• No results found

Doelgerichtheid Op het niveau van de scholengemeenschap werkte het netwerk van zorgcoördinatoren een zorgvisie uit. Daarnaast scheef het schoolteam een schooleigen zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid uit, waarin het zorgcontinuüm centraal staat. Deze structuur is sterk uitgewerkt en door alle

kleuteronderwijzers gekend.

Voor kinderen die nood hebben aan meer leerbegeleiding stelt het schoolteam na een vaste procedure van aanmelding en bespreking een individueel

handelingsplan op. In de handelingsplannen staan de doelen niet altijd even specifiek en meetbaar geformuleerd. Toch verloopt de leerbegeleiding in de praktijk doelgericht.

Ondersteuning De directeur combineert haar opdracht als schoolleider met de taak van zorgcoördinator. Ze neemt deel aan vormingen binnen het netwerk van zorgcoördinatoren in de scholengemeenschap. Hierdoor blijft ze op de hoogte van actuele verwachtingen en evoluties binnen de leerbegeleiding. Ze speelt informatie door en brengt vernieuwingen binnen in de school. De

zorgcoördinatie verloopt vooral op school- en klasniveau via overlegmomenten, informatiedoorstroming en het onderhouden van contacten. De zorgcoördinator is zeer vlot bereikbaar voor ouders en onderwijzers. Ze kent alle kleuters goed en volgt hun ontwikkeling van nabij op. Dat gebeurt door enerzijds veelal informele contacten en anderzijds door maandelijkse, formele feedback van de

klasleerkrachten over de invulling van hun zorgmomenten. Door de snelle informatiedoorstroming kan vaak op korte termijn ingespeeld worden op noden van de kleuters.

De zorgcoördinator werkt weinig op kindniveau. De leerbegeleiding van kleuters verloopt daardoor hoofdzakelijk vanuit de klasinterne zorg die de

kleuteronderwijzers bieden. Ze steunen daarbij op hun eigen didactische vaardigheden en een grote wil om elk kind zo goed mogelijk te ondersteunen in hun ontwikkeling via een brede, klasinterne basiszorg en gerichte acties voor zorgkleuters.

Doeltreffendheid De resultaten van schoolrijpheidstesten en het kindvolgsysteem tonen aan dat vrijwel alle kleuters een normale ontwikkeling doormaken en dat het aantal kinderen met specifieke zorgbehoeften klein is. Daaruit concludeert het

schoolteam dat de ondersteuning die de kleuteronderwijzers bieden doorgaans volstaat en de leerbegeleiding voldoende doeltreffend is. Toch krijgt een aantal kleuters buitenschoolse ondersteuning door diverse hulpverleners.

De visie op leerbegeleiding en de algemene aanpak ervan zijn binnen het team nog niet grondig geëvalueerd. Zo heeft het team de efficiëntie van het zelf opgestelde kindvolgsysteem of de ‘sneltest’ uit het zorgplan nog niet in vraag gesteld. Een zelfreflecterende houding hierin is eerder beperkt. Er zijn wel evaluaties van de klasinterne acties die omschreven staan in individuele handelingsplannen. Doordat de doelen hierin weinig operationeel en concreet zijn geformuleerd is de evaluatie eerder gericht op het nagaan van de acties dan op het evalueren van hun effect.

Ontwikkeling De school heeft oog voor ontwikkeling. Vooral op informeel vlak wordt de werking besproken. Een systematische zelfevaluatie van de zorgwerking waaruit sterke en verbeterpunten blijken, is nog niet gepland. In het licht van de huidige context met de verschillende rollen die de zorgcoördinator vervult is het niet duidelijk welke opties de school zal nemen in de verdere uitdieping van de leerbegeleiding. De school evolueert wel naar een meer structurele aanpak.

5 ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL

Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op.

Leiderschap De directeur combineert haar taak als leidinggevende met de opdracht van zorgcoördinator en vervult tevens enkele uren klasopdracht. Ze geeft leiding aan het team waarin ze ook zelf als collega fungeert.

