• No results found

roomsgezindheid, wat funest was voor zijn populariteit. Bij de Tweede Kamerverkiezingen leden de

beralen een grote nederlaag. Ook binnen de Maatschappij heerste een antiroomse

stemming. In 1854 werd J.M. van Vree als nieuw lid voorgesteld, die sinds één jaar

bisschop van Haarlem was, maar ‘van wien de vergadering nog steeds niet weten’

wilde, schreef de historicus Robert Fruin.

40.

In juni 1854 werden regionale verkiezingen gehouden. In Leiden leden de liberalen

een nederlaag, maar in andere steden wonnen ze wel. Fruin, die met de liberalen

sympathiseerde, schreef in een brief dat hij de jaarvergadering van de Maatschappij

op 15 juni 1854 bijwoonde, toen het bericht arriveerde dat in Zwolle en Zutphen de

liberalen hadden gewonnen ten koste van de antirevolutionairen van Groen van

Prinsterer: ‘De tegenovergestelde rigting was luisterrijk vertegenwoordigd, en het

was kostbaar de lange gezigten te zien, waarop te lezen stond, dat zij de tijding al

gehoord hadden. Ik was juist met Van Assen in gesprek, toen een gedienstige geest

hem de Jobstijding kwam berigten: “Lieve God, Groen niet gekozen; dat doet U

zeker genoegen, mijnheer Fruin. Dat komt van die directe verkiezingen: enkel

intrigues”. De scène was curieus, maar ik had toch medelijden met onzen ouden

leermeester, die nu nog beleven moet, dat die monsieur Thorbecke weer veld wint.’

41.

Besluit

Zo bleek de liberale stemming, die in de jaren veertig in Nederland heerste, ook van

invloed op het functioneren van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. In

de wetten van 1847 werden democratische regels opgenomen. Hierdoor werd

Siegenbeek, die zich meer dan veertig jaar voor het genootschap had beijverd, maar

nu gezien werd als een autocraat, zonder pardon als voorzitter afgezet. In latere jaren

verloor de Maatschappij, als gevolg van de Aprilbeweging, haar liberale veren en

keerde zij op haar schreden terug. Maar dat heeft de arme Siegenbeek niet meer

meegemaakt.

Eindnoten:

1. De briefwisseling van J.R. Thorbecke. 6 dln. Ed.G.J. Hooykaas. 's-Gravenhage 1975- 2002, deel 2, p. 244.

2. Het dagboek van de student Nicolaas Beets, 1833-1836. Ed. Peter van Zonneveld. 's-Gravenhage 1983, p. 180.

3. Zie Rick Honings, ‘Van zaadkorrel tot breedgetakte boom. De ontkieming van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde’, Nieuw Letterkundig Magazijn 1 (2009), p. 8-15.

4. Marita Mathijsen, ‘“Dat al wie roem bejaagt aan Bilderdijk zich spiegel...” Bilderdijk en de Leidse student-auteurs’, in: Marita Mathijsen, Nederlandse literatuur in de romantiek, 1820-1880. Nijmegen 2004, p. 41-52.

5. De briefwisseling van de student Alexander Ver Huell 1840-1849. Ed. J.A.A. Bervoets. Westervoort 1997, p. 163.

6. Brief van M. Siegenbeek aan L.C. Luzac, 20 maart 1848. In een brief van 25 maart 1848 herhaalde de hoogleraar zijn verzoek aan Luzac om de serenade te annuleren uit angst voor

onrust van de ‘lagere klasse’. Het leek hem belangrijk ‘in deze vochtige dagen alle opleiding tot onrust te vermijden’. UBL, BPL 1564.

7. Cd. Busken Huet, Robert Bruce's leerjaren. Haarlem 1898, p. 2. Zie ook Olf Praamstra, Busken Huet, een biografie. Amsterdam 2007, p. 104-105 en Peter van Zonneveld, ‘Leidse studenten in 1848. Alexander VerHuell en Conrad Busken Huet’, De negentiende eeuw 1 (1977), p. 186. 8. Leydse courant, 20-3-1848.

