2003.

Het ruimtelijk structuurplan voor de stad Gent stelt dat de landschapsstructuur zich leent tot be-bossing en tot een functionele recreatieve ontsluiting. De bebe-bossing kan een meerwaarde bete-kenen voor de natuur indien dit geschiedt volgens de principes van een ecologische en multifunc-tionele bosexploitatie en rekening houdt met de bestaande landschapsstructuur. De visie rond randstedelijke groengebieden is vertaald in de afbakening van het Grootstedelijk gebied Gent.

1.6.6 Afbakening Grootstedelijk gebied Gent

Het plangebied valt binnen de ‘Afbakening Grootstedelijk gebied Gent’. De afbakeningslijn van het grootstedelijk gebied is beleidsmatig van aard en omvat de as van de N43 tot de

bedrijven-Binnen de planvorming staat het plangebied deels aangegeven als valleigebied, meer bepaald als Randstedelijk groengebied buiten de vier groenpolen (Hooglatembeek/Nazarethbeek).

Verder wordt er een boskern ontwikkeld rond het kasteel Grand Noble en worden aan de randen een ‘randboscomplex’ aangelegd. De drevenstructuur wordt behouden. Noordelijk in het plange-bied wordt een portaal aangelegd.

1.6.7 Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Bij besluit van 26.10.1994 besliste de Vlaamse regering op grond van een voorstudie tot de op-maak van een landinrichtingsplan voor het landinrichtingsproject 'Leie en Schelde'. Het landin-richtingsplan dat in 1996 (goedgekeurd 1998) door de Vlaamse Landmaatschappij werd opge-maakt, bestaat uit een richtplan en één of meerdere inrichtingsplannen.

De studie geeft aan dat:

De multifunctionele bosbouw enkel prioritair is in het bosgebied:

Grand Noble (De Pinte) Nieuwgoed (Gent-Zwijnaarde)

de Ghellinck d'Elsegempark (Gent-Zwijnaarde)

enkele kleinere boscomplexen bij Driekoningen (Sint-Martens-Latem).

Bosuitbreiding zeer wenselijk is rond:

Grand Noble (De Pinte)

de Ghellinck d'Elsegempark (Gent-Zwijnaarde) en het best aansluit op grotere boskernen.

Bosuitbreiding in functie van bosverbindingsgebieden wenselijk is tussen het kasteelpark van Grand Noble en de Ghellinck d'Elsegempark.

Een sterke achteruitgang van vooral lineaire, kleinschalige landschapselementen merk-baar is.

Verhoging natuur- en milieukwaliteit Nazarethbeek-Duivebeek

De voorstellen voor landinrichting omhelzen een herstructurering van het landschap zowel in functie van een natuurherstel als een heroriëntatie van de landbouwactiviteit. De klemtoon ligt daarbij op de ontwikkeling van een kleinschalige landschapsstructuur die nauw aansluit op het vroegere, lineair uitgebouwde landschapspatroon met kleine, verspreide bospartijen rond (mo-numentale) gebouwen.

Er werden verschillende inrichtingsplannen opgesteld in uitvoering van het richtplan van het land-inrichtingsproject Leie – Schelde. Het inrichtingsplan (opgemaakt door de VLM) werd goedge-keurd bij M.B. 30 juni 1998. Het inrichtingsplan Oude spoorwegbedding ligt op het grondgebied van de gemeente De Pinte en de stad Gent. Het project maakt deel uit van het landinrichtings-project Leie en Schelde. Het inrichtingsplan is opgemaakt in relatie tot het omgevende parkbos-gebied. Het inrichtingsplan werd goedgekeurd bij MB van 4 mei 2010.

1.6.8 Ruilverkaveling Schelde-Leie

Het voorlopige plangebied van de ruilverkaveling Schelde-Leie wordt in het noorden bij benade-ring begrensd door de N43 en in het oosten door een aantal parallelle zijbeken van de Schelde (Zwarte Kobensbeek, Moerbeek en Coupure). Het zuiden en het westen worden grofweg be-grensd door de N35.

De eerste doelstelling van het project is een verbetering van de agrarische structuur via het ruilen en herverkavelen van landbouwgronden. Door de uitbouw van het Parkbos Gent (en in mindere mate door de realisatie van het stadsbos Deinze en de uitbreiding van de Hospicebossen) zal de gronddruk in de regio verhogen. De ruilverkaveling wil in deze context een flankerend beleid bie-den.

Het ruilverkavelingsproject kan ook bijdragen aan een vlottere realisatie van het Parkbos Gent, het stadsbos Deinze en de Hospicebossen, omdat naar verwachting meer en beter gestructu-reerde ruilgronden aangeboden kunnen worden aan de landbouwers die dienen te wijken in het kader van deze drie projecten.

Daarnaast kan via ruilverkaveling een integrale inrichting van de regio gebeuren, waarbij maatre-gelen kunnen worden uitgevoerd voor natuur- en landschapsontwikkeling, voor onroerend erf-goed, voor integraal waterbeheer, voor de uitbouw van een recreatief netwerk, voor bodemcon-servering, ... Tijdens het onderzoek naar het nut worden deze maatregelen verder afgewogen en geconcretiseerd.

Medio 2014 wordt een beslissing van de minister over het nut van de ruilverkaveling en de

In document Uitgebreid bosbeheerplan (pagina 15-20)