• No results found

Resultaten en producten Resultaten

3 Evaluatie en aanbevelingen

3.4 Resultaten en producten Resultaten

Een eerste doel van het LMB was om veranderingen in de bodemkwaliteit door accumulatie van stoffen in de tijd aan te kunnen geven. In de loop der jaren is het LMB ook voor andere doelen gebruikt en heeft het bijdragen geleverd aan de kennisontwikkeling op een breder gebied van bodemkwaliteit. Uitgaande van het eerste doel, vaststelling van verandering in de bodemkwaliteit, blijkt dat

na analyse van de tweede meetronde nog geen significante verschillen zichtbaar zijn. Om te toetsen in hoeverre de beleidsmaatregelen effectief zijn voor de verminderde diffuse belasting moeten andere onderdelen van de stofstromen in beeld worden gebracht (uitstoot, depositie, uitspoeling,

bedrijfsbalans). Op die manier kan de conclusie (waarneming) over het al dan niet accumuleren in de bodem worden onderbouwd. Daarnaast zal over langere periodes gemeten moeten worden, om stoffen te kunnen volgen met een trage accumulatie. Het voorbeeld in Figuur 2.1 laat zien dat door de

spreiding in de waarnemingen ook foutieve conclusies kunnen worden getrokken uit te korte tijdreeksen.

Figuur 2.1: Hypothetische trend van een concentratie in de tijd. De punten geven de individuele waarnemingen weer, de blauwe rechthoek geeft de trend en variatie weer (Blum et al., 2008).

Figuur 2.1 geeft een hypothetisch voorbeeld van een stijgende trend en de daaraan gerelateerde spreiding bij monitoring van een parameter door de tijd. Op basis van de resultaten van de eerste twee meetpunten kan geconcludeerd worden dat er sprake is van een dalende trend (groene pijl). Echter deze waarneming valt nog binnen de totale spreiding van de stijgende trend (blauwe pijl met rechthoek). Als men uitspraken wil doen over veranderingen in het milieu dan zal men ook rekening moeten houden met de tijdschalen waarop deze veranderingen plaatsvinden. Te kleine tijdschalen (de eerste twee punten) kunnen een verkeerd beeld geven van de op grotere tijdschalen plaatsvindende verandering. Van het LMB zijn nu twee (in 2010 drie) meetrondes voltooid. Verwacht wordt dat na enige rondes een betrouwbare uitspraak gedaan kan worden of er sprake is van een trend in stofgehalten. Deze tijdspanne is niet voor iedere stof gelijk.

Voorlopig is de boodschap uit het LMB-2 positief: de algemene (chemische) bodemkwaliteit in Nederland is niet aantoonbaar verslechterd. De trendanalyse van de meetgegevens van de organische contaminanten (PAK, PCB, bestrijdingsmiddelen) is pas na 2010 mogelijk, deze stoffen worden alleen tijdens de oneven meetrondes gemeten.

Producten

Het LMB heeft direct (rapportages over de eerste en tweede meetronde) en vooral ook indirect (diverse publicaties van BoBI en Alterra) bijgedragen aan een groot aantal rapporten en publicaties, zie hiervoor de referentielijst in de bijlage. Toch is de zichtbaarheid van het LMB beperkt gebleven. Dit heeft te maken met de positie van het LMB in de ontwikkeling van kennis en beleid. Het LMB wordt gebruikt als basis in studies ter onderbouwing van het bodembeleid en is daardoor niet direct meer als eigen resultaat zichtbaar.

Om de rol van het LMB in het ontstaan van beleid inzichtelijk te maken is het van belang om de weg die kennis aflegt, voordat het door het beleid wordt geïmplementeerd, te begrijpen. Omdat de gegevens

uit het LMB aan de basis staan van andere studies op een hoger integrerend niveau, zijn de basisgegevens vanuit beleidsperspectief meestal niet zichtbaar. Figuur 2.2 illustreert dit.

