• No results found

Wat betreft de vertaling van ‘abiotiek naar biotiek’ is van iedere soort in ons land bepaald hoe de verspreiding daarvan (per kilometerhok) samenhangt met de Stiboka bodemkaarten 1:50.000 van Nederland. Hierbij zijn twee rekenmethoden gehanteerd:

(1) puntbenadering; uitgaande van het bodemtype dat in het centrum van ieder km-hok voorkomt, (2) vlakbenadering; uitgaande van alle bodemtypen die in een km-hok voorkomen. Voor iedere plantensoort is via beide benaderingen bepaald in welk deel van het aantal kilometerhokken waar een bepaald bodemtype voorkomt deze plantensoort ook voorkomt. Een voorbeeld: het bodemtype AHk (Kalksteenhellingronden) komt in ons land in 102 km- hokken voor, waarvan in 19 km-hokken met een centrale ligging. De meetsoort Brachypodium pinnatum komt in 91 van 102 km-hokken voor (= 91%) en in alle kilometerhokken waar AHk centraal ligt (= 100%). Met drempelwaardes (standaard 20% voor de vlakbenadering en 15% voor de puntbenadering) is vastgesteld of de km-hokken voor het desbetreffende bodemtype op de uiteindelijke verspreidingskaart afgebeeld wordt. In het geval van het voorbeeld dragen alle km-hokken met Kalksteenhellinggronden in beide methoden bij aan de verwachte verspreiding van Brachypodium pinnatum. Op deze manier zijn alle meetsoorten en extra indicatieve soorten beoordeeld. En wat doe je met soorten die op veel bodemsvoorkomen.

Figuur 4.5 Voorbeeld Kansrijkdomkaart voor het Natuurdoel Natte Heide (bron: SynBioSys, Alterra)

4.4

Casestudie Heide

4.4.1 Introductie

In deze casestudie wordt nagegaan in hoeverre het huidige areaal en de locaties voor de volgende twee natuurdoelen kunnen worden bepaald, namelijk voor het:

- natuurdoel ‘Natte heide en hoogveen’ (ND14), en - natuurdoel ‘Droge heide’ (ND15).

Het natuurdoel 14 bestaat uit 3 natuurdoeltypen (NDT). Het natuurdoel 15 bestaat uit

2 natuurdoeltypen (Tabel 4.3). In Tabel 4.3 is voor beide natuurdoelen hun beoogde areaal in 2018 aangegeven volgens SGR2, de Nota NVM en de provinciale kaarten.

Tabel 4.3 Relatie natuurdoelen natte en droge heide met hun natuurdoeltypen en hun beoogde areaal in 2018.

Natuurdoel (ND) SGR2 Areaal

NVM Prov. Kaarten Natuurdoeltype (NDT) 14. Natte heide en

hoogveen 15.000 ha 15.000 ha 19282 ha 3.42 Natte heide

3.43 Natte duinheide 3.44 Levend hoogveen 15. Droge heide 32.000 ha 30.000 ha 29.274 ha 3.45 Droge heide 3.46 Droge duinheide Totaal 47.000 ha 45.000 ha 48556 ha

4.4.2 Methodologie

De aanname binnen deze studie is dat de huidige arealen aan natuurdoelen in kaart kunnen worden gebracht op basis van informatie over het landgebruik uit een of meerdere

landgebruikdatabases zoals LGN of de Top10-vector in combinatie met kansrijkdomkaarten. In deze case studie zal de bruikbaarheid van de voorgestelde methode gevalideerd worden voor de natuurdoelen 14 en 15 (natte en droge heide).

