• No results found

Deelvraag 6. Activeert gangstarap in tegenstelling tot old skool meer negatieve verantwoordelijkheid stereotypen over mensen met en donkere huidskleur?

5.2 Resultaten individuele ANOVA’s en ANCOVA’s

In dit deel worden de deelvragen behandeld. Ook wordt er kort uitgeweken naar mogelijke effecten van de covarianties ‘kennis’ en ‘afkomst’. Op deze factoren wordt niet direct gericht in dit onderzoek alleen kunnen ze wel degelijk van belang zijn. Vandaar dat ze meegenomen worden. Het controleren voor ‘kennis’ is van belang aangezien een verschil tussen twee categorieën zich alleen zal doen gelden bij een onderzoek als deze wanneer de respondenten deze categorieën uit elkaar kunnen houden. ‘Afkomst’ is ook een interessant gegeven aangezien er zo kan worden nagegaan of de old skool en gangstarap anders worden beleeft door mensen met een donkere huidskleur dan blanke mensen. In eerste instantie wordt er nagegaan of de covarianties ‘kennis’ en ‘afkomst’ überhaupt significant gerelateerd zijn aan de scores die er worden gegeven. Vervolgens wordt er nagegaan of het eventuele effect van het blootstellen aan een audiomixtape significant veranderd wordt wanneer er

gecontroleerd wordt voor ‘kennis’ en ‘afkomst’.

Deelvraag 1. Activeert gangstarap in tegenstelling tot old skool meer negatieve VM rap attituden op de RAP schaal?

H0= er is geen verschil en H1= gangstarap activeert meer negatieve rap attituden op de RAP schaal dan old skool

De gemiddelde violent & misogenist score voor de gangstarap groep is 3.456, die voor de old skool groep is 3.493 en die voor de controlegroep is 3.468. Er moet worden opgelet dat de scores wat betreft waardering tegengesteld gemeten zijn. Dus

1= helemaal mee eens en 7= helemaal mee oneens. Dit wil zeggen dat des te lager de score des te hoger men het negatieve violent en misogenist aspect van de

muziekstroming inschat. De gemiddelden liggen erg dicht bij elkaar. Gezien het gemiddelde kan er worden opgemaakt dan gangstarap maar een klein beetje meer violent & misogenist wordt ingeschat dan de controlegroep en dat de controlegroep maar iets meer violent en misogenist wordt ingeschat dan de old skool groep.

Er blijkt geen significant verschil te zijn tussen gangstarap en old skool dus de hypothese klopt niet. H1 moet worden verworpen. Er was geen significant effect van het blootstellen aan een audioclip op de violent & misogenist score die er werd gegeven. Want, F(2,92) =.011. p >.05. met een partial eta squared effectsize van Np2=.000. Deze effectsize houdt in dat 0,0% van de variantie voor de verschillende violent & misogenist scores kunnen worden verklaard aan de hand van de primaire onafhankelijke variabele audiomixtape. Het maakt dus niets uit aan welke audioclip een persoon werd blootgesteld voor de uiteindelijke violent & misogenist score die er werd gegeven.

De covarianties afkomst en kennis zijn zelf niet significant gerelateerd aan de violent & misogenist score die werd gegeven na het blootstellen aan de

audiomixtapes. De covariantie kennis geeft namelijk F(1,91)=.669, p>.05 en een Np2 van slechts .007. De covariantie afkomst geeft F(1,91)=1.046, p>.05. en een Np2 van .011. Dit betekent dus dat de covarianties afkomst en kennis nauwelijks effect hebben op de violent & misogenist scores die gegeven zijn. Maar 0,7% en 1.1% van de totale variantie van de violent & misogenist scores kan namelijk verklaard worden aan de hand van afkomst en kennis

Na het controleren voor afkomst en kennis is er ook nog steeds geen sprake van een significant effect van de audiomixtape op de violent & misogenist score die uiteindelijk gegeven werd in de enquête. Want het toevoegen van afkomst en kennis als covarianties aan de eerder uitgevoerde ANOVA, geeft voor het effect van

audiomixtape op de violent & misogenist score; F(2,90)=.014, p>.05 met een Np2 van .000. 0,0 % van de totale variantie in de data kan dus verklaard worden aan de hand van het blootstellen aan de specifieke audiomixtape terwijl er gecontroleerd wordt

voor afkomst en kennis. Dit was ook al het geval toen er nog niet gecontroleerd werd voor afkomst en kennis.

Deelvraag 2. Activeert old skool in tegenstelling tot gangstarap meer positieve EMP rap attituden op de RAP schaal?