Figuur 2.2 : Kennisontwikkeling in de tijd. De linker pijl beschrijft een voltooid pad, de rechter pijl beschrijft een pad ‘in progress’. Tussen de verschillende paden is het mogelijk dat kennisontwikkeling in het ene pad bijdraagt aan kennisontwikkeling in het andere pad.

Figuur 2.2 toont de ontwikkeling van kennis in de tijd van zeer fundamenteel (links onder) naar

toepassing in het beleid (rechtsboven). De figuur laat zien dat fundamentele kennis de grondslag is voor toegepast en strategisch onderzoek. Het LMB genereert gegevens op het niveau van toegepast

onderzoek, links onderaan in het figuur. Vanuit de LMB-gegevens wordt nieuwe kennis ontwikkeld en toepasbaar gemaakt (toenemende gebruikswaarde) voor het beleid. Deze ontwikkeling van kennis vindt plaats in afzonderlijke, maar aan het LMB gelieerde, projecten. De producten van deze projecten vinden uiteindelijk hun toepassing binnen het beleid en zijn als zodanig ook zichtbaar voor de beleidsmaker.

De rol van het LMB binnen de kennisontwikkeling van Figuur 2.2 is meerledig;

1. het LMB levert belangrijke meetgegevens op over de toestand en trends in de bodem die bij andere onderzoeken worden gebruikt;

2. het LMB volgt een set kenmerken van de bodemkwaliteit in de tijd die als verantwoording gebruikt worden bij ontwikkeling (of uitblijven) van bodembeleid;

3. het LMB fungeert als een platform voor kennisontwikkeling over bodemkwaliteit en kennisuitwisseling tussen onderzoekers, zowel nationaal als internationaal;

4. gegevens en ervaringen uit het LMB worden gebruikt (zullen gebruikt worden) in een internationale context, bijvoorbeeld bij de verplichtingen die voortvloeien uit de Europese

Bodemstrategie en de Kaderrichtlijn Bodem. De gegevens uit het LMB kunnen ook gekoppeld worden aan gegevens van vergelijkbare meetnetten in andere landen.

De ruwe meetgegevens van het LMB, inclusief de bodembiologische gegevens zijn eenvoudig te kwantificeren en als product benoembaar. De mogelijkheden die deze schat aan gegevens biedt voor beleid, kennisuitwisseling, kennisoverdracht op nationaal en internationaal niveau is lastiger te kwantificeren of in waarde uit te drukken. Bijlage II (publicaties) geeft een overzicht van de vele studies uitgevoerd op basis van LMB en BoBI.

Om de directe zichtbaarheid en bekendheid van het LMB te vergroten, wordt aanbevolen om na ieder jaar een kort overzicht van de nieuwe resultaten te geven, mogelijk afgezet tegen voorgaande jaren. Dit korte overzicht, in de vorm van een zogenaamde factsheet (omvang 1 à 2 pagina’s) geeft de laatste stand van zaken weer. Dit geeft beleidsmakers en onderzoekers de gelegenheid om direct in te spelen op de meest actuele LMB-gegevens. Ook kunnen deze factsheets dienen als bouwstenen van het overzichtsrapport. Dit kan de doorlooptijd tussen het afronden van een meetronde en het opleveren van het overzichtsrapport over die ronde versnellen.

Ook kan het LMB aan meerwaarde winnen indien intensiever samengewerkt wordt met BoBI. Tot nu toe worden projectmanagement, databeheer en rapportages van beide projecten vaak gescheiden uitgevoerd. Door de koppeling van zowel chemische, fysische en biologische gegevens uit LMB en BoBI ontstaat een totaal beeld van de toestand van de bodem. Dit totaalbeeld geeft meer inzicht in de mogelijkheid van de bodem om ecosysteemdiensten te leveren (zie Beleidsbrief Bodem).

3.5

Relevantie en meerwaarde