• No results found

Welkom

In het voorjaar is tijdens workshops de nieuwe organisatievisie gepresenteerd. Als student bedrijfskunde met een specialisatie in verandermanagement aan de Rijksuniversiteit Groningen voer ik een onderzoek uit omtrent deze organisatievisie in het kader van mijn afstudeerscriptie. Deze visie is bedoeld om te komen tot een verbeterde dienstverlening, maar veranderen gaat meestal pas als er een noodzaak wordt ervaren. Door Herman Groenwold ben ik gevraagd te onderzoeken in hoeverre medewerkers van de Provinsje Fryslân de noodzaak ervaren om de visie in de praktijk te brengen. Daarbij probeer ik te achterhalen welke factoren dit gevoel positief dan wel negatief beïnvloeden. Dit onderzoek zal plaatsvinden bij een drietal afdelingen: Stafbureau Ondersteuning Bestuur en Directie, Personeel & Organisatie en Infraprojecten & Advies. Uiteindelijk zullen resultaten van het onderzoek samen met de daaraan gekoppelde adviezen in een eindrapportage aan de organisatie worden aangeboden.

Na een theoretisch vooronderzoek, probeer ik via deze vragenlijst de theorie te toetsen aan de praktijk. Daarom vraag ik u hierbij om deze vragenlijst in te vullen. De vragenlijst start met enkele stellingen over de baanzekerheid en de mate waarin u zich betrokken voelt bij deze organisatie. De stellingen kunt u beantwoorden op een schaal van ‘Geheel mee oneens’ tot ‘Geheel mee eens’. Daarna volgen enkele vragen met betrekking tot de organisatievisie. Tot slot vindt u op de laatste pagina een aantal algemene vragen die mij kunnen helpen om een beeld te krijgen van de respondenten.

Een hoge respons is een belangrijke voorwaarde voor het slagen van het onderzoek. Het invullen van de vragenlijst zal ongeveer 10 minuten in beslag nemen en alle gegevens zullen anoniem worden verwerkt. Het invullen van de vragenlijst geeft u de mogelijkheid uw mening te geven over de nut en noodzaak van deze organisatievisie en u kunt mij helpen tot het doen slagen van het doen slagen van het onderzoek en mijn afstudeerscriptie.

Baanzekerheid

1. Ik ben in staat om mijn huidige functie te behouden zolang ik wil.

2. Mijn organisatie zal niet gaan snijden in het aantal uren dat ik wekelijks werk.

3. Indien deze organisatie te maken krijgt met economische problemen, is mijn baan de eerste die verdwijnt.

4. Ik ben zeker dat ik voor deze organisatie kan blijven werken zolang ik wil. 5. Mijn baan blijft bestaan zolang ik wil.

6. Indien mijn baan verdwijnt, zal ik een andere baan aangeboden krijgen binnen deze organisatie.

Betrokkenheid bij de organisatie

1. Ik zou graag de rest van mijn carrière bij de Provinsje Fryslân blijven werken. 2. Ik hou ervan om met mensen van buiten over deze organisatie te praten. 3. Een probleem in de organisatie voelt ook als een probleem voor mijzelf.

4. Ik denk dat ik bij een andere organisatie mij even betrokken kan voelen als bij de Provinsje Fryslân.

5. Ik voel me niet als ‘onderdeel van de familie’ bij de Provinsje Fryslân. 6. Ik voel me niet emotioneel gebonden aan deze organisatie.

7. Deze organisatie betekent veel voor mij persoonlijk.

8. Ik voel niet een sterke wens om mij aan deze organisatie te binden.

Bekendheid met de organisatievisie (Questions for internal research, excluded in this study)

Ik heb nog nauwelijks van de visie gehoord.

Ik weet dat er een nieuwe visie is, maar ik weet er niet veel meer van dan ‘Mienskip op 1’. Ik ken op hoofdlijnen de doelen, kernwaarden en uitdagingen van de visie.

Ik ken de inhoud van de visie vrijwel volledig en ik bekijk de visieposter regelmatig. Ik draag de organisatievisie uit naar mijn collega’s en naar buiten de organisatie.

Werken met de organisatievisie (Questions for internal research, excluded in this study)

Ik heb nog nooit bewust iets van de visie in mijn werk toegepast.

Ik probeer de visie af en toe in mijn werk toe te passen.

De visie is een vast onderdeel van mijn dagelijks werk geworden.

1. Sense of Urgency : Sense of Urgency is het gevoel dat er een noodzaak bestaat om te

veranderen op korte termijn.

1. Er zijn goede redenen om in de lijn van de organisatievisie te gaan werken. 2. Niemand heeft goed uitgelegd waarom de organisatievisie nodig is.

4. Deze organisatievisie is hard nodig.

5. De tijd die we aan de organisatievisie spenderen zouden we ergens anders aan moeten besteden.

6. Veranderingen in deze organisatie zijn dringend nodig.

7. De organisatievisie moet op korte termijn worden geïmplementeerd.

Cynisme ten opzichte van de visie

1. Eerdere pogingen om de organisatie te veranderen hebben weinig goeds opgeleverd. 2. Pogingen om de manier van werken in deze organisatie te verbeteren leveren over het algemeen weinig goede resultaten op.

3. De suggesties die gedaan zijn in het plan van aanpak organisatievisie op mijn afdeling zullen voor weinig echte verandering zorgen.

4. De organisatievisie zal veel opleveren voor deze organisatie.

5. De werkgroep die verantwoordelijk is voor de visie doet onvoldoende haar best. 6. Mijn leidinggevende is onvoldoende betrokken bij de visie.

7. De directie heeft niet voldoende kennis over waar ze met de organisatie heen wil. 8. Ik zou zelf meer verantwoordelijkheid kunnen nemen door met de visie te gaan werken.

Persoonlijke voordelen van de visie

Als gevolg van de nieuwe organisatievisie:

1. Krijg ik meer verantwoordelijkheden in mijn huidige functie. 2. Heb ik meer te vertellen in de organisatie.

3. Zal mijn status verhogen.

4. Ontstaan er nieuwe carrièremogelijkheden voor mij in deze organisatie. 5. Kan ik mijn dienstverlening aan mijn klanten verbeteren.

6. Voel ik mij zekerder in de taken die ik uit moet voeren. 7. Kan ik beter sociaal integreren in de organisatie. 8. Kan ik mijn taken effectiever en efficiënter uitvoeren. 9. Kan ik nieuwe relaties opbouwen binnen de organisatie. 10. Ontvang ik financiële voordelen.

Algemene vragen: 1. Wat is uw geslacht? o Man o Vrouw 2. Wat is uw leeftijd? o 16 – 24 jaar o 25 – 34 jaar o 35 – 44 jaar o 45 – 54 jaar o 55 jaar of ouder

3. Wat is uw hoogst genoten opleiding? o MBO

o HBO o WO o Anders, nl:

4. Op welke afdeling bent u werkzaam?

________________________________________

5. Hoeveel jaren bent u reeds werkzaam bij Provinsje Fryslân? ________________________________________

Appendix III – Interview questions