• No results found

Resultaten booronderzoek

Tijdens het veldonderzoek zijn negen boringen gezet in vier west-oost gerichte raaien. De ligging van de boorpunten is weergegeven op de boorpuntenkaart. De resultaten van het booronderzoek zijn opgesomd in Bijlage 1.

Bovenin de meeste boringen is een dertig tot veertig centimeter dik pakket recent vergraven, humusrijke klei aangetroffen. In boring 8 bleek deze laag door te lopen tot een diepte van tachtig centimeter. De recente doorgraving van deze laag bleek uit de zeer brokkelige opbouw en de aanwezigheid in deze laag van moderne insluitsels waaronder plastic. Onder de recent vergraven toplaag is zwak humeuze en zwak zandige (kom)klei aangetroffen. Hierin zijn geen vegetatiehorizonten aangetroffen. Naar beneden toe gaat deze komklei over in (matig) grof, grijs, ongeoxideerd zand met daarin een incidentele grindkorrel. Ten tijde van het

veldonderzoek was dit zand dermate waterverzadigd dat het rond een diepte van drie meter beneden het maaiveld uit de guts stroomde.

De ligging van de top van de afzettingen van de stroomgordel van Ressen varieert van ongeveer1,7 meter benden het maaiveld in de op het westelijke deel van het plangebied gezette boringen 1, 3 en 4, tot ongeveer een meter in de op het centrale- en het oostelijke deel van het plangebied gezette boringen 2, 5, 6 en 8. Ondanks het per boorpunt naboren met een edelmanboor met een diameter van 12 cm tot in de top van het gelaagde, grijze zand en het zorgvuldig doorzoeken van het hiermee opgeboorde materiaal, zijn in geen van de boringen archeologische indicatoren aangetroffen. Slechts in de humusrijke toplaag zijn

gebiedsvreemde materialen aangetroffen. Het gaat hierbij om zeer moderne insluitsels zoals ook tijdens de oppervlaktekartering zijn aangetroffen.

Figuur 16: Foto van boring 2 met daarin de overgang van de komklei (rechts) naar het onderliggende zand van de stroomgordelafzettingen van Ressen (links).

Figuur 17: Boorprofielen

Figuur 18: Boorpunten met verstoringsdiepten.

4 Conclusies en aanbevelingen (beleidsadvies)

In het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel is uitgegaan van een middelhoge verwachting voor resten uit het neolithicum en de bronstijd, een hoge verwachting voor resten uit de periode ijzertijd tot en met de middeleeuwen en een (zeer) lage verwachting voor resten uit perioden voorafgaande aan het neolithicum. Voor resten uit de nieuwe tijd geldt in verband met de ligging van het plangebied op akkers en in een boomgaard, een lage verwachting.

Om de kans op het aantreffen van archeologische indicatoren zo groot mogelijk te maken zijn binnen het plangebied negen boringen gezet met behulp van een guts en een edelmanboor met en diameter van 12 cm. Tevens is een vlakdekkende oppervlaktekartering uitgevoerd.

Tijdens de uitvoering van de oppervlaktekartering zijn slechts moderne resten aangetroffen zoals plastic, metaal- en glasresten van de voormalige kassen.

Uit het met de guts verrichte onderzoek blijkt dat de top van de bodem binnen het plangebied uit zwak zandige, zwak humueze klei bestaat waarvan de bovenste dertig tot veertig

centimeter recent is vergraven en is verrijkt met humus. Uit de aanwezigheid hierin van plastic e.d. valt af te leiden dat deze laag waarschijnlijk in de twintigste eeuw ontstaan zal zijn tijdens de bouw van het kassencomplex op het plangebied. De hieronder gelegen, zwak humeuze en zwak zandige klei, lijkt een kom-afzetting te vormen en niet een oeverwal-afzetting zoals de geomorfologische kaart aangeeft. Dit lijkt er op te wijzen dat de op de geomorfologische kaart ten noorden van het plangebied aangegeven rivierkom- en oeverwalachtige vlakte, in werkelijkheid tot binnen het plangebied doorloopt. Vegetatie-horizonten die samen zouden kunnen hangen met archeologische sporen, ontbreken in deze komklei.

Onder de komafzettingen zijn afzettingen van de stroomgordel van Ressen aangetroffen die hier bestaan uit ongeoxideerd matig grof zand. De ligging van de top van deze afzettingen varieert van 1,7 meter beneden het maaiveld op het westelijke deel van het plangebied tot ongeveer een meter beneden het maaiveld op de overige delen van het plangebied. In de top van deze afzettingen zijn geen sporen van bodemvorming aangetroffen.

