• No results found

De rol van charismatische figuren binnen de katholieke Kerk

5. De invloed van een individueel pontificaat

5.4 De rol van charismatische figuren binnen de katholieke Kerk

Uit de beschouwing van de pontificaten is gebleken dat kwaliteiten als charisma en een adequate mediaomgang een vergaande invloed hebben op het imago van de paus en daarmee de katholieke Kerk. Omdat de paus echter een zeer beperkte invloed heeft om daadwerkelijk verandering teweeg te brengen middels zijn charismatische macht, kan afgevraagd worden welke rol charismatische leiders binnen de katholieke Kerk bekleden. Wanneer men de geschiedenis bekijkt, blijkt dat het gebruik van charismatisch gezag geen nieuw gegeven is; charismatische profeten, vernieuwers, stichters van ordes en initiatiefnemers van missies bekleden een permanente rol in het christendom (Hervieu- Léger & Champion 2008: 345). Het vernieuwende kan gevonden worden in de plaats die religie in de huidige maatschappij inneemt:

64

“La nouveauté de la situation contemporaine tient plutôt dans le décalage qu’on observe entre leur succès et la déperdition de l’influence sociale de la religion dans les couches sociales où, précisément, le charisme opère avec le plus d’efficacité” (Hervieu-Léger & Champion 2008: 345).

Het succes van charisma kan dus in direct verband worden gebracht met de sociale uitsluiting van het normatieve discours van de katholieke Kerk. Voor de huidige positie van de organisatie, verbannen naar de marges van de samenleving en beduidend ingeperkt in haar politieke, economische, sociale en culturele macht, vormt het charismatisch gezag, versterkt door de media, een effectief middel om de massa te bereiken. Figuren als Moeder Teresa, paus Johannes Paulus II en paus Franciscus worden bakens van een nieuw type van katholieke utopie die, bij gebrek aan vanzelfsprekende macht in de algemene geloofsovertuiging en praktijken, de massa bereikt via het terrein van symbolische uitwisseling. De persoonlijke betrokkenheid van deze ‘getuigen’ compenseert de door rationalisering en secularisering bedreigde doctrine en normen van de katholieke Kerk. Charismatische figuren kunnen de geloofwaardigheid van de organisatie redden, door christelijke veronderstellingen van een profetische waarde te voorzien (Hervieu-Léger & Champion 2008: 341-342).

Naast het al dan niet verkiezen van een charismatische leider maakt de katholieke Kerk gebruik van een ander pepmiddel: het creëren van heiligen. Heiligheid is een waarde die enkel aan overleden personen en na een uitgebreid onderzoeksproces wordt toebedeeld, met de voorstadia van ‘Dienaar Gods’, ‘Eerbiedwaardigheid’ en ‘Zaligheid’. De heiligen zijn getuigen van de katholieke gemeenschap, die door deze groep als ideaal geloofsvoorbeeld worden beschouwd en zo de opvolgende structuur beïnvloeden. Door het proces van canonisatie worden de deugden van de overleden persoon onderdeel van de collectieve herinnering van de katholieke Kerk. (Delooz 1962: 17, 21,22). Gedurende de gehele kerkelijke geschiedenis werden personen heilig verklaard, maar de recente groei in heiligen is ongekend. Johannes Paulus II autoriseerde gedurende zijn zevenentwintigjarige pontificaat 482 heilig- en 1300 zaligverklaringen, waarmee hij niet alleen meer heiligen dan welke paus ook in de geschiedenis creëerde, maar ook meer dan alle pausen samen sinds paus Urbanus VIII in 1634 het proces van canonisatie centraliseerde (Bennett 2011: 438).

Het belang van het creëren van geloofsvoorbeelden blijkt vooral uit de snelheid en het bijkomend mediaspektakel waarmee prominente katholieke figuren zalig of heilig

65 worden verklaard. Zo werd na het overlijden van de wereldbekende liefdadigheidswerker ‘Moeder Teresa’ in 1997 van de gebruikelijke termijn van vijf jaar wachttijd afgeweken. Reeds twee jaar na haar overlijden werd het onderzoeksproces gestart, gevolgd door een breed uitgemeten ceremonie voor de zaligverklaring vier jaar later (ibid.: 446-447). Ook voor de canonisatie van pausen Johannes XXIII en Johannes Paulus II in 2014, waarbij in bijzijn van twee levende pausen voor het eerst twee dode pausen tegelijk heilig werden verklaard, werd afgezien van de voorwaarden. Aan eerstgenoemde kon slechts één van de benodigde twee wonderen worden toegeschreven en het proces tussen het overlijden en onderzoek werd bij Johannes Paulus II verkort tot enkele weken. Wanneer men de geschiedenis in beschouwing neemt, is de dubbele heiligverklaring opvallend. Johannes XXIII en Johannes Paulus II behoren tot een totaal van zeven pausen die in de afgelopen duizend jaar heilig zijn verklaard (Lipka & Townsend 2014).

