• No results found

Overview

De donkerblauwe arcering toont de focus van de activiteit. De lichtblauwe kleur wijst op andere vaardigheden die ook, maar in mindere mate, werden ingeoefend.

Observatie Beschrijving van de activiteit Luis-

teren

Lezen Gesprekken

voeren, spreken

Schrijven Taalverwerving (/herhaling)

Woordenschat Grammatica

1 Video: debat in Terzake Debatteren (per 3) (‘Loop’)dictee 2 Literatuurcafé 3 Speeddate

Interview

Groepsgesprek over dilemma’s. + zelf een dilemma verzinnen of beantwoorden

Onomatopeeën

Woordenschat-oefening: kies de juiste betekenis Vragen en quiz “Gentse feesten”

Woordenschat-oefening: uitdrukkingen 4 Video: Panorama

Oefening m.b.t. voorzetsels

Carrousel: uitleggen wat ze in het filmpje zagen en vragen beantwoorden

Woordenschat-oefening

Inoefenen stadswandeling: voorstellen van een bijzondere plek, gebouw, …

5 Tussentijdse evaluatie: gesprek over videofragment naar keuze 6 Lezing over taalvariatie

Tekst taalvariatie: lezen, uitleggen in groep, vragen beantwoorden Video: ‘Man over woord’ + stellingen beoordelen

7 Oefening: artikel, pronomen prepositie Oefening preposities

Kunst beoordelen

Video: Marcel Vanthilt over kunststromingen Woordspin over ‘kunst’

Tekst over kunst (‘nieuwe’ begrippen staan vetjes gedrukt) Woorden raden a.d.h.v. beschrijving medestudent

Woordenschat-oefening: invuloefening (begrippen uit de tekst in een zin invullen) + schrijf een zin met de opgegeven woorden Video: Hitlers Museum: ontbrekende woorden invullen in de tekst 8 Invuloefening: preposities en reflexieve verba + mondelinge

oefening op preposities Uitdrukkingen

Tekenoefening: schilderij beschrijven Funny Dutch Words (raden)

De/het-oefening met kaartjes

Observation 1

Datum en tijdstip 19 oktober 2017 (12u45 – 15u45)

Context Les NT2 Standaard – Effectiveness (schrijven: groep 10) Participanten Leerkracht: Lucas De Man, observator: Sara Van Cleemputte

9 cursisten aanwezig: Maryam, Manuela, Beata, Malika, Ilona, Pragya, Tigran, Kamran, Nassim.

Korte schets van de geobserveerde les

- Bekijken van een video (zie https://www.youtube.com/watch?v=Snu__SZhfZY&gl=BE): interview met Etienne Vermeersch in Terzake. Tijdens het eerste kijkmoment nemen de studenten notities, nadien overleggen ze per twee over wat ze gehoord hebben en vervolgens proberen ze hierover zeven vragen op te lossen. Na een tweede kijkmoment worden de antwoorden op de vragen per twee aangevuld en vervolgens worden ze verbeterd.

- Nadien mogen de studenten argumenten noteren voor of tegen de stelling van

Vermeersch: nl. “geboortebeperking is nodig”. Daarna debatteren ze hierover per drie. De leerkracht zorgt ervoor dat er minstens één persoon per groep tegen de stelling is. Hij stimuleert ieders betrokkenheid en stelt extra vragen.

- De laatste activiteit is een soort dictee. Aan de ene kant van het lokaal hangt een tekst aan de muur, de studenten zitten aan de overkant. Ze werken per drie. Een iemand mag een zin gaan aflezen, loopt terug en dicteert deze vervolgens aan een teamlid. Nadien worden de rollen omgewisseld. De bedoeling is om zo snel mogelijk en zo correct mogelijk de volledige tekst te noteren. De leden van het winnende team krijgen bovendien een beloning (nl. een miniatuur-boekje).

Taalhandelingen

- De leerkracht geeft visuele ondersteuning bij zijn instructies (vb.: “we gaan twee keer kijken” -> hij beeldt “2” met zijn hand uit).

- De leerkracht geeft voor het bekijken van de video enkele woorden om de gedachtegang te structureren. Nl.: extinctie, de ogen van de panda, twee grote problemen, ethisch- ecologisch probleem, geboortebeperking, Haïti, Niger, geboorteregeling.

- In de video praat Etienne Vermeersch soms binnensmonds en onduidelijk. Het Nederlands is eerder formeel en er worden niet-frequente woorden gebruikt (vb.: wij pretenderen

dat…, het noviciaat bij de Jezuïeten, …). De interviewer en geïnterviewde onderbreken elkaar nu en dan en praten soms door elkaar heen.

