• No results found

3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen?

Het onderzoek naar het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen levert voor de geselecteerde leergebieden het volgende op.

3.1.1.1 Kleuteronderwijs: Nederlands Voldoet

De kleuterschool streeft de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied Nederlands in voldoende mate na. De leraren sturen het aanbod voor Nederlands in grote mate aan vanuit het kindvolgsysteem, eigen

observaties en een schoolrijpheidstest bij de oudste kleuters. Ondanks het feit dat de leraren hun aanbod nog maar beperkt structureren en bewaken op volledigheid komen de verschillende domeinen van dit leergebied op een vrij evenwichtige en gevarieerde wijze geïntegreerd aan bod. De school toont aan dat ze plichtsbewust werkt aan de taalontwikkeling van de kleuters.

3.1.1.2 Kleuteronderwijs: muzische vorming Voldoet niet

De kleuterschool streeft de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied muzische vorming in onvoldoende mate na. Er is nog een onevenwicht tussen de muzische domeinen en het team heeft geen zicht op de volledigheid van het aanbod. Doelgerichte planningen ontbreken voor dit leergebied waardoor het onderwijsaanbod veeleer vrijblijvend en weinig samenhangend is. De uitgangspunten van de ontwikkelingsdoelen, met belangrijke accenten op exploreren en experimenteren, worden nog te verschillend ingevuld in het dagelijkse aanbod.

3.1.1.3 Kleuteronderwijs: Nederlands en muzische vorming Curriculum

Sinds enkele jaren zoekt het team naar manieren om de planning van het onderwijsaanbod doelgericht en gestructureerd aan te sturen. Het team is onzeker over de verder te volgen weg en besteedde verschillende studie- en overlegmomenten aan het thema ‘doelmatig plannen’. Vooralsnog slagen de leraren er niet in om deze denkoefening, in het bijzonder voor het leergebied muzische vorming, tot een goed einde te brengen. Zij gebruiken het instrument van de eigen onderwijskoepel als referentiekader. De leraren selecteren dominante ontwikkelingsaspecten om hun aanbod aan te sturen. Vooralsnog worden de ‘poorten’ naar de ontwikkelingsdoelen en leerplannen onvoldoende benut, maar er zijn aanzetten bij een aantal leraren om al linken te leggen naar de decretale referentiekaders en doelen om het aanbod doelgerichter en rijker te maken. Sommigen gebruiken hiervoor de kijkwijzer van het eigen net. De leraren lukken er nog niet in om een keuze te maken tussen de verschillende

referentiekaders en kunnen de volledigheid en het evenwicht van hun doelen en aanbod, zowel op klas- als schoolniveau, niet aantonen.

De jaarplannen tonen aan dat leraren zich inspannen om naast de thema’s uit de jaarkring ook originelere en creatieve thema’s uit te werken met ruimte voor inbreng van de kleuters. De denkoefening die leraren maken bij het begin van een thema gaat vooral uit van activiteiten en losse ideeën en minder vanuit een vaste en evenwichtige structuur en doelen. De week- en dagplannen geven een beeld van wat de leraren willen nastreven met hun kleuters. De analyse van de planningsdocumenten en de gesprekken hierover tonen duidelijk aan dat leraren dit plichtsbewust maar heel verschillend invullen en zoeken naar een schooleigen instrument. Er zijn weinig gezamenlijke thema’s. Leraren missen kansen om projecten gelijkgericht uit te werken. Ze hebben niet de gewoonte om na

afronding van een thema zichzelf en het aanbod te evalueren om bij te sturen indien nodig.

De dagelijks weerkerende activiteiten zijn vastgelegd in overleg- en

ontmoetingsfiches. De doelen hierin verwijzen naar ontwikkelingsaspecten maar worden weinig gebruikt om doelgericht te werken. De kalenders vertonen duidelijk een verticale opbouw ook al zijn hier geen afspraken over gemaakt. Een aantal hoekenfiches zijn uitgewerkt, maar deze vertonen onderlinge verschillen, zijn weinig samenhangend en worden nauwelijks gebruikt.

Kinderen krijgen evenwel veel kansen om actief te zijn.

De school heeft een groeiende instroom van kinderen uit een andere cultuur en wil proactief omgaan met deze diversiteit. Het team ziet hierin kansen om het taalbeleid te versterken. Vooralsnog hebben de leraren geen schooltaal of themawoordenschat afgebakend.

