• No results found

Stap 3: Vertaling naar kosten door Enexis

6 Ruimtebeslag van de scenario’s

29 5S16 - Wijkenergieplan De Blaak – Augustus 2019

6 Ruimtebeslag van de scenario’s

6.1 Introductie

Veranderingen in de warmtevoorziening vergen aanpassing aan de ondergrondse kabels en leidingen in de wijk. Ook bovengronds zijn er gevolgen voor, bijvoorbeeld, de inrichting van de openbare ruimte (bomen, verharding, etc.), transformatorhuisjes, warmteoverdrachts-stations, en dergelijke. In dit hoofdstuk gaan we in op dit boven- en ondergrondse ruimtebeslag.

6.2 Ondergronds ruimtebeslag kabels en leidingen

In de Nederlandse bodem ligt zo’n 1,7 miljoen kilometer aan kabels en leidingen (bron:

drinkwater platform). Zeker in stedelijk gebied is de drukte in de ondergrond aanzienlijk;

dit blijkt uit zogenoemde KLIC-rapportages die het Kadaster bijhoudt. Alle handelingen in de ondergrond (aanleggen, onderhouden, verleggen & verwijderen) worden steeds moeilijker en daarmee wordt het risico op graafschade ook steeds groter. Zeker bij de aanleg van nieuwe kabels en leidingen moet goed worden nagedacht over hoe de beschikbare ruimte wordt gebruikt. Dat zou betekenen dat kabels en leidingen zo dicht mogelijk op elkaar gelegd moeten worden. Dat is echter niet altijd mogelijk omdat er rekening gehouden moet worden met onderlinge beïnvloeding én er moet gewerkt kunnen worden aan de leidingen.

Soorten beïnvloeding om rekening mee te houden zijn:

— onderlinge warmtebeïnvloeding (opwarming ondergrond rond warmtenet mag geen impact hebben op drinkwaterleidingen);

— elektrische beïnvloeding (bijvoorbeeld: elektriciteitskabels mogen geen gevaarlijke spanningen induceren in andere stalen pijpleidingen);

— verschil in diepteligging (er moet kunnen worden gewerkt aan leidingen zonder dat de zijwaartse stabiliteit in het geding komt), zie de schetst in Figuur 15.

Figuur 15 – Sleufprofiel leiding, conventionele sleuf (links) en met bekisting (rechts).

Er kan eventueel gebruik gemaakt worden van sleufbekisting om de nieuw aan te leggen leiding dichter op de bestaande leiding te leggen. Dit maakt onderhoud van de nieuwe leiding in de toekomst wel lastiger. Deze keuze heeft dus niet alleen een kostenverhogend effect voor de aanleg, maar ook voor toekomstig onderhoud.

Bestaande

30 5S16 - Wijkenergieplan De Blaak – Augustus 2019

6.3 Ruimtebeslag van een warmtenet

Voor de aanleg van ondergrondse leidingen moet de bestrating opengebroken worden en moet er een sleuf gegraven te worden. Van alle ondergrondse kabels en leidingen heeft stadsverwarming bij aanleg de meeste impact op de boven- en ondergrond. Niet alleen omdat het een voorgeïsoleerde leiding is en er dus om de mediumvoerende leiding ook nog een laag isolatie en mantel is aangebracht, maar ook omdat er bij een warmtetracé altijd twee leidingen zijn: aanvoer en retour. Voor een tracé met een relatief kleine diameter is al een aanzienlijke sleuf nodig. Figuur 16 toont een schematische weergave van het veelgebruikte Staal-PUR-PE-systeem, ofwel een stalen mediumvoerende leiding met PUR-isolatie en een HDPE-mantel.

Figuur 16 – Doorsnede Staal-PUR-PE-leidingsysteem

Ds: Uitwendige diameter stalen mediumvoerende leiding.

Do: Uitwendige diameter PE-mantel (isolatieklasse 1).

In de berekeningen voor De Blaak is uitgegaan van de diameters DN200 en DN100 voor de backbone per wijk. Voor de verdeelleidingen door de straten is DN65 en DN40 gebruikt.

De ruimtelijke impact van het graven van een sleuf voor een warmtetracé is schematisch weergegeven in Figuur 17. Een distributietracé wordt normaal op 80 dm dekking (H = 80 cm) gelegd. Dit betekent voor een standaard sleuf van een relatief klein DN100-tracé al een diepte van 1,10 meter en een breedte van ca. 2 meter aan de bovenzijde.

DN-maat Ds [mm] Do [mm]

40 48,3 110

65 76,1 140

100 114 200

200 219 315

Lekdetectiedraad

Water

Stalen buis PUR-isolatie

HDPE-mantel

Do Ds

31 5S16 - Wijkenergieplan De Blaak – Augustus 2019 Figuur 17 - Sleuf voor een warmtetracé

Expansielussen en haakse kruisingen

Bij warmtenetten speelt nog iets specifieks: hier en daar zijn expansielussen nodig.

Een geïsoleerde stalen leiding warmt op wanneer het net in bedrijf genomen wordt, en zet daardoor uit. Hierdoor kunnen warmteleidingen niet zomaar over grote lengtes rechtdoor gelegd worden. Lange lengtes rechtdoorgaande leidingen worden dan ook gesectioneerd door zogenaamde expansielussen, ook wel U-lussen genoemd (vanwege de vorm, zie Figuur 18). Deze lussen hebben een extra impact op de beschikbare ruimte in de ondergrond.

Figuur 18 - Expansielus (U-lus) in warmtetracé

Daarnaast moet bij warmtenetten vaak een haakse kruising gemaakt worden met diverse andere leidingen. Bij een haakse kruising wordt vaak een dagmaat (afstand tot buitenkant volgende leiding) van minimaal 20 cm gehanteerd. Er zijn wel kabel- en leidingbeheerders die een grotere dagmaat eisen, zoals Gasunie & TenneT (minimaal 50 cm).

Laag schoon zand

20cm Do 20cm* Do 20cm

10cm Do

H

* Bij grotere diameters (>DN200) wordt hier 30 cm gehanteerd

32 5S16 - Wijkenergieplan De Blaak – Augustus 2019

Bij een haakse kruising is er vaak de wens om deze kruising bovenlangs uit te voeren.

Hiervoor moet wel voldoende ruimte beschikbaar te zijn boven de bestaande, te kruisen leiding. De nieuw aan te leggen leiding moet minimaal 60 cm dekking hebben (voor kabels, zeker voor telecom en laagspanning is vaak 50 cm voldoende). Figuur 19 toont de typische afstanden. Als deze ruimte niet beschikbaar is, zal de kruising onderlangs moeten worden uitgevoerd.

Figuur 19 – Profiel van een haakse kruising

In stedelijk gebied heeft het rioleringsstelsel de meeste impact op de te maken haakse kruisingen. Het zijn ook redelijk grote diameters. Als het riool uitgevoerd is in beton zijn het eigenlijk altijd korte (1-1,25 m) buizen met een zogenaamde mof-spie-verbinding die niet trekvast zijn uitgevoerd. De ondersteuning is dus een speciaal aandachtspunt. Figuur 20 toont een haakse kruising met een rioolbuis, en ook een bijzondere kruising met een zeer groot riool, waarbij een zeer diepe kruising (vele meters) nodig was.

Figuur 20 - Kruising stadsverwarming met riool (rechts)

Bestaande leiding Nieuwe leiding

Dekking ≥ 60 cm

Dagmaat ≥ 20 cm

33 5S16 - Wijkenergieplan De Blaak – Augustus 2019