• No results found

RESULTATEN INTERVIEWS Algemene vragen voor de sportbond

bond en de vereniging. Het hoofdstuk sluit af met bouwstenen voor het advies (6.2).

6.1 RESULTATEN INTERVIEWS Algemene vragen voor de sportbond

De doelstellingen van de sportbonden worden veelal opgesteld door het bestuur en de directie. De doelstellingen worden vrijwel altijd samen met de medewerkers van de bond opgesteld. De sportbonden zetten zich vooral in voor de maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland zoals duurzaamheid,

twinningprojecten, (het koppelen van een vereniging in Nederland aan een vereniging in het buitenland of een andere vereniging in Nederland die het niet zo ruim heeft) sportief beleid, sport op school en jeugd- en familiesport.

De sportbonden hebben weinig moeite om de doelen waar te maken, de bonden waren goed bezig en lagen goed op course voor de coronaperiode. Dit was te merken aan de betrokkenheid van de verenigingen. Daarnaast is er een goede samenwerking tussen de werkorganisatie en het bestuur.

De sportbonden willen ervoor zorgen dat iedereen de waarde van de sport inziet. Daarom proberen zij niet alleen de sporters te bereiken, maar iedereen die betrokken is bij de sport. Daarnaast streven de sportbonden ook naar een ondernemende sportgemeenschap. Dit zijn ondernemende verenigingen die hun

voorbeeldpositie innemen in hun regio. Sommige sportbonden werken met accountmanagers. Iedere regio heeft dan haar eigen accountmanager die verantwoordelijk is voor een aantal verenigingen. Zo worden de taken goed verdeeld en kan er regelmatig contact plaatsvinden met de verenigingen.

De inkomstenbronnen van de sportbonden zijn lidmaatschappen, wedstrijden, sponsoren en evenementen. Zij voeren meestal geen druk uit op de sportbonden. Wel proberen deze bronnen elkaar scherp te houden en stellen elk jaar scherpere eisen aan de sportbonden.

Betekenis de verenigingen voor de sportbond

Sportbonden verwachten dat de verenigingen de sport en de sporters op de juiste manier ondersteunen. Beginnende sporters moeten op een juiste manier geïntroduceerd en begeleid worden in de sport. Daarnaast moeten ook sporters die al meer ervaring hebben goed begeleid worden. Zo probeert de NSkiV net als de andere bonden veel te faciliteren voor de verenigingen. De sportbonden willen ervoor zorgen dat de

34 verenigingen zelf in staat zijn om de activiteiten op lokaal niveau te kunnen uitvoeren. Zo organiseren de sportbonden platformbijeenkomsten en regionale bijeenkomsten, waar verschillende disciplines van de sport bij elkaar komen. Op deze manier proberen ze erachter te komen wat er speelt op lokaal niveau, zodat daar weer beter op ingespeeld kan worden door de bond of de verenigingen.

Naast het regelen van de competities zorgen de sportbonden voor verschillende landelijke promotionele activiteiten. Dit speelt dan vooral in op de beginnende sporter en de huidige sporter meer te activeren om de sport te beoefenen.

Sommige sportbonden kampen met het probleem dat veel nieuwe leden binnen twee jaar stoppen met de sport. Daarom zetten de bonden ook veel in op het behouden van bestaande sporters.

De sportbonden verwachten dat verenigingen op een goede en veilige manier sport aanbieden aan iedereen die dat wil en kan. Het imago is daarbij erg belangrijk. Het is voor de sportbonden ook belangrijk dat iedereen in de community elkaar scherp houdt. Verder is het belangrijk dat de verenigingen mee gaan in de tijd en niet blijven hangen in oude manieren. Een goed en standvastig bestuur is daarom belangrijk.

De NGF, de KNHB en de NSkiV maken geen onderscheid in sterke of niet sterke verenigingen. Ze maken zich breed voor de hele sport en voor alle clubs en verenigingen. De bonden gebruiken hiervoor accountmanagers die onderdeel zijn van het sportparticipatie team. Zij zorgen ervoor dat de verenigingen vrijblijvend gebruik kunnen maken van advies en ondersteuning.