De directeur volgt sinds kort de kleuteronderwijzers op via klasbezoeken en houdt al geruime tijd functioneringsgesprekken. Deze verlopen vooral vanuit een stimulerend oogpunt en minder vanuit een sturende houding.

Vanuit eigen netwerken en nascholingen introduceert de directeur nieuwe ontwikkelingen in het team en stelt prioriteiten op voor ontwikkelingsprocessen.

Daarbij doet ze regelmatig een beroep op de pedagogische begeleidingsdiensten van het schoolbestuur en van de eigen koepel om effectief richting te geven aan onderwijsvernieuwing. Het ritme van deze vernieuwingsprocessen is

bespreekbaar in het team.

Alle kleuteronderwijzers hebben ruime ervaring. De betrokkenheid met en de inzet voor hun school is groot. Ze voelen zich gewaardeerd door de directeur.

Dat alles maakt dat er een collegiale sfeer heerst op deze school waarin iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt.

Visieontwikkeling Het schoolteam ontwikkelde in het verleden een schooleigen visie waar alle betrokkenen zich voor engageren. Daarin ligt het accent op natuurbeleving en het streven naar kwalitatief onderwijs met veel sociale interactie in een geborgen klimaat. Doorgaans geeft de directeur voorzetten bij nieuwe initiatieven voor schoolontwikkeling en het formuleren van visieteksten. Soms neemt een leerkracht hiertoe het voortouw. Zo is de aandacht voor een bewegingsgezinde kleuterschool conceptueel uitgewerkt door de voormalige leerkracht

bewegingsopvoeding en aangevuld door de teamleden. Er zijn nog geen plannen voor een actualisering van de algemene visie en het uitdiepen en toetsen ervan aan de verwachtingen van het leerplan.

Besluitvorming De kleinschaligheid van deze school resulteert in een snelle en gemakkelijke doorstroming van informatie. Maandelijks organiseert het schoolteam personeelsvergaderingen met een duidelijke agenda en ruime kansen tot inspraak en overleg. Het schoolteam neemt voldoende tijd om samen na te denken over vernieuwingen. De beslissingen zijn vaak gedragen door iedereen, wat bijdraagt tot een gelijkgerichte uitwerking ervan.

Kwaliteitszorg In de groei naar kwaliteitszorg zet de school nieuwe stappen. De

prioriteitenplanning bevordert de doelgerichtheid en het maken van keuzes in de veelheid van opdrachten die de leiding voor zich ziet. Het gebruik van

outputgegevens komt sporadisch aan bod. Hiervoor verwijst de school naar het vervolgonderwijs. De meeste kleuters lopen verder school in een basisschool uit de buurt van het eigen net. Doorgaans verloopt de overgang vlot. Er is grote zorg voor het behoud van het aantal kleuters, mede door de concurrentiepositie waarin de school zich bevindt.

De school heeft weinig aandacht voor het uitbouwen van netwerken met andere scholen of instanties op leerkrachtniveau. Ervaringen uitwisselen gebeurt soms tijdens pedagogische studiedagen in de scholengemeenschap maar er zijn verder

GOK- en zorgbeleid Het schoolteam baseert zijn zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid op de analyse van data die de noden van alle leerlingen in kaart brengt. Het schoolteam heeft een visie over de wijze waarop het zijn zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid vorm wil geven en legt acties naar individuele kleuters toe vast in

handelingsplannen.

De schoolorganisatie zorgt er in toenemende mate voor dat het team de

vooropgestelde doelen binnen het zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid bereikt.

Teamgerichte nascholingen ondersteunen dit proces. In het

professionaliseringsbeleid is er aandacht voor de deskundigheidsbevordering van alle teamleden met onder andere oog op het schooleigen zorg- en

gelijkeonderwijskansenbeleid.

Het zorgteam evalueert de effecten van de acties binnen zijn zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid, maar blijft hierin soms te oppervlakkig.

6 STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL