• No results found

Randvoorwaarden voor functioneren TSO

5.5.

5. Randvoorwaarden voor functioneren TSO

97. Voor een goede uitvoering van taken die in de hoofdstukken 3 (exclusieve taken) en 4 (niet-exclusieve taken) zijn beschreven, moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan. Deze randvoorwaarden kunnen betrekking hebben op de TSO zelf of op de netgebruikers waarvoor de taken worden vervuld. In het onderhavige hoofdstuk wordt een aantal belangrijke randvoorwaarden behandeld.

5.1. 5.1.5.1.

5.1.

Afbakening van het transmissienet

98. Voor het goed kunnen functioneren van een TSO is het in de eerste plaats van belang om duidelijk aan te geven voor welk net de TSO precies verantwoordelijk is. In beginsel geldt dat de taken en bevoegdheden van de TSO direct of indirect gekoppeld zijn aan het veilige en doelmatige beheer van dat net. Dit kan overigens wel betekenen dat de TSO hiervoor ook in bepaalde situaties moet kunnen ingrijpen in het beheer van een ander net31.

99. Artikel 7 van de gewijzigde Gasrichtlijn bepaalt dat voor gas-transmissienetten en opslag- en LNG-faciliteiten één of meer TSO’s aangewezen moet worden32. Ingevolge artikel 2 van de gewijzigde Gasrichtlijn bestaat het transmissienet uit hoge drukleidingen, met uitzondering van de “ productie” - of “ upstream” leidingen. De Gasrichtlijn definieert echter niet wat onder “ hoge druk” moet worden verstaan. Deze invulling wordt thans ook niet in de Gaswet of Richtlijnen Gastransport 2003 gegeven. DTe is van mening dat een nadere afbakening van het hoge druk of transmissienet dan ook nodig is.

100. Voor een nadere afbakening van het transmissienet kan men kijken naar de belangrijkste functie van de verschillende transportnetten. De belangrijkste functie van het HTL-net (minimale druk 50 bar) en RTL-net (minimale druk 16 bar) is het doorvoeren (transmissie) van gas naar een ander transportRTL-net, namelijk een buitenlands transportnet of een regionaal transportnet. Slechts een relatief klein gedeelte van de afnemers is direct aangesloten op de HTL en RTL netten. De belangrijkste functie van de

regionale transportnetten is het distribueren of afleveren van gas aan de eindafnemer. Voor ZEBRA is de belangrijkste functie momenteel ook distribueren van gas aan afnemers. Het ZEBRA-net (druk 50 bar) is echter zo gebouwd dat de belangrijkste functie in de toekomst transmissie kan zijn. Het ZEBRA-net is immers gekoppeld aan de netten van Delta en Essent en kan dan ook gebruikt worden voor de doorvoer van gas naar die transportnetten33. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de

belangrijkste functies van de verschillende netten.

31 Zie ook het voorbeeld in paragraaf 3.2.2 waarbij een TSO ten behoeve van de systeemintegriteit ingrijpt of laat ingrijpen op het regionale transportnet.

32 De Gaswet bevat op dit moment slechts de verplichting om beheerders voor de regionale transportnetten aan te wijzen. Ingevolge de gewijzigde Gasrichtlijn dient er ook een verplichting te komen voor het aanwijzen van een beheerder van het landelijke transmissienet en beheerders van de Nederlandse opslagfaciliteiten (inclusief LNG). In dit informatie- en consultatiedocument wordt slechts ingegaan op de verplichting om een beheerder voor het landelijke transmissienet aan te wijzen.

Tabel 6. Tabel 6.Tabel 6.

Tabel 6. Overzicht van de belangrijkste functies van de veOverzicht van de belangrijkste functies van de verschillende transportnetten.Overzicht van de belangrijkste functies van de veOverzicht van de belangrijkste functies van de verschillende transportnetten.rschillende transportnetten. rschillende transportnetten.

