• No results found

In dit hoofdstuk geef ik de resultaten weer als opbrengst van de analyses die in het vorige hoofdstuk zijn gedaan. Ik doe dit aan de hand van de onderzoeksvragen (*zie hoofdstuk 2.4). De resultaten van een onderzoeksvraag worden per paragraaf

weergegeven.

4.1 Welke verwachtingen hebben ouders over leerkrachten/school?

Ouders verwachten dat ze welkom zijn op school en hechten aan duidelijkheid over het beleid en de regels van school. Ze willen graag meeparticiperen op school en verwachten dat ze worden betrokken. Ouders met een kind met probleemgedrag geven minder vaak aan dat ze meehelpen met aktiviteiten belangrijk vinden. Door één ouder wordt de medezeggenschapraad genoemd als vorm van ouderparticipatie. Alle respondenten verwachten m.b.t. het thema communicatie dat ze veel informatie krijgen en betrokken worden bij de school en de leerprestaties van hun kind. Goede communicatie met de leerkracht vinden de ouders waardevol. Lesgeven wordt door alle respondenten gezien als de belangrijkste taak van de leerkracht. Ouders

verwachten ook dat de leerkracht zorg draagt voor een goede sfeer in de klas. Contact onderhouden met ouders wordt door iedereen gezien als een belangrijke taak. Slecht 2 van de 6 ouders, één met kinderen met probleemgedrag en één met kinderen zonder probleemgedrag zien de leerkracht als medeopvoeder. Alle ouders verwachten dat de leerkracht werkt aan een goed sociaal klimaat. Ouders verwachten dat leerkrachten kinderen aanspreken op hun gedrag en werken aan hoe je met elkaar omgaat. Er is hierin geen verschil tussen ouders met kinderen met probleemgedrag en ouders met kinderen zonder probleemgedrag. Dat de leerkracht hierin een taak heeft door het goede voorbeeld te geven wordt door de helft van de respondenten genoemd, 2 ouders met kinderen zonder probleemgedrag en 1 ouder met kinderen met probleemgedrag. Bij het thema pedagogische verantwoordelijkheid hebben alle respondenten

aangegeven dat ze verwachten dat de leerkracht over probleemgedrag met het kind en zijn ouders praat. Alle ouders met kinderen met probleemgedrag hebben aangegeven steun en advies van de leerkracht belangrijk en waardevol te vinden. Externe hulp wordt door alle ouders met kinderen met probleemgedrag en door 2 van de 3 ouders met kinderen zonder probleemgedrag genoemd als middel om een oplossing te vinden voor het probleemgedrag. De mogelijkheid het kind van school te sturen wordt door geen enkele respondent genoemd. Opmerkelijk is dat bij het aanpakken van storend probleemgedrag 4 respondenten, allen uit de bovenbouw, 2 ouders met kinderen met probleemgedrag en 2 ouders met kinderen zonder probleemgedrag, spontaan

aangeven dat ze dit ook belangrijk vinden voor de hele groep. Ten aanzien van het thema bewustzijn van verschil in thuis en school situatie zijn zitten er verschillen in verwachtingen tussen ouders met kinderen met probleemgedrag en met kinderen zonder probleemgedrag. Ouders met kinderen met probleemgedrag denken minder vaak dan ouders met kinderen zonder probleemgedrag dat er op school andere eisen aan kinderen worden gesteld dan thuis. Dit geldt in het bijzonder bij het onderdeel uitgestelde aandacht en luisteren. Uitgestelde aandacht wordt door ouders met kinderen met probleemgedrag geen enkele keer genoemd, door ouder met kinderen zonder probleemgedrag 2 keer. Ouders met kinderen zonder probleemgedrag zijn zich

allemaal bewust van het feit dat er op school andere eisen aan luisteren wordt gesteld dan thuis. Bij de ouders met kinderen met probleemgedrag is dat er één.

4.2 Welke verwachtingen hebben leerkrachten van ouders?

Alle respondenten geven bij het thema ouderparticipatie aan dat ze willen

samenwerken met ouders. Ze verwachten hierin een positief houding van ouders. Hulp bij aktiviteiten als onderdeel van de participatie wordt door de meeste leerkrachten genoemd. Leerkrachten hechten erg aan onderschrijving en ondersteuning door ouders van de regels en het beleid van school. De

medezeggenschapsraad als vorm van ouderparticipatie wordt door geen enkele leerkracht genoemd. Alle leerkrachten verwachten op alle genoemde onderdelen van het thema communicatie, betrokkenheid van ouders. Zij doen hun best om d.m.v. het verstrekken van informatie en het winnen van vertrouwen die betrokkenheid te bewerkstelligen. Twee respondenten verwachten dat ouders bijdragen aan een goed sociaal klimaat door zelf het goede voorbeeld te geven. Ze verwachten allemaal dat ouders hun kind op negatief gedrag aanspreekt. Leerkrachten vinden het belangrijk en verwachten dat ouders de regels van school positief ondersteunen en op deze manier bijdrage aan een goed sociaal klimaat. Wanneer gedrag van kinderen probleemgedrag wordt, verwachten 2 respondenten dat ouders het kind hierop aanspreken. De

leerkracht van groep 2 noemt dit niet. Wanneer het gedrag voortduurt verwachten alle leerkrachten dat ouders met hen samenwerken om het gedrag ten positieve te keren, zij zien het als een probleem voor beide partijen. Wanneer hierbij externe hulp nodig is verwachten alle respondenten dat ouders daar hun medewerking aan verlenen. De respondenten verwachten allemaal dat ouders zich bewust zijn dat er op school andere eisen aan de kinderen worden gesteld. Alle leerkrachten noemen hierbij de onderdelen uitgestelde aandacht en zelfstandigheid.

