• No results found

risicotaxatie-instrumenten

In dit hoofdstuk worden de risicotaxatie-instrumenten die in de genoemde sectoren en landen worden gebruikt in detail beschreven. Zoals in de betreffende hoofdstukken werd vermeld zijn alleen die instrumenten opgenomen die bruikbaar lijken voor het Nederlandse gevangeniswezen. In het kader zijn bijvoorbeeld geen instrumenten opgenomen die onvoldoende voorspellende waarde hebben, die andere doelen hebben of die vervangen zijn of worden door andere instrumenten.

(RISc ) Man agement-20 (HCR-20)

Toekomst-30 (HKT-30)

Violence Risk in Youth (SAVRY)

Doel instrument Inschatten van

1) recidiverisico, 2) gevaarrisico, 3) criminogene factoren 4) responsiviteit Inschatten van 1) recidiverisico, 2) inzicht in de ontvankelijkheid voor begeleiding en/of behandeling.

Inschatten van risico op

gewelddadig gedrag Inschatten van ernstige delictrecidive Inschatten van risico op gewelddadig gedrag

Doelgroep Volwassen delinquenten (intramuraal

en extramuraal).

Volwassen delinquenten (intramuraal en extramuraal).

Volwassen personen met een gewelddadige voorgeschiedenis en/of een psychische of persoonlijk-heidsstoornis.

Tbs-gestelden in Nederland

Jeugdige delinquenten van 12 tot 18 jaar

Moment van afname

Voorafgaand aan diverse

reclasseringsadviezen aan het OM, ZM en gevangeniswezen. Herhaalde afname is mogelijk na gemiddeld 6 maanden. Ook bij ingrijpende

levensgebeurtenissen is herafname nodig.

Bij de vroeghulp, het opstellen van advies- en

voorlichtingsrapportages en toezicht zonder actuele diagnose. Herhaalde afname is mogelijk.

Bij aanvang en gedurende de behandeling in een tbs-kliniek. Bij aanvang en gedurende de behandeling in een tbs-kliniek.

Bij de overgang van een normaal beveiligde naar een beperkt beveiligde setting, voorafgaand aan verlofsituaties, bij

STP/proefverlof en bij verlengings-aanvragen. Type risicotaxatie: • risicotaxatie/ screeningsinstrument • actuarieel/ • gestructureerd professioneel oordeel • Risicotaxatie-instrument • Actuarieel instrument waarbij de

professional onderbouwd van het eindoordeel mag afwijken

• Screeningsinstrument • Gestructureerd professioneel oordeel • Risicotaxatie-instrument • Gestructureerd professioneel oordeel • Risicotaxatie-instrumen • Gestructureerd professioneel oordeel • Risicotaxatie-instrument • Gestructureerd professioneel oordeel Vari abelen: • statische/ dynamische factoren* • aanknopingspunten voor behandeling* • risicofactoren/ beschermende factoren

• Statische en dynamische factoren • Aanknopingspunten voor gedragsinterventies, controle en begeleiding • Voornamelijk risicofactoren • Statische en dynamische factoren

• Inschatting van houding t.o.v. begeleiding/behandeling, geen indicatie voor benodigde behandeling

• Voornamelijk risicofactoren

• Statische en dynamische factoren

• Advies over behandeling en risicomanagement • Voornamelijk risicofactoren • Statische en dynamische factoren • Aanknopingspunten voor behandeling • Voornamelijk risicofactoren

• Statische en dynamische factoren • Aanknopingspunten voor

behandeling

• Risicofactoren en beschermende factoren

36 De beoordelingscriteria met een * worden relevante richtlijnen voor risicotaxatie genoemd door verschillende onderzoekers (Hart, 2001; Brand & Diks, 2001; Bonta, 2002) en instanties (COTAN). De overige criteria zijn toegevoegd door de onderzoekers van het voorliggende onderzoek.

domeinen* • Huisvesting en wonen

• Opleiding en werk • Inkomen en

omgaan met geld • Relaties met partner, gezins- en familieleden • Relaties met vrienden en kennissen • Druggebruik • Alcoholgebruik • Emotioneel welzijn • Denkpatronen, gedrag en vaardigheden • Houding • Houding • Middelengebruik • Financiële situatie • Algemeen geweld • Relationeel geweld • Seksueel geweld • Overige overwegingen (werk, relatie, leefsituatie, psychische en persoonlijkheids-stoornissen, algemene indruk)

