• No results found

Questionnaire 1A

Tijdens het tweede observatiemoment, op 26 oktober 2017, vroeg ik de cursisten van group 1 om schriftelijk op onderstaande vragen te antwoorden. Hun antwoorden werden letterlijk overgenomen, dus ook eventuele grammatica- en/of spelfouten. Spelfouten werden in het cursief geplaatst.

1) Heb je onlangs een situatie meegemaakt waarin je het wat moeilijker vond om Nederlands te spreken of te verstaan? Wanneer was dat? Wat ging er moeizaam? (sinds het begin van dit schooljaar: de voorbije maand(en) of dagen. Dat mag buiten de lessen Nederlands zijn)

2) Hoe reageerde jij? En je gesprekspartner? Wat deed je (of: wat deden jullie) om de moeilijkheden op te lossen?

3) Hebben jullie elkaar uiteindelijk begrepen?

Ilona

Situatie 1:

1) Ik ben langs geweesd op een op een lezing van Tom Lanoye voor UGent 200

verjaardag. (ik denk op 2 oktober 2017). Hij gebruikte voorbeelden, situaties, verhalen, die een beetje “insiderjokes” waren over zijn voormalige professor, bvb, of

cultuurspecifieke verhalen voor bvb. vlaamse mensen. Ook poëzie op het Nederlands, waarvan ik al meest van worden ken, maar samen kon ik een gedicht niet volgen. 2) Omdat het een lezing was, kon ik niet veel doen, meestal kon ik niet meelachen, alleen

maar nadenken… Van buren naast mij kon ik dat ook niet vragen, Tom Lanoye was altijd aan ’t praten.

 Mondelinge uitleg tijdens informeel gesprek: Ilona vond het jammer dat ze niet kon meelachen en ook niet begreep wat de grap was.

Situatie 2:

1) Soms gebeurt met mij, als iemand vraagt, bvb. Een kennis, die ik al heel lang niet gezien heb, of mensen die ik niet ken en wij praten, na een tijdje geven ze mij een complimentje, hoe “goed” mijn Nederlands is. Direct daarna versta ik niets / of ik begrijp iets fout. Maar terug wel op @drawingdays Gent DOK (29 september).

2) Waarschijnlijk ben ik dan bezig met het complimentje – dus ga niet mee met de conversatie.

3) Ja, meestal vraag ik dan of ik iets goed begrepen heb, of als ik verrast daar sta.

Pragya

Situatie 1:

1) Onlangs was ik naar een supermarkt geweest. Ik heb daar voor kaarsjes gevraagd. De verkoopster heeft mij niet goed verstaan en heeft gewijsd naar de afdeling waar kaartjes voor verschillend gelegenheid stond.

2) Ik moet paar keer de word zeggen om mij meer duideliker te maken. Ik moet ook met mijn uitleggen wat ik bedoel.

3) Ja, gelukkig was het niet zo moeilijk en het duurt niet lang voor zij mij begrijpt.

Situatie 2:

1) Ik herineer nog een situatie op mijn werk. Ik werk in een winkel. Een oude madam komt bij mij een vraagt een ‘treikster’. Ik verstond her niet. Ik was op zoek naar mij collegas. Helaas niemand konden mij helpen. Uiteindelijk een ervarende collega kond mij uit die situatie halen.

2) Ik was op zoek naar alle collegas die op het moment aanwezig waren in de winkel. 3) Gelukkig konden wij samen die madam kunnen helpen. Maar het duurt wel effekes

lang. Ik vond het moeilijk over de dialect te begrijpen want sommige worden leren wij niet op school.

Kamran

Situatie 1:

1) Toen ik naar doeker ging kon ik niet goed mijn probleem uitliegen.

2) Ik vraag hulp van iemand anders. Ik vraag van andere mensen met me naar doekter mee gaan

Situatie 2:

1) Toen ik naar radio luisterde begreep ik niet meest woreden omdat te snel is.

