Rekenresultaten L den wegverkeerslawaai

E-mail: vobru@kpnplanet.nl Kvk nr. 08217498

Btw nr. 8138.29.240.B01

Bijlage 3 Rekenresultaten L

wegverkeerslawaai

Rekenresultaten incl. art. 110g

Buren Marsdijk

Rapport: Resultatentabel Model: eerste model

LAeq totaalresultaten voor toetspunten Groep: Marsdijk

Groepsreductie: Ja Naam

Toetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden 001_A Zijgevel 1,50 42 40 33 43 001_B Zijgevel 4,50 44 42 35 45 002_A Voorgevel 1,50 45 43 36 46 002_B Voorgevel 4,50 46 44 37 47 003_A Zijgevel 1,50 41 39 32 42 003_B Zijgevel 4,50 43 40 34 44

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

14-10-2013 14:25:44

Geomilieu V2.13

Rekenresultaten excl. art. 110g

Buren Marsdijk

Rapport: Resultatentabel Model: eerste model

LAeq totaalresultaten voor toetspunten Groep: Marsdijk

Groepsreductie: Nee Naam

Toetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden 001_A Zijgevel 1,50 47 45 38 48 001_B Zijgevel 4,50 49 47 40 50 002_A Voorgevel 1,50 50 48 41 51 002_B Voorgevel 4,50 51 49 42 52 003_A Zijgevel 1,50 46 44 37 47 003_B Zijgevel 4,50 48 45 39 49

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

14-10-2013 14:27:15

Geomilieu V2.13

NATUURTOETS

MARSDIJK 20 TE LIENDEN

Auteur: F. (Frank) Samsen

Veldonderzoek: M. (Mike) Wallink

Eindredactie: M. Wallink

Project: 12-149g

Datum: 17 oktober 2013

Status: Concept

Aanleiding en doelstelling

In opdracht van Witpaard heeft EcoGroen Advies BV een quickscan natuurtoets uitgevoerd. Deze natuurtoets is noodzakelijk ten behoeve van de sloop en nieuwbouw van een woning aan de Marsdijk 20 te Lienden. De bestaande woning heeft enkelsteens muren en een rieten kap. De nieuwe woning is gepland op een locatie met gazon, notenboom en kersenboom. De woning ligt tegen de zuidelijke dijk langs de Nederrijn, tevens de grens van de EHS langs de Nederrijn. Voor de ligging wordt verwezen naar bijlage 1. Het onderzoek is voor een belangrijk deel gebaseerd op een veldbezoek op 18 september 2013. Het was droog, bewolkt en +/- 16^o C. Tijdens het veldonderzoek zijn de huidige woning en de locatie voor de nieuwe woning grondig geïnspecteerd. De consequenties van de beoogde ruimtelijke ingreep op de aanwezige natuurwaarden zijn getoetst aan de Flora- en faunawet. Ook is gekeken naar de relatie van het plangebied met de vigerende gebiedsgerichte natuurbescherming.

Gebiedsgerichte natuurbescherming

De woning is gelegen aan de rand van de EHS langs de Nederrijn. Er vinden geen ingrepen in de EHS plaats. Van de sloop en de nieuwbouw van de woning zijn geen negatieve effecten te verwachten op de EHS of belangrijke natuurwaarden buiten de EHS. Op basis van de aard van de ruimtelijke ingrepen en de afstand tot beschermde natuurgebieden worden geen negatieve effecten verwacht op de in de omgeving aanwezige Natura 2000-gebieden, Beschermde natuurmonumenten.

Aangetroffen en te verwachten soorten

 Beschermde en/of bedreigde plantensoorten zijn in het plangebied niet aangetroffen en worden gezien het gebruik ook niet verwacht. Op de nieuwbouwlocatie zijn in het gazon met madelief, gewone paardenbloem, hondsdraf, straatgras en zachte ooievaarsbek ook een notenboom en een kersenboom aangetroffen;

 _{In de te slopen woning zijn geen potentiële vaste verblijfsplaatsen voor vleermuizen geconstateerd. In beide bomen in het} gazon zijn geen scheuren of holtes waargenomen die geschikt kunnen zijn voor boombewonende vleermuizen. In het plangebied kunnen daarom vaste verblijfplaatsen van boom- of gebouwbewonende vleermuizen worden uitgesloten. De beoogde plannen hebben geen nadelige gevolgen op mogelijk aanwezige vlieg- en/of jachtroutes en op belangrijk foerageergebied van vleermuizen;