4.3 Ervaringen van ouders en leerkrachten over de inhoud van het

gesprek over het probleemgedrag

De ervaringen over de inhoud zijn bij de respondenten op veel vlakken hetzelfde. De respondenten van groep 2 zijn het niet helemaal met elkaar eens. De ouder lijkt wat optimistischer dan de leerkracht. Voor de leerkracht is de oorzaak van het probleem nog niet duidelijk en daardoor de aanpak ook niet. Er is bij de respondenten van groep 6 op alle gebieden overeenstemming. Bij de respondenten van groep 8 is er op een paar punten wrijving. De ouder van groep 8 heeft kritische kanttekeningen gemaakt. Bij alle drie de gesprekken is het wel helder wat het gespreksonderwerp is. Ouders hebben een goed beeld gekregen van het probleemgedrag en herkennen dit en willen samen met de leerkracht een oplossing zoeken. Alle drie de gesprekken waren constructief.

4.4 Hoe ervaren ouder en leerkracht de sfeer en elkaars opstelling

tijdens hun gesprek over probleemgedrag?

Wat opvalt bij deze gesprekken is dat ondanks dat er verschillen in beleving zijn dit geen invloed heeft gehad op het doel van het gesprek. Er is in alle gevallen gezocht naar een oplossing voor het probleemgedrag van het kind.

Beide respondenten van groep 2 zijn tevreden over het gesprek. De ouder is

geschrokken van het bericht over haar kind. De leerkracht heeft dit goed opgevangen want de ouder heeft verder alleen positieve ervaringen over dit gesprek.

De ouder van groep 6 heeft over het gesprek goede ervaringen. Hij gaf in het

interview aan dat hij vond dat hij eerder geïnformeerd had willen worden maar over het gesprek over het probleemgedrag had hij geen negatieve ervaringen. De leerkracht had moeite met de ouder, de ouder heeft dit niet bemerkt. De leerkracht heeft zich professioneel opgesteld.

Bij het gesprek tussen de respondenten van groep 8 is de minste harmonie. Bij de eerste 3 punten (vanuit de leerkracht het opbouwen van een vertrouwensband en vanuit de ouder empathie en een objectieve houding), is er verschil in ervaring. Ondanks deze start zijn beide respondenten wel van mening dat ze alle twee naar elkaar hebben geluisterd en dat ze hebben samengewerkt om een oplossing te zoeken.

4.5 Hoe ervaren ouderen leerkracht het gesprek wat niet over

probleemgedrag gaat?

De respondenten van groep 2 en 8 zijn allemaal tevreden over dit gesprek. De ouder van groep 6 heeft bemerkt dat de leerkracht haar wat te bezorgd vond. Dit heeft geen negatief effect gehad op de ervaring over het gesprek. De leerkracht had wat reserve maar heeft het gesprek verder goed kunnen laten verlopen.

4.6 Verbeterpunten voor de communicatie tussen ouders en

leerkrachten

Twee van de ouders met een kind met probleemgedrag geven als verbeterpunt het tijdstip aan waarop ouders worden geïnformeerd over probleemgedrag. Zij denken dat wanneer leerkrachten eerder melden dat er problemen zijn dit de communicatie ten goede komt. Nu hadden ze het gevoel dat ze te laat op de hoogte werden gebracht en dat gaf irritatie. Een respondent geeft aan dat leerkrachten verwachtingen van ouders hebben waar ouders zich niet bewust van zijn. Leerkrachten zouden meer en

duidelijker hun verwachtingen naar ouders toe moeten uitspreken. Een ouder noemt als verbeterpunt dat leerkrachten net als ouders zich aan afspraken moeten houden en dat ook in stress-situaties leerkrachten ouders respectvol moeten blijven benaderen. Ouders met kind zonder probleemgedrag geven als verbeterpunt dat de opstelling van een aantal ouders t.o.v. de schoolregels beter kan. 2 van de 3 respondenten geven aan dat er nog meer naar ouders kan worden geluisterd en dat meer samenwerking tot een betere communicatie leidt. De respondent van groep 8 vindt net zoals de ouder met kinderen met probleemgedrag uit groep 8, dat sneller melden van problemen een verbeterpunt is.

Leerkrachten voelen zich vaardig om gesprekken met ouders te voeren maar

gesprekken over moeilijke zaken zoals probleemgedrag blijven ze lastig vinden. Ze willen hier blijvende aandacht voor om ervoor te zorgen dat de communicatie, ook bij eventuele meningsverschillen, goed blijft verlopen. Twee van de 3 respondenten geeft aan dan meer inbreng van ouders in school een verbeterpunt is. Meer inbreng geeft

ook meer communicatie. Een respondent geeft aan dat er meer aandacht moet komen voor de aanspreekcultuur binnen het leerkrachtenteam. Er zijn te vaak normatieve beelden over ouders die een constructieve communicatie verstoren.