• No results found

Revindiceren (privaatrechtelijk maatregel)

Deel 2: juridische mogelijkheden

5.3 De beste maatregel in het kader van efficiëntie en effectiviteit?

5.3.5 Revindiceren (privaatrechtelijk maatregel)

Ook via de privaatrechtelijke weg zou de gemeente, als eigenaar van de grond, in voorkomend geval kunnen vorderen dat een zeecontainer wordt verwijderd. De daaraan verbonden kosten zullen dan bestaan uit de kosten voor het fysiek verwijderen van de zeecontainer, wat neerkomt op ongeveer € 500,- en twee dagen werk voor een gemeentelijke medewerker van de gemeente (0,42 fte). Blijkens het uitgevoerde veldonderzoek bevinden zich slechts vier van het totale aantal van 47 zeecontainers op grond die eigendom is van de gemeente (zie bijlage X). Hieruit valt af te leiden dat revindiceren niet de meest effectieve maatregel is, omdat het merendeel van de zonder vergunning geplaatste containers dan buiten schot blijft.123

121 Artikel 2:10A lid 1 APV Edam-Volendam 2013 jo artikel 6:1 lid 1 APV Edam-Volendam 2013. 122 Zie bijlage IV.

33

5.4 Deelconclusie

In dit hoofdstuk werden de volgende vragen behandeld:

 Welke maatregelen kan de gemeente het beste treffen tegen het plaatsen van zeecontainers zonder vergunning volgens het Bouwbeleidsplan 2012-2016 de gemeente Edam-Volendam?

 Welke maatregelen kan de gemeente het beste treffen tegen het plaatsen van zeecontainers zonder vergunning in het kader van efficiëntie en effectiviteit?

In relatie tot het Bouwbeleidsplan kan worden geconcludeerd dat, behoudens uitzonderingen, de bestuurlijke maatregelen en de voorkeur verdienen boven de strafrechtelijke maatregel. De privaatrechtelijke maatregel, waaronder revindiceren valt, wordt niet genoemd in het Bouwbeleidsplan, zodat het niet mogelijk is om de privaatrechtelijke in de overwegingen te betrekken. Als het aankomt op bestuurlijke maatregelen verdient, behoudens uitzonderingen, de last onder dwangsom de voorkeur.

Geconcludeerd kan worden dat uit een oogpunt van efficiëntie en effectiviteit de beste oplossing bestaat uit een combinatie van maatregelen. Die combinatie van maatregelen houdt in het geven van gerichte voorlichting aan de doelgroep met daaraan parallel lopend een handhavingsprocedure, waarbij de last onder dwangsom de voorkeur verdient.

34

Hoofdstuk 6: Conclusie

6.1 Inleiding

Dit hoofdstuk bevat een eindconclusie over de bevindingen die in de vorige hoofdstukken naar voren zijn gekomen bij het literatuur- en bronnenonderzoek, de gehouden interviews en het praktijkonderzoek. In dit hoofdstuk zal antwoord worden gegeven op de centrale onderzoeksvraag: ‘In hoeverre worden binnen de gemeente Edam-Volendam zeecontainers geplaatst in strijd met de vergunningsplicht o.g.v. de WABO en de APV en hoe kan de gemeente het beste optreden tegen eventueel het plaatsen van zeecontainers zonder vergunning?’ Daarbij zullen aanbevelingen worden gedaan, die zijn verwerkt onder het kopje ’werkwijze’ in het plan van aanpak (zie bijlage I paragraaf 5 ). De aanbevelingen zijn ook te vinden in bijlage I paragraaf 2.1.

6.2 Eindconclusie

Een zeecontainer is juridisch te beschouwen als een bouwwerk als deze direct of indirect verbonden is of steun vindt op de grond en een plaatselijke functie heeft. Daarbij kan blijkens de jurisprudentie een zeecontainer worden aangemerkt als een bouwwerk, als deze zich meer dan 31 dagen op een bepaalde plaats bevindt. Behoudens uitzonderingen, moet een zeecontainer als bouwwerk juridisch voldoen aan de vergunningsplicht en de welstandeis en de zeecontainer moet in overeenstemming zijn met het

bouwbesluit en bestemmingsplan volgens artikelen 2.10 en 2.12 Wabo. Als de zeecontainer zich bevindt op de openbare weg anders dan overeenkomstig de publieke functie, is op grond van de APV een vergunning nodig. Op een privéterrein heeft de zeecontainer dezelfde regels als op een openbare weg.

Een uitgevoerde inventarisatie heeft duidelijk gemaakt dat zich in 2013 op het grondgebied van de gemeente in totaal 67 zeecontainers bevonden, in 2014 in totaal 61 containers en in 2015 in totaal 57 zeecontainers. In 2015 waren 47 van de aangetroffen 57 zeecontainers aan te merken als een bouwwerk, terwijl er op 27 oktober 2015 één van de 57 gestalde

zeecontainers voldeed aan de vergunningsplicht uit de Wabo. Op 2 december 2015 voldeed één van de 47 gestalde zeecontainers aan die vergunningsplicht. Op 27 oktober 2015 bleek de plaatsing van zeven van de 57 containers in overeenstemming te zijn met de bestemming volgens het bestemmingsplannen, waarbij voor één zeecontainer een omgevingsvergunning was verleend, terwijl bij 49 containers sprake was van strijdigheid met de APV. Op 2 december 2015 was de aanwezigheid van vijf van de aanwezige 47 zeecontainers in overeenstemming met de bestemming volgens het bestemmingsplan (voor één container werd beschikt over een omgevingsvergunning), zodat de aanwezigheid van 42 zeecontainers in strijd met de APV was.

