• No results found

Het Rijksmuseum – De Holocaust in breder perspectief Onder begeleiding van dertien fanfarekorpsen, vuurwerk in de nationale kleuren, een oranje

loper en toenmalig koningin Beatrix werd het Rijksmuseum in Amsterdam officieel heropend op 13 april 2013. Wim Pijbes, algemeen directeur, formuleerde het motto van het nieuwe Rijksmuseum als ‘gevoel voor schoonheid en besef van tijd’110.

In het kader van de heropening heb ik destijds het vak 'Het nieuwe Rijksmuseum: interieur en inrichting' aan de Universiteit van Amsterdam gevolgd. Hoewel tijdens het vak geen speciale aandacht werd besteed aan de objecten uit de Tweede Wereldoorlog, werd mijn interesse wel gewekt tijdens een rondleiding op zaal. Hoe presenteert een museum dat niet is toegespitst op de Tweede Wereldoorlog en Holocaust, objecten uit deze periode? Hoe is de selectie die op zaal getoond wordt uitgekozen, en misschien een even interessante vraag, welke objecten uit de collectie worden níet aan de bezoeker getoond, en waarom?

Het nieuwe Rijks

Na tien jaar verbouwen presenteerde het Rijksmuseum zich bij de heropening als hét nationale museum voor kunst en geschiedenis. Naast een enorm omvangrijke verbouwing aan het gebouw is ook de vaste presentatie in het museum drastisch veranderd. Waar voorheen alle disciplines een eigen afdeling hadden, wordt de huidige opstelling in het museum gekenmerkt door het combineren van verschillende disciplines in zogenaamde ensemble- opstellingen. In de nieuwe opstelling worden schilderkunst, beeldhouwkunst, kunstnijverheid en Nederlandse geschiedenis gezamenlijk op zaal gepresenteerd.111

Oorspronkelijk was het oud-directeur Ronald de Leeuw die met het idee voor de gecombineerde opstelling kwam: ‘Je haalt mensen op de beroemde iconen binnen, en geeft ze dan nog iets meer. Dat is een vorm van koppelverkoop die mij aanspreekt. Ik wil af van de scheiding tussen geschiedenis en kunst’, aldus De Leeuw.112 In het nieuwe Rijksmuseum wordt het verhaal van Nederland chronologisch en in een internationale context gepresenteerd, waardoor de bezoeker tijdens een rondgang door de zalen een beter gevoel van de verschillende eeuwen ervaart.

Na enig onderzoek blijkt deze manier van presenteren niet eens zo nieuw. Toen het Rijksmuseum in 1885 zijn intrek nam in het gebouw van architect Pierre Cuypers, werden

110 Pim van den Dool. 'Rijksmuseum na tien jaar heropend door koningin Beatrix' NRC Handelsblad. Versie 13 april 2013. Bezoek op 8 mei 2016 <http://www.nrc.nl/ nieuws/2013/04/13/rijksmuseum-na-tien-jaar-

heropend-door-koningin-beatrix>.

111 Stef Severt. 'Ronald de Leeuw, directeur van het Rijksmuseum.' Historisch Nieuwsblad, januari 1999 <http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/5598/ronald-de-leeuw-directeur-van-het-rijksmuseum.ht ml>.

37

kunstwerken en historische voorwerpen ook al gezamenlijk getoond. Later zouden deze collecties van elkaar gescheiden worden, waardoor aparte afdelingen ontstonden, elk ingericht met een andere discipline. Die scheiding van collecties is nu verleden tijd. O nder het motto 'mengen waar het kan, scheiden waar het moet' hebben de verschillende afdelingen in het museum samengewerkt aan een vernieuwde vaste opstelling.113

Het Rijksmuseum zegt niet te streven naar een compleet historisch overzicht, maar het wil het publiek inzicht geven in het verleden – en daarmee het heden – van Nederland. In de vaste opstelling vormen de objecten het uitgangspunt, zij zijn leidend voor het narratief dat het museum aan zijn bezoekers presenteert. Door de objecten als uitgangspunt voor de opstelling te laten fungeren, gaat het museum in tegen de huidige narratieve trend in het museale veld.114