H0= er is geen verschil en H1= gangstarap activeert meer negatieve rap attituden op de RAP schaal dan old skool

De gemiddelde empowerement score voor de gangstarap groep is 3.49, die voor de old skool groep is 2.89 en die voor de controlegroep is 3.47. Er moet worden opgelet dat de scores wat betreft waardering ook hier tegengesteld gemeten zijn. Dit wil zeggen dat des te lager de score des te hoger men het empowerement aspect van de muziekstroming waardeert. Om aan de aanname van normaal verdeelde data te voldoen heeft er een log- transformatie van de data plaatsgevonden wat de gemiddelden veranderde naar 0.532 voor de gangstarap groep, 0.447 voor de old skool groep en 0.523 voor de controlegroep.

Er was een significant effect van het blootstellen aan een audioclip op de empowerement score die er werd gegeven. F(2,92) =5.08, p=.015 <.05. met een Np2=.099. 9,9% van de variantie in de empowerement data kan dus verklaard worden aan de hand van de primaire gemanipuleerde variabele audiomixtape. ` Via een Bonferroni correctie Post Hoc test kan er worden waargenomen dat het verschil tussen old skool en gangstarap significant is, evenals het verschil tussen old skool en de controlegroep. Het verschil tussen de gangstarap groep en de

controlegroep is niet significant. De H0 hypothese kan worden verworpen en de verwachte H1 hypothese kan worden aangenomen. Old skool activeert in tegenstelling tot gangstarap meer positieve rap attitude als het gaat om het empowerement aspect van de muziekstroming.

De covarianties afkomst en kennis zijn zelf niet significant gerelateerd aan de empowerment score die werd gegeven na het blootstellen aan de audiomixtapes. De

covariantie kennis geeft namelijk F(1,91)=.193, p>.05 en een Np2 van slechts .002. De covariantie afkomst geeft F(1,91)=.124, p>.05. en een Np2 van slechts .001.

Dit betekent dus dat de covarianties afkomst en kennis nauwelijks effect hebben, namelijk 0,2% en 0.1%, op de empowerment score die werd gegeven door de respondenten na het blootgesteld worden aan de audiomixtape. Het is dus ook niet vreemd om te merken dat het effect van audiomixtape op empowerment score zo goed als onveranderd blijft vergeleken met toen er nog niet gecontroleerd werd voor

afkomst en kennis.

Na het controleren voor afkomst en kennis is er namelijk nog steeds sprake van een significant effect van de audiomixtape op de empowerment score die uiteindelijk gegeven werd aan de muziek. Want, F(2,90)=4.955, p=.009.*<.05. sig, met een Np2 van .099. 9,9 % van de totale variantie in de data kan dus verklaard worden aan de hand van het blootstellen aan de specifieke audiomixtape terwijl er gecontroleerd wordt voor afkomst en kennis. Dit was ook al het geval toen er nog niet gecontroleerd werd voor afkomst en kennis.

Via de Bonferroni correctie Post Hoc test kan er worden waargenomen dat vooralsnog het verschil tussen old skool en gangstarap significant is, evenals het verschil tussen old skool en de controlegroep. Het verschil tussen de gangstarap groep en de controlegroep is niet significant

Deelvraag 3. Activeert gangstarap in tegenstelling tot old skool meer negatieve attituden over rap lyrics?

H0= er is geen verschil en H1= gangstarap activeert meer negatieve attituden over rapsongteksen dan old skool

De gemiddelde rap lyrics scores liggen voor alle drie de condities dicht bij elkaar. Voor de Gangstarap groep is dit 5.116, voor de Old skool groep 5.297 en voor de controlegroep is dit 4.818. Hoewel de gemiddelden iets uit elkaar liggen in de verwachte richting, blijkt er geen significant verschil te zijn tussen de drie groepen.

De hypothese klopt dus niet en H1 moet worden verworpen. Want, F(2,92)= 1.406, p>.05 en een Np2 van .030

De covarianties afkomst en kennis zijn zelf niet significant gerelateerd aan de rap lyrics score die werd gegeven na het blootstellen aan de audiomixtapes. De

covariantie kennis geeft namelijk F(1,91)=.848, p>.05 en een Np2 van slechts .009. De covariantie afkomst geeft F(1,91)=1.423, p>.05. en een Np2 van slechts .003. Dit betekent dus dat de covarianties afkomst en kennis nauwelijks effect hebben, namelijk 0,9% en 0.3%, op de rap lyrics score die werd gegeven door de

respondenten na het blootgesteld worden aan de audiomixtape. Het is dus ook niet vreemd om te merken dat het effect van audiomixtape op de rap lyrics score zo goed als onveranderd blijft vergeleken met toen er nog niet gecontroleerd werd voor afkomst en kennis.