Situatie 3:

1) Toen ik met iemand praate was ik bang om te praten. Ik denk dat ik grammtica fout maak en ik heb niet goed uitspraak

2) Alleen zeg ik ja ja.

Tigran

Situatie 1:

1) Als ik naar beheer van woning gent bel, begrijpen me niet ze goed. 2) Ik mail naar hen om misverstanden te vermijden.

3) Ja, maar soms gaat het moeizaam

Situatie 2:

1) Als ik met mijn buurman spreken, spreekt hij altijd Engels en begrijp ik hem.

Situatie 3:

1) Als ik steres heb, ik vrgeet de noddig woorden die ik het willen zeggen. Bij voorbeed in de solisitatiegespreek

2) Ik begin nadenken en rond kijken. mijn gesprekpartner denken ik hen niet begrep of ik geen Nederlans ken.

3) In de solisitatie gespreken niet.

Beata

1) Op een dag moest ik naar de politie gaan want mijn buurman had een probleem met zijn auto. Ik probeerde aan de vragen van politieagent te antwoorden maar zijn heeft te snel gezegd. Elke keer vraag ik “wablieft” en ik dacht dat deze vrouw begint een beetje langsamer te praten. Eindelijk heeft zij aan mij gevraagt: Spreek je beter Engels dan Nederlands?

2) Vanaf dit moment had ik stress. Ik voelde me teleurgesteld. Ik kon haar begrijpen maar ik had meer geduld van haar nodig. Ik ben zeker dat als zij een beetje langzamer begon te praten, ik begreep meer.

3) Wij begonnen Engels te praten

Nassim

1) - Ik heb moeilijke situaties met de uitspraak.

- Soms als ik praat met Belgen over religie het is moeilijk voor hun om mij te begrijpen. Heel moeilijk voor mij te verklaren de woorden uit Koran.

2) De oplossing was een Koran kopen van hem met vertaling. Maar ook zelf heel veel luisteren naar.

Manuela

1) - Als ik met iemand op telefoon spreek, verstand ik alles niet. Ik ben nervous, daarom denk ik dat ik niks verstand.

- De voorbije maanden verstand ik meer dan voriges niveau maar altijd heb ik problemen met de uitspraak van de mensen. Ik moet ook mijn uitspraak verbeteren om beter te begrepen.

2) Ik probeer meer aandacht aan geven. Ik probeer geen stress hebben. Ik ben teleurgesteld als me niet zo goed verstond maar ik probeer ook nog een keer het gesprek beginnen. Ik zeg tegen mijn parter: “kan je herhalen aub?” en ze/he is geduld. Het is goed voor mij om beter te horen en spreken.

3) Ja, na het herhalen van woorden of al ze/he corrigeerde me, kunnen we elkaar uiteindelijk begrepen.

Maryam

1) Ik vond om Nederlands te praten is moeilijk want ik kan niet goed praten met mijn colega’s. Ik kan goed verstaan in de les, maar niet goed praten.

2) Ik probeer om mijn Nederlands te praten. Als het moeilijk, vraagt om een ander keer to herhalen. Of in endre word om te zegen.

3) Ik heb dat begrepen

Malika

1) Ja soms vind ik Nederlands moeilijk op mijn werkplaats. Omdat één van mijn oude collega meestal dialect spreekt.

2) Ik vroeg haar om andere wordt te gebruiken of de betekenis van het wordt. 3) Uiteindelijk begrepen wij elkaar door de uitleg.

Questionnaire 1B

Tijdens het laatste observatiemoment, op 18 december 2017, vroeg ik de cursisten van groep 3 om schriftelijk op onderstaande vragen te antwoorden. De antwoorden werden letterlijk overgenomen, dus ook eventuele grammatica- en/of spelfouten. Spelfouten werden in het cursief geplaatst.

