• No results found

Resultaten van de enquête met betrekking tot de projectinrichting

5 Resultaten

5.3 Resultaten van de enquête met betrekking tot de projectinrichting

De risico’s voor het project waren

duidelijk en benoemd. Total

Waar Onwaar Weet ik niet Waar

Projecttype Externe projecten Count 17 21 1 39

% within Projecttype 43,6% 53,8% 2,6% 100,0%

Interne projecten Count 2 18 4 24

% within Projecttype 8,3% 75,0% 16,7% 100,0%

Total Count 19 39 5 63

% within Projecttype 30,2% 61,9% 7,9% 100,0%

Pearson chikwadraattoets: p=0.004 *

Voor dit deel van de enquête is de respondenten totaal negen stellingen met betrekking tot de projectopdracht voorgelegd. Hiervan is voor vijf stellingen een significatie verschil gevonden voor interne en externe projecten. Deze vijf zijn hiervoor beschreven en toegelicht. Tabel 19 geeft voor alle stellingen weer of er sprake is van en significant verschil. Op basis van deze uitkomst kan gesproken worden van een significant verschil tussen de projectopdracht van interne en externe projecten.

Tabel 19

Stellingen voor projectopdracht met significante verschillen in de beantwoording

5.3 Resultaten van de enquête met betrekking tot de projectinrichting

Aan de respondenten is gevraagd om stellingen over de projectinrichting van interne en externe projecten te beantwoorden. De antwoordmogelijkheid bestond uit waar, onwaar of ‘weet ik niet’. Op basis van een selectievraag met welk projecttype de respondent ervaring had, kregen de respondenten de vervolgvragen aangeboden, waarbij respondenten met

Stelling Significant

verschil

De doelstelling van het project was duidelijk en benoemd. Ja

Het (globale) projectresultaat was duidelijk en benoemd. Ja

Hoe het projectresultaat bijdraagt aan de projectdoelstelling was duidelijk en benoemd. Nee

De acceptatiecriteria voor het projectresultaat waren duidelijk en benoemd. Nee

De scope en randvoorwaarden voor het project waren duidelijk en benoemd. Ja

De context en aanleiding van het project waren duidelijk en benoemd. Nee

De toleranties voor het project waren duidelijk en benoemd. Ja

De risico’s voor het project waren duidelijk en benoemd. Ja

ervaring met enkel interne projecten enkel vragen over interne projecten kregen. Omgekeerd voor respondenten met enkel ervaring met externe projecten. Respondenten met ervaring in beide type projecten kregen zowel vragen over interne als externe projecten. Om de

verschillen tussen de projectinrichting van interne en externe projecten zichtbaar te maken, zijn de antwoorden door middel van kruistabellen weergegeven. Daarnaast is op basis van de Pearson chikwadraattoets de significantie van deze verschillen bepaald. Het

significantieniveau van de toets (p) staat onder de kruistabel weergegeven. Als deze kleiner is dan 0.050 dan is het verschil significant met een betrouwbaarheid van 95%. De stellingen met een significant verschil tussen externe en interne projecten worden hieronder beschreven. De stellingen zijn onderverdeeld in stellingen over projectteam, projectmanagement methode, projectdocumenten, projectfasering en projectbeheersing. Kruistabellen van alle stellingen zijn opgenomen als bijlage.

Met betrekking tot projectteam zijn vijf stellingen voorgelegd. Alleen de stelling met betrekking tot voorrang bij resources voor andere interne projecten laat een significant verschil zien. Tabel 20 laat zien dat dit slechts voor 2,6% van de externe projecten het geval is tegen 25,0% van de interne projecten. Hiermee lijkt het dat interne projecten vaker met interne projecten concurreren om resources dan externe projecten. Dit is kenmerkend voor interne projecten in een multi-project perspectief (Payne, 1995). Er is ook een groot aantal respondenten van 28,6% dat geen antwoord kan geven op deze stelling.

Tabel 20

Kruistabel voor interne en externe projecten op basis van de stelling: ‘Andere interne projecten kregen voorrang met betrekking tot resources.’