• Jonge leeftijd eerste gewelddadig incident • Instabiliteit van relaties • Problemen in arbeidsverleden • Problemen met middelengebruik • Psychische stoornis • Psychopathie (PCL-R score) • Problemen in de kindertijd • Persoonlijkheidsstoornis • Eerdere onttrekking aan

toezicht

Klinische items:

• Gebrek aan zelfinzicht • Negatieve opvattingen • Actieve psychotische

symptomen • Impulsiviteit

• Reageert niet op behandeling

Risicohanterin gsitems:

• Geringe kans dat plannen zullen slagen

• Blootstelling aan

destabiliserende invloeden • Geringe beschikbaarheid van

persoonlijke steun • Werkt niet mee aan

behandelmogelijkheden • Hoog niveau van ervaren stress

• Schending voorwaarden omtrent behandeling en toezicht 37 • Gedragsproblemen voor 12e jaar • Slachtoffer van geweld in jeugd • Hulpverleningsgeschiedenis • Arbeidsverleden • Middelengebruik • Psychotische stoornissen • Persoonlijkheidsstoornissen • Psychopathie (PCL-R score) • Seksuele deviantie

Klinische en dyn amische indicatoren: • Probleeminzicht • Psychotische symptomen • Middelengebruik • Impulsiviteit • Empathie • Vijandigheid

• Sociale en relationele vaardigheden • Zelfredzaamheid

• Acculturatieproblematiek • Attitude t.o.v. behandeling • Verantwoordelijkheid voor delict • Seksuele preoccupatie

• Copingvaardigheden

Toekomstige situatieve factoren:

• Overeenstemming over voorwaarden materiele indicatoren

• Dagbesteding • Vaardigheden

• Sociale steun en netwerk • Stresserende omstandigheden

• Eerder niet-gewelddadig delinquent gedrag • Jonge leeftijd bij eerste uiting gewelddadig

gedrag

• Zich onttrokken hebben aan toezicht/ interventie

• Eerdere zelfbeschadiging of suïcidepogingen

• Getuige van huiselijk geweld • Geschiedenis van mishandeling • Criminaliteit van ouders/verzorgers • Vroege verstoring verzorgingssituatie • Geringe schoolprestaties

Sociale/ contextuele factoren:

• Delinquente leeftijdgenoten • Afwijzing door leeftijdgenoten • Ervaren stress en geringe

copingvaardigheden

• Geringe opvoedingsvaardigheden ouders • Gebrek aan steun van andere volwassenen

Individuele risicofactoren:

• Negatieve opvattingen • Riskant gedrag/ Impulsiviteit • Problemen met middelengebruik • Problemen met hanteren van boosheid • Gebrek aan empathie/ berouw • Aandachtstekort/ hyperactiviteit • Onvoldoende medewerking aan

interventies

• Weinig interesse in/ binding met school of werk

Protectieve factoren:

• Pro-sociale betrokkenheid • Ondersteuning door een ander

• Duidelijke hechte band met tenminste één pro-sociale volwassene

• Positieve houding tegenover interventie en gezag

• Positieve gerichtheid op school • Veerkrachtige persoonlijkheid

37 De onderstreepte items bleken ook voorspellend te zijn voor onttrekkingen en recidive tijdens verlof van tbs-gestelden (Hildebrand et al., 2006), en voor wat betreft jeugd voorspellend voor onttrekking

bronnen* reclasseringswerker. Scoring gebeurt op grond van meerdere methoden en meerdere informanten: een interview met delinquent en aanvullende informatie uit dossiers en diverse bronnen. De itemscores worden gewogen en omgerekend naar een eindscore.

(ontwikkeld door het WODC).

Dynamische factoren worden gescoord door reclasseringswerker. Scoring gebeurt op grond van een beperkt aantal methoden (interview met delinquent en informatie uit proces verbaal en justitieel dossier) en één informant (de delinquent).

Scoring gebeurt op grond van alle beschikbare informatie over de delinquent die met meerdere methoden via meerdere informanten wordt verzameld (gesprekken delinquent en andere informatiebronnen, dossierstudie, maar geen geformaliseerd interview).

