• No results found

Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?

3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen?

Het onderzoek naar het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen levert voor de geselecteerde leergebieden het volgende op.

3.1.1.1 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie Voldoet

De kleuterafdeling streeft de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied wiskundige initiatie in voldoende mate na. Alle domeinen komen afdoend en in gevarieerde situaties aan bod. De veelal krachtige en gestructureerde leeromgeving biedt kansen om op een betrokken en speelse manier wiskundige inzichten en vaardigheden te oefenen. Het materialenaanbod ondersteunt het wiskundeonderwijs.

3.1.1.2 Kleuteronderwijs: wereldoriëntatie Voldoet

De kleuterafdeling streeft de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied wereldoriëntatie in voldoende mate na. De kleuteronderwijzers werken vanuit geïntegreerde thema’s die nauw aansluiten bij de leef- en belevingswereld van de kleuters en zorgen zo voor een natuurlijke samenhang met de andere leergebieden.

3.1.1.3 Kleuteronderwijs: lichamelijke opvoeding Voldoet

De kleuterafdeling streeft de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied lichamelijke opvoeding in voldoende mate na. De school biedt een voldoende uitgebreid en gevarieerd bewegingsaanbod dat in toenemende mate aangestuurd wordt door de ontwikkelingsdoelen en het leerplan.

3.1.1.4 Kleuteronderwijs: lichamelijke opvoeding en Kleuteronderwijs: wereldoriëntatie en Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie

De school realiseert een onderwijsaanbod dat voldoende breed, gevarieerd en evenwichtig is om de decretale ontwikkelingsdoelen in voldoende mate na te streven.

De kleuteronderwijzers stemmen hun aanbod voornamelijk af op een

koepeleigen referentiekader. In de planningsdocumenten verwijzen ze wisselend naar ontwikkelingsaspecten, leerplandoelen of decretale ontwikkelingsdoelen.

Volgens de kleuteronderwijzers vinden ze niet voor alle activiteiten passende doelen in het koepeleigen referentiekader en formuleren ze concrete

operationele doelen die afgestemd zijn op specifieke activiteiten. Conform een schoolinterne afspraak streven de kleuteronderwijzers dominante doelen bij de uitwerking van een thema na. Het kleuterteam levert inspanningen om vanuit informeel overleg en hun expertise een vrij breed onderwijsaanbod te

garanderen. Hoewel er beperkte aandacht uitgaat naar gezamenlijke visieontwikkeling voor de leergebieden in de focus, passen de

kleuteronderwijzers de uitgangspunten van de ontwikkelingsdoelen en de leerplandoelen veelal toe. De leerplannen werden tot nu toe niet als basis gebruikt om de ruime mogelijkheden die het groene schooldomein biedt in kaart te brengen en eventueel uit te breiden. In het algemeen kan de school niet aangeven in welke mate de leerplannen in de werking zijn opgenomen.

Van bij de jongste kleuters vertrekken de kleuteronderwijzers geregeld voor de themaselectie en/of de inhoudelijke invulling vanuit de interesses van de kleuters.

Het team heeft een overzicht van aspecten van wiskundige initiatie en wereldoriëntatie die in de klassen aanwezig zijn. Het is de bedoeling om te komen tot een schooleigen groeilijn. Hiertoe moeten nog verdere afspraken gemaakt worden omdat de gradatie nog niet gerealiseerd is.

Er is vooral informeel mondeling overleg tussen de kleuteronderwijzers om doelen, inhouden en activiteiten voor wereldoriëntatie op elkaar af te stemmen.

Formele afspraken om het aanbod binnen terugkerende activiteiten en thema’s en in de hoekenwerking te stroomlijnen, ontbreken. Binnen de

planningsdocumenten besteden de kleuteronderwijzers in hun klasgroep beperkt aandacht aan een gedifferentieerd aanbod per kleuterleeftijd.

Met de geïntegreerde aanpak binnen gevarieerde thema’s streven de

kleuteronderwijzers naar een samenhangend aanbod binnen de verschillende leergebieden en domeinen. De thema’s komen in de klas tot leven.

Tijdens de geobserveerde activiteiten kregen kleuters kansen tot

probleemoplossend wiskundig denken. Er is aandacht voor het handelend tellen en meten.

Gerichte, betekenisvolle en uitdagende groepsopdrachten in combinatie met een doorgaans kindgerichte en stimulerende begeleidingsstijl dragen bij tot de verwerving van specifieke kennis en vaardigheden. De kleuteronderwijzers organiseren zowel geïntegreerd als intentioneel heel wat activiteiten die de ontwikkeling van de wiskundige begrippen en vaardigheden ondersteunen. Door aangepaste materialen en werkvormen zorgen de leerkrachten voor wiskundige uitdagingen. De mate waarin zelfstandigheid en zelfsturing van de kleuters binnen interactieve werk- en groeperingsvormen voorkomen, is

leerkrachtafhankelijk.