De school toont aan dat ze plichtsbewust werkt aan de taalontwikkeling van de kleuters. Ondanks het feit dat de leraren hun aanbod nog maar beperkt

structureren en bewaken op volledigheid komen de verschillende domeinen van dit leergebied op een vrij evenwichtige en gevarieerde wijze aan bod. Leraren sturen het aanbod voor Nederlands aan vanuit het kindvolgsysteem, globale observaties met aspecten van ‘taalontwikkeling’ uit het koepeleigen instrument, eigen observaties en een schoolrijpheidstest bij de oudste kleuters. De

kleuterleraren analyseren deze observaties en testgegevens samen met de zorgcoördinator en werken indien nodig acties op klas- en kindniveau uit. De resultaten van deze gegevens tonen aan dat de meeste kinderen de doelen bereiken. De leraren volgen kinderen die talige ondersteuning nodig hebben nauwgezet op met een remediëringsplan en indien nodig met een individueel handelingsplan. De teamleden bereiden sommige kleuters voor om verhalen en teksten te begrijpen door deze vooraf te vertellen en de woordenschat op voorhand te verklaren. Binnen de activiteiten, zowel klassikaal als in de hoeken, ziet het inspectieteam dat kinderen in meerdere groepen met taal actief kunnen zijn. Een aantal thema’s en projecten, onder meer voor mondiale vorming, dagen de kleuters uit om hun woordenschat te versterken. Enkele teamleden verrijken de hoeken om taal uit te lokken of gaan bewust mee participeren tijdens de spelmomenten. Zij plaatsen kinderen in situaties die hen uitnodigen om taal te gebruiken en stimuleren hierdoor de begripsvorming. In andere groepen weegt de leraar nogal sterk op de communicatie waardoor kinderen minder kansen krijgen om zich te uiten.

Er zijn voldoende speelleermaterialen aanwezig om de kinderen uit te dagen om te communiceren. In alle klassen zijn de boekenhoeken aangepast aan het thema en verrijkt met pakketten uit naburige bibliotheken. In enkele klassen worden de boeken aantrekkelijk gepresenteerd, in andere is de presentatie voor verbetering vatbaar. De themawoordenboeken in enkele groepen geven veel kansen om kinderen de woordenschat voortdurend te laten oefenen.

Het team integreert taal in de andere leergebieden. Sommige leraren sturen het onderwijs, onder meer met speelwerkbladen waardoor de creativiteit van de kinderen minder kansen krijgt. Kinderen die een ontwikkelingsvoorsprong

regelmatig ter sprake, maar een muzisch beleid met duidelijke visie en doelen blijft alsnog achterwege. Duidelijke ontwikkelingslijnen en afspraken over de gradatie ontbreken. De klaspraktijk toont grote onderlinge verschillen. De school zoekt naar een doelgerichtere aanpak van dit leergebied. De ontwikkelingsdoelen en de leerlijnen uit het leerplan zijn nog niet richtinggevend voor het aanbod, waardoor de leraren onvoldoende kunnen aantonen of de domeinen evenwichtig aan bod komen en of ze de doelen nastreven.

Het domein beeld krijgt in een aantal groepen nog steeds een te prominente plaats in het aanbod. Het werken in twee dimensies overheerst. Een aantal leraren geven de kleuters al kansen om te experimenteren en te exploreren, zodat ze hun rijke fantasie kunnen aan bod laten komen om plezier te beleven bij authentieke creaties. Andere leraren kunnen het werken naar model en vanuit tijdschriften en werkblaadjes moeilijker loslaten. Dit belemmert een brede en harmonische vorming. Allerlei materialen zijn beschikbaar en worden doelgericht gebruikt.

Voor het domein muziek leren de leraren liedjes aan, maar muziek beluisteren en bespreken komt beperkter aan bod. Bij enkele leraren was er tijdens de

bijgewoonde activiteiten intentioneel aandacht voor ritme en klank met een ruim aantal materialen en instrumenten en konden kinderen experimenteren.

In alle klassen en in de les bewegingsopvoeding hebben de leraren aandacht voor dans en bewegingsactiviteiten op muziek. Een methode om al bewegend de grove motoriek te oefenen zet kleuters aan om creatief te exploreren en te experimenteren met bewegingen, dansjes, en expressievormen. Tijdens deze lessen evalueert de leraar de kleuters.