Met verschillende grijstinten en minimalistisch meubilair, zoals de vitrines en banken, is de nieuwe inrichting ingetogen. Van een interactieve museum experience is geen sprake. In een interview in 1999 verklaarde De Leeuw over de gekozen benadering van het Rijksmuseum 'Wij zijn een echt negentiende-eeuws museum: we gaan uit van de kracht van het voorwerp. Daar ligt onze expertise. Opgeblazen foto's, druktoetsgeschiedenis op van die monitortjes, het kan natuurlijk allemaal. Wij zijn geen interactief museum, en dat willen we ook niet zijn, tenminste niet in onze opstellingen. Als instituut hebben we de plicht om niet modieus te zijn.'115 Hoewel sinds het eind van de twintigste eeuw de rol van multimedia in museale presentaties een enorme vlucht heeft genomen, lijkt de visie van De Leeuw nog altijd actueel.

Het museum biedt enige verdieping op zaal, bijvoorbeeld door het gebruik van tablets, een audiotour en inzoomers116, maar de objecten vormen ook nu het uitgangspunt. Veel informatie en context wordt niet geëxpliciteerd in de opstelling. Gijs van der Ham, senior conservator bij het Rijksmuseum, legt uit dat dit een bewuste keuze is geweest: 'Door de informatie beperkt te houden bied je ruimte voor het op verschillende manieren beleven van de presentatie.'117

Sinds de verbouwing maakt de afdeling twintigste eeuw deel uit van het Rijksmuseum. De cultuurgeschiedenis van het moderne Nederland van de vorige eeuw wordt in de opstelling 1900-2000 inzichtelijk gemaakt door middel van schilderijen, fotografie, affiches, kunstnijverheid en historische voorwerpen. De objecten zijn afkomstig uit de collectie van het Rijksmuseum zelf of als bruikleen afkomstig van musea uit binnen- en

113 Ibidem.

114 Thinkie Batenburg-Mets. 'Het nieuwe Rijksmuseum?' Open Universiteit. Versie onbekend. Open Universiteit. Bezoek op 17 juni 2016 <https://www.ou.nl/web/erfgoedplatform/het-nieuwe-rijksmuseum>. 115 Stef Severt. 'Ronald de Leeuw, directeur van het Rijksmuseum.' Historisch Nieuwsblad, januari 1999

<http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/5598/ronald-de-leeuw-directeur-van-het-rijksmuseum.ht ml>.

116 Inzoomers zijn kaarten die op zaal extra informatie bieden bij de gepresenteerde objecten.

117 Thinkie Batenburg-Mets. 'Het nieuwe Rijksmuseum?' Open Universiteit. Versie onbekend. Open Universiteit. Bezoek op 17 juni 2016 <https://www.ou.nl/web/erfgoedplatform/het-nieuwe-rijks museum>.

38

buitenland. De afdeling twintigste eeuw is opgedeeld in twee thema's, namelijk Mens en Machine (1900-1950) en Vrijheid en Structuur (1950-2000).118

Kabinet van de oorlog

Binnen de nieuwe vaste opstelling heeft de Tweede Wereldoorlog een apart kabinet gekregen, waarin in totaal zeven objecten tentoongesteld worden. (afb. 9) Het meest in het oog springende object is een schaakspel, dat – vermoedelijk – van Anton Mussert, leider van de Nationaalsocialistische Beweging (NSB) in Nederland, is geweest. Hij zou het hebben gekregen van SS-leider Heinrich Himmler in 1941, als een sinister relatiegeschenk. Het is geen standaard schaakspel, want alle schaakstukken hebben een militaire vorm. Zo is de witte koning, die symbool staat voor Duitsland, een luchtgranaat en de bruine koning is een tank. In de omlijsting van het schaakbord staan de namen van de landen die in 1939 en 1940 door Duitsland werden aangevallen, of die Duitsland van plan was om aan te vallen. Het schaakspel 'verheerlijkt de veroveringsdrang van nazi-Duitsland in de Tweede Wereldoorlog', aldus het bijschrift.119

Afb. 9 (links): Het kabinet met het thema 'Tweede Wereldoorlog' in de vaste opstelling. Foto auteur. Afb. 10 (rechts): Affiche ter aankondiging van de tentoonstelling D.O.O.D. Foto auteur.

