26 4 Methode: Het meten van het verschil
5. Resultaten: Het verschil tussen journalist en burger
5.2 Resultaten per nieuwswaarde
Uit bovenstaande schema’s blijkt dat er een significant verschil (Respectievelijk p = .003 en p = .000) bestaat tussen de nieuwswaarden die te vinden zijn in nieuwsfoto’s gemaakt door burgers en die gemaakt door professionele journalisten. Uit de grafiek van figuur 3 zijn op het oog bij meerdere nieuwswaarden verschillen af te lezen. Maar waar de significante verschillen liggen is nog niet duidelijk. Er zijn immers elf verschillende nieuwswaarden die voor kunnen komen in de nieuwsfoto’s. Per nieuwswaarde wordt besproken of er sprake is van een significant verschil tussen foto’s gemaakt door burgers en professionele journalisten.
Tests of Between-Subjects Effects
Source Dependent Variable
Type III Sum of
Squares df
Mean
Square F Sig.
Partial Eta Squared
Maker Reference to elite nations ,045 1 ,045 ,644 ,423 ,003
Unambiguity ,500 1 ,500 4,476 ,036 ,022
Reference to elite persons ,980 1 ,980 11,401 ,001 ,054
Refercence to something negative
,605 1 ,605 2,815 ,095 ,014
Figuur 7: MANOVA (I) Resultaten per nieuwswaarde
Reference to elite nations
Foto’s die refereren naar een eliteland komen binnen de casus voor, maar niet vaak. Zowel op nieuwsfoto’s van professionele journalisten (M = 1.910) als burgers (M = 1.940) wordt in slechts enkele van de tweehonderd foto’s een referentie gemaakt naar een eliteland. Hoewel er een klein verschil te zien is tussen beide groepen, waarbij de nieuwswaarde iets vaker voorkomt in foto’s van professionals dan in die van burgers, is deze niet significant (op een Bonferroni aangepast alfa niveau .0045, F = .644, p = .423, partiële η2 = .003). Er kan dus niet gezegd worden
dat er in nieuwsfoto’s van burgers vaker de nieuwswaarde reference to elite nations te vinden is dan bij professionals of vice versa.
Unambiguity
Foto’s blijken vaak duidelijk te zijn. Beide groepen scoren erg hoog als het gaat om de
nieuwswaarde unambiguity. Foto’s van professionele journalisten (M = 1.080) zijn vaker
duidelijk dan die van burgers (M = 1.180), maar dit verschil is niet significant te noemen (op een Bonferroni aangepast alfa niveau .0045, F = 4.476, p = .036, partiële η2 = .022). Wel valt op dat
foto’s van professionele journalisten vaak duidelijker zijn dan die van burgers. Burgerfoto’s tonen regelmatig een foto van een luchtaanval ergens ver weg. De foto dient dan als ‘bewijs’ van de aanval. Het enige wat de kijker ziet is een pluim rook in de verte. Hoewel het duidelijk is wat
de foto toont, zou het ook duidelijker kunnen. Die duidelijkere foto’s zijn vaak terug te vinden bij de professionele journalisten.
Reference to elite persons
Er bestaat een significant verschil in de mate waarop de nieuwswaarde reference to elite persons voorkomt in nieuwsfoto’s van burgerjournalisten en die van professionele journalisten (op een Bonferroni aangepast alfa niveau .0045, F = 11.401, p = 0,001, partiële η2 = .54). Nieuwsfoto’s van
professionele journalisten (M = 1.830) tonen vaker elitepersonen dan nieuwsfoto’s van burgers (M = 1.970) dat doen. Wat ook opvalt is dat de foto’s van burgers die refereren naar elitepersonen altijd refereren naar een afbeelding van die persoon. Het is nooit een directe foto van de persoon zelf. Dit is vrijwel altijd wel het geval bij nieuwsfoto’s van professionals die refereren naar elitepersonen.
Reference to something negative
Burgerfoto’s (M = 1.260) refereren iets vaker naar iets negatiefs dan foto’s gemaakt door professionals (M = 1.380). Dit verschil is echter niet significant (op een Bonferroni aangepast alfa niveau .0045, F = 2.815, p = .095, partiële η2 = .14) te noemen.
Tests of Between-Subjects Effects
Source Dependent Variable Type III Sum of Squares df Mean Square F Sig. Partial Eta Squared
Maker Meaningfulness (I) ,208 1 ,208 6,300 ,013 ,036
Frequency 10,127 1 10,127 56,302 ,000 ,250 Meaningfulness (II) ,006 1 ,006 ,160 ,690 ,001 Meaningfulness (III) ,135 1 ,135 ,862 ,355 ,005 Unexpectedness ,634 1 ,634 2,630 ,107 ,015 Consonance ,753 1 ,753 3,357 ,069 ,019 Reference to persons ,000 1 ,000 . . .
Figuur 8: MANOVA (II) Resultaten per nieuwswaarde
Meaningfulness (I)
Meaningfulness (I) verwijst naar het getoonde beeld van een bepaalde cultuur. Als deze
overeenkomst met het beeld dat algemeen bekend is bij de kijker dan is deze nieuwswaarde aanwezig. Meaningfulness(I) komt vaak voor in de nieuwsfoto’s van de burgeroorlog in Syrië en is bijna gelijk verdeeld tussen de groep burgerfoto’s (M = 1.00) en de groep professionele foto’s (M = 1.07). Er is dan ook geen significant verschil (op een Bonferroni aangepast alfa niveau
.0045, F = 6.300, p = .013, partiële η2 = .036) in de mate waarop deze nieuwswaarde voorkomt in
foto’s van burgers en professionals.
