Reflectie

Het schrijven van de masterthesis bleek een behoorlijke maar uitdagende opgave. Na

maanden hard werken mag het resultaat er zijn. Maar het onderzoek ging niet zonder slag of stoot. In het kort zal in deze paragraaf op een aantal zaken worden gereflecteerd.

De Ladder voor duurzame verstedelijking 70

8.2.1 Afbakening onderzoek

De afbakening van het onderzoek is van groot belang voor de uitkomst van het onderzoek. Aan het begin was het plan om naast de provincie Gelderland nog twee andere provincies te onderzoeken met betrekking tot de Ladder. Dit is niet gedaan omdat het onderzoek anders te algemeen zou gaan worden. Daarom is gekozen om één provincie te onderzoeken en daar dieper op in te gaan. Achteraf ben ik blij dat deze keuze gemaakt is omdat anders het onderzoek alleen maar groter werd. Tijdens het onderzoek kwam ik erachter dat met de huidige hoofdvraag het onderzoek ook al veel tijd in beslag nam. Stel dat ik nog twee andere provincies had onderzocht dan was het onderzoek te groot geweest voor de geplande tijdsperiode.

Naast de provincie is in het algemeen ingegaan op hoe de Ladder goed onderbouwd moet worden. Achteraf gezien had ik dit beter moeten afbakenen. Dit omdat dit onderzoek op een aantal zaken te algemeen is geworden. Vooraf had ik een aantal specifieke functies moeten kiezen waarop de Ladderonderbouwing van toepassing is. Bijvoorbeeld voor

recreatiefuncties of bedrijven. Hierdoor zou het onderzoek wat specifieker zijn geworden. Tijdens het onderzoek kwam ik daarachter. Daarom heb ik dit nog wel een beetje bij kunnen sturen. In het onderzoek is nog ingegaan op de specifieke functie wonen. Hierbij is gekeken welke aspecten van belang zijn voor de Ladderonderbouwing bij een

woningbouwontwikkeling.

8.2.2 Hoofd- en deelvragen onderzoek

Tijdens het proces van het onderzoek zijn er kleine aanpassingen gedaan aan de hoofd- en deelvragen. Dit ter sturing van het onderzoek. Er is zelfs een deelvraag aan het onderzoek toegevoegd, maar ook een deelvraag geschrapt. Dit om te zorgen dat de deelvragen soepel op elkaar aansloten.

Een deel van de oude hoofdvraag was gericht op hoe de provincie Gelderland de nieuwe systematiek van de Ladder zou implementeren in de provinciale verordening. Tijdens het onderzoek kwam ik erachter dat de provincie Gelderland de Ladder niet ging verwerken in de verordening. Dit was voor mij een reden om de hoofdvraag voor een deel aan te passen. Had ik de hoofdvraag niet aangepast, dan was dit deel van de hoofdvraag wel heel snel beantwoord. Daardoor is dit onderzoek een beetje bijgestuurd. Er is uiteindelijk gekeken naar de doorwerking van de Ladder binnen de provincie Gelderland. Hiermee is alsnog beschreven of de provincie Gelderland de Ladder verder verwerkt binnen de verordening, maar ook hoe de Ladder verder is doorverwerkt binnen de provincie. Met deze gegevens is de hoofdvraag aangepast.

8.2.3 Theorie

Het onderzoek heeft een bijdrage geleverd aan de theorie. Zo is naar voren gekomen dat de Ladder als instrument een bijdrage levert aan de compacte stadgedachte. Het sluit naadloos hierop aan. Zo zorgt de Ladder ervoor dat zuinig wordt omgegaan met de ruimte (duurzaam ruimtegebruik) en eerst wordt gekeken of de ontwikkeling kan plaatsvinden binnen het bestaand stedelijk gebied. In het onderzoek van Marlon Boeve (2017) werd ook al

aangegeven dat de Ladder een positieve bijdrage levert aan de compacte stadgedachte. Met dit onderzoek kan dat worden bevestigd.

Daarnaast heeft dit onderzoek inzicht gegeven waaruit de nieuwe systematiek van de Ladder bestaat, hoe de Ladder onderbouwd moet worden en hoe dit instrument is

doorverwerkt binnen de provincie Gelderland. Multi-level governance is bij de Ladder duidelijk zichtbaar.

Naar de nieuwe systematiek van de Ladder en de doorwerking van de Ladder binnen de provincie was voorheen nog geen onderzoek naar gedaan. Deze informatie draagt bij aan de wetenschap. Het doel van de Ladder wordt behaald. Echter de gedachte begint bij een

De Ladder voor duurzame verstedelijking 71

goede ruimtelijke ordening waardoor de Ladder gedeeltelijk doeltreffend is. Dit kon worden bevestigd met de theorie over de beoordeling van planologische instrumenten.

Persoonlijk vond ik het wel lastig om tot een goed theoretisch kader te komen voor dit onderzoek. Bij het schrijven van de bachelorthesis had ik daar ook al moeite mee. Het was een zoekwerk om tot de juiste theorieën te komen voor dit onderzoek. Uiteindelijk na een aantal aanpassingen is het theoretisch kader zoals die nu in deze thesis staat beschreven.

8.2.4 Methodologie

De combinatie van bureauonderzoek en de casestudy heeft bijgedragen aan het onderzoek in zijn algemeenheid. Hierdoor is vanuit meerdere methodes informatie verzameld.

Onderhand via interviews.

Het regelen van de interviews ging vrij soepel en de respondenten stonden allemaal open om geïnterviewd te worden. Tijdens de start van het onderzoek was het plan om het aantal te houden interviews te beperken tussen minimaal 6 en maximaal 8. Halverwege het onderzoek was dit bijgesteld naar 6 interviews. Ik kwam er echter achter dat meer informatie moest worden verzameld om het onderzoek te versterken. De eerste interviews waren namelijk wat te algemeen. Zo had ik bij deze interviews meer door mogen vragen om tot specifiekere antwoorden te komen. Om meer diepgang te krijgen is daarom het aantal interviews uitgebreid. Er zijn uiteindelijk 9 interviews afgenomen. Zo hebben onder andere interviews plaatsgevonden op het Rijksniveau (Ministerie van BZK), de provincie

(Gelderland) en de gemeente (Ede). Dit is een sterk punt omdat hiermee inzichtelijk is hoe de Ladder vanuit het Rijk naar de provincie en hierna naar de gemeente is doorverwerkt. De drie overheidslagen hebben allen te maken met de Ladder.