9. De briefwisseling van J.R. Thorbecke 1, p. 174. 10. Het dagboek van de student Nicolaas Beets, p. 69.

11. Klikspaan, Studentenschetsen 1. Ed. Annemarie Kets [e.a.] Den Haag 2002, p. 290. C.A. Bakhuizen was kastelein van De Zwaan. Zie ook het verhaal ‘Lisse’ in de Studenten-almanak voor het jaar 1847, p. 121, waarin wordt gesproken over een ‘deftige partij van een geleerd Genootschap’, vooral bestaande uit professoren.

12. Zie Annie Versprille, ‘Huisvesting’, in: H.A. Höweler [e.a.]: Gedenkboek b? het 200 jarig bestaan van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, gevierd op 18, 20 en 21 Mei 1966. Leiden 1966, p. 115-129.

13. H. Tollens, Cz., Gedichten 3. Leeuwarden 1855, p. 184. 14. Jaarboek van de mnl 1848, p. 106.

15. Heinrich Hoffmann von Fallersleben, Mein Leben. Aufzeichnungen und Erinnerungen 1. Hannover 1868, p. 286.

16. De briefwisseling van J.R. Thorbecke 1, p. 172.

17. Ik zoû U gaarne meer schrijven. Brieven van Jacob van Lennep aan Willem Veder. Ed. Marita Mathijsen [e.a.] Amsterdam 1984, p. 25-26, 35.

18. De brieven van De Schoolmeester. Documentair-kritische uitgave 1. Ed. Marita Mathijsen. Amsterdam 1987, p. 17.

19. Vergelijk de brief van J. de Vos aan J.R. Thorbecke, 25-1-1838: ‘In het stukje over den stijl heeft hij zeker Siegenbeek willen parodieren ten minste ik heb het daarvoor gehouden en heb niet kunnen laten te meesmuilen.’ Zie De briefwisseling van J.R. Thorbecke 3, p. 151. Ook Beets, die de lezing niet bijwoonde, maar er over had gehoord, schreef dat Siegenbeek herkenbaar werd opgevoerd. Zie Martha Johanna Hamaker, Jacob Geel (1789-1862) naar zijn brieven en geschriften geschetst. Leiden 1907, p. 14.

20. J. Geel, Onderzoek en phantasie. Leiden 1838, p. 231.

21. Jaarboek van deMNL1843, p. 54-55. M. Siegenbeek, ‘Over Simon van Slingelandt, als staatshervormer. (Eene voorlezing.)’, in: Nieuwe werken van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leyden 6. Dordrecht 1844, p. 103-121. Het handschrift wordt bewaard in de

UBL,NMNL58.

22. Siegenbeek 1844, p. 109, 116.

23. Thorbecke was ‘volstrekt niet nieuwsgierig’ naar Siegenbeeks verhandeling, schreef hij op 4 december 1842. Zie De briefwisseling van J.R. Thorbecke 4, p. 159.

24. De wetten van 1847 berusten in deUBL,NMNL9. 25. Jaarboek van deMNL1858, p. 6, 8.

26. Jaarboek van deMNL1858, p. 6. 27. Jaarboek van deMNL1847, p. 5. 28. Jaarboek van deMNL1855, p. 10.

29. Rick Honings, ‘Goud voor de Tweede Vondel. Bilderdijks erepenning vanwege de Maatschappij uit 1830’, Nieuw Letterkundig Magazijn 2 (2009), p. 37-45.

30. Jaarboek van deMNL1847, p. 47. 31. Jaarboek van deMNL1851, p. 39. 32. Jaarboek van deMNL1855, p. 10, 83-84. 33. Jaarboek van deMNL1849, p. 40. 34. Jaarboek van deMNL1854, p. 32.

35. Brief van A.C. Oudemans aan A. de Jager, 4 december 1849,UBL,BPL2886. 36. Jaarboek van deMNL1848, p. 7-8.

37. Jaarboek van deMNL1848, p. 9-11. 38. Jaarboek van deMNL1858, p. 7-9.

39. De briefwisseling van J.R. Thorbecke 6, p. 441.

40. Correspondentie van Robert Fruin. Ed. H.J. Smit & W.J. Wieringa. Groningen 1957, p. 60. 41. Correspondentie van Robert Fruin, p. 58-59.

97