De hernieuwde interesse voor canoniseren kan geïnterpreteerd worden als een strategische zet om het geloof onder de publieke aandacht te brengen. Een charismatische paus is dan van dubbele waarde; niet alleen kan hij bij leven positieve publiciteit genereren, ook na zijn dood kan hij opnieuw een impuls geven aan het imago van de katholieke Kerk.

5.5 Conclusie

In dit hoofdstuk is duidelijk geworden dat een individueel pontificaat van bepalende invloed is op het imago van de katholieke Kerk. Twee factoren zijn hierbij van cruciale betekenis; de paus dient over charismatisch gezag te beschikken om invloed uit te kunnen oefenen op de publieke sfeer, maar dient bovenal adequaat op de werkwijze van de massamedia in te kunnen spelen om de berichtgeving positief te beïnvloeden of zelfs negatief, mocht dat gewenst zijn vanuit strategisch perspectief. De noodzaak van een charismatische en mediagenieke paus is sinds het pontificaat van Johannes Paulus II verder toegenomen, omdat het nieuws vanaf deze tijd door de ontwikkeling van personalisering in toenemende mate rond persoonlijkheden geconstrueerd werd en de massamedia, onder invloed van mondialisering, aan invloed toenamen. Uit de beschouwing van de afgelopen drie pontificaten volgt dat Johannes Paulus II succesvol op deze ontwikkelingen inspeelde. Enerzijds werd zijn pontificaat gekenmerkt door een zeer persoonlijke benadering, waarbij de paus zelf het belangrijkste instrument in de

66 symbolische communicatie van het geloof werd; een boodschap die zich eenvoudig en krachtig via foto en film wereldwijd in de media liet vertalen. Anderzijds leidde zijn omgang met journalisten en toewijding aan publieke vieringen ervoor dat de paus volop onder de publieke aandacht bleef. Het effect van deze benadering was een hoge mate van positieve berichtgeving rond zijn persoon. Hoewel de charismatische macht een abstract begrip is en daardoor lastig gemeten kan worden, indiceert het feit dat hij in de media benoemd werd tot ‘superster’ dat de paus buitengewone capaciteiten kreeg toebedeeld.

Het pontificaat van Benedictus XVI maakt inzichtelijk hoe groot de impact kan zijn wanneer het een paus in de huidige tijd aan adequate media-omgang ontbreekt. Zijn voornaamste manier van communiceren was niet gelegen in eenvoudig vertaalbare symbolische communicatie, maar in complexe theologische verhandelingen. Zijn met zorg genuanceerde woorden werden door de seculiere media, gericht op snelle nieuwsvervaardiging en amusement, onjuist geïnterpreteerd en uitvergroot tot wereldwijd schandaal. Ook het feit dat hij niet op de hoogte was van belangrijke informatie op het internet en concreet op maatschappelijk beladen kerkelijke standpunten inging wijzen erop dat de paus niet effectief op de media inspeelde.

Dat na de opeenstapeling van schandalen Franciscus als paus verkozen werd, onderschrijft de veronderstelling dat charismatische figuren vooral in tijden van onrust en crisis, wanneer behoefte is aan verandering, verschijnen. Net als bij Johannes Paulus II wordt zijn invulling van het pausschap gekenmerkt door een grote mate van persoonlijk contact en symbolische communicatie, waarbij hij zijn persoonlijkheid als voornaamste instrument inzet om zijn visie over het geloof te communiceren. Zijn voor de media toegankelijke communicatie resulteert in uitgebreide, positieve, berichtgeving rond zijn persoon. Een belangrijk onderdeel van zijn strategie is het vestigen van de publieke aandacht rond zaken die algemene aansluiting vinden. In de media wordt hierdoor een beeld gecreëerd van een paus die vernieuwing brengt in de kerkelijke doctrine. Met dit imago lijkt hij de katholieke Kerk te hebben verlost van het ogenschijnlijk stoffige, verstarde en achterhaalde regime van Benedictus XVI. In werkelijkheid is Franciscus op het gebied van de kerkelijke leer even conservatief als zijn voorgangers en wordt hij door zijn traditionele gezag en legaal-rationele gezag beperkt significante veranderingen door te voeren.

