• No results found

In tabel 28 zijn alle resultaten opgenomen samen met de verwachting en de uitkomst.

Tabel 28: Overzicht van de resultaten

Hypothese Verwachting Uitkomst Hypothese verworpen

H1 Toename Toename Ja

H1.1 Toename Toename Nee

H1.2 Toename Afname Ja

H1.3 Toename Toename Nee

H1.4 Toename Toename Nee

H1.5 Toename Afname Ja H1.6 Toename Afname Ja H2 Toename Afname Ja H3 Toename Toename Ja H3.1 Toename Toename Ja H3.2 Toename Toename Ja H3.3 Toename Toename Ja H3.4 Toename Toename Ja H3.5 Toename Toename Ja H3.6 Toename Toename Ja H4 Toename Toename Ja

Verwacht werd dat het aantal informatie-observaties zou zijn toegenomen tussen 2008 en 2013. Uit de analyse blijkt dat bij de meeste hypotheses het aantal informatie-observaties is toegenomen. Echter ‘slechts’ bij drie hypotheses was deze toename significant.

Daarnaast werd verwacht dat het aantal afbeeldingen gerelateerd aan carbon footprint en duurzame energie zou zijn toegenomen tussen 2008 en 2013. Uit de analyse blijkt dat sprake is van een afname in plaats van een toename.

Vervolgens is onderzocht of bedrijven meer de behavioural vorm van legitimacy strategy nastreven dan de symbolische vorm. Op basis van een procentuele verdeling is dit inzichtelijk

58 gemaakt. Uit de analyse blijkt dat bedrijven meer een behavioural vorm van legitimacy strategy nastreven dan de symbolische vorm en waarbij in bijna alle verslagen het aandeel ‘behavioural information’ is toegenomen. Dit is in lijn met de sociale verwachtingen. Daarnaast blijkt uit de analyse dat bedrijven niet zijn gewijzigd in het type legitimiteit waarmee ze geïdentificeerd willen worden, bijvoorbeeld een wijziging van moral (behavioural) naar pragmatic (symbolic) of andersom. De resultaten tonen namelijk alleen insignificante toenames en afnames.

Tot slot is dit specifiek onderzocht voor de financiële sector. Uit de analyse blijkt dat de financiële sector meer ‘behavioural’ rapporteert in 2013 ten opzichte van 2008. Deze toename wordt veroorzaakt door de categorie ‘assisting others’. Echter er is geen sprake van een significante toename van het aantal behavioural informatie-observaties.

Over het algemeen kan gesteld worden dat er aanwijzingen zijn dat bedrijven de issues gerelateerd aan carbon footprint en duurzame energie proberen duidelijk te maken in de rapportages en dat zij hierop actie hebben ondernomen. Echter overtuigend bewijs is er niet gevonden omdat de meeste (sub)hypotheses zijn verworpen.

59

6

Conclusie

Hoewel bijna alle verwachtingen zijn uitgekomen is bij de meeste hypotheses geen significant verschil geconstateerd. Door de maatschappelijke druk en het voorkomen van een legitimacy-gap werd verwacht dat bedrijven de issues gerelateerd aan carbon footprint en duurzame energie duidelijk probeerden te maken in de rapportages en dat acties zouden worden ondernomen.

Uit de analyse blijkt dat bedrijven in de rapportages over 2013 meer carbon footprint en duurzame energie gerelateerde informatie hebben opgenomen ten opzichte van 2008. Per type verslag en tussen de rapportages zijn wel verschillen zichtbaar. Het aantal informatie-observaties in jaarverslagen en integrated reports is significant toegenomen terwijl dit in de sustainability reports en CSR-reports is afgenomen. Het opnemen van afbeeldingen in de verslagen is tussen 2008 en 2013 afgenomen. Daarnaast werd verwacht dat bedrijven meer acties zouden ondernemen om de carbon footprint te verminderen en het gebruik van duurzame energie te bevorderen. Uit de analyse blijkt dat bedrijven meer acties hebben ondernomen om de carbon footprint te verminderen en duurzame energie te bevorderen. Het aandeel behavioural informatie is in bijna alle rapportages toegenomen terwijl het aandeel symbolische informatie is afgenomen. Dit is in overeenstemming met de moral legitimacy waarmee bedrijven geïdentificeerd willen worden. Daarnaast blijkt uit de analyse dat de financiële sector eveneens een meer behavioural vorm van legitimacy nastreeft waarbij de bankensector als tussenpersoon optreedt voor het verstrekken van financieringen op het gebied van duurzame energie. Dit is een verbetering ten opzichte van 2008.