Andere interne projecten kregen

voorrang met betrekking tot resources. Total

Waar Onwaar Weet ik niet Waar

Projecttype Extern project Count 1 24 14 39

% within Projecttype 2,6% 61,5% 35,9% 100,0%

Intern project Count 6 14 4 24

% within Projecttype 25,0% 58,3% 16,7% 100,0%

Total Count 7 38 18 63

% within Projecttype 11,1% 60,3% 28,6% 100,0%

Pearson chikwadraattoets: p=0.013 *

Over de projectmanagement methode zijn twee stellingen opgenomen. Tabel 21 laat een duidelijk significant verschil zien tussen interne en externe projecten voor de stelling of het

project ingericht en uitgevoerd is volgens een specifieke projectmanagement methode. Voor externe projecten beantwoord 76,9% van de respondenten dit met waar terwijl voor interne projecten hier slechts 29,2% met waar op wordt geantwoord. Voor interne projecten wordt duidelijk minder vaak een project ingericht en uitgevoerd volgens een specifieke

projectmanagement methode. Externe projecten worden juist overwegend ingericht en uitgevoerd volgens een specifieke projectmanagement methode. Omdat interne projecten altijd betrekking hebben op dezelfde organisatie zou hier verwacht worden dat bij interne projecten vaker een specifieke projectmanagement methode gehanteerd zou worden bij de projecten. De tweede stelling met betrekking op de projectmanagement methode betreft of er vastgelegd is of een specifieke projectmanagement methode gehanteerd dient te worden. Hier is geen significant verschil te onderkennen en de kruistabel is opgenomen als bijlage. In ongeveer 40% van de gevallen is dit voor externe projecten vastgelegd en voor ongeveer 20% van de gevallen voor interne projecten. Deze uitkomsten samen geven een beeld dat bij interne projecten weinig is vastgelegd over de projectmanagement methode en ook beperkt toegepast wordt. Bij externe projecten daarentegen is meer vastgelegd over de

projectmanagement methode en wordt deze echter in 76,9% van de projecten toegepast.

Tabel 21

Kruistabel voor interne en externe projecten op basis van de stelling:

‘Het project was ingericht en uitgevoerd volgens een specifieke projectmanagement methode.’

Het project was ingericht en uitgevoerd volgens een specifieke

projectmanagement methode. Total

Waar Onwaar Weet ik niet Waar

Projecttype Extern project Count 30 9 0 39

% within Projecttype 76,9% 23,1% ,0% 100,0%

Intern project Count 7 15 2 24

% within Projecttype 29,2% 62,5% 8,3% 100,0%

Total Count 37 24 2 63

% within Projecttype 58,7% 38,1% 3,2% 100,0%

Pearson chikwadraattoets: p=0.001 *

Over projectdocumenten zijn zes stellingen opgenomen, waarvan twee significante

verschillen tonen. Deze verschillen hebben betrekking op het opstellen van een projectplan en een evaluatie. Tabel 22 geeft de kruistabel weer of er voor het project een projectplan is opgesteld. Voor externe projecten is dit in 87,2% van de projecten waar en voor interne projecten voor 58,3% van de projecten. Overwegend wordt er voor projecten in 76,2% van de gevallen een projectplan opgesteld. Tabel 23 laat zien dat voor externe projecten er

overwegend wel een evaluatie opgesteld wordt met 74,4% en met 37,5% ruim minder voor interne projecten. De projectplanning wordt in 92,1% van de gevallen opgesteld voor een project en lijkt voor projecten zonder projectplan dit te vervangen.

Tabel 22

Kruistabel voor interne en externe projecten op basis van de stelling: ‘Voor het project is een projectplan opgesteld.’

Voor het project is een projectplan

opgesteld. Total

Waar Onwaar Weet ik niet Waar

Projecttype Extern project Count 34 5 0 39

% within Projecttype 87,2% 12,8% ,0% 100,0%

Intern project Count 14 8 2 24

% within Projecttype 58,3% 33,3% 8,3% 100,0%

Total Count 48 13 2 63

% within Projecttype 76,2% 20,6% 3,2% 100,0%

Pearson chikwadraattoets: p=0.019 *

Tabel 23

Kruistabel voor interne en externe projecten op basis van de stelling: ‘Voor het project is een evaluatie opgesteld.’