1) Heb je onlangs een situatie meegemaakt waarin je het wat moeilijker vond om Nederlands te spreken of te verstaan? Wanneer was dat? Wat ging er moeizaam? (sinds het begin van dit schooljaar: de voorbije maand(en) of dagen. Dat mag buiten de lessen Nederlands zijn)

2) Hoe reageerde jij? En je gesprekspartner? Wat deed je (of: wat deden jullie) om de moeilijkheden op te lossen?

3) Hebben jullie elkaar uiteindelijk begrepen?

Rafaella

Moedertaal: Italiaans

1) Ik vind moeilijk als mensen dialect of spreektaal gebruiken, De moeilijkste situatie is voor mij in een groep: ik vind moeilijk om aan de gesprek deel te nemen.

2) Wanneer mensen horen dat ik een buitenalnder ben, beginnen ze Engels spreken. 3) Ik probeer toch Nederlands spreken en soms lukt het en we begrepen elkaar of we

gebruiken een andere taal (Engels, Frans, …)

Olek

Moedertaal: Pools

1) Begrip ik niet goed wanneer twee Vlamingen met elkaar praten. Dat maakt niet uit waar dat is.

2) Ik vraag om te hergaling 3) Ja, meestal wel

Jelena

Moedertaal: Russisch

1) Een paar week geleden heb ik met een vrouw uit De Klienge ontmoet. Het was echt moeilijk om elkaar te verstaan. Ze verstaan niet Algemene Nederlands, ze is 80 jaar oud en ik verstaan niet het dialect van De Klienge.

2) We hebben geprobeerd nog één keer duidelijk met elkaar praten, met beter

articulatie, We hebben ook verbaal communicatie gebruikte, en zeker we lachen om het situatie te verbeteren.

Ramona

Moedertaal: Roemeens

1) Op het werk omdat vele mensen dialect spreken en ik niet goed begrijpen. Ik werk in een grote kledijwinkel, dus heb ik veel contact met de klanten. Bijv: sloefkes ??? 2) Ik vraag een collega om me te helpen of ik vraag de klant met andere worden of

Engels.

3) Ja ik probeer altijd om alles tot het einde te begrijpen.

Dalila

Moedertaal Engels / Swahili Situatie 1:

1) Ik vind het meestal moeilijk om een gespreken op telefoon te hebben. 2) Ik probeer om langzaam te spreken of soms in het engels te uitleggen. 3) Ja, gelukkig! 

Situatie 2:

1) Op een job gesprek (sollicitatie)

2) Wordt lastig en ik voel mij slecht maar ik probeer het kalm te blijven 3) Een beetje uiteindelijk

Dilek

Moedertaal: Turks

1) Als ik Nederlands luister of lees heb ik niet veel problemen. Maar als mensen begin te gewoon praten vind ik begrijpen moeilijk. Ik moet altijd vragen voor ze trager te zijn. Ik begrijp of hoor mensen niet duidelijk. Dat is sinds ik begin Nederlands te leren. 2) Meestal verander ze onmiddelijk naar Engels. Als ze niet Engels kennen dan begin ze

praten alsof ik heb mental problemen hebben of alsof ik een 3 jaar kind ben. Dat natuurlijk frustreert me.

3) Ja, op het einde begrijpt iedereen elkaar.

Beata

Moedertaal: Pools

1) Ik had problemen om iemand te verstaan als ik door gsm spreek. Op een dag moest ik naar Essent bellen. De vrouw sprak echt snel en ik kon niet alles begrijpen. De vrouw heeft mij gevraagd of ik Engels kan spreken.

2) Wij begonnen Egels te praten. Ik wilde Nederlands praten maar ik was bang dat ik niet alles kon verstaan. De vrouw was ongeduldig.

3) Daarmee was alles duidelijk. Ik denk dat volgende keer zal ik zeggen dat ik geen Engels spreek.

Farah

Moedertaal: Arabisch Situatie 1:

1) Het was vorige jaar, was ik nog niveau 4 en ik moest uitleg geven aan de dokter over de ziekte van mijn kindje. De moeizaam was dat ik ongerust was want ik wild alles begrijpen over zijn situatie.