Tegenover het schaakspel hangt een jas gedragen door Isabel Wachenheimer, een joodse vrouw, tijdens haar verblijf in concentratiekamp Lenzing-Pettighofen in Oostenrijk. In oktober 1944 werd Isabel Wachenheimer samen met nog circa vijfhonderd andere vrouwen vanuit Auschwitz-Birkenau naar het werkkamp in Oostenrijk gebracht. Ze overleefde de oorlog en voorzag de jas later van haar familienaam, door middel van een label onder de kraag. In dezelfde vitrine ligt een fotoalbum van de familie Wachenheimer. Na het overlijden

118 'Gevoel voor schoonheid en besef van tijd' Rijk smuseum. Versie 4 april 2013. Rijksmuseum. Bezoek op 21 juni 2016 <https://www.rijksmuseum.nl/nl/downloads/160254e 8-c 583-4cac-ba 59-92c 1a019894c/ Gevoel- voor-schoonheid-en-besef-van-tijd_.pdf+&cd=1&hl=nl&ct=clnk&gl=nl>.

39

van Isabel zijn de objecten aan het licht gekomen, en zijn de jas en het fotoalbum in 2011 in bruikleen gegeven aan het Rijksmuseum.120

Door de concentratiekampjas en het fotoalbum samen in een vitrine te presenteren, hoopt het Rijksmuseum de bezoeker een idee te geven wie het meisje was, dat de jas heeft gedragen. Harm Stevens, conservator afdeling Geschiedenis van het Rijksmuseum, zegt over de presentatiewijze in het kabinet over de Tweede Wereldoorlog: 'Je wil duidelijk maken dat het gaat over mensen. Dat het niet gaat over “zes miljoen”, […] maar je wil de bezoeker zich als het ware laten identificeren met dat ene leven. […] En zo'n fotoalbum biedt daar een soort van ingang toe'.121 Fotoalbums zijn direct herkenbaar voor de bezoeker, en daardoor een beproefde methode om een persoonlijk verhaal binnen een museale opstelling over te brengen. De voorwerpen in het kabinet kunnen beide de functie van semiofoor vervullen om een verhaal te vertellen.122 Op die manier kan de bezoeker zich identificeren met het verhaal van iemand als Isabel Wachenheimer.

In de vernieuwde opstelling in het Rijksmuseum, en dus ook in het kabinet over de Tweede Wereldoorlog, worden de objecten gebruikt om in te zoomen op een bepaald aspect van de tijd. 'Je wil niet een heel groot verhaal vertellen over de oorlog: “in 1939 valt Duitsland Polen binnen”, daar is het museum niet voor. Wij zoomen eigenlijk steeds in. En zo'n voorwerp is een soort anekdote eigenlijk'.123 Zo is de jas een tastbaar bewijs van de mensonterende ervaringen die Isabel Wachenheimer in het werkkamp heeft moeten doorstaan. Na de oorlog was de jas een van de schaarse persoonlijke bezittingen die zij nog bezat, wat mogelijk verklaard waarom zij hem heeft bewaard en de jas nu aan het museum is overgeleverd. In de audiotour komt mevrouw Eliel-Wallach aan het woord, die samen met Isabel Wachenheimer in het werkkamp zat: 'Ik denk dat Isabel de jas bewaard heeft, want het was een belangrijk stuk van haar identiteit.'124 Stevens benadrukt dat het verhaal achter de jas het juist tot zo'n interessant object maakt.