Voor het project is een evaluatie

opgesteld. Total

Waar Onwaar Weet ik niet Waar

Projecttype Extern project Count 29 9 1 39

% within Projecttype 74,4% 23,1% 2,6% 100,0%

Intern project Count 9 10 5 24

% within Projecttype 37,5% 41,7% 20,8% 100,0%

Total Count 38 19 6 63

% within Projecttype 60,3% 30,2% 9,5% 100,0%

Pearson chikwadraattoets: p=0.006 *

Voor de projectfasering is een significant verschil gevonden in de definitie van de

projectfasering. Tabel 24 geeft weer dat in 84,6% van de externe projecten vooraf duidelijk een projectfasering is gedefinieerd. Voor interne projecten is dit minder met 50,0% van de projecten. Dit betekent dat in ongeveer de helft van de interne projecten geen projectfasering of gaandeweg het project nog een projectfasering opgezet wordt. Dit is overeenkomstig de aandachtsgebieden die de foutkans verhogen (Elonen en Artto, 2003).

Tabel 24

Kruistabel voor interne en externe projecten op basis van de stelling: ‘Er was vooraf een duidelijke projectfasering gedefinieerd.’

Er was vooraf een duidelijke

projectfasering gedefinieerd. Total

Waar Onwaar Weet ik niet Waar

Projecttype Extern project Count 33 6 0 39

% within Projecttype 84,6% 15,4% ,0% 100,0%

Intern project Count 12 9 3 24

% within Projecttype 50,0% 37,5% 12,5% 100,0%

Total Count 45 15 3 63

% within Projecttype 71,4% 23,8% 4,8% 100,0%

Pearson chikwadraattoets: p=0.005 *

Voor projectbeheersing is voor geen van de stellingen een significant verschil gevonden tussen interne en externe projecten. In 81,0% van de gevallen is er sprake van een duidelijke beheerscyclus. Risicoregisters worden slechts in 36,5% van de gevallen bijgehouden en aandachtspuntenregisters in 42,9% van de gevallen. Voortgangsrapportage vindt overwegend wel plaats in 88,9% van de projecten.

Voor dit deel van de enquête is de respondenten totaal negentien stellingen over vijf onderwerpen met betrekking tot de projectinrichting voorgelegd. Hiervan is voor vijf

stellingen een significatie verschil gevonden binnen vier onderwerpen. Deze vijf zijn hiervoor beschreven en toegelicht. De significante verschillen zijn gevonden voor de onderwerpen projectteam, projectmanagementmethode, projectdocumenten en projectfasering. Voor het onderwerp projectbeheersing is geen significant verschil gevonden.

Tabel 25 geeft gegroepeerd per onderwerp voor alle stellingen weer of er sprake is van en significant verschil. De verschillen zijn gevonden voor vier van de vijf onderwerpen en hebben daarmee betrekking op een groot deel van de projectinrichting. Daarom is er sprake van een duidelijk verschil tussen de projectinrichting van interne en externe projecten.

Tabel 25

Stellingen voor projectinrichting in vijf onderwerpen met significante verschillen in de beantwoording

Stelling Significant

verschil Projectteam

Alle leden van het projectteam handelden conform hun verantwoordelijkheden zoals deze voor het project afgesproken en/of vastgelegd waren.

Nee

Er was sprake van voldoende commitment van het hogere management van de opdrachtgever. Nee

Er was een duidelijk verschil in project- en lijnverantwoordelijkheid. Nee

Andere interne projecten kregen voorrang met betrekking tot resources. Ja

Andere externe projecten kregen voorrang met betrekking tot resources. Nee

Projectmanagement methode

Het project was ingericht en uitgevoerd volgens een specifieke projectmanagement methode. Ja

Er was vastgelegd welke projectmanagement methode gebruikt diende te worden. Nee

Projectdocumenten

Voor het project is een projectplan opgesteld. Ja

Voor het project is een projectplanning opgesteld. Nee

Voor het project is een product decompositie structuur (PDS) opgesteld. Nee

Voor het project is een work breakdown stucture (WBS) opgesteld. Nee

Voor het project is een evaluatie opgesteld. Ja

Naar aanleiding van het project zijn leerpunten vastgesteld. Nee

Projectfasering

Er was vooraf een duidelijke projectfasering gedefinieerd. Ja

De fasering is aangehouden voor het project. Nee

Projectbeheersing

Er was sprake van een duidelijke beheerscyclus. (plannen, uitvoeren, controleren, bijsturen) Nee

Er is een risicoregister/logboek opgesteld en bijgehouden. Nee

Er is een aandachtspuntenregister/logboek opgesteld en bijgehouden. Nee