2) Ik vraag de andren om te herhalen of trager te praten. Ik zeg duidelijk dat ik goed niet kan begrijpen.

3) Ja, want soms praat ik Frans om zeker van mijn begrijpen te zijn

Situatie 2:

1) Het was in Januari, met de huisbaas. We verhuisden naar een nieuwe huis en moesten we herstelingen doen. Het gesprek was op telefoon.

2) Kon ik goed begrijpen maar om zeker te zijn, vraagde ik de hulp van mijn assisstante. 3) Ja, mijn assistant spreekde met hem en ging ik bij haar.

Belinay

Moedertaal: Turks

1) 5 of 6 maanden geleden ben ik naar dokter met mijn schoonmoeder om te tolken geweest. Tijdens de onderzoek heb ik een woord gehoord die ik ken niet (term in geneeskunde). Ik heb gevraagd wat hij bedoelt, hij zeide dat volgende keer moeten wij tolk hebben. Hij legde het niet uit.

2) Hij legde niet uit. Ik heb hem gevraagd alleen om de woord te herhalen en hij deed dat ook niet.

3) Ik wist dat het probleem niet de knie van mijn schoonmoeder is, maar ik begreep niet wat precies is.

Omar

Moedertaal: …

1) 2 dagen geleden ben ik naar de bakrij gewest. Er was een type brod da heb ik niet gehord het was een roog brod, het was moeilijk om te verbeelden wat is een roog brod.

2) We hebben veel gebabled en daarver gegoogled. En meneer Google was de rede ridder 🙂

Mai

Moedertaal: Vietnamese Situatie 1:

1) Ik heb het moeilijk met uitspraak. Ik spreek de laatste consonant (letter niet) waarschijnlijk is het gedeeltelijk te maken met mijn moedertaal. Mijn moedertaal is een mononym: monosylabise taalsystem. Vandaar is ook de uitspraak van de combinatie van consonanten moeilijk voor mij.

2) Ik ga naar logopediesessie. Ik probeer traag te spreken. Ik probeer luidop te spreken. 3) Ik begrijp mijn medecursisten.

Situatie 2:

1) Een gesprek uitvoeren in een solicitatieinterview 2) Ik vroeg of ik in het Engels mag spreken 🙁

Tasha

Moedertaal: Russisch

1) Vandaag kwam er opnieuw vaak voorkomende situatie als ik iets vraag of uitleg. Dus ik vroeg aan je, Sara: Tot hoe laat is de pauze? P.S. nu zie ik dat het ook niet helemaal juist klonk. Er moest "duurt" zijn i.p.v. "is".

2) Jij verstond me niet, ik herhaalde het nog eens, geen avance. Dan veranderde ik de zin: "De pauze, hoe laat is het gedaan?"

3) Ja, uiteindelijk wel. Maar ik werd toch dikwijls ontreurd over mijn uitspraak. Ben ondertussen logopedie oefeningen gekregen, hopelijk helpt het vooruit.

Katya

Moedertaal: Oekraïns

1) Op mijn werk kan ik soms moeilijk mensen verstaan als ze snel of dialect spreken. Het was in de winkel. Klanten stelden vragen over de articelen en ik kon dat niet ineens begrepen.

2) Ik vroeg nog een keer om te herhalen. En als ik nog nie alles begreep, vroeg ik naar apparte worden, of vroeg ik wat ze daarmee wilden zeggen.

3) Uiteindelijk hebben wij elkaar begrepen.

Dalila

1) Er was eens een meisje die me gevraagd heeft om hoe je naar de campus Sterre kon gaan. We waren in de bushalte van bus 5 in sintpietersplein.

2) Ik heb ze verteld dat ik de volledige instructies niet kon geven dus heb ik een deel in engels gezegd. Maar er was niet zo veel in engels gezegd.

