• No results found

Recentste bundel: Meisje dat ik nog moet (2011)

In document Het Liegend Konijn. Jaargang 9 (pagina 65-75)

Het Liegend Konijn. Jaargang 9

Kalenders

Ik staar naar de klok van je lichaam. Het tikt in buiken en buidels door je heen, het lied van de tijd-bom die ik van je maken moet.

Je wilt niet meer dat ik je bemin als een kind.

Tik. Tak.

In je biologische wijsheid verlang je van mij enkel nog de wijzer, mijn korte klok-slag tussen je dijen, opdat je eindelijk tilt zou slaan.

Daarna kruip je snel van me af. Tik. Tak. En je tong spreekt in kalenders.

Het Liegend Konijn. Jaargang 9

Kinderlach

Elke dag het geneuk, elke dag het gezeur van je vulva die me ontmant, terwijl de rest van je behekste lijf me bedekt met kinderliedjes.

Ik hoor je intiemste opening zelfs neuriën rond mijn kegel, rond mijn te trage zaad dat moet binnenzwemmen in je wensen.

Hoe vaak nog dat eeuwige spuiten in dovemansoren?

Weer kerm je wanneer ik kerm, want op je kille gezicht zie ik de kinderlach die ik je schaam-lippen schenken moet.

Het Liegend Konijn. Jaargang 9

Sleutelcel

Ik ben niet meer thuis in jou, tussen je hardhandige heupen die rondjes draaien om mij als een gevangene.

Je bent mijn dagelijkse cel, klaar voor de deling in jullie

en mij.

Van mijn lul maak je een sul-lige gewoonte, een stamgast, een loper voor je dagdromen klemmend in mijn onderbroek.

Zwetend blijf ik dan maar sleutelen tussen je liezen die geuren

naar speelgoed en muffige kinderkamers.

Het Liegend Konijn. Jaargang 9

Buikspreekster

Je praat en je praat op mij in, om mij heen, links en rechts met je stem als een trommel die verkondigt dat je buik nu spreken zal.

Je geslacht is een en al

oor, maar het mijne oostindisch doof.

Toch praat je en praat je over een kind dat je vult met datums, namen, levens-lopen die mij nu al doen uit-hijgen.

Je laat me rennen voor zijn leven.

En dan, na al dat gebabbel kom je naar me toe, klem je om mij je kleine benen van de toekomst die je te kort komt.

Het Liegend Konijn. Jaargang 9

Verwachting

Hij komt. Hij komt, je jongste kinderdroom in een ouder wordend vrouwenlichaam.

Je roept met buik en vuist door me heen dat je zwanger bent, dat je meetelt, dat je telt hoeveel weken je vleselijke echo nog in jou moet weken.

Pijlsnel loop je vol met de verwachting waarin je bent.

En de zwellende borsten vertellen me dat ik achter de rug ben.

Vanaf vandaag gaap ik je schoot aan en ruik mijn bloed dat je niet meer verliest.

Het Liegend Konijn. Jaargang 9

Babyblauw

Dagenlang loop je op wolkjes die je uitkiest voor het behang.

De hele tijd ben je in de weer met berekeningen, afmetingen van het geluk dat bijna in zijn kinderschoenen staat.

Je koopt zelfs al lijm

waarmee je mij plakt op muren van onbegrip.

Ons kind. Jouw kind.

Spreken doe je in babyblauwe termen die mijn dag verduisteren.

Tussen je stapels kleertjes en woorden kan ik niets meer horen of zien, behalve hoe je dagelijks gaten en kinderkamers in mijn ziel hakt.

Het Liegend Konijn. Jaargang 9

Woordenschat

Razend ren je door onze vrienden-kring, telefoneer je, schal je met de bazuin van je buik dat het zover is. Dat het zo

dicht is, die baby binnen handbereik van je stem.

Je blijft maar herhalen dat je staat te trappelen als een foetus.

Allen moeten we luisteren naar hoe je woordenschat rammelt onder je navel, hoe je tatert als een kleuter, een kleine die niet wil gaan slapen zonder het verzinnen van eigennamen.

Pas 's avonds kom je naar mij, met je tong als een vuile broek die ik desondanks weer wassen moet in je spraakwaterval.

Het Liegend Konijn. Jaargang 9

Volgeboekt

Het gewicht schommelt voor je uit, die bol van kloppend vlees en wiegeliederen die zijn schaduw op mij werpt als een lasso.

Ik word steeds kleiner, steeds leger als ik kijk naar al dat vol-geblazen jij.

Je staat nu bijna op springen, houdt niet op met zingen tegen jezelf, tegen jullie die dezelfde voeten hebben en wandelen in zeemzoete monologen.

Ik en mijn vaderschap kunnen niet anders dan aan de kant staan wachten, want je lijf is volgeboekt met leegstaande moeders.

Het Liegend Konijn. Jaargang 9

Advent

Het is zover. Ik rijd je in zeven haasten en hemels naar het ziekenhuis, naar dokters, verlossers die je met sikkel en scalpel zullen oogsten.

Ik staar naar hoe je openbarst als een walnoot, hoe je uitpuilt van blubber en vreugde.

Tussen je dijen verschijnt het doods-hoofd en -vonnis van ons.

Ieder apart schreeuwen we moord en brand tussen je billen.

Daarna ligt het kind al op je arm, drogen jullie op terwijl ik langzaam dichtgroei in jullie bloed.

Huilend zie ik je moeë benen mij sluiten.

Het Liegend Konijn. Jaargang 9

In document Het Liegend Konijn. Jaargang 9 (pagina 65-75)