Dat het Rijksmuseum in de opstelling Tweede Wereldoorlog het vooral in het kleine heeft gezocht, is ook terug te zien op een van de wanden van het kabinet. Sinds april 2016 hangen er drie getekende zelfportretten van Cor van Teeseling. Hij maakte de portretten tijdens zijn opsluiting in een dodencel aan de Weteringschans in Amsterdam. In totaal heeft het Rijksmuseum ongeveer honderdzestig tekeningen van Van Teeseling in de collectie.125 De zelfportretten zijn voor een periode van vier maanden tentoongesteld in het kabinet, daarna

120 Ibidem.

121 Harm Stevens, conservator afdeling Geschiedenis Rijksmuseum, telefonisch interview. 22 juni 2016.

122 Ibidem.; Semioforen zijn symboolgeladen voorwerpen, die hun waarde en betekenis ontlenen aan de geschiedenis die eraan verbonden is. Een semiofoor vertegenwoordigt ‘een geschiedenis van betekenissen’, die wordt opgebouwd door contextveranderingen en interactie met de gebruiker. Bron: Pomian. De

oorsprong: 44. 123 Ibidem.

124 20ste eeuw – 1ste helft (45 minuten). Mobiele audiotour applicatie. Rijksmuseum Amsterdam, jaar van

uitgave onbekend.

40

moeten ze van zaal in verband met de gevoeligheid van het papier. Op 5 mei 2016 werd er in het Rijksmuseum een lezing gehouden in het kader van 'Huizen van Verzet', waarbij verzetsman Van Teeseling één van de onderwerpen was. De lezing vormde een concrete aanleiding om de zelfportretten op zaal te hangen.126

Door de tekeningen tentoon te stellen speelt het Rijksmuseum niet alleen in op de actualiteit, maar wordt er tegelijkertijd een extra laag aan de opstelling toegevoegd. Claartje Wesselink stelt dat de tekeningen van Van Teeseling de kant van het verzet symboliseren. De jas van Isabel Wachenheimer interpreteert zij als een symbool van het slachtofferschap, terwijl het schaakspel staat voor het daderschap. Harm Stevens nuanceert deze opvatting enigszins en stelt dat de jas inderdaad gezien kan worden als slachtoffererfgoed, maar tegelijkertijd is het volgens hem een vorm van dadererfgoed. De jas is immers ontworpen door de SS. In het object zijn dus beide elementen terug te vinden. 'Het één sluit het ander niet uit, en die dubbele betekenis is interessant', aldus Stevens.127

Op het moment van schrijven is er naast de tekeningen van Cor van Teeseling nog een object tijdelijk aan het kabinet toegevoegd.128 Het gaat om een affiche ter aankondiging van de tentoonstelling De Olympiade Onder Dictatuur – kortweg D.O.O.D. –, die een protest was tegen de Olympische Spelen in 1936 in Berlijn en tegen de officiële Duitse O lympiade tentoonstelling. (afb. 10) D.O.O.D. werd georganiseerd door de Bond van Kunstenaars ter Verdediging van de K ulturele Rechten (BKVK), een organisatie opgericht in 1935 als cultureel front tegen het fascisme.129 Ook in dit object is het thema verzet terug te vinden.

Kritiek

De afdeling 1900-2000 in het vernieuwde Rijksmuseum heeft flink wat kritiek te verduren gehad. Zo stelde Carel Blotkamp, emeritus hoogleraar kunstgeschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam, dat de collectie van het Rijksmuseum op het gebied van de twintigste eeuw een achterstand heeft die niet meer ingehaald kan worden. Een van de aspecten waar Blotkamp kritisch over was, is het historische component in de opstelling. Deze is volgens hem te beperkt. Het kabinet van de Tweede Wereldoorlog heeft dezelfde kritiek gekregen.130

Ad van Liempt, journalist en televisiemaker, is dezelfde mening toebedeeld: de

126 Harm Stevens, conservator afdeling Geschiedenis Rijksmuseum, telefonisch interview. 22 juni 2016.; 'Schatten uit de gevangenis' 4 en 5 mei Amsterdam. Versie onbekend. 4 en 5 mei comité. Bezoek op 23 juni 2016 <https://www.4en5meiamsterda m.nl/nl/page/14925/schatten-uit-de-gevangenis>.

127 Claartje Wesselink, gastonderzoeker Rijksmuseum, telefonisch interview. 16 juni 2016.; Harm Stevens, conservator afdeling Geschiedenis Rijksmuseum, telefonisch interview. 22 juni 2016.

128 Het affiche hangt op de wand tegenover de zelfportretten van Cor van Teeseling, rechts van de vitrine met

de concentratiekampjas. Op afb. 9 valt deze wand net buiten beeld.

129 'Affiche De Olympiade Onder Dictatuur (D.O.O.D.), Johan Jacob Voskuil, 1936' Rijk smuseum. Versie onbekend. Rijksmuseum Amsterdam. Bezoek op 25 juni 2016 <https://www.rijksmuseum.nl/

nl/zoeken/objecten?q=de+olympiade+onder+dictatuur&p=1&ps=12&st=OBJECTS&ii=0#/NG- 1990-2-3,0>.

130 Thinkie Batenburg-Mets. 'Het nieuwe Rijksmuseum?' Open Universiteit. Versie onbekend. Open Universiteit. Bezoek op 17 juni 2016 <https://www.ou.nl/web/erfgoedplatform/het-nieuwe-rijks museum>.

41

Tweede Wereldoorlog komt er nogal bekaaid vanaf. Van Liempt uitte zijn onvrede destijds onder meer in een televisieoptreden bij De Wereld Draait Door. 'Als je een historisch museum bent, kun je de Tweede Wereldoorlog niet met twee stukken afdoen. Ik vind het lachwekkend', zo stelde hij.131

Harm Stevens reageert op de kritiek: 'Als je het [de afdeling twintigste eeuw] een soort van boekhoudkundig bekijkt, dan zou je kunnen zeggen dat in die periode de oorlog […] het allerbelangrijkste is. Dat zal ik meteen toegeven. En dan komt de oorlog er misschien betrekkelijk bekaaid vanaf.'132 Stevens is echter van mening dat de enormiteit van de Sjoa niet per se vraagt om een enormiteit aan objecten om het onderwerp te behandelen. 'Je doet er altijd te weinig aan, aan de oorlog, ben ik bang'.133 Het presenteren van de tekeningen van Cor van Teeseling en het affiche van D.O.O.D. is dan wel geen direct gevolg van de kritiek die er op de opstelling is geweest, maar komt critici wel enigszins tegemoet. Op de zijwanden van het kabinet zullen in de toekomst vaker – voornamelijk papieren – objecten tentoongesteld worden. Hierdoor ontstaat er een opstelling die meer gelaagd is dan voorheen, toen net na de heropening alleen het schaakspel, de jas en het fotoalbum gepresenteerd werden.134

Op zaal zijn er verder weliswaar weinig uitwijkmogelijkheden, maar het Rijksmuseum neemt de kritiek wel ter harte. Door onderzoek te doen, te publiceren over het onderwerp en objecten uit de eigen collectie uit te lenen voor andere tentoonstellingen, probeert het Rijksmuseum meer te doen aan de Tweede Wereldoorlog, dan alleen het tonen van objecten in het kabinet. Het faciliteren van een speciaal programma rondom 4 en 5 mei, in samenwerking met Huizen van Verzet, is nog één van die uitingen die het museum buiten de vaste opstelling laat zien.135

Een open zenuw

Wesselink stelt dat naast slachtofferschap, daderschap en verzet in feite alleen de representatie van 'de grijze massa', zoals zij de omstanders die niet actief voor of tegen de bezetting streden typeert, ontbreekt. Het gebrek aan ruimte op de bovenste verdieping van het Rijksmuseum, waar de afdeling 1900-2000 gelegen is, kan hierin wel als verzachtende omstandigheid beschouwd worden. Bovendien streeft het Rijksmuseum, zoals al eerder in dit hoofdstuk is benoemd, niet naar het geven van een compleet historisch overzicht.136

De keuze voor het tentoonstellen van objecten die zich beperken tot de representatie van de jodenvervolging, de veroveringsdrang van Duitsland en het verzet, lijkt logisch.

