• No results found

In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek besproken. Allereerst zullen de resultaten van het kwalitatieve gedeelte (focusgroep en diepte-interviews) worden gepresenteerd, daarna volgen de resultaten van de niet beïnvloedbare succesfactoren en het kwantitatieve gedeelte (online enquête). Tot slot zal in paragraaf 4.5 een samenvatting van de belangrijkste resultaten worden gegeven.

§ 4.1 Focusgroep

Het hoofddoel van de focusgroep was het vergaren van inzichten omtrent het gebruik van corporate blogs door de doelgroep. De zes deelnemers aan de sessie zijn allen

medewerker van OOS en ervaren in het gebruik van corporate blogs. De belangrijkste bevindingen van de focusgroep sessie zijn:

Redenen van gebruik

Vaak komt het bezoek van een corporate blog voort uit een werkgerelateerd probleem. ICT’ers zoeken dan op internet naar oplossingen of meer informatie en komen op die manier op interessante blogs uit. Daarnaast volgen de deelnemers verschillende blogs om bij te blijven op hun vakgebied. Ook interesse in de werkwijze van andere bedrijven en personen vormt een reden om corporate blogs te bezoeken.

Succesfactoren

De deelnemers is gevraagd naar de factoren die van beslissend belang zijn voor het al dan niet behalen van succes met een corporate blog; de zogenaamde succesfactoren. De belangrijkste succesfactor die genoemd is kwaliteit van de artikelen op de corporate blog. De geschreven stukken moeten relevant, nieuwswaardig en prikkelend zijn en uitnodigen om de blog nogmaals te bezoeken. Daarnaast is het belangrijk dat er voldoende kwantiteit van de artikelen is. Op een blog moeten regelmatig nieuwe artikelen worden geplaatst om een lezer te laten terug keren. Als laatste succesfactor kwam naar voren dat de

vormgeving van een blog overzichtelijk en makkelijk navigeerbaar moet zijn. Vaak zijn de bezoekers actief op zoek naar een oplossing voor een probleem. Een overzichtelijke site helpt om de oplossing sneller te vinden op een blog. Een mooie lay-out is mooi meegenomen maar moet niet ten koste gaan van de overzichtelijkheid.

Reputatie

De deelnemers denken dat een corporate blog een positieve invloed heeft op de

bedrijfsreputatie. Een corporate blog geeft een beter beeld van een organisatie en zorgt ook voor ‘brand awareness’: een aantal ICT dienstverleners zijn voornamelijk bekend dankzij hun corporate blog.

Word-of-mouth

Zoekmachines zijn vaak de belangrijkste ingang om nieuwe corporate blogs te leren kennen. Daarnaast praten collega’s onderling regelmatig over blogs, websites en/of fora waar ze belangrijke werkgerelateerde zaken kunnen vinden.

§ 4.2 Diepte interviews

Naast de focusgroep zijn diepte interviews een andere methode van kwalitatief onderzoek die gebruikt is. Er zijn in totaal vijf diepte-interviews gehouden met experts en

ervaringsdeskundigen op het gebied van corporate blogs. De bevindingen van deze interviews zijn meegenomen in het construeren van de online enquête.

Redenen voor bedrijven om te beginnen met een corporate blog

De belangrijkste reden om een corporate blog te starten is het verbeteren van het bedrijfsimago. Een corporate blog is een ideaal medium om met de buitenwereld een dialoog aan te gaan en te tonen wie je bent en wat je doet. Met een corporate blog kan een bedrijf haar visie en leiderschap tonen. Een corporate blog geeft een beter beeld en een menselijk gezicht aan het bedrijf. Hierdoor is een corporate blog een goede aanvulling op een corporate website.

Voordelen van corporate blogs

Het belangrijkste voordeel is reputatieverbetering, dit kan op meerdere manieren

bewerkstelligd worden: Door kennis en visie te tonen, door de dialoog aan te gaan met de buitenwereld en door transparant over de bedrijfsvoering te zijn.

Nadelen van corporate blogs

Een corporate blog kost veel investeringen van tijd en energie. Bedrijven dienen dit te beseffen alvorens een eigen blog te beginnen. Daarnaast kan transparantie een negatief effect hebben indien men gevoelige gegevens publiceert.

