• No results found

Resultaten interviews met pachters en vrijwilliger Westwouderpolder

6. Evaluatie en analyse beheer Westwouderpolder :

6.3 Resultaten interviews met pachters en vrijwilliger Westwouderpolder

Hieronder worden beknopt puntsgewijze de resultaten weergegeven van de interviews, door de externe auditoren gevoerd, met twee pachters en een weidevogelbeheervrijwilliger.

6.3.1. Pachter A Westwouderpolder

Karakteristiek uitgevoerd terreinbeheer door pachter A:

- De maaipercelen binnen het gepachte areaal worden gemaaid na 15 juni. Het maaien gebeurt op aangeven van de Staatsbosbeheer-vrijwilliger wanneer geen nesten en pullen meer aanwezig zijn. De externe audito- ren beoordelen dit als een prima werkwijze.

- Op een gedeelte van de maaipercelen, daar waar op aangegeven van de vrijwilliger geen/minste broedvogelnesten aanwezig zijn, wordt al 25 jaar vee ingeschaard (ca. 1,5 gve/ha). Het gaat om een afzonderlijke inscha- ring van melkvee, jongvee en schapen over ongeveer eenzelfde opper- vlakte. De ingeschaarde koppelgrootte is kleiner dan landbouwkundig optimaal. Beoordeling externe auditoren: goede werkwijze.

- Op 2/3 gedeelte van de Staatsbosbeheer-percelen wordt één maal per jaar 10 ton goede kwaliteit vaste mest per hectare uitgereden, op 1/3 gedeelte één maal per 2 jaar 10 ton vaste mest. Op zijn eigen grond rijdt de pachter uitsluitend drijfmest uit. Vanuit het oogpunt van weidevogel- beheer is het uitrijden van 10 ton vaste mest één maal per 2 jaar moge- lijk wat krap.

- De pH van de bodem was in 2007 ongeveer 4. In 2008 zijn de Staatsbos- beheer-gronden door Staatsbosbeheer bekalkt.

- Het waterpeil op de reservaatpercelen is voor 50 % ca. 10 cm onder maai- veld, voor 10 % ca, 20 cm onder maaiveld, en de rest daar tussen in. Het waterpeil zakt in mei/juni uit naar 20 tot 30 cm onder maaiveld. Dit is optimaal voor het gehele spectrum weidevogels.

- Het gepachte bevat ca. 2,5 hectare plasdras in de periode maart t/m juni. Dit is voldoende, maar aanwezigheid van plasdras zou ook in juli nog wenselijk zijn.

- Alle gepachte percelen zijn begreppeld.

Overig naar voren gebrachte onderwerpen tijdens het interview met pach- ter A:

- Volgens pachter A is de relatie met Staatsbosbeheer er één van geven en nemen. Hij legt zijn knelpunten/wensen als ondernemer voor; Staats- bosbeheer gaat daar serieus op in. Gezocht wordt naar oplossingen die zoveel mogelijk aan beider belangen tegemoet komen.

- Uit eigen ervaring weet pachter A dat beweiding pullen aantrekt. Bewei- ding gaat goed samen met de weidevogeldoelstelling; pullen hebben geen hinder van dik gewas. Pachter is recent met Staatsbosbeheer over- eengekomen dat meer beweiding zal plaatsvinden op de Staatsbosbe- heer-percelen.

- De bemesting van de Staatsbosbeheer-percelen is in de afgelopen peri- ode van tien jaar iets toegenomen.

steeds meer op de goede weg; je kunt met elkaar om de tafel. Staatsbos- beheer bracht onlangs melkquotum in het bedrijf van pachter A in. - In de laatste jaren is sprake van verwitbolling van de graslandvegetatie.

Naar de mening van pachter A is laat maaien daarvoor bepalend.

- Halve percelen vroeger maaien dan 15 juni, zou goed kunnen samengaan met de weidevogeldoelstelling.

- Het zomerpeil in de polder is nog niet zo lang geleden verhoogd.