- Lucas verbetert de studenten door hun zin te herhalen, maar dan in de correcte vorm. Vb.: “er is geen meer panda” wordt “er is geen panda meer”)

- Tijdens de algemene instructies praat Lucas eerder algemeen Nederlands. Wanneer de cursisten debatteren, sluipt er hier en daar een “ge” of “gij” in zijn discours en klinkt het iets spreektaliger.

- De studenten zijn erg gemotiveerd (vb.: tijdens het ‘creatieve dictee’). Ze stellen ook heel wat vragen aan de leerkracht of aan elkaar.

- De cursisten proberen elkaar te helpen (vb.: tijdens het dictee verbetert Ilona de spelfouten van haar medecursisten).

Talige moeilijkheden

- Zich uitdrukken

o [nadat ik uitleg gaf over mijn thesisonderzoek]. Tigran: “Het probleem is niet dat wij jullie niet begrijpen. Het is jullie die ons niet begrijpen. Ik weet wat jullie bedoelen, maar jullie kunnen ons niet verstaan, doordat wij woorden in volgorde veranderen en zo”. Waarop Ilona aanvult: “Soms begrijpen we ook mekaar niet” ((‘we’ zijn de NT2- cursisten onderling))

o Pragya geeft aan dat ze het vooral moeilijk vindt wanneer mensen dialect praten, soms begrijpt ze hier en daar een woord, maar het geheel begrijpt ze niet. Het wordt nog moeilijker wanneer de personen sneller praten. Ilona geeft hierbij een concreet voorbeeld: wanneer de straatvegers in de straat aan het werk zijn, begrijpt ze er helemaal niets van, ze zegt vriendelijk goeiedag, maar heeft er geen idee van wat ze antwoorden.

o Zinnen worden regelmatig niet afgemaakt, vermoedelijk doordat de cursist niet (snel genoeg) op het Nederlandse begrip kan komen. Vb.: Nassim: “zij hebben geen kennis van…” gevolgd door een gebaar naar het hoofd en het ophalen van de schouders. o Onderdeel van de argumentatie tijdens een debat: “Ik ben nog niet tegen dit” o Nassim: “Je moet helpen hun leren onderwijs hebben”

o Beata durft tijdens het debat niet goed iets te zeggen. Ze lijkt onzeker als ze Nederlands moet praten.

- Woordbetekenis

o Tigran geeft aan dat hij vaak verward is door Nederlandse woorden die uitgesproken worden zoals een Perzisch woord, maar toch iets helemaal anders betekenen.

Daarom probeerde hij “de uitspraak van dit woord in [zijn] eigen taal op te schrijven”. o Tijdens de les vragen de studenten de betekenis van woorden als: consumptie,

extinctie, fertiliteitscijfer, …

o Malika doet nog vaak beroep op het Engels. Wanneer ze een Nederlandse zin wil zeggen, vraagt ze de leerkracht om haar zin vanuit het Engels naar het Nederlands te vertalen. Dit gebeurt meermaals. => Het feit dat dit in de lessen al gebeurt doet vragen rijzen m.b.t. haar spreekvaardigheden buiten een schoolse context. ( niveau C1)

o Malika begrijpt het woord “panda” niet, waarop Tigran onmiddellijk verschillende malen de Perzische vertaling geeft. Dat terwijl Malika geen Perzisch spreekt.

- Verbuiging

o “Er waren vijf groot extincties” o “onze probleem”

o “onze huidige politieke systeem” o Tigran “Dat is een andere voorbeeld”

- Uitspraak

o Klanken zitten vaak verkeerd

o Pragya “just” dialectuitspraak, in plaats van: “juist” o Malika “China” (met een Engelse uitspraak) o Ilona “probleim”, in plaats van: “probleem”

- Lidwoorden, voornaamwoorden, … o “de geld”

o “die probleem’

o “Ik denk over Ø probleem” (lidwoord vergeten)

- Woordkeuze

o Tigran “In China moeten ze maar 1 kind hebben” (in plaats van “mogen”)

- Woordvolgorde

o Tigran: “Er is geen meer panda”

o Pragya: “Hij vriest het zal nooit opgelost zou raken” (ze had dit ook opgeschreven met een spelfout)

Tijdens deze eerste observatie vroeg ik de cursisten naar de moeilijkheden die ze nog hadden met het Nederlands, ik zei dat ze mij altijd voorbeelden mochten mailen. Als antwoord kreeg ik twee verhalen van Tigran. Het eerste gaf hij als titel “De Pan”, het tweede “De Notenboom”. Beide teksten werden hieronder toegevoegd.