Succesfactoren

De geïnterviewden is gevraagd naar de zogenaamde succesfactoren van een corporate blog. De belangrijkste succesfactoren die zijn genoemd: Kwaliteit van artikelen op het blog en voldoende kwantiteit van artikelen op het blog. Kwaliteit en kwantiteit kunnen bereikt worden door draagvlak binnen de organisatie te creëren en behouden voor een corporate blog. Ook een goede voorbereiding is zeer belangrijk.

Effect van een corporate blog op de lezer

De lezer krijgt door het bezoeken van een corporate blog een beter beeld van een

organisatie wat leidt tot een beter bedrijfsimago. Daarnaast kan een corporate blog word-of-mouth creëren over een bedrijf.

Volledige verslagen van de interviews met een interviewleidraad zijn te vinden in bijlage IV.

§ 4.3 Niet beïnvloedbare succesfactoren

Zoals in paragraaf 2.8 is vermeld heeft een bedrijf niet op alle succesfactoren directe invloed. De niet beïnvloedbare succesfactoren zullen in deze paragraaf worden besproken. De niet beïnvloedbare succesfactoren kunnen worden onder verdeeld in: organisatie, markt, doelgroep en concurrentie.

Organisatie

Ordina is een gespecialiseerde dienstverlener in Consulting, ICT en Outsourcing. Ordina Oracle Solutions (OOS) is een business unit van Ordina en is de grootste

Oracle-specialist van Nederland. Ordina wil zich positioneren als de marktleider en Thought

Leader op al haar werkgebieden; OOS wil dit zijn op Oracle gebied. Ordina onderscheidt

zich naar eigen zeggen van de concurrentie door haar positionering gekoppeld aan een vooruitziende toekomstvisie.

Markt

OOS is actief in de ICT markt. Deze kan worden getypeerd al een zeer dynamische markt waar de ontwikkelingen elkaar zeer snel opvolgen (ICT Marktmonitor 2008). De ICT branche groeide in 2007 met 7,6%, meer dan het dubbele van de economische groei in Nederland van 3%. De ICT branche kenmerkt zich door een hoge mate van innovatie en veel heterogeniteit tussen aanbieders. Deze aspecten bieden voldoende onderwerpen om over te discussiëren en publiceren middels corporate blogs.

Doelgroep

De ervaring die de doelgroep met het fenomeen blogs heeft is een belangrijke factor om rekening mee te houden (Lewis, 2007). De doelgroep van Ordina zijn (ervaren) ICT’ers in het algemeen en Oracle specialisten in het bijzonder. Deze doelgroep staat open voor nieuwe technologische ontwikkelingen en loopt voorop met het gebruik hiervan (ICT Marktmonitor 2008).

Concurrentie

Inzicht in de concurrentie en hun activiteiten kan verschillende voordelen bieden (Aaker, 2005: 65). Het belangrijkste voordeel waar Ordina in geïnteresseerd is om de sterktes en zwaktes te achterhalen van de blog strategie van de belangrijkste concurrenten.

Uiteindelijk zal Ordina met deze bedrijven moeten strijden om de gunst van ervaren Oracle professionals.

De belangrijkste concurrenten van OOS in Nederland zijn:

• Accenture • Approach Alliance • Atos Origin • AMIS • Capgemini • Centric • Getronics Pinkroccade • IT-Eye • Logica • MCX • Whitehorses

Van deze concurrenten onderhouden vijf bedrijven een corporate blog: AMIS, Accenture, Logica, IT-Eye en Approach Alliance. Het blog van Accenture1 is niet gericht op Oracle professionals maar is een publicatiemedium voor alle medewerkers van het gehele bedrijf. De belangrijkste concurrerende blog zijn dus die van AMIS, IT-Eye, Logica en Approach Alliance. Op Logica na zijn deze concurrenten allen een gespecialiseerde Oracle en Java leverancier. Logica heeft een breder dienstenaanbod en biedt net als Ordina, consulting, ICT en outsourcing diensten. In bijlage VII zijn de concurrerende coporate blogs nader uitgelicht.

Concluderend kan worden gezegd dat de niet beïnvloedbare succesfactoren voor Ordina gunstig zijn: Ordina is een innovatieve organisatie die opereert in een dynamische markt. De doelgroep van het blog staat open voor nieuwe technologische ontwikkeling en er is ruimte om zich van de directe concurrenten te onderscheiden.

§ 4.4 Online enquête

In deze paragraaf zullen de resultaten van de online enquête worden besproken. Allereerst volgt een beschrijving van de steekproef, vervolgens zullen per vraag de resultaten worden behandeld.