De Nevobo heeft een aantal grote verenigingen, maar vooral veel kleinere verenigingen. De Nevobo heeft het afgelopen jaar ingezet op: hoe kunnen wij deze grote verenigingen dusdanig sterk maken dat zij ook een regionale rol richting de wat kleinere verenigingen oppakken? De verwachtingen van grotere verenigingen liggen dus wel hoger dan bij kleinere verenigingen. De Nevobo probeert ook meer in een adviserende rol de verenigingen te inspireren om te blijven ontwikkelen.

De verwachting van de sportbonden naar de verenigingen is in de loop der jaren wel degelijk veranderd. De Nevobo zet meer in op grote verenigingen en op verenigingen waar lokaal veel energie aanwezig is. De Nevobo probeert daarnaast de verenigingen te ondersteunen richting de toekomst. Zo hebben ze bijvoorbeeld een gegevensanalyse gedaan om te kijken naar het inwonersaantal per gebied in 2040. Er zijn bepaalde gebieden waar een daling van leden zal plaatsvinden en andersom. De vraag die Nevobo daarbij heeft opgesteld is: hoe kan je de verenigingen daarop voorbereiden?

KNHB zet in op het bereiken van de jeugd en dit doen zij op verschillende manieren. Zo hebben ze bijvoorbeeld het funky programma voor de jeugd. Daarnaast hebben ze bewegen voor kleuters, hierbij ligt de nadruk vooral op algemene oefeningen of activiteiten en dus nog niet echt hockey gerelateerd. Urban Hockey is een

stoerdere variant van hockey. Via Urban Hockey proberen zij de jongens en meisjes in wat moeilijkere wijken aan te spreken. De KNHB zet niet alleen in op de jeugd en heeft daarom ook kennismakingslessen voor de oudere doelgroep.

De NSkiV zet wel in op het verhogen van het aantal leden bij verenigingen, maar heeft niet het idee dat er veel uitgehaald wordt. Ze ervaren dat het lastig is om bepaalde dingen op kleine schaal goed uit te voeren. Er zijn veel verschillende kleine disciplines, waar je ook niet zomaar aan mee kunt doen. Dit maakt het lastig om een jeugdprogramma op te stellen.

De Nevobo en de NGF zetten in op het verhogen van het jeugdleden aantal, maar vinden het ook belangrijk dat de kwaliteit goed is. De juiste mensen op de juiste plekken zodat het ook aantrekkelijk is om te gaan volleyballen of golfen. Zo hopen ze dat als de kwaliteit goed is, mensen vanzelf naar de verenigingen komen. Daarnaast hebben ze uiteraard ook nog sportstimuleringsactiviteiten. Zo heeft de Nevobo bijvoorbeeld de Join Volleybal Tour. Dit zijn allerlei volleybal kennismakingsactiviteiten voor de jeugd toerend door Nederland.

35 Relatie tussen de bond en de vereniging

De NGF probeert via een jaarlijks congres, de nieuwsbrieven, tijdschriften en met persoonlijk contact de verenigingen aan te sturen. Daarnaast stelt de NGF-richtlijnen op en bepalen zij binnen de golfwereld de regels. Ze geven de clubs ook altijd advies over hoe bepaalde zaken het best geregeld kunnen worden. Naast de accountmanagers die verantwoordelijk zijn voor het contact met de verenigingen, maakt de KNHB ook gebruik van de sturing via nieuwsbrieven en de website. De KNHB probeert de verenigingen niet direct van boven af aan te sturen, maar probeert een netwerkgerichte organisatie te zijn. Verenigingen aan elkaar binden, maar ook met de partners binden is hierbij een belangrijk aspect.

De NSkiV zet in op het faciliteren van bepaalde dingen voor de verenigingen. Daarnaast adviseren ze de verenigingen bepaalde dingen te doen. Zo zijn ze bezig met het organiseren van een project dat ervoor moet zorgen dat de drempel om iets te organiseren lager wordt. Uiteindelijk is het niet de bedoeling dat de sportbond alles organiseert, maar dat de verenigingen steeds meer zelf dingen kunnen oppakken.

De Nevobo heeft minimaal twee keer per jaar een regionale bijeenkomst. Verder is er jaarlijks één nationaal volleybal congres. Daarnaast is de Nevobo vooral actief op de wat kleiner netwerkbijeenkomsten die in elke regio plaatsvinden. Naast de bijeenkomsten maakt de Nevobo ook veel gebruik van het werven in

informatievoorzieningen, ze hebben een servicepunt, klantenservice en gebruiken communicatie voor dingen als de verenigingsnieuwsbrief om de clubs te bereiken en te voorzien van de juiste informatie.