De pan (geschreven door Tigran)

Men zegt dat, als drie ongelukken samen komen, er één je geluk opbrengt. Ik weet niet of dit waar is, maar tijdens mijn eerste dagen in België gold dit. Toen ik nog geen dak boven mijn hoofd had, de taal niet kende en niet wist dat je geldige papieren nodig hebt om te werken, vond ik toch een baan.

Een landgenoot had mij gevraagd of ik wou werken. “Ja, maar waar?” antwoordde ik. Hij zei tegen mij: “In een keuken.” Hij bedoelde dat ik in de keuken van een restaurant kon werken. Ik zei tegen hem dat ik geen Nederlands kon. Hij vertelde dat de kok voor wie ik zou werken een man was van weinig woorden.

Ik vroeg: “Voor hoelang?” “Niet zo lang.”, antwoordde hij met opgeheven handen. Hij voegde er aan toe dat bijna niemand het lang kon uithouden bij die strenge oude kok.

Ik zei: ”Ja…oké.” Omdat ik geld nodig had om een intensieve taalcursus te kunnen volgen. De eerste keer dat ik naar het restaurant ging, ging ik rechtstreeks naar de keuken. Daar stond een berg vuile afwas die ik onmiddellijk begon af te wassen, tot de kok mij riep. Hij vroeg met een luide stem en een gestrekte arm: “de pan!” Uit zijn gebaren wist ik op te maken dat hij mij had gevraagd om hem iets te brengen. “Maar wat?”, vroeg ik mezelf af. Ik keek rond en zei tegen mijzelf: “Tigran, geen paniek. Dit is een restaurant, je bent in de keuken, hij is de kok en hij is soep aan het maken, dus wat heeft hij nodig?”

Ik keek nog een keer rond en plots viel mijn blik op iets oranjerood in deze grijze keuken. ’ Wortelen!’ Ik ordende mijn gedachten: “Dit is een restaurant, ik ben in de keuken, de kok is soep aan het maken, dus zijn er wortelen nodig.”

Snel greep ik met volle overtuiging naar de wortelen en zette deze voor de kok neer. Maar tot mijn verbazing riep hij na een paar seconden: “Pannn!” Ik zei tegen mijzelf: “Tigran, simpel houden, denk na.” Ik probeerde nog eens mijn gedachten te ordenen: “Het restaurant, de keuken, de kok, soep maken, wortelen, duuus…ze eerst spoelen natuurlijk!”

Snel en handig pakte ik de wortelen over van de kok en begon ze met water te spoelen. Nadat ik de wortelen had gespoeld, gaf ik ze hem terug. Maar nog steeds riep hij: “Pan! Pan!” Deze keer was het snel en kort, twee keer na elkaar.

In mijn gedachten ging ik terug naar mijn formule:

“Het restaurant, de keuken, de kok, soep, wortelen, spoelen; duuuus… In stukjes snijden zeker.”

Ik heb snel de wortelen weggehaald en begon ze met een groot mes in kleine stukjes te snijden. Maar alweer riep hij nu bijna blaffend: “Pan..pan.. pan!!” Ik ging snel naar mijn formule maar ze werd nog abstracter:

“Het res…, de ko…, de keu…, soe…, wort…, spoe…, snij…, dus… tempo, tempo Tigran!” Ik was volop bezig met het snijden van de wortelen in kleine stukjes en dacht: “Tigran je bent goed bezig, tempo, tempo.” Dan hoorde ik plotseling een BENGGGGGGGG!!!, achter mijn hoofd. “Mijn formule… bom… Irak… Sadam… oorlog… het paradijs…waar ben ik?”

Het mes viel uit mijn hand, een paar seconden lang wist ik niet waar ik was. Toen zag ik het grote hoofd met de volle snor van de kok, onder een witte koksmuts en besefte dat ik in de keuken was.

Mijn blik ging van zijn hoofd naar zijn linkerschouder en vandaar naar zijn linkerarm en draaide zich dan met 90 graden van zijn linkerarm naar zijn voorarm. Waardoor ik zijn linkerhand zag die naar zijn rechterhand wees terwijl ik hem langzaam hoorde zeggen: “Pannn.” Met een rond voorwerp in zijn rechterhand ‘een pan!’. Zo leerde ik mijn eerste Nederlandse woord.

Ik keek rondom mij heen. Van hoek tot hoek waren er alle soorten pannen en potten, messen, vorken en lepels opgehangen aan de muren. Na een paar seconden rondkijken riep de kok plots luid: “De wortel!” En ik vroeg mijzelf verbaasd af: “Welke dingen is nu de wortel?” ‘Badandjan’, wat is een badandjan? Een badandjan is een badandjan!, zoals hij eruit ziet.