Questionnaire 2

Tijdens de derde observatie, op 13 november 2017, namen de cursisten van groep 2 onderling interviews af. De antwoorden werden niet door de antwoordende student neergeschreven, maar door de interviewer (een medestudent). Om een authentiek beeld te geven van de interviews werden de antwoorden letterlijk overgenomen, dus ook spel- of grammaticafouten.

Sjabloon met de gestelde vragen:

Naam persoon die je interviewt…

1) Spreekvaardigheid: in welke situaties zou je graag (beter) Nederlands kunnen spreken? 2) Spreekvaardigheid: in welke domeinen wil je je woordenschat uitbreiden?

3) Luistervaardigheid: In welke situaties zou je graag (beter) Nederlands begrijpen? 4) Sterke punten: waar ben jij goed in?

5) Zwakke punten: waar moet je nog aan werken? 6) In welke taal ben je opgevoed?

7) Welke talen heb je in jouw land gestudeerd? 8) Welke talen spreek je… a. nu thuis?

b. met vrienden? c. met collega’s? 9) Waar heb je Nederlands gestudeerd? 10) Hoe lang studeer je al Nederlands? 11) Waarom studeer je nu Nederlands?

12) Hoe vaak gebruik je Nederlands buiten de les?

Algemene vaststellingen:

- Dialect / spreektaal wordt erg vaak als moeilijkheid of werkpunt genoemd. - Nederlands wordt vaak gestudeerd vanuit economische of sociale motieven.

Julie

(geïnterviewd door Mai)

1) Spreekvaardigheid: in welke situaties zou je graag (beter) Nederlands kunnen spreken? spreken met vrienden – meer spontaan graag een job vinden in Gent

2) Spreekvaardigheid: in welke domeinen wil je je woordenschat uitbreiden? In alles Uitdrukkingen / grapjes met woordenspelletjes

3) Luistervaardigheid: in welke situaties zou je graag (beter) Nederlands begrijpen? Spreektaal

4) Sterke punten: waar ben jij goed in? Lezen en schrijven is gemakkelijker 5) Zwakke punten: waar moet je nog aan werken? Praten, snel reageeren 6) In welke taal ben je opgevoed? Frans

7) Welke talen heb je in jouw land gestudeerd? Een beetje Nederlands en Engel 8) Welke talen spreek je nu… thuis? Frans en Nederlands

met vrienden? Frans in Wallolie en Nederlands in Vlanderen met collega’s? Frans

9) Waar heb je Nederlands gestudeerd? Op school in middelbaar; Nivau 5 & 6 op School X

10) Hoe lang studeer je al Nederlands? – 11) Waarom studeer je nu Nederlands? Sociaal contact 12) Hoe vaak gebruik je Nederlands buiten de les? Dagelijks

Mai

(geïnterviewd door Julie)

1) Spreekvaardigheid: in welke situaties zou je graag (beter) Nederlands kunnen spreken? Werk (ze spreekt engels tijdens het werk maar tijdens de pauze praat iedereen ndl) + kinderen / vrienden om een andere job te vinden

2) Spreekvaardigheid: in welke domeinen wil je je woordenschat uitbreiden? In alles 3) Luistervaardigheid: in welke situaties zou je graag (beter) Nederlands begrijpen?

Spreektaal – dagelijkse conversatie Dialect

4) Sterke punten: waar ben jij goed in? Lezen – begrijpen zijn goed

5) Zwakke punten: waar moet je nog aan werken? Praten en snel kunnen reageren 6) In welke taal ben je opgevoed? Vietnamese

7) Welke talen heb je in jouw land gestudeerd? Engels

8) Welke talen spreek je nu… thuis? Engels – Vietnamese – ndl met vrienden? Engels – Vienamese – ndl met collega’s? Engels

9) Waar heb je Nederlands gestudeerd? Hier in Gent vanaf niv 5. 10) Hoe lang studeer je al Nederlands? April 2017

11) Waarom studeer je nu Nederlands? Sociale contacten 12) Hoe vaak gebruik je Nederlands buiten de les? dagelijks

Belinay

(geïnterviewd door Tasha)

1) Spreekvaardigheid: in welke situaties zou je graag (beter) Nederlands kunnen spreken? Op school v/d kinderen

2) Spreekvaardigheid: in welke domeinen wil je je woordenschat uitbreiden? Enkele

gezondheidstermen (voor op doktersafspraak event.) Woordenschat dat bij examens hoort 3) Luistervaardigheid: in welke situaties zou je graag (beter) Nederlands begrijpen?