Transportnet Belangrijkste functie

HTL transmissie RTL transmissie

Regionale netten distributie

ZEBRA distributie / transmissie

101. Het HTL, RTL en ZEBRA-net worden alle bedreven met een drukniveau boven 16 bar. Voor een duidelijke afbakening van het begrip transmissiesystem zou men derhalve kunnen bepalen dat het transmissienet alle netten omvat die bedreven worden op een drukniveau van 16 bar of hoger.

Vraag 16. Hoe dient volgens u het transmissienet te worden afgebakend?

102. Indien de afbakening van het transmissienet wordt gemaakt bij netten die worden bedreven op een drukniveau van 16 bar of hoger, betekent dit feitelijk dat er in Nederland twee transmissienetten ontstaan: het net van GTS en het net van ZEBRA. De gewijzigde Gasrichtlijn laat de mogelijkheid open dat een Lid-Staat meerdere TSO’s aanwijst. De vraag is echter of dat ook wenselijk is. Een belangrijke reden om te besluiten één TSO aan te wijzen, is de veiligheid van beide systemen. Onbalans op het ene net zou immers invloed kunnen hebben op de integriteit van het andere net.

103. Het ZEBRA-net en GTS-net zijn momenteel niet direct op elkaar aangesloten, er bestaat slechts een verbinding voor noodsituaties. Omdat beide netten echter wel weer gekoppeld zijn aan de

distributienetten van Delta en Essent, kan een probleem in het ene net via het distributienet toch invloed hebben op de integriteit van het andere net. Een dergelijke situatie wordt nog gevoeliger als in de toekomst wellicht beide netten op elkaar worden aangesloten. DTe is daarom van mening dat het wenselijk is om één TSO in Nederland aan te wijzen. In dit verband wordt ook gewezen op de situatie bij elektriciteit waarbij het landelijk hoogspanningsnet in eigendom is van TenneT en TZH, terwijl TenneT als TSO verantwoordelijk is voor beide netten. Gelet hierop ligt het voor de hand dat GTS als eerste in aanmerking komt om als TSO te worden aangewezen.

Vraag 17. Welke voor- en nadelen zijn er volgens u om in Nederland één TSO aan te wijzen?

Vraag 18. Welke organisatie(s) komen naar uw mening in aanmerking om als TSO aangewezen te worden? Waarom?

5.2. 5.2.5.2.

5.2.

Onafhankelijkheid TSO

104. De onafhankelijkheid van een TSO wordt door DTe als essentieel gezien. Alleen indien de

onafhankelijkheid van de TSO buiten twijfel staat, zullen de marktpartijen vertrouwen hebben in de objectieve uitvoering van taken en bereid zijn om alle benodigde medewerking te verlenen. Deze onafhankelijkheid is niet alleen van belang voor de uitvoering van marktgevoelige taken als het vereffenen van onbalans en het faciliteren van de markt (paragraven 4.1 en 4.2). Maar ook voor de uitvoering van exclusieve taken is het van belang dat marktpartijen vertrouwen hebben in de

behoeve van de systeemintegriteit, zoals bijvoorbeeld het afschakelen van afnemers, minder worden betwist.

105. De onafhankelijkheid van de TSO wordt ook voorgeschreven in artikel 9 van de gewijzigde Gasrichtlijn. Dit artikel vereist niet dat het eigendom van het transmissienet gescheiden is van het eigendom van productie- en / of leveringsbedrijven (eigendom ontbundeling). Indien het transmissienet echter in eigendom is van een productie- of leveringsbedrijf, dient wel aan de volgende randvoorwaarden te worden voldaan:

 De TSO moet georganiseerd worden in een aparte, juridisch onafhankelijke organisatie (juridische ontbundeling);

 Het management van de TSO moet onafhankelijk zijn en mag niet deelnemen in bedrijven die direct of indirect verantwoordelijk zijn voor productie, levering of distributie;

 De TSO moet ten aanzien van aanleg, beheer en onderhoud zelfstandig beslissingen kunnen nemen;  De TSO moet een “ compliance programma” opstellen dat gericht is op het voorkomen en

monitoren van discriminatie.