De resultaten van dit onderzoek zijn in lijn met het legitimiteitsperspectief. Bedrijven willen namelijk voorkomen dat een legitimacy-gap ontstaat waardoor het social contract wordt verbroken. Daarnaast zijn de resultaten uit dit onderzoek deels in overeenstemming met het door Hrasky (2011) in Australië uitgevoerde onderzoek. Waarbij in dit onderzoek sterke aanwijzingen zijn dat de financiële sector het rapportagegedrag heeft verbeterd.

Een aanbeveling voor een aantal bedrijven is om alle activiteiten gerelateerd aan carbon footprint en duurzame energie te vermelden in de verslagen. In 27 rapportages is namelijk helemaal geen informatie hierover opgenomen. Hiermee wordt voorkomen dat, ten onrechte, een legitimacy-gap ontstaat. Deze situatie is ongewenst voor een bedrijf. Daarnaast is voor de overheid een rol weggelegd. De overheid kan, net zoals bij banken, optreden als tussenpersoon voor het verstrekken van leningen zodat bedrijven duurzame projecten kunnen opstarten.

60 Indien blijkt dat de gemaakte afspraken niet het gewenste effect hebben, kan de overheid of de Europese Unie besluiten om bedrijven te dwingen middels wet- en regelgeving.

De resultaten van deze studie moeten gezien worden met enige beperkingen. De steekproef bestaat slechts uit de vijftig grootste beursgenoteerde bedrijven aan de Euronext te Amsterdam. Daarnaast is de content-analyse aan enige subjectiviteit gebonden, hier is altijd sprake van bij content-analyse. Verder zijn alleen de jaarverslagen, integrated reports, sustainability report en CSR-reports geanalyseerd. Andere informatiebronnen zijn niet in de analyse meegenomen.

De aanleiding voor dit onderzoek zijn de gemaakte afspraken op Europees niveau om de carbon footprint te verminderen en het gebruik van duurzame energie te bevorderen. Dit onderzoek heeft zich specifiek gericht op de Nederlandse beursgenoteerde bedrijven. In een eventueel vervolgonderzoek kan de steekproef worden uitgebreid met andere landen uit de Europese Unie. De gemaakte afspraken gelden namelijk evengoed voor deze bedrijven. Door deze analyse uit te voeren wordt het rapportagegedrag per Europees land inzichtelijk gemaakt en kan worden getoetst of tussen de landen verschil in rapportagegedrag is opgetreden. Interessant is namelijk om te bepalen in hoeverre bedrijven uit andere Europese landen zich confirmeren aan deze afspraken.

61

7

Literatuurlijst

Ashforth, B.E. and B.W. Gibbs (1990). “The double-edge of organizational legitimation",

Organization Science, Vol. 1, pp. 177-194.

Brundtland G et al (1987). “Our Common Future: Report of the 1987 World Commission on Environment and Development". Oxford, Oxford University Press.

Carter, C.R. and D.S. Rogers, (2008). “A framework of sustainable supply chain management: moving toward new theory", International Journal of Physical Distribution & Logistics Management, Vol. 38, pp. 360-387.

Deegan, C. (2002). “The legitimising effect of social and environmental disclosures – theoretical foundation”, Accounting, Auditing & Accountability Journal, Vol. 15 No. 3, pp. 282- 311.

Deegan, C. and B. Gordon (1996). “A study of the environmental disclosure practices of Australian corporations”, Accounting and Business Research, Vol. 26 No. 3, pp. 187-99.

Deegan, C. and M. Rankin (1996). “Do Australian companies report environmental news objectively? An analysis of environmental disclosures by firms successfully prosecuted by the Environmental Protection Authority”, Accounting, Auditing & Accountability Journal, Vol. 9 No. 2, pp. 52-69.

Deegan, C. and A. Islam (2012). “Corporate Commitment to Sustainability – Is it All Hot Air? An Australian Review of the Linkage between Executive Pay and Sustainable Performance”.

Australian accounting review, Vol. 22 No. 63, pp. 384-397.

Deegan, C., M. Rankin and J. Tobin (2002). “An examination of the corporate social and environmental disclosures of BHP from 1983-1997”, Accounting, Auditing & Accountability

Journal, Vol. 15 No. 3, pp. 312-343.

Deegan, C., M. Rankin and P. Voght (2000). “Firms' disclosure reactions to major social incidents: Australian evidence”. Accounting Forum, 24(1), pp. 101-130.