67 Uit de analyse volgt dat het imago van de paus en daarmee de organisatie niet bepaald wordt door de doctrine van de organisatie, maar door de persoonlijke communicatie van de paus. Dit stelt de katholieke Kerk, waarvan de visie niet langer aansluiting vindt op het dagelijks leven, in staat haar maatschappelijke positie te waarborgen. Ondanks dat de organisatie geketend is aan eeuwenlange traditie en daarom niet zonder verlies van geloofwaardigheid de kerkelijke doctrine kan veranderen, kan zij wel invloed uitoefenen op het imago van de organisatie door verschillende charismatische persoonlijkheden via het pausschap of canonisatie aan de organisatie te verbinden. De charismatische figuren nemen daarmee een centrale plaats in bij de huidige communicatiestrategie van de katholieke Kerk.

68

Eindconclusie

In dit onderzoek wordt een antwoord gegeven op de centrale vraagstelling: hoe moderniseert de katholieke Kerk zich in relatie tot de invloedrijke positie van de moderne massamedia in de westerse samenleving? Op deze manier wordt de paradoxale situatie die de aanleiding van dit onderzoek vormde, namelijk het samengaan van enerzijds de afzwakking van de maatschappelijke invloed van lokale kerken en anderzijds de uitgebreide positieve belangstelling voor de paus in de seculiere media, verklaard. Het doel van dit onderzoek is een tastbaar inzicht te bieden in de huidige veranderingen betreffende religie in het algemeen en de katholieke Kerk in het bijzonder, zodat duidelijk wordt dat de hedendaagse ontwikkelingen niet slechts opgevat hoeven te worden als de ondergang van religie, maar in de eerste plaats als modernisering, waarbij religie een nieuwe vorm krijgt.

Aan de basis van dit onderzoek staat de theorie van Peter Beyer, waarin hij stelt dat functiesystemen als religie door wederzijds modelleren en differentiëren zich in samenhang met andere machtige functiesystemen vormen en zo sociale verandering teweegbrengen. Centraal bij dit perspectief is Beyers veronderstelling dat de maatschappij zich in een transitie van een Westphalian- naar een post-Westphalian conditie bevindt. Waar systemen als religie zich voorheen vormden in relatie tot de toen machtige natiestaten, zijn heden prominente machtige systemen als economie en massamedia dominant. Door de huidige ontwikkelingen vanuit deze invalshoek te bezien, kunnen de machtsafname van lokale kerken en toename van de internationale pauselijke macht geïnterpreteerd worden als afstemming op een maatschappij waarbij staatsgrenzen een steeds minder belangrijke rol spelen en internationale bewegingen aan invloed winnen. Gebaseerd op Beyers theorie volgt de stellingname dat de modernisering van de katholieke Kerk kan worden afgemeten aan haar mate van aanpassing aan de massamedia. De geschiedenis maakt duidelijk dat de katholieke Kerk zich moeizaam aan maatschappelijke ontwikkelingen aanpast. Gedurende haar eeuwenlange bestaan heeft zich een dicht geheel aan traditie gevormd, waardoor de organisatie niet effectief kan moderniseren. Haar centrale communicatiesysteem is zodoende traag en omslachtig. De toenemende macht van de massamedia heeft er toe geleid dat de katholieke Kerk, teneinde haar maatschappelijke positie te beschermen, genoodzaakt was haar organisatie op de massamedia aan te passen. Uit de analyse blijkt dat er een direct verband is tussen de