6.3.2. Pachter B Westwouderpolder

Karakteristiek uitgevoerd terreinbeheer door pachter B:

- Ongeveer 25 % van het gepachte areaal wordt beweid. Beweiding vindt op aangeven van de Staatsbosbeheer-vrijwilliger plaats op nestloze/nest- arme percelen. De beweidingsdichtheid kan hoog zijn; vleesvee 2-3 gve/ ha, schapen soms meer dan 300 exemplaren.

- De maaipercelen worden gemaaid gespreid over 2 weken na 15 juni. - Bemesting Staatsbosbeheer-gronden: 60 % areaal 3 ton/ha potstalmest

per jaar, 40 % is al 30 jaar onbemest. De onbemeste percelen liggen met name aan de Alkmaardermeer-kant van de polder. Deze percelen zijn vol- gens de pachter zeer rustige percelen; wat goed is voor de pullen. Vanuit het oogpunt van weidevogelbeheer beoordelen de externe auditoren het bemestingsniveau als te weinig.

- Het waterpeil op de Staatsbosbeheer-gronden is in het voorjaar 10 tot 20 cm onder maaiveld;

- Het gepachte bevat ca. 3,5 hectare plasdras in de periode maart t/m juni. Aanwezigheid van plasdras zou ook in juli nog wenselijk zijn.

- De reservaatgronden zijn in 2008 door Staatsbosbeheer bekalkt. - Alle gepachte percelen zijn begreppeld.

Overig naar voren gebrachte onderwerpen tijdens het interview met pachter B: - Door de weidevogelvrijwilliger wordt aangegeven waar kan worden

beweid. De weidevogelvrijwilliger wordt door Staatsbosbeheer ver- trouwd.

- Ganzen vreten op 20 hectare van de Staatsbosbeheer-percelen in het vroege voorjaar alles kaal.

- De maaidata volgens het pachtcontract zijn heilig. Pachter heeft twee contracten met eerste maaidatum 15 juni en eerste maaidatum 22 juni. Vroeger maaien is met Staatsbosbeheer niet bespreekbaar. Voor 15 juni beweiden kan, indien de weidevogels het toestaan (op aanwijzing van de vrijwilliger).

- Volgens pachter B trekken Grutto’s met jongen naar schapen.

- Volgens pachter B zijn in de Westwouderpolder 10 tot 15 vossen aanwe- zig. Dit is een forse predatiedruk.

- Pitrus neemt de laatste jaren toe. Vroeger gaf Pitrus geen last.

- Pachter B heeft weinig contact met Staatsbosbeheer; dit zou meer mogen zijn.

- Mist complimentjes van Staatsbosbeheer over de wijze waarop hij het land beheert (dat ligt er weer keurig bij !).

- Pachter B heeft zeer recent besloten achter zijn agrarisch bedrijf een punt te zetten.

Recreatievaart op het Alkmaardermeer, gezien vanaf de buitendijk Westwouderpolder.

31

Krommenieërwoudpolder, Westwouderpolder en Mijzenpolder | Externe Audit 2011

6.3.3. Weidevogelvrijwilliger Westwouderpolder

In het interview dat de externe auditoren hielden met één van de weidevo- gelvrijwilligers in de Westwouderpolder kwamen de volgende punten naar voren:

- De ontwikkeling van de weidevogelstand in de Westwouderpolder is gunstig. De Vos heeft zijn intrede gedaan. Afwachten hoe zich dat ont- wikkelt.

- Pachters van Staatsbosbeheer maaien hun eigen percelen voor 15 juni. Het maaien en beweiden van de eigen percelen wordt begeleid door een andere vrijwilliger. Op beweide eigen percelen van de landbouwers vind je veel Kievit en Tureluur; ook Veldleeuwerik doet het daar goed. Ganzen spelen daarbij een rol; soms gunstig, soms minder gunstig.

- De combi eigen land en Staatsbosbeheer-pachtland werkt redelijk goed. Toch zijn er verbetermogelijkheden. Geïnterviewde zou wel voelen voor uitwisseling van beheer van Staatsbosbeheer-percelen met eigen perce- len. Dat zou de kwaliteit van het mozaïek in de polder verbeteren. Het Staatsbosbeheer-regime is nogal eenzijdig, en werkt verwitbolling in de hand. Een goede afwisseling van verschillende gradaties van later maaien door grotere delen van het gebied heeft potenties voor versterking van de vegetatiestructuur, en daarmee voor de weidevogelpopulatie.