Scoring gebeurt op grond van alle beschikbare informatie over de delinquent die met meerdere methoden via meerdere informanten wordt verzameld (gesprekken delinquent en andere informatiebronnen, dossierstudie, maar geen geformaliseerd interview).

protectieve items kennen 2 scoringsopties: aanwezig of afwezig Scoring gebeurt op grond van alle schriftelijk beschikbare informatie over de jeugdige die met (waar mogelijk) meerdere methoden via (waar mogelijk) meerdere informanten wordt verzameld. Psychome-trische kwaliteiten* en referenties • De interbeoordelaars-betrouwbaarheid, interne consistentie en congruente validiteit zijn goed (Van der Knaap et al., 2007).

• Onderzoek naar predictieve validiteit verschijnt halverwege 2009.

• Reclassering Nederland & Adviesbureau Van Montfoort (2004). • Van der Knaap et al.

(2007). Nog geen onderzoeksresultaten beschikbaar. Onderzoek naar betrouwbaarheid is gepland in 2009; onderzoek naar validiteit in 2010/2011.

De Ruiter & De Jong (2006).

Psychometrische kwaliteiten ruimschoots onderzocht en consistent redelijk tot goed bevonden. Uit een grote meta-analyse blijkt dat de interbeoordelaars-betrouwbaarheid goed is (totaalscore 0.80); de predictieve validiteit redelijk tot goed te noemen is met effectgroottes van 0.66 tot 0.71 en redelijke tot grote AUC-waardes (gemiddeld 0.70)

(Nikolova et al., 2006; in Douglas, Guy & Weir, 2006).

Weinig onderzoeksresultaten beschikbaar en niet altijd consistent. Zo vonden Hildebrand et al. (2006) dat de voorspellende waarde van de HKT-30 iets beter was dan die van de HCR-20, maar dit verschil was niet significant. Canton, Van der Veer, Van Panhuis, Verheul & Van den Brink (2004) vonden een AUC-waarde van 0.72, die gelijk zou zijn aan de

voorspellende waarde van een klinisch oordeel. Dezelfde auteurs hebben ook de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid

onderzocht, deze zou goed tot zeer goed zijn. Uit recent onderzoek van het EFP zou blijken dat de voorspellende waarde van de HKT-30 bij seksuele delinquenten niet altijd even goed is (Schönberger, Hildebrand, Spreen & Bloem, 2008) .

• De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid is goed (Catchpole & Gretton, 2003). • De interne consistentie is goed (Bartel,

Forth, & Borum, 2004).

• Congruente validiteit: Correlaties van .89 met de YLS/CMI en 0.78 met de PCL-YV wat betreft risicofactoren. • Hoge predictieve validiteit (Lodewijks,

2008; Catchpole & Gretton,2003; Gretton & Abramowitz, 2002).

Randvoor-waarden • Tijdsinvestering • Kosten • Voorinformatie • Opleiding/ training Opleidings-niveau afnemer*

• 7 uur tijd inclusief schrijven advies • Kosten ! 518,-- • Relatief veel

voorinformatie nodig • Beperkte opleiding nodig

(reclasseringswerker en opleiding RISc) • Soms is aanvullende

diagnose nodig door een psycholoog/ psychiater of verslavings-deskundige.

• 3,5 uur tijd inclusief schrijven advies • Kosten ! 259,-- • Relatief weinig

voorinformatie nodig • Beperkte opleiding nodig

(reclasseringswerker en opleiding QS)

• 2,5 uur afnametijd exclusief schrijven rapportage • Kosten onbekend

• Relatief veel voorinformatie nodig

• Af te nemen door BIG-geregistreerd psycholoog of psychiater

• 2,5 uur afnametijd exclusief schrijven rapportage

• Kosten onbekend

• Relatief veel voorinformatie nodig • Af te nemen door BIG-geregistreerd

psycholoog of psychiater

• Ca. 2,5-3 uur inclusief schrijven rapportage, ervanuitgaande dat een dossier beschikbaar is met informatie uit meerdere bronnen. • Kosten onbekend

• Relatief veel voorinformatie nodig • Af te nemen door

Hoofdstuk 14