69 groei van de invloed van de massamedia en de mate van modellering van de organisatie. In reactie op de snelle toenemende vrije informatieverspreiding vanaf de vijftiende eeuw en de vorming van een gedifferentieerd sociaal systeem van de massamedia in de negentiende en twintigste eeuw, veranderde de relatie van de katholieke Kerk met de massamedia van kennismonopolie, naar het trachten van het beheersen van kennis tot uiteindelijk participatie middels eigen publicaties in de negentiende eeuw. Omdat de globalisering zowel leidde tot de toename van de transnationale macht van de media, als de centralisering van het pausschap, heeft zich een centraal Vaticaans communicatiesysteem ontwikkeld dat de functie heeft de maatschappelijke positie van de katholieke Kerk te garanderen door invloed uit te oefenen op de publieke sfeer van de massamedia. Uit de analyse volgt dat het Vaticaan zich weliswaar bewust was van de noodzaak in te spelen op de invloedrijke positie van de massamedia, maar dat haar organisatiestructuur niet opgewassen is adequaat de communicatiestructuur, behorende bij haar gecentraliseerde positie, te realiseren. Zij steunde lang op lokale organisaties en lijkt ook in de huidige tijd ondeskundig in het beantwoorden van de maatschappelijke ontwikkelingen ten aanzien van de massamedia. Een opvallende recente ontwikkeling is de verhoogde focus op de toepassingen van het internet. De transitie naar de post- Westphalian conditie is duidelijk waarneembaar. Waar de ‘oude’ Vaticaanse mediavormen als papieren krant, de radio en de televisie, voor verspreiding gebaseerd op het katholieke netwerk, in de huidige westerse maatschappij aan invloed afnemen, is de Vaticaanse communicatie in toenemende mate gefocust op de mogelijkheden van het transnationale internet.

De theorie van Manuel Castells maakt inzichtelijk dat het voor internationale organisaties als de katholieke Kerk van cruciaal belang is vertegenwoordigd te zijn op het internet en met name horizontale sociale communicatienetwerken, omdat via deze media een aanzienlijke invloed uitgeoefend wordt op de mondiale publieke sfeer. Intussen is de organisatie in de sociale media succesvol te noemen dankzij een pauselijk profiel op Twitter, waarmee het hoofd van de katholieke Kerk op basis van de reikwijdte van zijn berichten de meest invloedrijke leider op dit medium is. Ofschoon de organisatie profiteert van deze invloed, blijkt zij niet in staat gebruik te maken van de interactieve peer-to-peer-communicatie en houdt haar gebruik van de sociale media de verticale organisatiestructuur juist in stand. Het profiel van de paus op Twitter is een belangrijk

70 instrument; het stelt de organisatie in staat eenvoudig, snel en kosteloos de mondiale, publieke sfeer te beïnvloeden. Dat juist dit profiel, in tegenstelling tot de diverse andere Vaticaanse initiatieven op de sociale media, succesvol is, geeft aan dat er maatschappelijk draagvlak is voor publieke zichtbaarheid van de persoon van de paus. Tegelijk verstevigt het zijn functie als mascotte van de organisatie. Uit de analyse van de wijze waarop de organisatie zich aanpast aan de moderne communicatiemiddelen en –cultuur blijkt dat de nieuwe Vaticaanse communicatiemiddelen in toenemende mate gefocust zijn op het communiceren van informatie over de pauselijke persoon, waarbij de non-verbale symbolische communicatie per beelden een belangrijke plaats inneemt.

Ondanks dat de paus, door de toenemende centralisering van het pausschap, aan het hoofd staat van het moderniseringsproces van de katholieke Kerk, laat bestudering van zijn autoriteit aan de hand van Webers pure typen van gezag zien dat zijn werkelijke macht de maatschappelijk omstreden kerkelijke doctrine te veranderen, zeer beperkt is. De paus heeft weliswaar het wettelijke gezag de geloofsleer te veranderen, maar door zijn traditie-gebonden gezag kan hij de kerkelijke leer niet aanpassen zonder daarmee de geloofwaardigheid van het geloof – en daarmee haar voortbestaan – in gevaar te brengen. Gezien de huidige maatschappelijke positie van de katholieke Kerk, waar zij niet langer vanzelfsprekende macht heeft op de publieke sfeer op basis van haar wettelijke en traditionele macht, is het hoofd van de organisatie voor zijn invloed in toenemende mate afhankelijk van zijn charismatische gezag, dat in de media versterking krijgt. Hieruit volgt dat een charismatische en mediagenieke paus essentieel is voor de waarborging van de maatschappelijke positie van de katholieke Kerk.

