• No results found

4.3.1 Epistemisch

Wanneer de hierboven beschreven beoordelingsprocedure wordt toegepast op de zinnen uit het corpus, blijkt dat er in het corpus maar één zin een zuiver epistemische inschatting bevat:

(42) Dat zal moeilijk te verteren zijn voor Blatters voormalige collega’s die in een Zwitsers cellencomplex wachten op hun gedwongen vertrek naar de Verenigde Staten.16

In geen enkele andere zin is het proces van de infinitief gelijktijdig met zullen. Dat er maar één voorkomen is van een epistemische inschatting is opmerkelijk, aangezien er in de literatuur vaak de nadruk ligt op deze gebruiksmogelijkheid.

14 zou_7 15 zouden_3 16 zal_6

35

4.3.2 Epistemisch/futurum

Na classificatie komen er 40 zinnen in de categorie epistemisch/futurum terecht. De infinitief in deze zinnen gaat nog steeds over de toekomst wanneer zullen eruit gehaald wordt. Een voorbeeld hiervan is (43):

(43) Frankrijk en zij die zijn weg volgen, moeten weten dat zij de voorname doelwitten van de Islamitische Staat blijven en dat zij de geur van de dood zullen blijven ruiken, […].17

In deze zin wordt de toekomstlezing niet alleen gedragen door zullen, maar ook door blijven dat uitdrukt dat een handeling die zich nu afspeelt zich ook in de toekomst zal manifesteren.

Zin (44) is een mooi voorbeeld van een adverbiale tijdsbepaling als drager van de toekomstinterpretatie:

(44) President Poetin liet na de aanslagen in Parijs weten dat voortaan vooral IS doelwit zal zijn van de Russische bombardementen.18

Bij het weghalen van zal zou de dat-zin zonder voortaan een situatie in het heden beschrijven, en zullen dus de enige drager van een toekomstlezing zijn: […] dat vooral IS doelwit is van de Russische bombardementen. Omdat voortaan echter specificeert dat de handelingen die erop volgen gebeuren ná het moment uitgedrukt met voortaan, blijft de zin over de toekomst gaan en heb ik het gebruik van zullen hier geclassificeerd als epistemisch/futurum.

In deze categorie zijn ook de conditionelen en andere counterfactuals ingedeeld. Deze leverden bij de classificatie de meeste problemen op, omdat het in dergelijke zinnen noch om een toekomstlezing noch om een epistemische inschatting van de spreker gaat. Enkele voorbeelden hiervan uit het corpus zijn:

(45) Als de nood aan de man is en Oranje mij nodig heeft, zal ik er vanzelfsprekend staan voor de bondscoach, mijn medespelers en de fans.19

(46) Jammer als hij weg zou gaan.20

17 zullen_7 18 zal_23 19 zal_7 20 zou_11

36 (47) Daarnaast moeten de autoriteiten ervoor zorgen dat particuliere verhuurders belasting betalen over hun inkomsten en die zouden voor maximaal 60 dagen per jaar hun woning mogen verhuren.21

In zin (47) is sprake van een hypothetical: het mogen verhuren wordt middels zouden voorgesteld als niet-werkelijk op het moment van spreken. In deze zin zou zouden echter ook opgevat kunnen worden als een markeerder voor evidentialiteit, waarbij de autoriteit indirect aan het woord wordt gelaten. Bij nadere inspectie leek er van evidentialiteit echter geen sprake. Uit de context blijkt dat het gaat om een voorstel dat de hotelbranche doet, waarmee alleen (48)a. een correcte parafrase van de zin is:

(48) a. […] en die zouden in dat geval voor maximaal 60 dagen per jaar hun woning mogen verhuren.

b. [...] en die zouden volgens de autoriteiten voor maximaal 60 dagen per jaar hun woning mogen verhuren.