Deephouse, D.L. (2000). “Media reputation as a strategic resource: An integration of mass communication and resource-based theories”, Journal of Management, 26(6), pp. 1091 – 1112. DiMaggio, P.J., and W.W. Powell (1983). The iron cage revisited: Institutional isomorphism and

collective rationality in organizational fields. American Sociological Review, No. 48, pp. 147-160. Dowling, J. and J. Pfeffer (1975). “Organizational legitimacy: social values and organizational

behaviour”, Pacific Sociological Review, No. 18, pp. 122-136.

Farache, F. and K.J. Perks (2010), “CSR advertisements: a legitimacy tool?”, Corporate

Communications: An International Journal, Vol. 15, pp. 235 – 248.

Friedman, A.L. and S. Miles (2001). “Socially responsible investment and corporate social and environmental reporting in the UK: an exploratory study”, British Accounting Review, Vol. 33, pp. 523-548.

62 García-Benau, A., M. Sierra-Garcia, L.Z. Ana (2013). “Financial crisis impact on sustainability

reporting", Management Decision, Vol. 51, pp. 1528 – 1542.

Grant Thornton international business report (2014). Corporate social responsibility: beyond financials. London: Grant Thornton International.

Gray, R., R. Kouhy and S. Lavers (1995). “Methodological themes: constructing a research database of social and environmental reporting by UK companies'. Accounting

Auditing & Accountability Journal, 8(2), pp. 78-101.

Hahn R, and R. Lülfs (2013). “Legitimizing negative aspects in GRI-oriented sustainability reporting: A qualitative analysis of corporate disclosure strategies”. Journal of Business Ethics, in press.

Hoffman, A. (2006). Getting ahead of the curve: Corporate strategies that address climate change, Pew Center on Global Climate Change, Arlington. VA

Hrasky, S. (2011). “Carbon footprints and legitimation strategies: Symbolism or action”.

Accounting, Auditing & Accountability Journal, 25(1), pp. 174–198.

Hrasky, s. (2012). “Visual disclosure strategies adopted by more and less sustainability-driven companies”. Accounting Forum, 36, pp. 154-165.

Johansen, T. S. and A.E Nielsen (2012). ‘‘CSR in corporate self-storying – legitimacy as a question of differentiation and conformity’’. Corporate Communications: An International Journal, Vol. 17, pp. 434 – 448.

Kim, J.N., S.B. Bach and I.J. Clelland (2007). “Symbolic or behavioural management? Corporate reputation in high-emission industries”. Corporate Reputation Review, 10(2), pp. 77– 98.

Kolk, A. and J. Pinkse (2004). ‘‘Market strategies for climate change’’, European Management

Journal, Vol. 22 No. 3, pp. 304-314.

Kolk, A. and J. Pinkse (2007). “Towards strategic stakeholder management? Integrating

perspectives on sustainability challenges such as corporate responses to climate change”,

Corporate Governance, Vol. 7 No. 4, pp. 370-378.

KPMG (2008). International survey of corporate responsibility reporting 2008. Amsterdam: KPMG International.

KPMG (2013). International survey of corporate responsibility reporting 2013. Amsterdam: KPMG International.

Milne, M. and D. Patten (2002), “Securing environmental legitimacy: an experimental decision case examining the impact of environmental disclosures”, Accounting, Auditing

& Accountability Journal, Vol. 15 No. 3, pp. 372-405.

O’Donovan, G. (2002). “Environmental disclosures in the annual report”, Accounting, Auditing &

63 O’Dwyer, B. (2002), “Managerial perceptions of corporate social disclosure”, Accounting, Auditing

& Accountability Journal, Vol. 15 (3), pp. 406-436.

Patten, D.M. (1992). “Intra-industry environmental disclosures in response to the Alaskan oil spill: a note on legitimacy”. Accounting, organizations and Society. Vol. 17, No. 5, pp. 471-476. Pérez, A and I.R. del Bosque (2014),"Customer CSR expectations in the banking industry",

International Journal of Bank Marketing, Vol. 32 Iss. 3, pp. 223-244

Solomon, J.F. and A. Solomon (2003). Corporate Governance and Accountability, John Wiley and Sons, Chichester.

Suchman, M.C. (1995). “Managing legitimacy: Strategic and institutional approaches”. Academy

of Management Review, 20(3), pp. 571–610.

Waller, D.S. (2009). “Corporate social responsibility (CSR) disclosure of advertising agencies”.

Journal of Advertising, vol. 38, no. 1 (Spring 2009), pp. 109–121.

Wartick, S.L and J.F. Mahon (1994). “Toward a Substantive Definition of the Corporate Issue Construct : A Review and Synthesis of the Literature”. Business Society, vol. 33, pp. 293-311.