Ondanks het naboren met een edelmanboor met een diameter van 12 cm zijn zowel in de top van de stroomgordelafzettingen als in de bovenliggende klei, geen archeologische indicatoren aangetroffen. In verband hiermee is het KNA-onderdeel Waardestelling in dit rapport niet nader uitgewerkt.

In verband met het ontbreken van archeologische indicatoren en vegetatie-horizonten, geven de resultaten van het onderzoek geen aanleiding om archeologisch vervolgonderzoek te adviseren. Evenmin zijn tijdens het onderzoek archeologische resten aangetroffen waarmee tijdens de verdere planvorming of bij de uitvoering van de geplande werkzaamheden rekening zou moeten worden gehouden. Het is aan de bevoegde overheid, in dit geval de gemeente Lingewaard om te beoordelen of zij dit advies al dan niet overneemt.

In alle gevallen geldt dat indien archeologische materialen en/of sporen aangetroffen worden, deze gemeld dienen te worden bij de gemeente Lingewaard, conform Monumentenwet 1988, laatste wijziging van 1 september 2007, paragraaf 7, artikel 53 en verder.

Verklarende woordenlijst:

BP: Before Present (present = 1950) GPS: Global Positioning System IVO: Inventariserend VeldOnderzoek NAP: Normaal Amsterdams Peil.

RCE: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

SIKB: Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer

Archeologische tijdschaal

Periode Datering

Midden- en Laat Paleolithicum (oude steentijd) 250.000 - 9000 Mesolithicum (midden steentijd) 9000 - 4500 Neolithicum (nieuwe steentijd) 4500 - 2000

Bronstijd 2000 - 800

Grote historische Provincie Atlas van Nederland; deel 3 Oost-Nederland 1838-1857 1:50.000.

Topografische dienst Wolters Noordhoff Groningen 1990

Grote historische topografische Provincie Atlas Gelderland; 1905 1:25.000. Nieuwland Tilburg 2006

Grote topografische atlas van Nederland 1:50.000 Deel 3 Oost-Nederland. Topografische dienst. Wolters Noordhoff Groningen 1997

Kadastrale minuut 1830 met aanwijzende tafels, (www.watwaswaar.nl)

Kadaster Topografische Dienst, Top25Raster, Top10Vector, GBKN kaarten, Emmen 2008 Luchtfoto, http://maps.google.nl

Provincie Gelderland Wateratlas http//geodata2.prov.gelderland.nl//apps/wateratlas/

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, IKAW 2 (Indicatieve kaart Archeologische Waarden), Amersfoort.

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, AMK (Archeologische monumentenkaart), Amersfoort.

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, ARCHIS II (Archeologisch Informatie Systeem), http://archis2.archis.nl/

Rijkswaterstaat, Servicedesk Data, AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland), Delft.

Stichting voor Bodemkartering, Bodemkaart van Nederland 1:50.000. Wageningen, 1968.

Stichting voor Bodemkartering: Geomorfologische kaart van Nederland 1:50.000, Staring Centrum, Wageningen, 1989

Stichting voor Bodemkartering, Geologische kaart van Nederland 1:50.000. Wageningen, 1968.

Tranchot en v. Muffling, Kartenaufnahme der Rheinlande 1803-1820

Twaalf provinciën 2007. Atlas van topografische kaarten. Nederland 1955-1965. Uitgeverij twaalf provinciën. Landsmeer.

Literatuur

Berendsen, H.J.A. & E. Stouthamer, 2001. Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse delta, The Netherlands. Assen..

Boemaars, N.M.J.E., 2004, Plangebied De Waalsprong, Zandse straat, Gemeente Nijmegen;

Een inventariserend Archeologisch Onderzoek, RAAP-notitie (Regionaal Archeologisch Archiverings Project, Amsterdam)-554

Boemaars, N.M.J.E. & E.C. Pronk, 2008, De Waalsprong; gemeente Nijmegen;

Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek, fase 13, RAAP-rapport (Regionaal Archeologisch Archiverings Project, Amsterdam)-1645

Cate, J. A. M. ten. A. F. van Holst, H. Kleijer en J. Stolp, 1995. Handleiding

bodemgeografisch onderzoek; richtlijnen en voorschriften. Deel A: Bodem. Wageningen, DLO-Staring Centrum. Technisch Document 19A.

Es. Van W.A., Sarfatij, H. & P.J. Woltering (red.) 1988. Archeologie in Nederland; De rijkdom van het bodemarchief. Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek.

Amersfoort.

Kuiper, M. 2006/2007. Atlas van topografische kaarten Nederland, 1955-1965. Uitgeverij 12 Provinciën, Landsmeer.

Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek (SIKB, 2006).

GERELATEERDE DOCUMENTEN