• No results found

Casus 1

* Een vrouw wordt meerdere malen in haar eigen woning verkracht door een kennis. Als de kennis even naar de keuken is, slaagt de vrouw er in zonder dat de man het merkt de politie te bellen. De politie arriveert binnen paar minuten en houdt de man op heterdaad aan.

De JOS-advocaat: “Ik zou onmiddellijk naar die vrouw toegaan, indien zij daar behoefte aan heeft. Een actuele verkrachting is een casus die inderdaad voor-komt in mijn praktijk. Het blijkt dat zo'n vrouw de eerste dagen heel veel be-hoefte heeft aan informatie over de duur van de in verzekeringstelling (ivs) en een eventuele in bewaringstelling (ibs) daarna.

Heel belangrijk voor het slachtoffer is dan de kwestie veiligheid. Zij wil precies weten wanneer de verdachte mogelijk vrijkomt en wat zij dan kan doen in het belang van haar veiligheid.

Wat de JOS-advocaat verder kan doen is contact houden met de politie en de officier van justitie; bevorderen dat het slachtoffer geïnformeerd blijft over ivs en ibs van de verdachte. Ze kan een faxbericht sturen naar de officier van justitie om te benadrukken dat er rekening gehouden wordt met de veiligheid van het slachtoffer, ook in verband met de voorwaarden van een eventuele voorwaardelijke schorsing (bijvoorbeeld de voorwaarde dat de verdachte zich niet mag begeven in de buurt van de woning van het slachtoffer).

Van belang in dit genoemde geval is ook welk artikel ten laste gelegd kan worden. Bij verkrachting moet geweld bewezen kunnen worden of een andere feitelijkheid. In de relatiesfeer levert dit vaak weer extra bewijsrechtelijke pro-blemen op. Ik ga bij het slachtoffer na wat mee kan helpen voor het bewijs, eventueel overleg je met de officier. In ieder geval informeer je het slachtoffer uitgebreid hierover. Het verschilt per officier van justitie, maar er komt wel steeds meer aandacht voor de advocaat van het slachtoffer. Vooral de jongere officieren gebruiken de inbreng van de advocaat van het slachtoffer als onder-steuning van hun vordering en vooral bij hen is er sprake van samenwerking.”.

Casus 2

* Een vrouw is in de openbare ruimte (op straat, in de metro, in een winkel, etc.) aangerand. De aanrander is een onbekende dader. Ze gaat meteen na het gebeurde naar een politiebureau.

De JOS-advocaat: “Een dergelijk slachtoffer heeft meestal vooral behoefte aan algemene informatie. Als het geen ingrijpende ervaring is geweest, zal de informatie die de politie altijd al geeft voldoende zijn.

Als ze zich tot mij wendt zal ik uitleggen dat de afloop onzeker zal zijn. Dat er vooralsnog weinig zal gebeuren, omdat de politie het erg druk heeft en het een onbekende dader betreft, zodat de aanhouding van de verdachte lastig zal worden.”.

Casus 3

* Dezelfde casus als casus 2, maar nu betreft het een verkrachting.

De JOS-advocaat: “In dat geval zal de politie wellicht actiever een onderzoek gaan instellen. Op het moment dat er een verdachte is opgepakt, komt dan al snel een verhoor bij de rechter-commissaris in beeld. Daar kun je als advocaat je slachtoffer op voorbereiden: waarom gebeurt dit en wat kun je daar ver-wachten.“.

Casus 4

* Een aantal kinderen is seksueel misbruikt (kwalificatie nog onduidelijk) door een buurtgenootje. De ouders van deze kinderen wenden zich tot de politie.

De ouders krijgen van de politie te horen dat de verdachte nog geen twaalf jaar is, zodat hij nog niet onder de werking van het strafrecht valt.

De JOS-advocaat: “Dan ontstaat er vast en zeker allerlei commotie in de buurt.

Ook dit is een casus die ik zelf heb meegemaakt. Toen ging het alleen niet om zo'n jonge verdachte. Vijf kinderen zijn door een meerderjarige buurman sek-sueel misbruikt.

Wat dan erg belangrijk is, is om naar de buurt toe te gaan en de betrokken ouders goed te informeren. Ik heb toen in overleg en afstemming met de politie een informatiebijeenkomst voor alle ouders belegd.

Ook in het geval van bovenstaande casus is het erg belangrijk om de betrok-kenen goed te informeren en ook om de informatie te herhalen. Het is ook van belang om de ouders niet alleen over de mogelijkheden, maar tevens over de onmogelijkheden te informeren. Er wordt dan trouwens wel veel van je ge-vraagd als professional.“.

Casus 5

* Een vrouw is op haar werk aangerand door een collega. Zij had voordien al psychische problemen, maar is nu nog verder in de put geraakt.

De JOS-advocaat: “Dit kan een heel belangrijke JOS-interventie zijn. De vrouw heeft zich waarschijnlijk ziek gemeld en dan is het heel belangrijk dat de reden bekend gemaakt wordt aan de werkgever.

Als werknemer heb je recht op een veilige werkomgeving. Het slachtoffer, ondersteund door haar advocaat, kan de werkgever gaan vragen welke stap-pen hij gaat nemen om de werkomgeving veilig te maken. Gaat hij de betrok-ken collega schorsen of ontslaan. Wanneer je als slachtoffer het civiele traject kiest kun je als eiseres een actievere opstelling hebben dan in het strafrecht.

Je bepaalt zelf de vordering en je bepaalt zelf met welk middel (kort geding, bodemprocedure). Het slachtoffer bied je hiermee meer de gelegenheid uit haar slachtofferrol te stappen.”.

Casus 6

* Een jongen, experimenterend met zijn seksualiteit, wordt in een park ver-kracht. Hij neemt contact op met de politie, maar aarzelt nog over doen van aangifte, omdat hij niet wil dat zijn ouders op dit moment en op deze manier iets te weten komen.

De JOS-advocaat: “Het is heel goed om de jongen te informeren over de mo-gelijkheden. Maar nog belangrijker is het om samen met de jongen een traject af te spreken wanneer en hoe de ouders geïnformeerd kunnen worden. Ik heb het zelfde meegemaakt met een meisje dat er heel erg tegen op zag om haar ouders te informeren en niet wist hoe dat aan te pakken. We hebben toen nagedacht over een goed moment en een goede constructie. Ze heeft haar ouders op de hoogte gesteld in aanwezigheid van een vertrouwenspersoon.

Als de jongere echt niet wil dat zijn ouders iets te weten komen en hij wil wel aangifte doen, dan moet je een creatieve oplossing bedenken. Hij zou bijvoor-beeld een postadres kunnen nemen, zodat correspondentie naar aanleiding van de strafzaak niet bij zijn ouders op de deurmat valt.”.

Heeft hij in zo'n geval zelfstandig recht op gefinancierde rechtshulp?

“In de WRB staat geen leeftijdsgrens. Het inkomen van de minderjarige zelf is bepalend, tenzij hij jonger is dan 16 jaar. Dan geldt het inkomen van de ou-ders, tenzij het in zijn belang is dat zij daar niet op aangesproken worden.”.