Analyse van de toebedeelde charismatische macht en mediagebruik van de pontificaten van Johannes Paulus II, Benedictus XVI en Franciscus laat zien dat een individueel pontificaat een bepalende invloed heeft op het imago van de organisatie in de publieke sfeer. Het adequaat inspelen op de werkwijze van de massamedia resulteert in positieve berichtgeving, waar het onvoldoende rekening houden met de werkwijze van de massamedia negatieve berichtgeving tot gevolg heeft. Gebleken is dat de non-verbale, symbolische communicatie, kenmerkend voor de charismatisch beschouwde pausen, een machtig instrument is bij het construeren van positieve beeldvorming, omdat dit zich eenvoudig en krachtig laat vertalen in de moderne media waarin beelden een belangrijke plaats innemen. Complexe theologische verhandelingen werken daarentegen negatieve

71 berichtgeving in de hand, omdat het risico op verkeerde interpretatie aanzienlijk groter is. Het is daarom voor positieve publieke beeldvorming van cruciaal belang dat de organisatie wordt vertegenwoordigd door een paus die het geloof via symbolische communicatie uitdraagt en tegelijkertijd zijn invloed in de publieke sfeer verhoogt door een open houding tegenover de media en een hoge publieke zichtbaarheid. Uit de analyse volgt dat niet de kerkelijke doctrine, maar de communicatie van de paus van bepalende waarde is voor het imago van de katholieke Kerk. Ofschoon de organisatie niet zonder verlies van geloofwaardigheid de maatschappelijk omstreden, verouderde kerkelijke doctrine kan veranderen, kan zij wel het imago van de organisatie beïnvloeden door verschillende charismatische persoonlijkheden, als paus of heilige, met de organisatie te verbinden. De charismatische figuren bekleden daarom vandaag de dag een centrale plaats binnen de communicatiestrategie van de katholieke Kerk.

Uit bovenstaande deelconclusies kan opgemaakt worden dat de katholieke Kerk zich schikt naar de globaliserende maatschappij. In reactie op de afname van haar maatschappelijke invloed en de groeiende macht van de massamedia, is de communicatiestrategie van de organisatie in toenemende mate gericht op de sturing van de beeldvorming in de publieke sfeer. Zij doet dit op twee manieren; enerzijds faciliteert zij de media door het aanbieden van eigen nieuwsdiensten, anderzijds speelt zij in op de personalisering in de media en de kracht van beelden in de hedendaagse communicatie, alhoewel dit stuntelig verloopt. Dit heeft de functie van het pausschap aanzienlijk veranderd. Als gezicht van de organisatie heeft de paus de cruciale taak, middels charismatische kwaliteiten en adequate omgang met de media, een positief imago van de katholieke Kerk te construeren. Op dit punt is zijn positie vergelijkbaar met moderne beroemdheden, die eveneens voor hun maatschappelijke invloed afhankelijk zijn van de beeldvorming in de massamedia. Negatieve berichtgeving is weliswaar niet direct bedreigend voor de katholieke Kerk, met name omdat zij nog steeds zeer invloedrijk is in Afrika, Latijns-Amerika en Azië, maar niettemin schadelijk in de westerse liberale samenleving, waarin beoefening van religie gebaseerd is op vrije keuze. Gezien de globalisering is het aannemelijk dat het imago van de katholieke Kerk van groeiend belang is voor haar maatschappelijke invloed, ook in de gebieden die in de voetsporen van het westen volgen. Dit onderzoek laat zien dat niet enkel de communicatiemiddelen van de katholieke Kerk veranderen, maar ook de communicatie zelf en daarmee de

72 beoefening van religie. Ofschoon het door de snelle maatschappelijke veranderingen moeilijk te voorspellen is hoe religie in het algemeen en de katholieke Kerk in het bijzonder zich de komende jaren zullen ontwikkelen, wijzen het maatschappelijke draagvlak voor publieke zichtbaarheid van de paus en de invloed van de paus in de sociale media erop dat op dit gebied belangrijke ontwikkelingen gaande zijn. Het ligt buiten het onderzoeksgebied van deze scriptie deze nieuwe vormen van religie en de maatschappelijke functies ervan te analyseren, maar laat mogelijkheden voor verdere studie open. Het succes van het pauselijk account op Twitter is aanleiding voor vervolgonderzoek aangaande de veranderende manier van het praktiseren van religie. Een ander belangrijk resultaat uit dit onderzoek is dat de katholieke Kerk – in tegenstelling tot ‘vloeibare’ nieuwe religieuze bewegingen – door haar op traditie-gefundeerde aard beperkt wordt in haar adaptatie aan de moderne communicatiecultuur, met name het