§ 4.4.1 Steekproefbeschrijving

In totaal zijn 354 enquêtes ingevuld. Een overgrote meerderheid van de respondenten is man (92,9%) terwijl slechts een klein deel uit vrouwen bestaat (7,1%). Dit komt overeen met de verdeling in de gehele ICT branche waar de man/vrouw verhouding minder is dan één op tien (VHTO, 2007).

De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 37,1 jaar. De leeftijdscategorie van 30-39 jaar vormt de grootste groep van de respondenten (39,2%). De groep van 50 jaar of ouder vormt de kleinste groep van de respondenten (8,8%).

Leeftijdscategorie Percentage

jonger dan 30 jaar 24,0%

30-39 jaar 39,2%

40-49 jaar 27,9%

ouder dan 50 jaar 8,8%

Totaal 100,0%

Tabel 4.1 Leeftijdsopbouw

Het opleidingsniveau van de respondenten is hoog. Bijna de helft (49,5%) heeft wetenschappelijk onderwijs gevolgd. Slechts een klein deel van de respondenten heeft een MBO opleiding gevolgd (4,2%). De respondenten die anders hebben aangegeven hadden allen een Havo of VWO diploma.

Opleidingsniveau Percentage MBO 4,2% HBO 44,3% WO 49,5% Anders 2,1% Totaal 100,0% Tabel 4.2 Opleidingsniveau

De gemiddelde werkervaring van de respondenten in de ICT branche is 11,66 jaar. Om inzicht te geven in de verdeling zijn de respondenten op basis van het aantal jaren werkervaring ingedeeld in drie verschillende groepen.

Groep Werkervaring Percentage

Junior 0-3 jaar 22,3%

Medior 4-5 jaar 29,3%

Senior > 5 jaar 48,4%

Totaal 100,0%

Tabel 4.3 Groepen werkervaring

Van de 354 enquêtes die zijn ingevuld zijn 289 afkomstig (81,6%) van medewerkers van Ordina en 65 (18,4%) enquêtes zijn ingevuld door ICT-professionals die niet werkzaam zijn bij Ordina, zie tabel 4.4. Om te bepalen of deze twee groepen gelijk zijn in het gebruik van corporate blogs is er een t-toets uitgevoerd voor de variabele ‘Bezoek van corporate blogs’. Uit de resultaten blijkt dat er geen significante verschillen zijn waar te nemen in het gebruik van corporate blogs tussen interne (Ordina) en externe (niet-Ordina) ICT’ers. (F=0,32, df=348, p=,779) zie figuur 1, bijlage VIII.

Groep Aantal Percentage

Intern 289 81,6% Extern 65 18,4% Totaal 354 100,0%

Tabel 4.4 Verdeling intern/extern

§ 4.4.2 Bezoek van corporate blogs

Gemiddeld bezoeken de respondenten 5,74 keer per maand een corporate blog. Dit cijfer wordt sterk beïnvloed door een klein aantal ‘heavy users’. Deze kleine groep van 4,8% bezoekt vaker dan 30 keer per maand een corporate blog. Een groot deel van de

respondenten (45,8%) bezoekt nooit een corporate blog. Bezoek Frequentie Percentage

nooit 162 45,8% af en toe 131 37,0% vaak 40 11,3% zeer vaak 17 4,8% niet ingevuld 4 1,1% Totaal 354 100,0%

§ 4.4.3 Reacties op corporate blogs

Gevraagd is aan de respondenten om aan te geven of zij wel eens reageren op nieuwsberichten van corporate blogs. Zij konden hierop antwoorden op een ordinale schaal (nooit, af en toe, vaak, zeer vaak). Bij deze vraag zijn enkel de antwoorden

meegenomen van de respondenten die aangeven wel eens een corporate blog te bezoeken.

Antwoord Frequentie Percentage

Nooit 97 51,6%

Af en toe 86 45,7%

Vaak 5 2,7%

Totaal 188 100,0%

Tabel 4.6 Reacties corporate blogs

Van de respondenten geeft een meerderheid (51,6%) aan nooit te reageren op een nieuwsbericht op een corporate blog. 45,7% reageert af en toe op een nieuwsbericht. Slechts een klein deel (2,7%) geeft aan vaak te reageren. Opvallend is te noemen dat geen enkele respondent aan geeft zeer vaak te reageren op corporate blogs.

