Iedere vraag wordt beantwoord op een schaal van 5, variërend van geheel mee oneens tot geheel mee eens.
1. Ik kom niet snel tot een keuze als er veel opties zijn 2. Een leugentje om bestwil moet kunnen
3. Ik ga meteen op problemen af om ze op te lossen 4. Het lukt mij keer op keer efficiënter te werken
5. Ik neem alle tijd om na te denken voordat ik een vraag beantwoord 6. Ik streef voortdurend naar het verbeteren van mijn prestaties 7. Ik kan mij gemakkelijk verplaatsen in andermans situatie
8. Als ik wil weten hoe iemand anders ergens over denkt, vraag ik dat gewoon 9. Als ik tijd tekort kom, roep ik de hulp in van anderen
10. Ik heb geen opties nodig om een keuze te maken, omdat ik weet wat ik wil 11. Ik wil economische en maatschappelijke ontwikkelingen niet bijhouden 12. Ik kijk altijd heel kritisch naar mezelf
13. Ik doe nooit hele gekke dingen
14. Wanneer ik mij heb voorgenomen iets te doen, dan doe ik dat ook 15. Ik kan mensen altijd overtuigen
16. Ik durf risico’s te nemen die ik van tevoren niet goed kan inschatten 17. Ik heb een ontzettend sterke wil om prestaties te leveren
18. Ik zet mijzelf onder druk door mijzelf deadlines op te leggen
19. Ik vraag weinig naar de mening van anderen omdat ik weet wat ik wil 20. Ik bekijk dingen vanuit veel invalshoeken, ook als dat veel tijd kost 21. Ik kan leven zonder sterke emoties
22. Wanneer mijn huurauto er niet is, neem ik genoegen met een veel kleinere 23. Ik weet wat onze concurrenten belangrijk vinden
24. Ik besteed geen aandacht aan dingen waar ik geen invloed op kan hebben 25. Ik wil altijd alle details van een zaak weten
26. Ik kan heel goed met cijfers en getallen omgaan
27. Wanneer ik zie dat iets niet goed is, bedenk ik graag hoe het beter kan 28. Ik praat gemakkelijk met onbekenden over ‘ditjes en datjes’
29. Anderen vinden dat ik altijd vol zelfvertrouwen ben
30. Ik hou bij mijn werkzaamheden altijd rekening met mijn omgeving 31. Wanneer ik een beslissing heb genomen, dan gaat het altijd zo gebeuren
32. Ik presenteer mijn standpunten altijd zo overtuigend, dat anderen deze overnemen 33. Men kan mij niet omkopen, zelfs niet met geld
34. Ik kan geen verbanden leggen tussen zaken waar ik weinig van afweet 35. Ik doe altijd alles heel fanatiek
36. Het gaat mij alleen om de kern van de zaak
37. Wanneer ik een plan heb, voer ik het ook precies zo uit
38. Voordat ik een beslissing neem, wil ik graag de mening van iedereen weten 39. Mijn ideeën krijgen meestal geen instemming van anderen
40. Ik kan mij niet altijd verplaatsen in de moeilijk wensen van een klant 41. Ons leven wordt niet bepaald door toevalligheden
42. De gevoelen van anderen kan ik niet goed verwoorden
43. Het is onverstandig al te ver vooruit te plannen omdat omstandigheden kunnen veranderen
44. Ik tracht hoe dan ook mijn ideeën erdoor te krijgen 45. Wanneer mijn computer kapot is, dan ligt mijn werk stil
46. Ik wil graag de mening van anderen horen om tot een goed oordeel te komen
47. Gemaakte plannen voer ik niet meteen uit omdat ik ze eerst nog een keer wil overdenken 48. In onzekere situaties zal ik een pas op de plaats maken
49. Ongevraagd krijg ik meestal de leiding van een groep
50. Wanneer mijn gereserveerde plaats bezet is, zoek ik een andere 51. Wat anderen mij vertellen, zal ik altijd geloven
52. Wanneer iemand mij op een autoritaire wijze aanspreekt, kruip ik in mijn schulp 53. Er moet heel wat gebeuren voordat ik van slag ben
54. Ik vergeet heel vaak de namen van mensen die ik ontmoet
55. Ik laat mij niet snel van mijn stuk brengen door een veeleisende situatie 56. Urgente maar onbelangrijk zaken handel ik zo snel mogelijk af
57. Ik kan ook in stressvolle situaties goed beslissingen nemen
58. De klachten van klanten neem ik altijd serieus, ook wanneer zij ongelijk hebben 59. Als iets mij dwarszit, blijf ik gewoon mijn werk doen
60. Ik hou rekening met bestaande gewoontes en gebruiken 61. Bij klanten kijk ik vooral naar welk voordeel het mij oplevert