Het gevarieerde thema-aanbod en de uitbouw van de speelleerhoeken zetten de kleuters aan tot actief en geïntegreerd exploreren binnen de verschillende domeinen van wereldoriëntatie. Doelen in functie van tijd en ruimte krijgen dagelijks aandacht. De leerkrachten bevorderen de mobiliteits-, milieu- en gezondheidseducatie en geven de kleuters de nodige impulsen om op hun niveau te leren over menselijke en maatschappelijke thema’s. De kleuteronderwijzers benutten de onmiddellijke schoolomgeving, halen af en toe ‘experts’ in de klas, maken uitstappen en wandelingen om kleuters levensechte belevingskansen te bieden en hen attent te maken op het cyclische in de natuur.

Da activiteiten voor lichamelijke opvoeding worden begeleid door twee

titularissen die hiervoor klasvrij worden gemaakt. De kleuters krijgen tweemaal per week een activiteit lichamelijke opvoeding die doorgaans doorgaat in de speelzaal. Daarbuiten organiseren de kleuteronderwijzers voor de eigen groep nog bijkomend activiteiten die gericht zijn op de ontwikkeling van de grove en de

Hierbij horen het gebruik van het natuurleerpad, het integratiespel met leerlingen van het eerste leerjaar en diverse andere activiteiten zoals de sportdagen. Er is op het domein ook een fietsparcours aangelegd. De kinderen kunnen van deze mogelijkheden vooral gebruik maken bij goed weer.

De leerkrachten bewegingsopvoeding gebruiken voor de planning van hun activiteiten diverse documenten die ze vooral aangereikt kregen via de vorige juf.

Ze zijn zoekende om een eigen efficiënte planning op te stellen. Hiervoor

gebruiken ze tot nu toe het koepeleigen referentiekader en in toenemende mate het leerplan voor dit leergebied. Er is hierin eerder weinig aansturing vanuit het schoolbeleid. Sporadisch is hierover overleg met collega's in een

schooloverstijgende werkgroep voor lichamelijke opvoeding.

Materieel beheer Uitrusting Ontwikkelingsmaterialen Leermiddelen

Volgens de vereisten van het leerplan zijn de meeste materialen voor wiskundige initiatie, wereldoriëntatie en lichamelijke opvoeding aanwezig. De aanwezigheid en de kwaliteit van de visuele ondersteuning voor de kleuters door

pictogrammen of stappenplannen zijn leerkrachtafhankelijk. Er zijn nog

mogelijkheden om sommige speelleerhoeken doelgerichter te verrijken in functie van wiskundige initiatie. Getalbeelden en tijdskaders zijn aanwezig maar ze zijn niet op elkaar afgestemd.

De hoeken worden thematisch verrijkt. Themagebonden prentenboeken en andere materialen zijn prominent aanwezig en verrijken het behandelde belangstellingscentrum.

De bevindingen van de kleuterleerkrachten vormen, samen met het

kindvolgsysteem en een genormeerde toets bij de oudste kleuters, de basis voor een remediërend of verrijkend aanbod door de kleuteronderwijzer. Voor

wereldoriëntatie zijn er beperkt observatiegegevens terug te vinden.

Niet alle kleuteronderwijzers leggen verbanden tussen dominante doelen en de observatie/evaluatie.

Begeleiding Leerbegeleiding Beeldvorming Zorg

Om een beeld te krijgen van de ontwikkeling van de kleuters observeren de kleuteronderwijzers geregeld. Voor wiskundige initiatie gebeurt deze veelal doelgericht in functie van het aanbod. Het gebruik van werkbladen om evaluatiegegevens op papier vast te leggen is beperkt.

De school hecht belang aan een goede communicatie met de ouders. Ze worden regelmatig gebrieft over het belangstellingsthema. Meerdere malen per

schooljaar organiseert de school een individueel oudercontact. Tijdens deze overlegmomenten schetsen de kleuteronderwijzers een beeld van de evolutie die de kleuter doormaakt. Het kindvolgsysteem en de eigen observaties bieden hierbij een leidraad.

3.1.2 Voldoet de school aan de erkenningsvoorwaarde ’bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne’?

De school gaat op systematische wijze haar situatie op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne na. Dat blijkt uit de regelmaat waarmee ze controles en risicoanalyses uitvoert en inspraak van het

personeel mogelijk maakt. Daardoor kent ze de tekorten en is ze waakzaam voor ongunstige veranderingen in de leer- en werkomgeving van het personeel en de leerlingen. De werkwijze van de school toont aan dat ze gebruik maakt van de analyses van deskundigen en dat ze rekening houdt met de opmerkingen van het personeel en de leerlingen. Opgemerkte tekorten neemt ze op in de plannen die de beheersing ervan regelen. De school krijgt een gunstig advies voor de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. Omwille van de systematiek waarmee de school tekorten opspoort en wegwerkt vertrouwt de onderwijsinspectie op het beleidsvoerend vermogen van de school om de resterende tekorten weg te werken.

3.1.3 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden?

Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde erkenningsvoorwaarden levert het volgende op.

Onderzochte erkenningsvoorwaarde

Leeft de school de bepalingen na over de taalregeling in het onderwijs? (decreet bao - art. 62,6°) ja Neemt de school de reglementering inzake vakantieperioden en de aanwending van de onderwijstijd, zoals

bedoeld in artikel 50 in acht? (decreet bao - art. 62,8°) ja

Heeft de school een beleidscontract of beleidsplan met een centrum voor leerlingenbegeleiding waarin de

vereiste bepalingen zijn opgenomen? (decreet bao - art. 62,10°) ja