106. Op 8 april 2002 heeft de Minister een voorstel aan de Tweede Kamer gezonden waarbij de N.V. Nederlandse Gasunie wat betreft eigendom gesplitst wordt in een transportgedeelte en twee

handelsbedrijven. Het transportgedeelte zou volgens dat voorstel in handen komen van de Staat. Indien dit voorstel wordt gerealiseerd, wordt naar het oordeel van DTe voldaan aan de eisen uit artikel 9 van de gewijzigde Gasrichtlijn.

107. Indien de TSO exclusieve taken (monopolie taken) en niet-exclusieve taken (concurrerende diensten) krijgt, acht DTe het bovendien wenselijk dat hiermee in de organisatie van de TSO rekening wordt gehouden. Immers, het toezicht op uitvoering van exclusieve taken van de TSO zal vaak anders en zwaarder georganiseerd zijn dan het toezicht op de niet-exclusieve taken. Een duidelijk onderscheid in de organisatie wat betreft de uitvoering van deze taken, kan het toezicht transparanter en effectiever maken.

Vraag 19. Hoe dient volgens u het toezicht op de TSO geregeld te worden? 5.3.

5.3.5.3.

5.3.

Gedragsregels voor netgebruikers en TSO

108. Voor een veilig en doelmatig beheer van elk net is het noodzakelijk dat systeembeheerders en gebruikers van dit net zich aan bepaalde gedragsregels houden. Deze gedragregels zijn met name van belang als ze tot doel hebben de integriteit van het systeem te waarborgen. De TSO moet dan ook in het belang van alle andere netgebruikers kunnen optreden als een bepaalde netgebruiker zich niet aan de afspraken houdt. Een concreet voorbeeld hiervan is de mogelijkheid van een TSO om een afnemer af te schakelen wanneer deze zich niet aan het balanceringsregime houdt en de systeemintegriteit daardoor in gevaar komt34. Daarnaast zal een TSO ook vooraf eisen willen stellen aan de gebruikers van het net, zoals bijvoorbeeld eisen met betrekking tot de kredietwaardigheidvan een gebruiker35. Indien een gebruiker niet meer aan deze eisen voldoet of regelmatig de gedragsregels overtreedt, zal een TSO in staat moeten zijn

34 Deze bevoegdheid is op dit moment reeds voor GTS geregeld in artikel 7 Richtlijnen Gastransport 2003.

om deze gebruiker in het geheel toegang te weigeren tot het net36. Deze gedragsregels, de eisen en de bevoegdheid van de TSO, raken in grote mate de belangen van alle marktpartijen. Het is dan ook noodzakelijk dat die regels op een transparante en objectieve manier worden opgesteld en tot stand komen.

109. Op dit moment worden de gedragsregels en eisen opgesteld door de beheerders van de verschillende transportnetten. Indien de gebruikers transporteren ten behoeve van vrije afnemers, kunnen zij op grond van artikel 14 van de Gaswet onderhandelen over deze indicatieve voorwaarden. Deze indicatieve voorwaarden dienen te voldoen aan de Richtlijnen die de directeur DTe vaststelt op grond van artikel 13 van de Gaswet. De uiteindelijke voorwaarden worden neergelegd in een individueel contract tussen gastransportbedrijf en netgebruiker.

110. In de praktijk blijkt echter dat het onwenselijk is om over sommige voorwaarden of gedragsregels te onderhandelen. Het gaat hierbij met name om voorwaarden die zijn opgesteld ten behoeve van de systeemintegriteit of de beheersbaarheid van bepaalde werkprocessen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan balanceringsregels of nominatie- en allocatieprocedures. Echter, op grond van de huidige Gaswet dient een TSO altijd de onderhandelingen aan te gaan met een ieder die daarom verzoekt. DTe is van mening dat de regels waarover ten behoeve van de systeemintegriteit en beheersbaarheid van werkprocessen niet kan worden onderhandeld, buiten het systeem van onderhandelde toegang dienen te worden geplaatst. Om er zeker van te zijn dat de belangen van alle marktpartijen bij het vaststellen van deze regels evenwichtig zijn meegewogen, dienen de regels te worden getoetst door een onafhankelijke partij.

Vraag 20. Op welke wijze dienen de gedragsregels van TSO en netgebruikers jegens elkaar volgens u te worden geregeld?