Uitbeelden, toneel en poppenspel, soms als klasdoorbrekende activiteit, komen vaak in het aanbod voor. Een aantal teamleden hebben hiervoor een aantal uitdagende hoeken ingericht. De kleuters genieten van kinderliteratuur, onder meer in de boekenhoek.

Het nieuwe leerplan voor media is amper gekend. Leraren weten niet wat hiervoor van hen wordt verwacht. Het aanbod van materialen voor dit domein is beperkt.

Het kindvolgsysteem en de gebruikte observatie-instrumenten hebben in beperkte mate oog voor het in kaart brengen van de muzische talenten. Voor motoriek is er wel aandacht, onder meer in de remediëringsplannen.

De school heeft volgehouden interesse om talige en creatieve culturele activiteiten te organiseren, zowel op school als op externe locaties. Het team participeert ook aan muzische evenementen in het dorp. Het schoolfeest is aanleiding voor creatieve activiteiten. De nauwe samenwerking met de inwoners van het nabijgelegen rusthuis is een mooi initiatief.

Leraren beseffen dat de verdere implementatie van het leerplan van muzische vorming een belangrijk werkpunt is. Het is al vele jaren opgenomen in het prioriteitenplan. Het team weet dat het dit leergebied eindelijk grondig moet aanpakken, hiervoor een visie uitwerken vanuit de kerngedachten van de ontwikkelingsdoelen en het leerplan, de volledigheid bewaken en het aanbod evenwichtig, doelgericht en rijk invullen.

In de school hangt een muzische sfeer, dit toont aan dat leraren dit leergebied belangrijk vinden.

De meeste kinderen gaan naar de lagere school van het eigen schoolbestuur in de eigen deelgemeente. De overgang verloopt via integratieactiviteiten. De leraren bespreken de kinderen op het einde van het schooljaar. De scholen gaan inhouden afspreken om de samenhang tussen beide niveaus te versterken. De overgangsgesprekken in de eigen school vinden nog niet plaats.

Curriculum Onderwijsorganisatie Klasmanagement Onderwijstijd

In de meeste klassen zorgen de leraren voor een ordelijke en goed

gestructureerde klaswerking. Bijna alle klasleraren verrijken de klaswanden en de hoeken thematisch. De overdachte inrichting zorgt ervoor dat de kinderen zelfstandig, actief en creatief kunnen spelen. De leraren bemoedigen de kleuters voortdurend. Het keuzebord bij de oudste kleuters geeft kansen om te

differentiëren en om hun zelfstandigheid te bevorderen. De leraren zoeken naar manieren om de organisatie en differentiatie in de menggroepen efficiënter te organiseren en slagen er al in grote mate in om de het aanbod voor de leeftijden op elkaar af te stemmen.

De kinderverzorgster wordt sterk bij het onderwijs aan de jongste kleuters betrokken en organiseert mee de zorgende activiteiten.

Door het veelvuldig gebruik van werkbladen in een aantal groepen gaat kostbare tijd om te spelen, te handelen, te exploreren en te experimenteren verloren.

Doordat een aantal leraren bij speelmomenten vrij laat de activiteiten beginnen en/of vroegtijdig stoppen, komt de onderwijstijd in het gedrang waardoor sommige kleuters niet effectief de voorziene 28 kindgebonden lestijden krijgen waar zij recht op hebben.

Materieel beheer Uitrusting Ontwikkelingsmaterialen Leermiddelen

De klassen beschikken over moderne en goed bruikbare didactisch materialen, leraren maken ook veel materialen aan. Tijdschriften worden als basismateriaal aangeboden. Sommige leraren maken goed gebruik van stappenplannen en pictogrammen. Hoekenpictogrammen ontbreken in enkele klassen.

De computers in de klassen zijn goed bruikbaar en de leraren beschikken over internet. Een aantal teamleden schakelt gepaste software in, onder meer in functie van Nederlands en muzische vorming. Het digitaal bord waarover de school beschikt wordt vooralsnog minder efficiënt gebruikt. Het aanbod aan materialen voor het muzisch domein media is nog beperkt.

Materieel beheer

Infrastructuur De klassen en de speelplaats zijn ruim en nodigen uit om te spelen en bewegen.

