• No results found

Responsiviteit ten aanzien van welk spreken?

In document Hoezo luistert de overheid (niet)? (pagina 122-128)

9. Openingsvraag: bent u tevreden over het contact tussen burgers en de overheid? Kunt u daar iets over vertellen?

Waar bent u precies wel/niet tevreden over?

Probe indien nodig: bestaat er contact, of niet? Probe: praten burgers en de overheid met elkaar?

Wat zijn dat voor contacten denkt u (wie met wie, waarvoor, hoe)?

Ik ben benieuwd waar uw beeld hiervan vandaan komt. Kunt u dat eens nagaan bij uzelf?.

10. Je zou kunnen zeggen: je kunt kiezen op welke partij en persoon je stemt, dus je hebt als burger invloed. Klopt dat, of niet?

• Probe indien positief: Hoe werkt dat dan? Als veel mensen op een bepaalde partij of persoon stemmen, kan dat dan verschil maken (voor wat de overheid doet)? Hoezo dan? Ziet u zelf ook graag een bepaalde partij of persoon verkiezingen winnen? Zo ja: wat voor verschil zou dat kunnen maken (voor wat de overheid doet?)

• Probe indien negatief: hoezo werkt het niet zo? Elaboratie/verhaal/voorbeelden. Probe indien nodig: kan succes van een bepaalde partij of persoon geen positief effect hebben wat u betreft?

Hoezo niet?

11. De respondent krijgt plaatjes aangereikt met daarop de logo’s van alle nationaal vertegenwoor-digde politieke partijen:

PvdA PVV CDA SP

Trots op Nederland GroenLinks ChristenUnie VVD

Partij voor de Dieren D66

SGP

Vraag: Is er hierbij ook een partij waarvan u zegt: via deze partij voel ik me vertegenwoordigd in Den

Haag, of niet? Hoezo wel/niet? Indien niet: wat zou er moeten veranderen voor u om te kunnen zeggen ‘ik voel me door een partij vertegenwoordigd?’ Elaboratie/verhaal/voorbeelden. Evt. probes:

Wat zou dat voor partij moeten zijn? Wat zou die partij moeten doen?

12. De respondent krijgt foto’s aangereikt van prominente leiders van elke nationaal vertegenwoor-digde politieke partij:

Mark Rutte (VVD) Alexander Pechtold (D66) Jan Peter Balkenende (CDA) Geert Wilders (PVV)

Rita Verdonk (Trots op Nederland) André Rouvoet (Christenunie) Job Cohen (PvdA)

Marianne Thieme (Partij voor de Dieren) Femke Halsema (GroenLinks)

Emile Roemer (SP) Kees van der Staaij (SGP) Arie Slob (Christenunie) Pieter van Geel (CDA) Mariëtte Hamer (PvdA)

Vraag: Is er hierbij ook een leider van wie u zegt: ‘via deze persoon voel ik me vertegenwoordigd in Den Haag’, of niet? Hoezo wel/niet? Indien niet: wat zou er moeten veranderen voor u om te kunnen zeggen ‘ik voel me door iemand vertegenwoordigd in Den Haag? Evt. probes: Wat zou dat voor leider moeten zijn? Wat zou die leider moeten doen?

13. Denkt u dat politici weten wat er leeft onder de mensen?

Probe indien (deels) positief: hoe komt u daar zo bij? Vraag om voorbeelden van ‘wat leeft’ en tekenen dat politici hiermee bekend zijn.

Follow-up: Is dat belangrijk? Hoezo wel/niet?

Follow-up: Stelling:

Een minister spreekt: ‘Ik hoor wel eens dat ik niet weet wat onder de mensen leeft. Zeg me waar ik de mening van de mensen kan vinden. Ik wil die mening heus graag leren kennen!’

Wat zou uw antwoord zijn aan de minister? Kan zo een minister zorgen dat hij of zij op de hoogte is van de mening van de mensen? Hoe?

Bestaat er zo iets als ‘de mening van het volk’ of de mening van verschillende groepen in de samenle-ving waar zo iemand rekening mee zou kunnen houden?

Als ja:

Wat dan bijvoorbeeld (goed uitdiepen graag, voor zowel ‘mening van het volk’ als ‘groepen’).

Follow-up: kan zo iemand die meningen in beeld hebben? Moet dat ook, of hoeft dat niet? En wat moet zo iemand dan met die meningen doen?