Frequency
Burgerfoto’s (M = 1.141) tonen vaker gebeurtenissen met de nieuwswaarde frequency dan nieuwsfoto’s gemaakt door professionals (M = 1.628) dat doen. Dit verschil is significant (op een Bonferroni aangepast alfa niveau .0045, F = 56.302, p = .000, partiële η2 = .250) te noemen. Wat
hierbij opvalt is dat professionele foto’s vaak een algemeen beeld van het oorlogsgebied tonen in tegenstelling tot burgerfoto’s die zich meer concentreren op één bepaalde gebeurtenis.
Meaningfulness (II)
Meaningfulness (II) verwijst naar gebeurtenissen die in lijn liggen met de eigen cultuur, ofwel
binnen de eigen cultuur plaatsvinden. Binnen het gekozen corpus is de nieuwswaarde
meaningfulness (II) maar weinig terug te vinden. Dit geldt voor zowel de groep burgerfoto’s (M =
1,953) als de groep professionele foto’s (M = 1,965). Er is dan ook geen significant verschil (op een Bonferroni aangepast alfa niveau .0045, F = .160, p = .690, partiële η2 = .001) tussen de mate
waarin de nieuwswaarde meaningfulness (II) voorkomt in de beide groepen.
Meaningfulness (III)
Meaningfulness (III) verwijst naar gebeurtenissen die van invloed kunnen zijn op de eigen
cultuur. Deze nieuwswaarde is in beide groepen, burgerfoto’s (M = 1.835) en professionele foto’s (M = 1.779), vaker terug te vinden dan de waarde meaningfulness (II). Toch komt deze nog steeds vaker niet voor dan wel. Ook hier is geen significant verschil (op een Bonferroni aangepast alfa niveau .0045, F = .862, p = .355, partiële η2 = .005) te benoemen tussen beide
groepen.
Unexpectedness
De nieuwsfoto’s van de burgeroorlog in Syrië tonen regelmatig onverwachte gebeurtenissen. Burgerfoto’s (M = 1.529) tonen vaker onverwachte gebeurtenissen dan professionele foto’s dit doen (M = 1.651), maar dit verschil is niet significant te noemen (op een Bonferroni aangepast alfa niveau .0045, F = 2.630 p = .107, partiële η2 = .015). Wat hierbij opvalt is dat professionele
foto’s vaker een algemeen beeld van het oorlogsgebied tonen (waardoor er ook minder sprake is van frequency) dan burgerfoto’s, die vaker een bepaalde gebeurtenis tonen. Dit draagt bij aan het feit dat er minder onverwachte gebeurtenissen getoond worden op foto’s van professionele journalisten.
Consonance
Consonance verwijst naar een gebeurtenis die in lijn der verwachtingen ligt. Deze nieuwswaarde
komt net iets vaker voor in professionele nieuwsfoto’s (M = 1.279) dan in burgerfoto’s (M = 1.412). Maar dit verschil is niet significant te noemen (op een Bonferroni aangepast alfa niveau .0045, F = 3.357 p = .069, partiële η2 = .019).
Reference to persons
Alle foto’s binnen de gekozen casus verwijzen naar personen. Hierbij is geen verschil te herkennen tussen burgerfoto’s (M = 1.000) en professionele foto’s (M = 1.000). Er komt dan ook geen uitslag uit de uitgevoerde MANOVA (II) voor deze nieuwswaarde.
Na het uitvoeren van beide MANOVAs blijkt dat er een significant verschil bestaat (respectievelijk F = 4.096, p = 0.003, partiële η2 = .078 en F = 12.623, p = .000, partiële η2 = .316)
in termen van nieuwswaardigheid tussen nieuwsfoto’s gemaakt door professionals en burgers. Deze significante verschillen komen, na het uitvoeren van een Bonferroni correctie, voor bij de
nieuwswaarden reference to elite persons (op een Bonferroni aangepast alfa niveau .0045, F =
11.401, p = 0,001, partiële η2 = .54) en frequency (op een Bonferroni aangepast alfa niveau .0045,
F = 56.302, p = .000, partiële η2 = .250). Ook bij de nieuwswaarde unambiguity (F = 4.476, p =
.036, partiële η2 = .022) is een redelijk verschil te vinden. Dit verschil is echter niet aan te duiden
als significant met een op een Bonferroni aangepast alfa niveau van .0045.
5.3 Resultaten: Controle
Ter controle is voor de nieuwswaarden waarvoor de MANOVA een significant verschil aanduidt een Kruskal-‐Wallis ANOVA uitgevoerd.
Test Statisticsa,b
Frequency
Chi-Square 35,566
df 1
Asymp. Sig. ,000
a. Kruskal Wallis Test
b. Grouping Variable: Burger vs. Prof
Figuur 10: Resultaten Kruskal Wallis ANOVA Frequency
Test Statisticsa,b
Reference to elite persons Chi-Square 10,834
df 1
Asymp. Sig. ,001 a. Kruskal Wallis Test
b. Grouping Variable: Burger vs. Prof
Figuur 9: Resultaten Kruskal Wallis ANOVA Reference to elite persons