De verenigingen reageren wisselend op de sturing vanuit de NSkiV. De bond probeert de verenigingen zoveel mogelijk hulp aan te bieden, maar soms heerst het idee dat wat de bond doet, te mager is. Dit verschilt heel erg per vereniging. De grotere verenigingen reageren over het algemeen negatiever op de sturing omdat zij vaak het gevoel hebben dat zij het zelf allemaal kunnen.

De clubs reageren veelal positief op de sturing van de bond en de lijnen tussen de clubs en de bond zijn klein. Echter heeft de NGF ook het probleem dat er veel commerciële verenigingen zijn die vooral op de winst zitten en niet op de juiste introductie van de sport. Deze clubs worden alsnog benaderd door de NGF om de

richtlijnen op te volgen, maar leggen hier geen druk op.

De meeste verenigingen reageren positief op de sturing van de KNHB. De KNHB hoopt dat uiteindelijk zoveel mogelijk verenigingen zelfstandig kunnen werken, mits dit op de juiste manier gaat. Toch zijn er verenigingen waar vaker dingen gebeuren. Die verenigingen hebben moeite om mee te gaan in de ontwikkelingen en luisteren minder goed naar de sturing. De KNHB probeert veel in gesprek te gaan met deze verenigingen om hieruit te komen.

Een goed voorbeeld van een vereniging die veel doet met de sturing van de bond is GC de Gelpenberg in Drenthe. Een redelijke klein club dat de afgelopen jaren maandelijks een vergadering heeft gehad met een van de accountmanagers om ze te helpen. Door in overleg een aantal veranderingen te maken zijn er de afgelopen jaren bijna 200 nieuwe leden gekomen in een dunbevolkt gebied. Dit soort verhalen worden door de NGF gebruikt om andere clubs te laten zien op wat manier het ook kan en wat de gevolgen daarvan zijn.

In het verleden was de afstand tussen de verenigingen en de sportbond relatief groot. In de afgelopen jaren is hier een positieve verschuiving in geweest. De Nevobo is een meer dienstverlenende organisatie i.p.v. een aanbod & vraaggerichte organisatie. Het is volgens de Nevobo ook erg belangrijk dat iedereen weet wie de bond is en uit welke mensen het bestaat, zo krijgen de verenigingen een beter beeld over met wie zij te maken hebben.

36 6.5 BOUWSTENEN

 De NskiV organiseert het NKschoolteams om de jeugd het tegen elkaar te laten opnemen;

 Niet alleen de mensen die de sport beoefenen worden betrokken, eigenlijk iedereen die bij de sport betrokken is moet worden meegenomen worden in de doelen van de bond;

 De Nevobo zet meer in op sterke verenigingen dan minder sterke verenigingen. Zo kunnen de sterke verenigingen ook minder sterke verenigingen helpen en aansturen;

 Verhalen van kleine of grote succesvolle verenigingen delen met andere verenigingen of betrokken partijen kan van invloed zijn op deze verenigingen;

 De meerderheid van de sportbonden maakt gebruik van accountmanagers. Deze zijn verantwoordelijk voor een deel van de organisatie zoals bijvoorbeeld jeugd of verenigingsondersteuning. Zij hebben veel contact met verenigingen;

 Verhalen gebruiken van bijzondere dingen, zoals een kleine vereniging die veel leden aantrekt. Dit kan ook voor Optimist on Tour gebruikt worden;

 Platformbijeenkomsten is een goed initiatief om verschillende groepen van ongeveer hetzelfde activiteiten aanbod bij elkaar te laten komen en te vergaderen;

 Voor de Nevobo is het belangrijk dat er een ondernemende volleybalgemeenschap is, dus ondernemende verenigingen die hun voorbeeldpositie innemen in hun dorp of stad;

37

7. CONCLUSIE EN ADVIES

Dit hoofdstuk bevat de conclusies, adviezen en de vervolgmogelijkheden aan het Watersportverbond. De adviezen zijn allen geformuleerd op basis van de bouwstenen van voorgaande hoofdstukken en in goed overleg met een aantal medewerkers van het Watersportverbond. Paragraaf 7.1 geeft de conclusie weer, in paragraaf 7.2 staan de adviezen en in paragraaf 7.3 worden de vervolgmogelijkheden besproken.

7.1 CONCLUSIE