De correlatieanalyse (p=.000;0,353; 0,370) laat zien dat een positief verband bestaat tussen de variabelen ‘bezoek aan corporate blogs’ en ‘reacties op corporate blogs’ (zie figuur 2, bijlage VIII). Omdat het hier ordinale variabelen betreft is de Spearman en Kendall’s tau correlatieanalyse uitgevoerd. De positieve correlatiecoëfficiënt tussen deze variabelen wijst erop dat mensen die vaker een corporate blog bezoeken over het

algemeen ook vaker reageren op corporate blogs.

§ 4.4.4 RSS-feeds

De respondenten is gevraagd om aan te geven of ze RSS gebruiken om (corporate) blogs te volgen. RSS is een technisch hulpmiddel waarmee men zich op de vernieuwingen van een website of blog kan abonneren.

Antwoord Frequentie Percentage

Ja 71 20,2% Nee 217 61,6% Onbekend met RSS 64 18,2% Totaal 352 100,0% Niet ingevuld 2 Totaal 354

Tabel 4.7 Gebruik RSS-feeds

Van de respondenten gebruikt 20,2% RSS-feeds om websites en blogs te volgen. 61,6% geeft aan geen gebruik te maken van RSS. 18,2% is onbekend met het fenomeen RSS.

Daarnaast is gekeken of respondenten die vaker een corporate blog bezoeken vaker RSS gebruiken. Hieruit blijkt dat van de respondenten die nooit een corporate blog bezoeken slechts 2,5% RSS gebruikt en 26,1% is onbekend met RSS. Van de respondenten die

vaak of zeer vaak een corporate blog bezoeken is niemand onbekend met RSS. De chi-kwadraattoets (zie figuur 3, bijlage VIII) geeft aan dat een significant verschil is tussen de gemiddelden (Chi² =121,097; df=6; p=,000). Het gebruik van RSS komt vaker voor bij personen naarmate ze vaker een corporate blog lezen.

Gebruik RSS-feeds

Frequentie bezoek Ja Nee Onbekend met RSS

Nooit 2,5% 71,4% 26,1% Af en toe 21,4% 62,6% 16,0% Vaak 75,0% 25,0% 0,0% Zeer vaak 52,9% 47,1% 0,0% Totaal 20,3% 61,6% 18,1% Tabel 4.8 Gebruik RSS § 4.4.5 Cluster analyse

Om te onderzoeken of er verschillende segmenten zijn te onderscheiden tussen de respondenten is een cluster analyse uitgevoerd. Het doel van cluster analyse is de respondenten in te delen in verschillende relatief homogene groepen. De cluster analyse bepaalt de overeenkomst op basis van de waarde van elke respondent op actieve

variabelen. De actieve variabelen die zijn gebruikt:

• Het bezoek van corporate blogs

• Het reageren op corporate blogs

• Het gebruik van RSS-feeds om blogs te volgen

Om het aantal clusters te bepalen is allereerst een hiërarchische clustermethode gehanteerd. De gebruikte clusteringprocedure is uitgevoerd met zowel ‘Ward’s

Procedure’ als ‘Average Linkage’. Er is hier voor gekozen omdat deze twee procedures de beste resultaten geven (Everitt, Landau & Leese, 2001). Als meetinterval is ‘Squared Euclidean Distance’ gebruikt. Aan de hand van het agglomeratie schema en dendogram (zie figuur 4 & 5, bijlage VIII) van de gebruikte clusterprocedures is gekozen voor drie clusters. Vervolgens is het gevonden aantal van drie clusters gebruikt als input voor de non-hiërarchische clustermethode. Hier kwamen de volgende segmenten uit voort (zie figuur 6, bijlage VIII).

Segment 1: Passieve gebruiker

De passieve gebruiker vormt 41% van de populatie (zie figuur 4.1) en bezoekt gemiddeld 9,7 keer per maand corporate corporate blogs. Toch reageert hij niet of nauwelijks op corporate blogs en gebruikt (vrijwel) geen RSS om blogs te volgen.

Segment 2: Actieve gebruiker

De actieve gebruiker vormt slechts een klein deel van de populatie (14%). Hij bezoekt significant vaker corporate blogs (gemiddeld 13,0 keer per maand) dan de passieve gebruiker (gemiddeld 9,7 keer per maand) en neemt ook actief deel aan de discussies op corporate blogs. Daarnaast gebruikt de actieve gebruiker vaak RSS om blogs te volgen.

