• No results found

Relevant gedeelte uit het door de minister van VWS vastgestelde adviesprogramma

In document De toekomst van de AWBZ (pagina 47-51)

voor 1997 en het hiervan afgeleide werkpro-

gramma

Uit deel 1 Adviesprogramma 1997-1998 RVZ:

1.1 Structuur en financiering langdurende en intensieve zorg

Achtergrond en probleemstelling

Een omvangrijke groep mensen heeft vanwege chronische, invaliderende aandoeningen en vanwege daarmee samenhangende beperkingen en handicaps behoefte aan een langdurende en intensieve zorg (care).

Kenmerkend voor deze zorgsituatie zijn de volgende omstan- digheden:

- de relatief grote mate van (zorg-)afhankelijkheid van de patiënten in kwestie;

- de groeiende behoefte bij alle betrokkenen de maatschappelijke participatie van de patint/gehandicapte zoveel mogelijk te bevorderen;

- de behoefte bij de patiënt/gehandicapte aan een zowel divers als ook geïntegreerd zorgaanbod dat zich tot over de grenzen van de zorgsector uitstrekt en dat bovendien 'op maat' wordt geleverd; - de noodzaak het aanbod van collectief gefinancierde voorzie-

ningen beheersbaar te houden.

Op alle vier deze terreinen doen zich vraag- en aanbodfricties en beleidsproblemen voor. In de afgelopen jaren is om die reden binnen het overheidsbeleid al veel op gang gebracht:

- de positie van de patiënt/consument is versterkt door wetgeving en door patiëntgebonden financiering;

- er wordt gewerkt aan een geïntegreerde, onafhankelijke en objectieve indicatiestelling en aan de zogenaamde één-loket gedachte;

- de AWBZ-verstrekkingen worden geflexibiliseerd (sturen naar een meer functiegerichte systematiek);

- de voorzieningen worden zoveel mogelijk gedeconcentreerd en transmuraal aangeboden en opgezet.

Ondanks dit brede front van overheidsbemoeienis met de care, bestaan er nog fundamentele beleidsproblemen. In zijn algemeen-

heid kan men de beleidsproblematiek op drie terreinen lokaliseren, er zijn dus drie grote clusters van beleidsproblemen voor de over- heid in de komende jaren.

1. De structuur en de systematiek van het financieringssysteem. 2. De relatie tussen wonen, zorg en welzijn.

3. De relatie tussen care en cure, in het bijzonder op het vlak van de geestelijke gezondheidszorg.

ad 1

De probleemstelling heeft hier te maken met de samenhang tussen de verschillende onderdelen van de AWBZ en met de

gemeenschappelijke noemer: de interne consistentie. Een alge- mene herbezinning op het verstrekkingenpakket is nodig. Hierbij dient ook bezinning plaats te vinden op de grenzen van het zorgpakket, mede in relatie tot andere collectieve voorzieningen.

ad 2

De probleemstelling is hier vooral: hoe verhouden de vorm en de inhoud, met andere woorden, het institutionele en het functionele zich tot elkaar. Dit heeft te maken met de systematiek van de om- schrijving van zorgaanspraken. Het heeft ook te maken met de reikwijdte van die aanspraken.

Onderdeel van de probleemstelling is de relatie tot welzijn.

ad 3

De probleemstelling is: kunnen cure en care in principe ge- scheiden worden c.q. hoe zou dit kunnen verlopen. De casus is hier de Geestelijke Gezondheidszorg (ggz). De vraag is of cure- achtige elementen in de AWBZ thuishoren.

Vraagstelling

De drie bovengenoemde probleemstellingen moeten in nauwe onderlinge samenhang benaderd worden, hetgeen zal leiden tot

De toekomst van de AWBZ

49

gezondheidszorg ten opzichte van de AWBZ en met betrekking tot het geïntegreerde karakter van het desbetref- fende zorgaanbod. Onder meer: dient binnen de ggz een knip gelegd te worden tussen cure en care?

d. Beleidsvragen met betrekking tot het bevorderen van de doelmatigheid van het binnen het eerste compartiment te leveren zorgaanbod.

Uit deel 2 Werkprogramma RVZ 1997: 2.1 Van advies- naar werkprogramma Hieronder is voor dit adviesproject aangegeven:

- de te beantwoorden beleidsvragen; deze vormen een concretisering van de tekst in het adviesprogramma; - de functie (doel) in het beleidsproces;

- de daaruit voortvloeiende programmering.

1 Structuur en financiering langdurende en intensieve zorg Te beantwoorden beleidsvragen

a. Hoe kan het hulpaanbod in het eerste compartiment verder worden geflexibiliseerd, ten behoeve van een grotere doelmatigheid en meer keuzevrijheid voor de cliënt? b. Op welke wijze kan een en ander vertaald worden in de

zorgaanspraken, dat wil zeggen: afgrenzing ten opzichte van andere financieringsbronnen, onderlinge samenhang, systematiek, etc.?

c. Wat is voor de middellange termijn de meest gewenste financierings- en bekostigingsstructuur op dit vlak en kun- nen wij hier iets leren van andere landen?

Het is denkbaar dat de beantwoording van de beleidsvragen sectorspecifiek geschiedt.

Functie advies in beleidsproces

jaren te ontwikkelen beleid met betrekking tot de zorg in het eerste compartiment. Dat kan zijn evaluatie en eventueel bijstelling van reeds in gang gezet beleid, het kan ook om nieuw beleid gaan. Het advies zal verder een rol kunnen spelen bij het begin 1998 bepalen van een langetermijnvisie van de bewindslieden op dit terrein.

Relevante beleidsonderdelen zijn: - indicatiestelling in de care;

- patiëntgebonden budgettering en andere instrumenten op het vlak van vraaggestuurde zorg;

- flexibilisering van het zorgaanbod en van de wet- en regelgeving ter zake, in combinatie met deïnstitutionali- sering;

- de knip in de thuiszorg, alsmede de relatie met de huisarts en het ziekenhuis.

Relevant is verder de rol die de gemeenten spelen op dit vlak, onder meer door middel van de WVG en de WCPV. Van belang is hierbij ook de relatie met het inkomensbeleid. Het advies wordt opgesteld in nauwe samenhang (inhoudelijk en in de tijd) met de adviezen over wonen en zorg en over de geestelijke

gezondheidszorg.

Programmering advies in 1997

Het advies zal voor medio 1997 moeten worden uitgebracht, zodat het een richtinggevende rol kan spelen met betrekking tot de in 1997 te nemen beleidsmaatregelen op dit terrein. Het moet boven- dien verschijnen voor de RVZ-adviezen over wonen en zorg (nummer 2) en over geestelijke gezondheidszorg (nummer 3). Het advies over wonen en zorg zal in ieder geval rond september 1997 gereed moeten zijn.

De toekomst van de AWBZ

49

Samenstelling Raad voor de Volksgezond-

In document De toekomst van de AWBZ (pagina 47-51)