Voor heide hebben alleen LGN en Top10-vector een specifieke klas(sen), zie Tabel 4.4. Terwijl de taakstelling vanuit de NvM voor natte heide 15000 ha is en voor droge heide 30000 ha, ligt de doelstelling vanuit de provincies zoals al eerder genoemd hoger met een totaal areaal van meer dan 48000 ha voor heide. De Top10-vector (op basis van het VIRIS bestand ‘vlkheide’) geeft een huidig areaal van 50.000 ha voor heide aan. Dit komt in areaal redelijk overeen met het gewenste areaal in 2018, echter is hierbij nog geen rekening

gehouden met de locaties. Het totale areaal heide berekend op basis van LGN-4 ligt echter veel lager namelijk op iets meer dan 35000 ha (zie Tabel 4.4).

Tabel 4.4 Areaal heide uit verschillende data bronnen voor Nederland.

Bestand Waarde Klasse Oppervlakte

Top10 (VIRIS) Vlakheide00 49791 ha

LGN-4 34 Duinheide 971 ha

39 Hoogveen 6259 ha

36 Heide 11384 ha

37 Matig vergraste heide 9327 ha 38 Sterk vergraste heide 7665 ha

Totaal 35606 ha

LGN-4 onderkent echter wel meer thematische klassen (zie Tabel 4.4) ten aanzien van heide, maar de Top10-vector heeft het grote voordeel van een veel hogere ruimtelijke resolutie en vertoont daarom veel meer detail. Dit is ook goed te zien in Figuur 4.6 LGN-4 bevat de grotere heide arealen (paarse pixels), maar mist de kleinere heidegebieden (roze pixels), zoals deze wel door de Top10-vector worden aangegeven. Zo worden bijvoorbeeld de langs de A1 snelweg gelegen heidebermen alleen in de Top10-vector geïdentificeerd. Dat het heideareaal in Nederland zeer gefragmenteerd is blijkt ook uit de analyse in Bijlage 4 op basis van de Top10-vector. Er zijn over de 15.000 heidegebiedjes met een areaal kleiner dan 0,5 ha. Hierdoor lijkt de Top10-vector geschikter om het areaal heide te bepalen dan het LGN-bestand. Voor verdere thematische invulling van het heide-areaal kan het LGN-bestand eventueel wel nog een rol spelen. Uit onderstaande Figuur 4.6 blijkt verder dat er ook grote arealen heide buiten de natuurdoelen liggen (natuurdoelgebieden met heide hebben in de onderstaande figuur een zwarte omlijning met een lichtblauwe arcering), en dat binnen de natuurdoelen het gewenste areaal aan heide vaak nog niet te vinden is.

Figuur 4.6 Detail van de Top10-vector bij de Kootwijker duinen met een overlay van LGN-4 en de natuurdoelen.

Voor het extraheren van heide uit de Top10-vector maken we gebruik van de VIRIS bestanden (zie ook paragraaf 4.2.5). Het VIRIS bestand vlkheide00 is een bestand met een ruimtelijke resolutie van 25 meter en geeft voor elke pixel het oppervlakte aan heide weer. Dit is in principe een waarde tussen 0 en 625 m2. In onderstaande Figuur 4.7 is het areaal heide in 2000 aangegeven volgens de Top10-vector.

Figuur 4.7 Areaal heide volgens de Top10-vector in 2000 (bron: VIRIS, Top10-vector).

Als een eerste voorverkenning kan er nu al een overlay worden gemaakt van het VIRIS bestand ‘vlkheide’ (Figuur 4.8) met de Landelijke Natuurdoelenkaart. Na de eerdere preparatie van de Natuurdoelenkaart (zie paragraaf 4.1) kan er nu gemakkelijk een selectie worden gemaakt van de relevante polygonen voor natuurdoel 14 en 15, en kan er al een eerste vergelijking plaatsvinden met de Top10-vector (lees VIRIS bestand). Uit onderstaande

figuren mag het al duidelijk zijn dat ook grote arealen heide buiten de natuurdoelen natte en droge heide liggen.

Figuur 4.8 Het huidige areaal heide uit de Top10-vector met een overlay van met het natuurdoel 14 (Natte heide en hoogveen).