4.3.3 Futurum

In 19 gevallen bleek de toekomstlezing van het werkwoord volledig te verdwijnen met het verwijderen van zullen, waarmee zullen de enige drager van de toekomstlezing van de zin is. Zin (49) is daarbij een goed voorbeeld van de verbondenheid tussen epistemische inschattingen en een futurumlezing:

(49) De Graafschap zal de ruimtes klein maken en opportunistisch spel laten zien.22

Zo lang zal in de zin staat, lijkt er ook sprake te kunnen zijn van een epistemische inschatting. Verwijderen we zal echter uit de zin, verdwijnt ook de toekomstlezing uit de zin. Ook illustreert deze zin het belang van de context: weet men niet dat de wedstrijd nog gespeeld moet worden, dan kan De Graafschap maakt de ruimtes klein en laat opportunistisch spel zien ook geïnterpreteerd worden als een voorspelling over de toekomst. In die interpretatie worden het klein maken van de ruimtes en het opportunistische spel dan gepresenteerd als karakteristieke eigenschappen van de club.

21 zouden_5 22 zal_18

37 Van de vijf voorkomens van een futurumlezing in het preteritum verdient er één bijzondere aandacht, vanwege moeite bij de analyse ervan:

(50) Hij zou vandaag campagne voeren in enkele kiesdistricten waar tussentijdse verkiezingen op stapel staan, maar dat heeft hij afgeblazen.23

Zin (50) heb ik geclassificeerd als futurum vanwege bijzin maar dat heeft hij afgeblazen. Omdat voor de spreker op het moment van spreken bekend is dat het campagne voeren niet door gaat, heb ik het onwaarschijnlijk geacht dat de spreker hier het preteritum gebruikt ter uitdrukking van een counterfactual. In dat geval was namelijk Hij zou later vandaag campagne voeren logischer zijn geweest.

4.3.4 Evidentieel

De evidentiële lezing komt alleen voor bij het preteritum van zullen. Dit is op zichzelf al een sterke aanwijzing dat tempus andersoortige afstand kan aanduiden dan alleen strikt temporele. Opvallend is verder dat alle voorkomens van zou(den) + hebben/zijn + participium een evidentiële lezing met zich mee dragen. Enkele voorbeelden hiervan zijn:

(51) De spits van Real Madrid zou zijn ploeggenoot bij de nationale ploeg onder druk hebben gezet.24

(52) Volgens de Franse zender Europe 1 zou er een nieuwe schietpartij hebben plaatsgevonden in de wijk Les Halles.25

(53) Volgens de KNVB gaat het om één of meerdere personen die zouden hebben geroepen.26

(54) Zij zouden achter de schermen hebben samengewerkt om radicalere maatregelen van tafel te houden.27

Bij de classificatie van de bleek er één voorkomen twijfelachtig:

(55) De top van het bedrijf zou de mogelijkheden deze week bespreken.28

23 zou_4 24 zou_1 25 zou_15 26 zouden_3 27 zouden_11 28 zou_28

38 De tijdsbepaling deze week suggereert een counterfactual: men had aangekondigd deze week het voorstel te bespreken, maar dit is uiteindelijk niet doorgegaan. Uit het artikel blijkt echter niet of de bespreking daadwerkelijk is afgelast. Omdat in de zin ervoor gesproken wordt over nieuws uit een andere krant, dat die krant uit ‘niet nader genoemde bronnen’ vernomen had, heb ik ervoor gekozen om deze zin als evidentieel te kenmerken. Ik ben er daarbij van uitgegaan dat men het nieuws van de bespreking uit deze bron heeft gehaald.

Een cijfermatige weergave van de resultaten ziet er als volgt uit:

Epistemisch Epistemisch/futurum Futurum Evidentieel

n n % n % n % n % Zal 27 1 3,7 18 66,7 8 29,6 - - Zullen 13 - - 7 53,8 6 46,2 - - Zou 46 - - 11 23,9 4 8,7 31 67,4 Zouden 14 - - 4 28,6 1 7,1 9 64,3 Totaal 100 1 1 40 40 19 19 40 40

Tabel 4.2: Categorieën per flexievorm van zullen

In de rest van dit hoofdstuk bespreek ik wat deze bevindingen betekenen voor de verschillende analyses van het werkwoord.