- Het zou een uitdaging zijn om voor de Westwouderpolder als geheel een gebiedsplan op te stellen; en daarmee een totaalbeeld voor het beheer. - De laatste jaren lijkt verwitbolling toe te nemen. Mogelijk komt dit door

de in 2008 uitgevoerde bekalking. Felle droogte in het voorjaar zou ook een factor kunnen zijn.

- De betrokkenheid van vrijwilligers is voor de effectiviteit en flexibiliteit van het weidevogelbeheer in de Westwouderpolder essentieel. Wanneer de vrijwilligers wegvallen is het zeer de vraag of de huidige populaties kunnen worden behouden. Voor weidevogelbeheer is inspelen op de situatie van dat moment essentieel, zowel voor wat betreft het weidevo- gel-aspect als voor het (agrarisch) bedrijfsvoeringaspect.

- Met plas-dras-situaties kan ruimtelijk meer variatie worden ingebracht. Voor wat betreft kosten kan dit op een wijze waarbij alleen additionele arbeid vergoed behoeft te worden, van productieverlies van het totaal gepachte areaal behoeft geen sprake te zijn.

- Het gaat bij het weidevogelbeheer in dit gebied om drie zaken: (1) Zor- gen voor voldoende nesten, (2) Opgroeimogelijkheden voor de grutto garanderen, (3) Voldoende habitat realiseren voor de zomertaling/water- snip-vogelgroep.

- Het wandelpad langs de rand van de Westwouderpolder geeft nauwelijks verstoring.

Het open landschap van de Westwouder- polder.

Informatie over de Mijzenpolder op een Staatsbosbeheer-voorlichtingspaneel in de polder.

7.1 Doelrealisatie weidevogels en ontwikkeling

natuurwaarden

De geplande doelrealisatie m.b.t. weidevogelbeheer in object Mijzenpolder wordt In termen van het eigen Staatsbosbeheer-bedrijfsturingsysteem gere- aliseerd (realisatie van een minimaal aantal broedparen per hectare). De doelrealisatie in object Mijzenpolder scoort evenwel minder goed dan de realisatie in de hiervoor besproken Staatsbosbeheer-objecten Krommenieër- woudpolder en Westwouderpolder.

Op basis van verzamelde tijdreeksgegevens 2000-2010 door vrijwilliger H. Frabitius (voormalig beleidsmedewerker/ecoloog ministerie LNV), die in de Mijzenpolder woont, concluderen de externe auditoren het volgende ten aanzien van de ontwikkeling van de natuurwaarden in de Mijzenpolder gedurende de afgelopen planperiode van 10 jaar:

- Verdwenen: Graspieper; - Decimering: Veldleeuwerik;

- Afname: Zomertaling, Tureluur (licht), Grutto (ca. 30 %), Kievit (ca. 30 %) - Stabiel: Slobeend, Scholekster, Gele kwikstaart

Als verzachtende omstandigheid geldt dat de afname van het aantal broed- paren in het aangrenzend boerenland in de Mijzenpolder nog een stuk groter is.

De externe auditoren concluderen dat de algemene doelstelling om de weidevogelpopulatie op de Staatsbosbeheer-gronden in de Mijzenpolder in stand te houden niet is gehaald. Er is in meer of mindere mate sprake van een afname van het aantal broedparen van vrijwel alle weidevogelsoorten.

Eigen diagnose terreinsituatie object Mijzenpolder door de auditoren:

Landschappelijke openheid en rust:

- Binnen de polder zijn enkele forse opgaande erfbeplantingen en particu- liere bosjes aanwezig;

- Langs het kanaal aan de noordgrens van de polder is boombeplanting aanwezig;

- Er bevinden zich in de polder zelf geen losse boomopslag of overjarige rietkragen;

- Voor het overgrote deel is de Mijzenpolder een volledig open ruimte

7. Evaluatie en analyse