Als nee:

Kunt u daar nog iets meer over zeggen, hoe dat zit volgens u?

Probe indien (deels) negatief: hoe komt u daar zo bij? Vraag om voorbeelden van ‘wat leeft’ en

tekenen dat politici hiermee niet bekend zijn.

Follow-up: is dat een probleem? Hoezo?

Follow-up: Stelling:

Een minister spreekt: ‘Ik hoor wel eens dat ik niet weet wat onder de mensen leeft. Zeg me waar ik de mening van de mensen kan vinden. Ik wil die mening heus graag leren kennen!’

Wat zou uw antwoord zijn aan de minister? Kan zo een minister kunnen zorgen dat hij of zij op de hoogte is van de mening van de mensen? Hoe?

Bestaat er zo iets als ‘de mening van het volk’? Of de mening van verschillende groepen in de samenleving waar zo iemand rekening mee zou kunnen houden?

Als ja:

Wat dan bijvoorbeeld (goed uitdiepen graag, voor zowel ‘mening van het volk’ als ‘groepen’).

Follow-up: kan zo iemand die meningen in beeld hebben? Moet dat ook, of hoeft dat niet? En wat moet zo iemand dan met die meningen doen?

Als nee:

Kunt u daar nog iets meer over zeggen, hoe dat zit volgens u?

14. Kunnen burgers dingen doen om invloed uit te oefenen op de overheid , of niet?

Probes indien positief: Wat? (vraag door tot je het complete beeld hebt). En wat zou je daar mee kunnen bereiken? Is er iets waarvan u denkt: dat zou goed zijn, als burgers zich zouden inzetten om dat te bereiken? Zoja, wat dan? Indien alleen mogelijkheden via direct individueel contact genoemd worden, of participatie georganiseerd door de overheid: En wat denkt u dan van mogelijkheden als meedoen in een politieke partij of een vakbond, of bijvoorbeeld een actiegroep? Als geen participatie georganiseerd door de overheid genoemd wordt stel dan ook de vraag: en inspraakavonden en dergelijke? Bieden die mogelijkheden om invloed uit te oefenen? Hoezo wel/niet?

Vindt u de mogelijkheden voldoende of niet? Wat zou je met (handelingen) kunnen proberen te bereiken? Indien niet voldoende: wat zou er moeten veranderen?

Probes indien negatief: hoezo niet? Confrontering: En wat denkt u dan van mogelijkheden als contact opnemen met iemand van de gemeente over een probleem? Biedt dat een mogelijkheid om invloed uit te oefenen?Of meedoen in een politieke partij of een vakbond, of bijvoorbeeld een actiegroep? Bieden die mogelijkheden om invloed uit te oefenen? En wat denkt u dan van mogelijk-heden als meedoen in een politieke partij of een vakbond, of bijvoorbeeld een actiegroep? Als geen participatie georganiseerd door de overheid genoemd wordt stel dan ook de vraag: en inspraakavon-den en dergelijke? Bij elke vorm, vraag: Hoezo wel/niet?

Follow-up: stelling (confronterend):

Een gemeenteraadslid spreekt: Weet je waar ik een hekel aan heb? Mensen die klagen dat politici niet doen wat burgers willen, maar zelf alleen maar op de bank blijven zitten.

Wat zou uw reactie zijn hierop? Wat zou u tegen deze persoon zeggen?

15. Vindt u dat de overheid meer invloed moet geven aan burgers, of niet?

• Indien negatief: vraag om toelichting.

• Indien positief: Hoe zou de overheid burgers meer invloed kunnen geven? Wat zou de overheid hiervoor moeten doen? Elaboratie.

Follow-up: Vindt u dat de overheid voor elke beslissing bij mensen te rade zou moeten gaan, of alleen in sommige gevallen? Vraag om toelichting en voorbeelden (wanneer wel en niet)?

16. Afsluitende vraag: is er verder nog iets dat u zou willen zeggen? Is er misschien iets wat we nog niet besproken hebben waarvan u zegt: dat zou eigenlijk ook aan de orde moeten komen? Of misschien heeft nog een aanvulling op iets waarover we het gehad hebben?

Dit is een uitgave van:

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Bureau Verkenningen en Onderzoek

Postbus 20011 | 2500 ea Den Haag www.rijksoverheid.nl

In document Hoezo luistert de overheid (niet)? (pagina 122-128)