 In het plangebied zijn (in beperkte mate) vaste verblijfplaatsen van enkele algemeen voorkomende, laag beschermde, zoogdiersoorten zoals veldmuis, bosmuis, huisspitsmuis en mol te verwachten. Vaste verblijfplaatsen van strikt beschermde grondgebonden zoogdiersoorten (zoals steenmarter) worden niet verwacht omdat geen geschikt leefgebied dan wel sporen zijn aangetroffen in het plangebied;

 _{In de huidige woning kunnen diverse algemene zoogdieren als huisspitsmuis, huismuis, veldmuis en bosmuis voorkomen. Op} de nieuwbouwlocatie is aanwezigheid van mol waargenomen en diverse algemene zoogdieren als egel en veldmuis zijn te verwachten. Strikt beschermde grondgebonden zoogdiersoorten zoals steenmarter of sporen daarvan zijn niet waargenomen. Aanwezigheid van (vaste verblijfplaatsen van) strikt beschermde zoogdieren kan daarom worden uitgesloten;

 Vanwege de aanwezige bomen, struiken en klimop tegen huis en schutting zijn enkele algemene broedvogels van bos en struweel te verwachten. Broedvogels (of nesten daarvan) waarvan de nestplaats jaarrond beschermd is¹, zijn niet

1

Onder jaarrond beschermde nesten van broedvogels wordt verstaan: in functie zijnde nesten van de Ooievaar, Boomvalk, Buizerd, Havik, Ransuil, Roek, Wespendief, Zwarte wouw, Slechtvalk, Sperwer, Steenuil, Kerkuil, Oehoe, Gierzwaluw, Grote gele kwikstaart en Huismus. Dergelijke nesten mogen niet zondermeer worden verwijderd of verstoord.

 Aangezien oppervlaktewater in het plangebied ontbreekt kunnen vissen en (voortplanting van) amfibieën worden uitgesloten. Overwintering van laag beschermde, algemene amfibieën zoals gewone pad en bruine kikker, bijvoorbeeld in ruigte of opslag, is vrijwel zeker te verwachten;

 Verblijfplaatsen van zwaar beschermde reptielen, libellen, dagvlinders en andere ongewervelden zijn niet aangetroffen en worden op basis van de aangetroffen situatie in combinatie met de biotoopkenmerken en bekende verspreidingsgegevens ook niet in het plangebied verwacht.

Effectbeoordeling en mitigerende maatregelen

 _{Werkzaamheden die broedbiotopen van aanwezige vogels verstoren of beschadigen dienen te allen tijde te worden}

voorkomen. Dit is voor de meeste soorten mogelijk door gefaseerd te werken en de uitvoering in elk geval op te starten in de periode voor begin maart en na eind juli of de invloedsfeer van de plannen kort voorafgaand aan het werk te controleren op broedende vogels en in gebruikzijnde nesten. Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd), maar is het van belang of een broedgeval wordt verstoord, ongeacht de datum;

 _{Bij de beoogde plannen kunnen exemplaren en verblijfplaatsen van enkele algemene en laag beschermde kleine zoogdieren en} amfibieën verloren gaan. Voor deze soorten geldt echter in deze situatie automatisch vrijstelling van de verbodsartikelen uit de Flora- en faunawet en zijn zodoende geen verplichte vervolgacties nodig. Uitvoering in de maanden september/oktober levert over het algemeen de minste schade op aan deze soorten, dat is namelijk buiten de kwetsbare voortplantings- en

overwinteringsperiode.

© EcoGroen Advies (2013)

Alles uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt mits onder bronvermelding.

EcoGroen Advies is lid van het Netwerk Groene Bureaus (www.netwerkgroenebureaus.nl), de brancheorganisatie voor groene adviesbureaus en conformeert zich tevens aan de door het netwerk opgestelde gedragscode. EcoGroen Advies heeft tevens van het voormalige Ministerie van EL&I een volledige ontheffing in gevolge artikel 75A van de Flora- en faunawet, voor de inventarisatie van beschermde planten en dieren in Nederland en het bezit en gebruik van diverse vangmiddelen (registratienummer FF/75A/2011/007). In overleg bestaat de mogelijkheid om voorliggende samenvatting uit te breiden tot een uitgeschreven rapportage. Neem daarvoor contact op met de auteur.

Toelichting: de te slopen woning is met een rode lijn gemarkeerd. De locatie voor de nieuwe woning is met een gele lijn aangegeven. Bron kaartondergrond: Google Maps