De Notenboom (geschreven door Tigran)

"Jullie mogen mij altijd storen als jullie vragen hebben, daarvoor ben ik hier."

Tot nu toe had de lerares Engels gepraat en dan schakelde ze over naar het Nederlands. Steeds bewoog ze haar lippen. En haar woorden vielen en werden als graan in de klas gezaaid. Voortdurend vielen de woorden als lagen graan en vulden zo de klas, steeds hoger en hoger. Ik was zoals een hongerige kip met een vastgebonden snavel. De woorden vielen op mijn hoofd, mijn gezicht en mijn borstkas. Ik huppelde met mijn poten en wapperde met mijn vleugels. Ik probeerde naar het graan te pikken maar het lukte niet.

Ik zei tegen mijzelf:

“als ik vandaag één woord, slechts één woord kan leren, dan zou ik tevreden zijn.”

En met volle concentratie probeerde ik te luisteren. Na een tijdje hoorde ik één woord dat voortdurend voorkwam. In het begin probeerde ik de uitspraak van dit woord in mijn eigen taal op te schrijven. Ik luisterde totdat dit woord herhaald werd en zo verbeterde ik mijn schriftelijke uitspraak ervan. Ik deed dit totdat ik de precieze uitspraak ervan op papier had. Ik herhaalde dit woord in mijn gedachten en stilletjes op mijn lippen. Ik wachtte totdat

het juiste moment zou komen en ik dan de betekenis van dit woord aan de lerares zou kunnen vragen.

Uiteindelijk na een lange monoloog van de lerares zei ze in het Engels: " Does someone have a question?"

Onmiddellijk ging mijn hand omhoog en de lerares zei met een warme glimlach: " Please, say your question."

Spontaan en onmiddellijk zei ik: "What is...’het...Nederlands’?”

Toen zag ik de glimlach van de lerares bevriezen op haar gezicht. Haar gezicht werd plots rood en ze staarde een paar seconden naar mijn ogen. En daarna naar het plafond.

Ik weet niet of de vraag te simpel, te duidelijk of te vanzelfsprekend was voor haar. Of aan de andere kant te filosofisch en diepzinnig. Op dat moment raakte ik in paniek en vroeg mijzelf af of mijn vraag misschien onbeleefd, ongepast of misschien zelfs over iets beschamends zou kunnen gaan. Na een paar seconden stilte keek de lerares naar een boek op haar bureau. Ik zag haar dat boek met twee handen optillen. En daarna in mijn richting stappen.

Toen hoorde ik niets behalve het geluid van haar hakken dat steeds luider en luider werd. Toen zag ik niets behalve een dik boek dat in mijn richting kwam en steeds groter en groter werd. Mijn ogen waren vol met het beeld van dat boek in haar handen en mijn oren waren vol met het geluid van haar hakken. Ik wou snel vluchten onder mijn lessenaar maar ik zat bevroren op mijn stoel, ik kon niet bewegen. Alleen mijn hart klopte steeds luider en luider.

Zij was sprakeloos en smeet haar leerboek op mijn lessenaar. En tegelijk vloog ik naar achter. Daarna zei ze met volle vertrouwen: "Dit is het Nederlands!"

Hierop zei ik met een naïeve, trillende en hoge stem: " Maar...dit...is...een...boek!"

Mijn ogen smeekten de medeleerlingen om er tussen te komen. Uiteindelijk hoorde ik een meisje van de klas zeggen: "Het Nederlands is een land"

"Neen!, Neen!" reageerde de lerares luid en krachtig op haar zin. En zij zei verder: "Wacht! Wacht!.", deze keer kort en zacht. Daarna ademde ze diep in en uit, ging naar het bord en schreef twee woorden op onder elkaar namelijk: ‘Nederland’ en ‘het Nederlands’.

Ze legde uit dat Nederland een land is en schreef ernaast Holland. En ze zei dat het Nederlands een taal is en schreef hiernaast Dutch. Dan zei bijna iedereen verbaasd en nadenkend:

"Aaaaaah, oooooh, sooo!"

Dit deden ze terwijl ze met een open mond naar elkaar keken. Daarna vroeg de lerares in het Engels met veel verbazing aan ons of niemand wist dat "het Nederlands" en Dutch hetzelfde betekenden. "Noooo, neee.", zei iedereen en schudde tot haar verbazing neen.

Na de les riep de lerares mij en zei in het Engels: "Thanks, Tigran, for your question."

