• No results found

33 5S16 - Wijkenergieplan De Blaak – Augustus 2019

Bovengronds ruimtebeslag

Van de bovengrondse inrichting hebben de onderstations de meeste impact op de omgeving.

Deze stations kunnen ingericht zijn voor elektra (trafohuisjes) en warmte (warmte-overdrachtstations) en zijn bedoeld om het transport van de distributie te scheiden.

Hun omvang is veelal aanzienlijk; zo kan een warmteoverdrachtstation al een afmeting hebben van bijvoorbeeld 3x5 meter.

Figuur 21 - Warmteoverdrachtstation ingepast in de omgeving

6.4 Ruimtebeslag voor elektriciteitsnet

In principe is het elektriciteitsnetwerk al aangelegd en is de ondergrondse inpassing dus al gerealiseerd. Maar zoals we in het vorige hoofdstuk hebben gezien, zijn er flinke

aanpassingen nodig in het elektriciteitsnetwerk, wat ook zijn weerslag heeft op het ruimtebeslag.

Aanpassing zijn enerzijds nodig om de capaciteit uit te breiden en anderzijds omdat een deel van het elektriciteitsnet moet worden ontmaasd (dit is een lopende activiteit van Enexis). De capaciteitsuitbreiding is fors in de all electric- en groengas/hybride-scenario’s.

In het warmtenet-scenario is er, volgens de analyses in Hoofdstuk 5, sprake van een bescheiden capaciteitsgroei. Door de parallelle ontwikkelingen in elektrisch vervoer en zonnepanelen, zullen echter ook in dat scenario aanpassingen nodig zijn.

Dit alles zorgt voor een grotere behoefte aan transportcapaciteit in de laag- en midden-spanningsnetten. De huidige kabels moeten worden vervangen door dikkere kabels, en er moeten nieuwe verbindingen worden gemaakt. Ook zullen nieuwe transformatorhuisjes moeten worden geplaatst. Dit betekent graafwerkzaamheden en extra bovengronds ruimtebeslag.

Een aantal ruimtekenmerken:

— De benodigde ruimte voor een netstation (MS/LS-trafo) is ca. 3x4 m. Deze moeten op strategische locaties dichtbij de belasting (woonhuizen) verspreid door de wijk worden geplaatst. De gemeente moet hiervoor ruimte beschikbaar stellen.

— De benodigde ruimte voor een tussenverdeelstation is ca. 10x20 m. De gemeente moet hiervoor ruimte beschikbaar stellen.

— Ondergronds is nieuwe/meer tracéruimte noodzakelijk. In bij nabijheid van transport-verdeelstations moet gedacht worden aan ca. 5 m tracéruimte.

— In woonwijken zijn ook meer laagspanningskabels noodzakelijk (zeker bij all electric, wellicht moet dit in de standaard gemeenteprofielen worden opgenomen.

34 5S16 - Wijkenergieplan De Blaak – Augustus 2019

Wellicht is het verstandig om voor de ondergrondse kabeltracés per type wijk (warmte/

hybride/all electric) afspraken te maken tussen de netbeheerders over de gemeentelijke nutsprofielen.

Het ondergrondse ruimtebeslag van elektriciteitskabels is geringer dan van een warmtenet.

Dit komt omdat de kabel een kleinere diameter heeft en er geen aparte retourleiding nodig is. De kabels zijn daarnaast sneller te trekken dan de warmteleidingen omdat er bijvoor-beeld niet gelast hoeft te worden. Tijdens de werkzaamheden kan de overlast echter wel groot zijn. Paragraaf 6.6 gaat hier nader op in.

Figuur 22 – Graafwerkzaamheden Spoorlaan Tilburg, telecom en elektriciteitskabels blootgelegd

6.5 Ruimtebeslag gasnet

Het gasnetwerk is al aangelegd, de ondergrondse inpassing is dus al gerealiseerd. Er is geen aanvullend ondergronds ruimtebeslag nodig om de leidingen geschikt te maken voor groen-gas of waterstofgroen-gas, afgezien van incidentele onderhouds- en vervangingswerkzaamheden.