Segment 3: Non-gebruiker

De non-gebruiker is de grootste groep met 45%. In dit segment zitten de respondenten die nooit (0,0 keer per maand) een corporate blog bezoeken. Derhalve reageren zij ook niet op corporate blogs en tevens gebruiken zij geen RSS.

Segmenten bezoekers 41% 14% 45% Passieve gebruiker Actieve gebruiker Non-gebruiker

Figuur 4.1 Verdeling segmenten

Uit de discriminant analyse (zie figuur 7, bijlage VIII) blijkt dat de gevonden segmenten naast de gebruikte actieve variabelen ook significant van elkaar verschillen op basis van het aantal jaren werkervaring. De actieve gebruiker heeft significant meer werkervaring (13,03 jaar) dan de andere twee segmenten (Passief: 10,27 jaar, Non-gebruiker 12,66 jaar). De segmenten verschillen niet significant van elkaar op basis van andere passieve variabelen zoals leeftijd, geslacht of opleidingsniveau.

De validiteit van de discriminantanalyse is bepaald door middel van cross-validation. Hierbij worden de respondenten verdeeld in twee groepen. Uit de resultaten blijkt dat er kan gesproken worden van een valide toets (zie figuur 8, bijlage VIII).

Nu de verschillende segmenten zijn onderscheiden zal worden ingegaan op de manieren van gebruik en het effect van corporate blogs op de bezoekers van corporate blogs. Omdat het segment non-gebruikers geen corporate blogs bezoekt zijn enkel de antwoorden meegenomen van de andere twee segmenten: de actieve en passieve gebruikers. Per vraag zal worden bekeken of er significante verschillen bestaan tussen deze twee segmenten.

§ 4.4.6 Redenen om een corporate blog te bezoeken

Aan de respondenten is gevraagd om aan te geven waarom ze corporate blogs bezoeken. Bij deze vraag waren meerdere antwoorden mogelijk. Veruit de belangrijkste reden is om informatie op te zoeken; meer dan drie kwart (76,8%) van de respondenten geeft aan om

deze reden corporate blogs te bezoeken. Op afstand volgen ‘mee praten over onderwerpen’ (26,5%), ‘beeld krijgen werkwijze bedrijf’ (23,2%) en ‘op de hoogte blijven van ontwikkelingen in mijn vakgebied’ (21,6%).

Redenen om corporate blog te bezoeken Percentage

Informatie opzoeken 76,8%

Mee te praten over onderwerpen 26,5% Beeld krijgen van werkwijze bedrijf 23,2%

Op de hoogte blijven 21,6%

Beeld krijgen van werknemers 13,5%

Bedrijf als werkgever 10,3%

Contact komen met bedrijf 7,0%

Anders 6,5%

Tabel 4.9 Bezoekredenen corporate blogs

§ 4.4.7 Wat vinden ICT’ers belangrijk aan een corporate blog

Onderzocht is welke aspecten de respondenten belangrijk vinden aan een corporate blog. De respondenten konden op een 5-punts Likertschaal (1=zeer onbelangrijk, 5=zeer belangrijk) aangeven hoe belangrijk ze verschillende aspecten vinden. De respondenten vinden ‘Regelmatig nieuwe informatie’ het belangrijkste met een score 3,97. Ook ‘Overzichtelijke presentatie’ scoort hoog met 3,87. ‘Verwijzen naar andere blogs’ en ‘Reacties’ scoren laag; de respondenten vinden deze aspecten het minst belangrijk.

Aspect Score

Het blog moet de lezer regelmatig van nieuwe informatie voorzien 3,97 De informatie/inhoud moet overzichtelijk worden gepresenteerd 3,87 Informatie verschaffen die niet snel te vinden is op een andere website 3,65 De navigatie op de blog moet eenvoudig zijn 3,47 Het blog moet extra functionaliteiten zoals RSS-feeds ondersteunen 3,25 Het blog moet verwijzen naar andere blogs 2,61 Er moeten (veel) reacties zijn op de geschreven stukken 2,57

Tabel 4.10 Aspecten

Een t-toets is uitgevoerd om te kijken of er significante verschillen zijn te ontdekken tussen passieve en actieve gebruikers (zie figuur 9, bijlage VIII). Uit de t-toets blijkt dat passieve gebruikers meer waarde hechten aan regelmatig nieuwe informatie op de site. Actieve gebruikers hechten meer waarde aan extra functionaliteiten en reacties op de geschreven stukken, zie tabel 4.11.