62. Wanneer iets mij helemaal niet interesseert, kost het mij moeite het af te maken 63. Ik stop als anderen twijfelen aan mijn inzet
65. Bij een spelletje kaarten speel ik wel eens vals om te kunnen winnen 66. Ik kan een zaak doordrukken, ook wanneer die mij impopulair maakt 67. Wanneer ik een goede oplossing heb, zoek ik niet naar andere oplossingen 68. Als ik mogelijkheden zie om iets bijzonders te ondernemen dan doe ik dat ook 69. Wanneer mij iet te moeilijk wordt, dan doe ik meestal tijdelijk iets anders 70. Meningsverschillen neem ik grondig met de ander door
71. De gemiddelde burger heeft geen invloed op politieke beslissingen
72. Ik neem gemakkelijk een beslissing, ook wanneer anderen het met mij oneens zijn 73. Ik kan moeilijk rekening houden met alles wat er om mij heen gebeurt
74. Ik denk altijd goed na over de consequenties van mijn handelen 75. Ik weet nooit waar mijn geld is gebleven
76. Ik overdenk altijd de consequenties van mijn gedrag voor anderen 77. Ik streef er niet naar om alles zo snel mogelijk te doen
78. Mijn financiën kan ik heel snel op orde brengen 79. Ik doe het liefst alles zelf
80. Ik hou niet van onaangekondigd bezoek 81. Ik weet altijd het beste uit mensen te halen
82. Ik deel mijn bureau niet met collega’s vanwege ruimtegebrek 83. Ik kijk niet ver in de toekomst
84. Ik ben sterk gericht op het voorkomen van problemen 85. Ik vind het niet erg om voor gek te staan
86. Ik krijg elke klus die ik doe altijd voor elkaar
87. Ik doe nooit iets zonder een doel voor ogen te hebben 88. Ik werk altijd door totdat ik het afheb
89. Ik heb snel inzicht in uitgaven en inkomsten 90. Als iets misgaat, ga ik rustig door
91. Ik vind het moeilijk om aan te voelen wat anderen ervaren
92. Ik handel naar mijn beslissing, ook wanneer dat voor anderen negatief uitpakt 93. Ik erger mij niet aan de eigen fouten die ik gemaakt heb
94. Bij het nemen van een beslissing zit ik vaak te wikken en te wegen 95. Soms wens ik dat ik iemand anders was
96. Ik probeer anderen vanuit mijn standpunt te laten kijken 97. Ik volg altijd de ontwikkelingen in mijn branche 98. Bij problemen van anderen leef ik erg mee
99. Soms ben ik niet mijzelf
100. Ik kan andere mensen voortdurend stimuleren uitdagingen aan te gaan 101. In elke situatie weet ik precies welke belangen in het geding zijn 102. Ik kom niet snel tot een keuze als er veel opties zijn
103. Bij onzekere beslissingen hak ik snel de knoop door 104. Bij onbelangrijke zaken let ik niet op
105. Om mijn doelstellingen te behalen heb ik geen geluk nodig 106. Om mijn doel te bereiken zal ik soms een belofte niet nakomen 107. Als mensen zweverig gaan praten, haak ik af
108. Ik doe de leuke dingen altijd eerst
109. Wanneer ik eenmaal een standpunt heb ingenomen, dan wijk ik daar niet van af 110. Ik heb een zoekende instelling
111. Als ik mij iets heb voorgenomen, kom ik gelijk in actie 112. Om veel geld te verdienen, moet je de juiste connecties hebben 113. Wat geld betreft, heb ik een gat in mijn hand
114. Ook wanneer ik er geen belang bij heb, werk ik heel toegewijd 115. Ik hou van dagdromen
116. Sommige dingen in het leven zijn voor mij niet weggelegd 117. Ik haal andere mensen en partijen erbij om draagvlak te creëren 118. Een leugentje om bestwil moet kunnen
119. Ik weet precies wat klanten van onze producten en/of diensten vinden 120. Heel belangrijke zaken die niet urgent zijn, gaan altijd voor
121. Als ik naar problemen moet luisteren waar ik niets mee te maken heb, zal ik niet mijn geduld verliezen
122. Ik voel me schuldig als ik niet aan het werk ben
123. Zelfs bij een heel groot risico durf ik mijn nek uit te steken 124. Ik neem veel pauzes tijdens het werk
125. Ik blijf vasthouden aan mijn normen en waarden, ook wanneer dat nadelig voor mij is 126. Ik maak gemakkelijk contact met onbekende mensen
127. Wanneer iets mislukt ga ik altijd net zo lang door totdat het wel lukt 128. Mensen voelen zich bij mij in elke denkbare werksituatie op hun gemak 129. Ik zoek altijd naar gemeenschappelijkheden om tot een oplossing te komen 130. Afspraken bevestig ik niet altijd