De polyvalente ruimte, ook gebruikt als refter en speelruimte, is niet optimaal afgestemd op de lessen lichamelijke opvoeding en beweging. De akoestiek in deze ruimte is dermate storend dat zowel kleuters en teamleden, ook in hun klas, last ondervinden van het lawaai. De harde stenen vloer is niet geschikt voor activiteiten waarbij de kleuters op de grond moeten liggen.

Evaluatie

Het kindvolgsysteem geeft een ruim beeld van de kinderen, zowel voor het cognitieve als voor het sociaal-emotionele aspect. De evaluaties zijn nog niet afgestemd op het leerplan. Hierdoor is onder meer het in kaart brengen van muzische talenten nog beperkt. Op verschillende tijdstippen van het jaar worden de gegevens van de schoolloopbaan, van gesprekken met externen en ouders, observaties, de resultaten van een gestandaardiseerde toets voor rekenbegrip en een schoolrijpheidstest voor Nederlands bij de oudste kleuters bijeen gebracht.

Al deze observaties en testgegevens worden goed geanalyseerd en besproken.

De evaluatie van Nederlands levert sterke resultaten op. De leraren werken, samen met de zorgcoördinator, indien nodig acties op klas- en kindniveau uit.

Het zorgoverleg is functioneel.

Vooralsnog is er beperkt terugkoppeling vanuit de lagere school.

Begeleiding Leerbegeleiding Beeldvorming Zorg

De zorgcoördinator, deeltijds werkzaam op kind-, leraar- en schoolniveau, is het aanspreekpunt voor zorgvragen van ouders, leraren en kinderen. Zij registreert de informatie en organiseert het multidisciplinair overleg (MDO). Zij werkte samen met de leraren een visie uit. Zij neemt mee de testen af en helpt de kleuters vraaggestuurd en klasintern. De coördinator werkt volgens een vast rooster waar zij flexibel mee omgaat.

Zij werkt, in overleg met de betrokken leraren en ouders, voor de kinderen die minder goed scoren op de testen en observaties een remediëringsplan en eventueel een individueel handelingsplan uit. Kleuters met een

ontwikkelingsachterstand krijgen extra zorg, onder meer voor taalactivering. De leraren zijn de spilfiguur van de zorg in hun klasgroep. Zij kunnen beroep doen op de expertise van de zorgcoördinator voor hulp, zowel naar materialen, coaching als omkadering toe.

In de school leeft een sterke aandacht voor socio-emotionele begeleiding, mede vanuit het pedagogisch project en het kindvolgsysteem. Er heerst in deze kleuterschool een rustige en degelijke speel- en werksfeer.

Professionalisering Deskundigheidsbevordering Interne expertise Nascholingen

Dit schoolteam beschikt over heel wat interne expertise. De doelmatigheid om leraren deskundiger te maken en deze expertise te benutten is nog beperkt. De nascholingen in functie van het zorgbeleid kunnen hier wel als voorbeeld dienen.

De school weet waar ze nog kan in groeien maar een gedragen visie ontbreekt.

Het beleid heeft een prioriteitenplan uitgewerkt. Dit is nog te uitgebreid, nauwelijks gekoppeld aan de nascholingsnoden en weinig gedragen door het team. Het schoolteam beseft wel dat ze voor een aantal dringende werkpunten de weg van geleidelijkheid moet verlaten. De implementatie van heel wat prioriteiten raakt niet afgerond. Tegenvallende studiedagen zorgen voor ontmoediging. De concretisering van de prioriteitenplanning in werkpunten kan winnen aan duidelijkheid door doelen specifiek, meetbaar en realiseerbaar op korte termijn uit te schrijven.

3.1.2 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden?

Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde erkenningsvoorwaarden levert het volgende op.

Onderzochte erkenningsvoorwaarde ja, neen

Leeft de school de bepalingen na over de taalregeling in het onderwijs? (decreet bao - art. 62,6°) ja Neemt de school de reglementering inzake vakantieperioden en de aanwending van de onderwijstijd,

zoals bedoeld in artikel 50 in acht? (decreet bao - art. 62,8°) ja

Heeft de school een beleidscontract of beleidsplan met een centrum voor leerlingenbegeleiding waarin de

vereiste bepalingen zijn opgenomen? (decreet bao - art. 62,10°) ja