Om te bereiken dat wet- en regelgeving wordt nageleefd, kan de gemeente gebruik maken van niet-juridische of juridische maatregelen. Als het gaat om niet-juridische maatregelen beschikt de gemeente over het instrument voorlichting om het

naleefgedrag van burgers en bedrijven te bevorderen of kan worden gekozen voor de mogelijkheid tot samenwerking met burgers en bedrijven. Als dat ertoe leidt dat het beoogde doel wordt bereikt (het ongedaan maken van een illegale situatie), behoeft de gemeente niet handhavend op te treden.

Ten aanzien van de beschikbare juridische maatregelen heeft de gemeente de mogelijkheid om bestuursrechtelijk, strafrechtelijk of privaatrechtelijk te handhaven. Bij bestuursrechtelijk handhaving staan de gemeente verschillende mogelijkheden ten dienste om de illegale plaatsing van een zeecontainer aan te pakken. De gemeente heeft de keuze tussen de last onder dwangsom en de last onder bestuursdwang. Daarnaast kan de gemeente in theorie overgaan tot intrekking van een vergunning/ontheffing. Bij de keuze tussen de last onder dwangsom en de last onder bestuursdwang gaat de voorkeur uit naar de last onder dwangsom. Daarnaast kan de gemeente bij overtreding van de APV (als sprake is van het gebruik van een openbare plaats in afwijking van de daaraan gegeven publieke functie zonder voorafgaande vergunning van burgemeester en wethouders) kiezen voor de strafrechtelijke weg, die -op basis van een rechterlijke uitspraak- bestaat uit in hechtenis stelling of het opleggen van een geldboete.

Alleen in bijzondere gevallen heeft de gemeente de mogelijkheid om af te wijken van de beginselplicht tot handhaving. Dit is aan de orde als er concreet zicht is op legalisatie, bij handhaving geen belang wordt gediend en bij gedogen. Een privaatrechtelijke manier om te handhaven is mogelijk als de container is geplaatst op een stuk grond dat eigendom is van de gemeente, in welk geval de gemeente de verwijdering van de container kan eisen. 124 Op grond van de doorkruisingsleer is de privaatrechtelijke manier om te

handhaven echter alleen toegestaan, indien er geen bestuursrechtelijke weg voorhanden is waarmee een vergelijkbaar resultaat kan worden bereikt.

Bij het toepassen van de last onder bestuursdwang of de last onder dwangsom kan de gemeente, als er aanleiding is om te veronderstellen dat het niet zal lukken om de te maken kosten op de overtreder te verhalen, de rechtbank verzoeken om verlof te verlenen voor het leggen van conservatoir beslag.

Het uitgevoerde onderzoek leidt tot de conclusie een combinatie van maatregelen de beste manier vormt om het plaatsen van zeecontainers zonder vergunning aan te pakken. Die combinatie van maatregelen bestaat uit niet-juridische maatregelen en een juridische maatregel, te weten gerichte voorlichting aan de doelgroep met daaraan parallel lopend een handhavingsprocedure. Behoudens uitzonderingen, komt als handhavingsprocedure het meest in aanmerking de last onder dwangsom, waarbij de gemeente de driestappenstrategie dient te hanteren.

124 Artikel 5:1 jo artikel 5:2 Bw.

35

Literatuurlijst

Bakker & Bastein 2004

R.C.S. Bakker en B. Bastein, ‘Over beginselplicht en belangen bij handhaving’, Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht 2004, afl. 48, p. 333-338.

Bouwvoorschriften 2015

‘Bouwvoorschriften’, Geraadpleegd op 10 december 2015, rijksoverheid.nl (zoek op bouwvoorschriften).

Gemeente Edam-Volendam 2016

Gemeente Edam-Volendam, Bouwbeleidsplan gemeente Edam-Volendam, Gemeente Edam-Volendam 2012 - 2016, p.41.

Gemeente Purmerend 2015

Gemeente Purmerend, Nota Integrale handhaving, Gemeente Purmerend 2012-2015, p. 13.

Gemeente Smallingerland 2006

Gemeente Smallingerland, Beleidsnotitie zeecontainers Smallingerland, Gemeente Smallingerland 22 maart 2006, smallingerland.nl (zoek op beleidsnotitie zeecontainers)

Gerards 2006

J.H. Gerards, ‘Rechterlijke belangenafweging in het Publiekrecht’, Rechtsgeleerd Magazijn THEMIS 2006, afl. 4, p. 5.

Hoogewerf & Huisjes 2012

C.L. Hoogwerf, S.C. Huisjes, Juridisch onderzoeksvaardigheden, Den Haag: Boom juridische uitgevers 2012.

Muller e.a. 2015

E. Muller e.a., Bestuur, recht en veiligheid - Bestuursrechtelijke bevoegdheden voor openbare ordehandhaving en terrorismebestrijding,

Boom Juridische Uitgevers: 2008, p. 165.

Sanders 2015

T.N. Sanders, “Beslag en executie bij bestuursrechtelijke Dwangsommen”, Gst. 2015/45, Afl. 7421, p. 235-237.

Toelichting APV 2016

“Toelichting APV”, Overheid 25 januari 2016, www.decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/images/Assen/i94692.pdf.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 2010

Vereniging van Nederlandse Gemeenten, De doorkruisingsleer in perspectief, Den Haag: Excelsior 2010, p. 14-15.

Jurisprudentielijst

ABRvS 7 juni 2001, Gst. 7154.7.

ABRvS 21 augustus 2013, ECLI:NL:RVS:2013:836.