Tussentaal op straat, in een gewoon dagdagelijkse communicatie, 4) Sterke punten: waar ben jij goed in? Schrijftaal is ietske sterker. 5) Zwakke punten: waar moet je nog aan werken? Meer woordenschat. 6) In welke taal ben je opgevoed? Turks

7) Welke talen heb je in jouw land gestudeerd? Bulgaars

8) Welke talen spreek je nu… thuis? Turks, Bulgaars, Nederlands met vrienden? Turks, Nederlands

met collega’s? Nederlands 9) Waar heb je Nederlands gestudeerd? De Windroos

10) Hoe lang studeer je al Nederlands? Sinds 2014 (eerst de 3 niveau’s), na de bevalling verder studeren.

11) Waarom studeer je nu Nederlands? Ik wil Ned. beter kunnen praten, later ook een job te vinden

12) Hoe vaak gebruik je Nederlands buiten de les? Elke dag.

Tasha

(geïnterviewd door Belinay)

1) Spreekvaardigheid: in welke situaties zou je graag (beter) Nederlands kunnen spreken? Op het werk

2) Spreekvaardigheid: in welke domeinen wil je je woordenschat uitbreiden? Uitdrukkingen, spreektaal

3) Luistervaardigheid: in welke situaties zou je graag (beter) Nederlands begrijpen? tussentaal, op de straat

4) Sterke punten: waar ben jij goed in? Schrijven

5) Zwakke punten: waar moet je nog aan werken? Uitspraak 6) In welke taal ben je opgevoed? Rusisch 7) Welke talen heb je in jouw land gestudeerd? Rusisch

8) Welke talen spreek je nu… thuis? Rusisch, Nederlands met vrienden? Rusisch, Nederlands met collega’s? Nederlands

9) Waar heb je Nederlands gestudeerd? School Y, De Windros 10) Hoe lang studeer je al Nederlands? Vanaf 2000

11) Waarom studeer je nu Nederlands? Zij wil andere job doen. 12) Hoe vaak gebruik je Nederlands buiten de les? Elke dag

Beata

(geïnterviewd door Alpaslan)

1) Spreekvaardigheid: in welke situaties zou je graag (beter) Nederlands kunnen spreken? Op het werk. In de winkel. In de gemeente

2) Spreekvaardigheid: in welke domeinen wil je je woordenschat uitbreiden? Van alles 3) Luistervaardigheid: in welke situaties zou je graag (beter) Nederlands begrijpen?

TV en Radio; boeken en tijdschriften

4) Sterke punten: waar ben jij goed in? gramatica 5) Zwakke punten: waar moet je nog aan werken? spreken 6) In welke taal ben je opgevoed? Pools

7) Welke talen heb je in jouw land gestudeerd? Engels en Duits 8) Welke talen spreek je nu… thuis? Pools

met vrienden? Pools en NL met collega’s? Eng en NL 9) Waar heb je Nederlands gestudeerd? De Windroos 10) Hoe lang studeer je al Nederlands? 2 en 3 maanden 11) Waarom studeer je nu Nederlands? Goede job te vinden 12) Hoe vaak gebruik je Nederlands buiten de les? Elke dag

Alpaslan

(geïnterviewd door Beata)

1) Spreekvaardigheid: in welke situaties zou je graag (beter) Nederlands kunnen spreken? Op het werk. met vrienden

2) Spreekvaardigheid: in welke domeinen wil je je woordenschat uitbreiden? van alles