“Als een notenboom zo groot kan zijn, hoe groot is dan een watermeloenenboom??!! ... Allaho akbar!"

Observation 2

Datum en tijdstip 26 oktober 2017 (13u30 – 16u30)

Context Les NT2 Standaard – Effectiveness (schrijven: groep 10) Participanten Leerkracht: Lucas De Man, observator: Sara Van Cleemputte

9 cursisten aanwezig: Maryam, Manuela, Beata, Malika, Ilona, Pragya, Tigran, Kamran, Nassim.

Met goedkeuren van de participanten werd het gesprek tijdens dit observatiemoment opgenomen.

Korte schets van de geobserveerde les

- Literatuurcafé: de cursisten lazen een boek. Dat wordt met de volledige groep besproken aan de hand van vraagjes. Tijdens dit ‘gesprek’ worden de cursisten door de leerkracht geëvalueerd. Op het einde van de les vulden de cursisten een vragenlijst in. De

antwoorden kunnen nagelezen worden in Appendix III: questionnaire 1A.

- Opmerking: op het einde van dit observatiemoment geven een aantal cursisten aan dat ze meer zelfvertrouwen kregen nu ze een Nederlandstalig boek lazen. Ze wisten voordien niet dat ze dit zouden kunnen en enkelen onder hen willen zeker nog Nederlandstalige boeken lezen.

Taalhandelingen

- Lucas praat erg rustig en herformuleert wanneer hij vaststelt dat iets niet begrepen wordt. Vb.: lesinstructie: Lucas: “maak dat je goed luid praat, want aan de andere kant van de tafel gaan ze jou misschien niet verstaan”. Tigran vraagt verduidelijking. Lucas: “Ja, hier, maar als jij praat, moet Sara jou kunnen verstaan. Er is een beetje afstand”. Ter

verduidelijking: ik zat aan de andere kant van de tafel t.o.v. Tigran.

- De leerkracht verbetert indirect en direct: soms door in zijn antwoord de correcte term te gebruiken, maar soms door onmiddellijk de fout te corrigeren. Vb.: Nassim: “De boek dat ik gelezen heb” – Lucas: “het boek” – Nassim: “het het boek dat ik gelezen heb (…)”.

- Spreektalige uitingen (bron: uit de les + vragenlijst)

o Pragya: “een oude madam”, “Maar het duurt wel effekes lang.”

“zoals Manuela heeft just gezegd, er waren veel gebeurtenis in de toe… alé in in in de verleden en |nu| en wa ga eigenlij gebeuren?” => tussentalige invloeden, weglaten eindklanken => opvallend meer dan bij haar medecursisten! Pragya vertelde dat ze

werkt in een supermarkt en dat haar collega’s “altijd dialect praten”, misschien beïnvloedde dat haar.

o Maryam: “triestig” o Ilona: “manneke”

o Manuela: “… dat ik niks verstond” o Beata: “elke keer vraag ik wablieft”

Talige moeilijkheden

- Nassim vertelde over de lessen die hij volgde bij het tweedekansonderwijs. Hij gaf aan dat die niet evident waren, omdat hij toen nog niet zo goed Nederlands kon. Hij zocht alle leerstof thuis opnieuw op in zijn moedertaal. Vooral het vak chemie vond hij moeilijk: “de leerkracht sprak echt dialect. Ik begreep er niets van”. (Informeel gesprek Nassim en observator).

- Nassim: “het gaat over een joodse meisje, het gaat over de oorlog, maar een joodse meisje die wat als ze meegemaakt heeft tijdens de eerste jaren van de tweede wereldoorlog”, “als iemand interesseert zich in geschiedenis”

- Maryam: “Alle die schuld was aan de mama”, “de politici” (i.p.v. de politie)

- Beata: “Hij doet altijd alles alsof zij in normale situatie zijn”, “het was meer interessant” - Ilona: “ik sympathiseer met de schrijver”

- Tigran: “vrouw die komt bij Ø bezoek”, “hij denkt Ø ik overdrijf”, “zij is Ø andere persoon geworden”

- Pragya: “dat ik vond interessant… interessant vond”  corrigeert zichzelf, “hij wil alles voor die doen .. voor die gelukkig te maken”, “ja kan daar wel geloven in”

- Moeite om iets te verwoorden

o Malika vraagt Lucas om een ongekend woord op te schrijven in haar notitieboek. o Pragya: “je gaat met de flow van het boek”, “het is voor leisure”

o Malika: ondersteunt wat ze zegt vaak met haar hand (alsof ze het woord / het cijfer