131 'Terugkijken: Te weinig WOII in het Rijksmuseum' Historiek . Versie 11 april 2013. Bezoek op 16 juni 2016 <http://historiek.net/terugkijken-te-weinig-woii-in-het-rijks museum/21928/ >.; n.b. De 'twee stukken' waar Van Liempt op doelt, waren er op dat moment in feite drie: de kampjas en het fotoalbum van Isabel Wachenheimer en het schaakspel.

132 Harm Stevens, conservator afdeling Geschiedenis Rijksmuseum, telefonisch interview. 22 juni 2016.

133 Ibidem. 134 Ibidem. 135 Ibidem.

42

Tegelijkertijd is het een interessante keuze binnen de context van het Rijksmuseum. Want waarom wordt er juist aan deze thema's aandacht besteed? Of misschien nog een interessantere vraag: waarom worden bepaalde objecten níet op zaal getoond?

Er is één object dat, ondanks dat het niet op zaal gepresenteerd wordt, toch de gemoederen bezig houdt: het schilderij De Nieuwe Mens.137 (afb. 11) Wanneer Henri van de Velde het werk precies heeft gemaakt is niet bekend. Het Rijksmuseum dateert het schilderij tussen 1906 en 1939. Wel is bekend dat het in 1939 werd geschonken aan Anton Mussert – net als het schaakspel – en het werk tijdens de Tweede Wereldoorlog op zijn werkkamer op het hoofdkantoor van de NSB heeft gehangen. De Nieuwe Mens is onder meer omstreden omdat de afbeelding in 1942 werd gebruikt als nationaalsocialistisch propagandamiddel op ansichtkaarten en posters. Claartje Wesselink concludeert in haar proefschrift bovendien op grond van iconografisch onderzoek en de (her)interpretatie van historische bronnen, dat het schilderij van Van de Velde een fascistische ontstaansbetekenis heeft.138

Het schilderij is een controversieel en daardoor spannend object om tentoon te stellen. Desondanks kiest Harm Stevens ervoor om het niet te laten zien. Een belangrijke reden hiervoor is dat het werk de balans in het kabinet zou verstoren. Het schilderij van Van de Velde meet maar liefst 227 x 172 centimeter, een enorm formaat in vergelijking met de omvang van het kabinet. Het ophangen van het werk zou een forse stempel drukken op de uitstraling van het kabinet, wat morele connotaties met zich meebrengt. Wesselink verwoordt het als volgt: 'Om het gechargeerd te zeggen: het is niet alleen “fout”, maar ook lelijk en behoorlijk groot.'139 Het presenteren van de Tweede Wereldoorlog vraagt om het vinden van een bepaald evenwicht:

Afb. 11: Henri van de Velde. De Nieuwe Mens. 1937. Tempera en olieverf op multiplex, 227cm × 172cm × 5,6cm. Collectie Rijksmuseum te Amsterdam.

137 Er worden verschillende spellingvarianten van de titel van het schilderij gehanteerd. In deze scriptie wordt de titel van het schilderij gespeld als De Nieuwe Mens. Deze spelling wordt door het Rijksmuseum gehanteerd en is als voorbeeld gebruikt.

138 'De Nieuwe Mens, Henri van de Velde (1896-1969), 1906-1939' Rijk smuseum. Versie onbekend.

Rijksmuseum A msterda m. Be zoe k op 25 juni 2016 <https://www.rijks museum.nl/nl/collectie/ NG-2007-1>.; Claartje Wesselink. 'Samenvatting. Kunstenaars van de Kultuurkamer. Geschiedenis en herinnering.' Versie

onbekend. Universiteit van Amsterdam. Bezoek op 25 juni 2016 <file:///C:/Users/Yael/ Downloads/