Na het controleren voor afkomst en kennis is er ook nog geen steeds sprake van een significant effect van de audiomixtape op de rap lyrics score die uiteindelijk gegeven werd in de enquête. Want het toevoegen van afkomst en kennis als covarianties aan de eerder uitgevoerde ANOVA, geeft voor het effect van audiomixtape op rap lyrics score, F(2,90)=1.475, p>05 en een Np2 van .032. 3,2 % van de totale variantie in de data kan dus verklaard worden aan de hand van het blootstellen aan de specifieke audiomixtape terwijl er gecontroleerd wordt voor afkomst en kennis. Dit was eerst 3% toen er nog niet gecontroleerd werd voor afkomst en kennis. Dit is alleen nog steeds niet significant.

Deelvraag 4. Activeert old skool in tegenstelling tot gangstarap tot meer positieve competence attituden over rappers?

H0= er is geen verschil en H1= Old skool activeert meer positieve competence attituden over rappers dan gangstarap

De gemiddelde van de drie experimentele condities liggen dicht bij elkaar, alleen niet in de te verwachten richting. De gemiddelde score voor de gangstarap groep is 3.140, die van de old skool groep is 3.204 en die van de controle groep is 3.293. Er werd verwacht dat de old skool groep hoger zou scoren dan de gangstarap groep. Op basis van de gemiddelde kunnen we zien dat dit in ieder geval niet het geval is (denk erom dat 1 ook hier de hoogste score is). De ANOVA is dan ook niet significant met F(2,92)=.249. p>.05. en een Np2 van .005 en H0 kan dus worden aangenomen.

De covarianties afkomst en kennis zijn zelf niet significant gerelateerd aan de competence score die werd gegeven na het blootstellen aan de audiomixtapes. De verdeling van de covariantie kennis op de competence score geeft namelijk F(1,91)=3.495, p>.05 en een Np2 van .037. De covariantie afkomst geeft F(1,91)=1,245, p>.05. en een Np2 van .013.

Dit betekent dus dat de covarianties afkomst en kennis niet significant effect hebben op de competence score die werd gegeven door de respondenten na het blootgesteld worden aan de audiomixtape. Het is dan ook te verwachten dat het effect van audiomixtape op de competence ook nauwelijks zal veranderen vergeleken met toen er nog niet gecontroleerd werd voor afkomst en kennis.

Na het controleren voor afkomst en kennis is er inderdaad nog geen steeds sprake van een significant effect van de audiomixtape op de competence score die uiteindelijk gegeven werd in de enquête. Want het toevoegen van afkomst en kennis als covarianties aan de eerder uitgevoerde ANOVA, geeft voor het effect van audiomixtape op de competence score, F(2,90)=.477, p>05 en een Np2 van .010. Slechts 1 % van de totale variantie in de data kan dus verklaard worden aan de hand van het blootstellen aan de specifieke audiomixtape terwijl er gecontroleerd wordt voor afkomst en kennis. Dit was eerst 0,5% toen er nog niet gecontroleerd werd voor afkomst en kennis. Deze net hogere effectsize zorgt er dus niet voor dat het effect van audiomixtape op de competence score wel significant wordt.

Deelvraag 5. Activeert gangstarap in tegenstelling tot old skool tot meer positieve warmth attituden over rappers?

H0= er is geen verschil en H1= Old skool activeert meer positieve competence attituden over rappers dan gangstarap

De gemiddelden voor de warmte score voor de drie experimentele conditie liggen erg dicht op elkaar. voor de gangstarap groep is het gemiddelde 3.667, de old skool groep is 3.699 en voor de controlegroep is het 3.798. Hoewel de gemiddelde van elkaar verschillen in de verwachte richting blijkt er geen significant verschil te zijn tussen de condities. De hypothese klopt dus niet en H0 moet worden aangenomen met F(2,92)=.195 p>.05. Np2=.004

De covarianties afkomst en kennis zijn zelf niet significant gerelateerd aan de warmth score die werd gegeven na het blootstellen aan de audiomixtapes. De

verdeling van de covariantie kennis op de warmth score geeft namelijk F(1,91)=2.029, p>.05 en een Np2 van .022. De covariantie afkomst geeft F(1,91)=.594 , p>.05. en een Np2 van .006.

Na het controleren voor afkomst en kennis is er nog geen steeds sprake van een significant effect van de audiomixtape op de warmth score die uiteindelijk gegeven werd in de enquête. Het toevoegen van afkomst en kennis als covarianties aan de eerder uitgevoerde ANOVA, geeft voor het effect van audiomixtape op de warmth score, F(2,90)=.321, p>05 en een Np2 van .007. Slechts 0.7% van de totale variantie in de warmth data kan dus verklaard worden aan de hand van het

blootstellen aan de specifieke audiomixtape terwijl er gecontroleerd wordt voor afkomst en kennis. Dit was eerst 0,4% toen er nog niet gecontroleerd werd voor afkomst en kennis. Deze net hogere effectsize zorgt er dus niet voor dat het effect van audiomixtape op de warmth score wel significant wordt.

Deelvraag 6. Activeert gangstarap in tegenstelling tot old skool meer negatieve