Aspect Passief Actief

Het blog moet de lezer regelmatig van nieuwe informatie voorzien 4,16 3,40 Het blog moet extra functionaliteiten zoals RSS-feeds ondersteunen 2,63 3,35 Er moeten (veel) reacties zijn op de geschreven stukken 2,49 2,85

§ 4.4.8 Voorkeur updatefrequentie

De respondenten konden aangeven welke updatefrequentie de voorkeur geniet. Figuur 4.2 laat zien dat ‘Een keer per week’ de hoogste voorkeur geniet met 38,82%, gevolgd door ‘Meerdere keren per week’ (24,67%) en ‘Dagelijks’ (19,41%). ‘Tweewekelijks’ (9,21%) en ‘Maandelijks’ (7,89%) geniet de voorkeur van slechts een klein deel.

Geconcludeerd kan worden dat het grootste gedeelte van de respondenten een

updatefrequentie van minimaal één keer per week wenst. Slechts een klein deel van de respondenten prefereert een lagere frequentie dan één keer per week.

Figuur 4.2 Voorkeur updatefrequentie

Uit de Mann-Whitney toets blijkt dat er geen significante verschillen (Z= -1,594, p=,111) bestaan tussen passieve en actieve gebruikers en hun voorkeur voor een updatefrequentie, (zie figuur 10, Bijlage VIII).

§ 4.4.9 Bedrijfsreputatie

Zoals in paragraaf 2.6.2 is uitgelegd zijn de verschillende dimensies en de onderliggende attributen uit het Corporate Reputation model (Fombrun et al., 2000) als uitgangspunt genomen om wijzigingen in de bedrijfsreputatie te meten. De verschillende attributen zijn vertaald naar concrete stellingen. Enkel de voor de onderzochte populatie (ICT’ers) relevante attributen zijn meegenomen in de enquête. De respondenten konden op een 5-punts Likertschaal (1=zeer verzwakt, 3=neutraal, 5=zeer versterkt) per attribuut aangeven in welke het beeld van het bedrijf is veranderd. Tabel 4.12 geeft de scores per attribuut weer. Tevens geeft de tabel de scores per attribuut weer waarop passieve en actieve gebruikers significant van elkaar verschillen (zie figuur 11, bijlage VIII).

38,8% 24,7% 19,4% 9,2% 7,9% 0,0% 5,0% 10,0% 15,0% 20,0% 25,0% 30,0% 35,0% 40,0% 45,0%

Een keer per week Meerdere keren per week Dagelijks

Tweewekelijks Maandelijks

Attribuut Score Passief Actief Expert op vakgebied 3,98 - - Innovatief 3,91 3,98 3,60 Toekomstvisie 3,78 - - Goed gevoel 3,73 3,82 3,42 Speelt in op kansen 3,67 - - Goede werknemers 3,61 - -

Respect voor het bedrijf 3,61 3,71 3,25 Vertrouwen in het bedrijf 3,61 3,69 3,31

Bewondering 3,58 3,68 3,22

Staat achter product/dienst 3,55 3,63 3,26

Hoge Kwaliteit 3,39 - -

Goede werkgever 3,34 - -

Beter dan concurrentie 3,29 - -

Authentiek 3,28 - -

Klant krijgt waar voor geld 3,21 - -

Goed management 3,20 - -

Goede behandeling 3,18 - -

Financieel gezond 3,00 - -

Tabel 4.12 Attributen bedrijfsreputatie

Uit tabel 4.12 blijkt dat vooral de attributen ‘Expert op vakgebied’ en ‘Innovatief’ worden versterkt. Tevens blijkt dat zes verschillende attributen het beeld bij passieve gebruikers meer wordt versterkt dan bij actieve gebruikers. Geen enkel attribuut wordt verzwakt. Het attribuut ‘Financieel gezond’ scoort het laagst; hiervan wordt het beeld niet versterkt. Om te achterhalen of de gevonden steekproefgemiddeldes significant afwijken van de neutrale score (=3,00) is een t-toets (One-Sample T test) uitgevoerd. Uit deze toets (zie figuur 12, bijlage VIII) blijkt dat alle attributen, op ‘Financieel gezond’ na,