Bij het groengas/hybride-scenario is wel gebleken dat het elektriciteitsnet moet worden verzwaard voor de hybride warmtepompen. Zie hiervoor Paragraaf 6.4.

6.6 Ruimtebeslag tijdens werkzaamheden aan de infrastructuur

Naast blijvende ruimtebeslag, is ook de tijdelijke impact tijdens uitvoering van de werk-zaamheden relevant. Het werkterrein van de aannemer bestaat natuurlijk niet alleen uit een sleuf zelf. Er is ook ruimte nodig voor het materieel, het voorbereiden van het leiding-werk en bij voorkeur ook voor de uitkomende grond, zie Figuur 23. Een dergelijk leiding-werkstrook kan makkelijk oplopen tot 10 à 15 meter breed. In druk stedelijk gebied is echter geen garantie voor de beschikbaarheid van de ruimte voor een dergelijke werkstrook. Dit kan leiden tot lastige situaties voor een aannemer met bijkomstige overlast voor de omgeving.

35 5S16 - Wijkenergieplan De Blaak – Augustus 2019 Figuur 23 - Schematische weergave werkstrook

Naast de benodigde werkstrook moet er ook nog ruimte gereserveerd worden voor onder andere de bouwketen en de opslag van materiaal en materieel (zie Figuur 24). Het liefst is een dergelijk terrein in de buurt van de sleuf, aangezien er aardig wat transportbewegingen plaats zullen vinden tussen dit terrein en de sleuf met overlast voor de omgeving tot gevolg.

Figuur 24 – Werkterrein

6.7 Conclusie ruimtebeslag

Alle kabels en leidingen kennen boven- maar vooral veel ondergronds ruimtebeslag.

Wat betreft het ondergronds ruimtebeslag vraagt het warmtenet verreweg de meest ingewikkelde infrastructuur om in te passen omdat er een dubbele pijp nodig is en de pijpen fors van afmetingen zijn. Kruisingen van rioolpijpen zijn daarbij vaak lastig.

De wijk De Blaak is echter wel ruim van opzet, dus er is een ontwerp mogelijk en het is goed haalbaar om een warmtenet aan te leggen. De kruisingen met waterlichamen zal wel diepe kruisingen vergen. Ook ruimte voor de elektriciteitsnetten zal gevonden kunnen worden.

Wellicht is het verstandig om voor de ondergrondse kabeltracés per type wijk (warmte/

hybride/all electric) afspraken te maken tussen de netbeheerders over de gemeentelijke nutsprofielen.

Uitkomende grond

36 5S16 - Wijkenergieplan De Blaak – Augustus 2019

Het bovengrondse ruimtebeslag is doorgaans beperkt tot warmteoverdrachtsstations, afsluiters, en MS/LS-transformatorstations. Dit zijn objecten van enige vierkante meters.

De hoofdverdeelstations van TenneT en Enexis zijn echter grote installaties waar het ruimtebeslag fors is (15.000-40.000 m2 – ca. zes voetbalvelden). Als in de hele stad veel meer elektriciteitsvraag gaat ontstaan in verband met elektrificatie, dan kan dat betekenen dat uiteindelijk een of meerdere van dergelijke grote stations nieuw gebouwd moeten gaan worden. Dat zou een fors bovengronds ruimtebeslag betekenen.

37 5S16 - Wijkenergieplan De Blaak – Augustus 2019

Referenties

CE Delft, 2019

Verkenning voor Warmtetransitievisie Tilburg, te verschijnen Delft: CE Delft, 2019

Enexis Netbeheer, 2019

R. van Wijngaarden en A. de Jong

Analyses De Blaak o.b.v. CEGRID-berekeningen Tilburg: Enexis Netbeheer, 2019

Rotterdam Engineering, 2019

Deelrapportage kostenberekening warmtenet Rotterdam: Rotterdam Engineering, 2019 Rotterdam Engineering, 2019

Deelrapportage ruimtelijke impact Rotterdam: Rotterdam Engineering, 2019

38 5S16 - Wijkenergieplan De Blaak – Augustus 2019