• No results found

Zoals in de theoretische achtergrond vermeld staat, kunnen publieke percepties gevormd worden door invloeden uit de omgeving en ze kunnen ook over tijd veranderen. De omgevingsfactoren kunnen onder andere de media zijn en ook economische belangen kunnen percepties in de samenleving vormgeven. Daarmee kunnen de media en economische belangen een bijdrage leveren aan het vormen van vluchtelingenbeleid.

Economische belangen

De publieke percepties op het vluchtelingenbeleid kunnen beïnvloed worden door de economische belangen. Het idee dat Nederland de capaciteit heeft om vluchtelingen op te vangen en hoe dat dan geregeld kan worden, hangt af van het economische vermogen. Zo schrijft Jacobsen (1996) dat er onderzoek gedaan is naar internationale migratie en dat de economische condities van het ontvangende land voornamelijk bepalend zijn in de vorming van beleid. Hierin is naar voren gekomen dat landen met een streng beleid te maken hadden met economische achteruitgang. De economische capaciteit van landen om vluchtelingen op te nemen is afhankelijk van bijvoorbeeld de hoeveelheid grond die beschikbaar is, de draagkracht van het land, patronen van werkgelegenheid en infrastructuur. Een vluchtelingenstroom kan zorgen voor tekorten van bijvoorbeeld water, haardhout, grond en het kan het ecosysteem aantasten

30 (Jacobsen 1996: 667). In Nederland kan dit het gevolg zijn van het opzetten van asielzoekerscentra of opvangcentra voor vluchtelingen.

Landen die een hoge economische capaciteit hebben, waar Nederland ook onder valt, hebben minder moeite met het opnemen van vluchtelingen aangezien zij hun vaardigheden kunnen gebruiken, zo stelt Jacobsen (1996). Echter laten Lucassen en Lucassen (2015) zien dat van deze ‘human capital’ nog te weinig gebruik wordt gemaakt waardoor de acceptatie van vluchtelingen in de samenleving stroever verloopt. Een voorbeeld waarbij de percepties over de opvang van vluchtelingen worden beïnvloed, zijn door economische belangen, is door de economische crisis van 2008. Dit heeft onder andere negatieve gevolgen gehad voor de werkgelegenheid en het politieke beleid. Om de economie een duwtje in de rug te geven, was het nodig extra te investeren in het bedrijfsleven. Dit heeft gevolgen voor de oplopende tekorten en om dit te herstellen werden er door de overheid bezuinigingen doorgevoerd op onder andere het gebied van onderwijs en de zorg.16 De lasten die de bezuinigingen met zich meebrengen, worden door de overheid verdeeld over de bevolking wat bijvoorbeeld tot uitdrukking komt in het betalen van

belasting. Veranderingen in de economie kunnen bepalend zijn voor de percepties op het vluchtelingenbeleid vanuit de samenleving, omdat er belastinggeld uitgegeven moet worden aan vluchtelingen. Hierdoor ontstaat het idee dat het eigen volk eerst recht zou moeten hebben op steun in plaats van vluchtelingen, zoals De Graaf (2016) laat zien.

Media

De media zijn betrokken bij de selectie van gebeurtenissen, feiten en problemen die een bijdrage leveren aan vormen van het publieke bewustzijn. Op deze manier worden de gebeurtenissen maatschappelijk; de maatschappij gaat zich met deze gebeurtenissen bezig houden. Dit heeft tot gevolg dat deze

gebeurtenissen, feiten en problemen op de politieke agenda worden gezet als vraagstukken die behandeld en opgelost moeten worden (Koch-Baumgarten & Voltmer 2010: 216). Koch-Baumgarten en Voltmer (2010) beschrijven dat de media belang hechten aan bepaalde journalistieke aspecten zoals de

nieuwswaardigheid van een gebeurtenis, journalistieke normen en belangstelling vanuit de markt, oftewel met een winstoogmerk. Zij concluderen dat alleen bepaalde kwesties zichtbaar zijn voor het publiek en niet per se die kwesties die prioriteit hebben bij politici.

Daarnaast laten Koch-Baumgarten en Voltmer (2010) zien dat de gebeurtenissen, feiten en problemen op een bepaalde manier worden overgebracht dat het een specifieke betekenis en relevantie krijgt. Dit vanuit een bepaalde manier belichten, wordt ‘framing’ genoemd. Volgens Nurullah (2010) heeft de media

16

Gevolgen van de crisis voor de overheidsfinanciën https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kredietcrisis/inhoud/gevolgen- van-de-crisis-voor-de-overheidsfinancien geraadpleegd op 20 april 2016.

31 een invloedrijke positie als het gaat om het vormen van een discourse over minderheidsgroepen, zoals vluchtelingen en welk beleid er gevoerd moet worden met betrekking tot de vluchtelingen. Het wordt hieruit duidelijk dat de media een belangrijke rol speelt bij de publieke perceptie over kwesties, wat ervoor zorgt dat het op de politieke agenda komt te staan en zo verwacht wordt dat de politiek iets aan de kwestie gaat doen. Tevens is het een punt van aandacht dat de samenleving tegenwoordig voornamelijk aan informatie over politieke kwesties komt door de media, die dus invloedrijk zijn in het bepalen welke gebeurtenissen spelen in het publieke debat en welke houdingen de samenleving tegenover de kwesties hebben. Op deze manier legt de media druk op het politieke systeem om de gebeurtenissen, feiten en problemen aan te pakken. Koch-Baumgarten en Voltmer (2010) stellen dat specifieke crises en conflicten mogelijkheden geven voor de media waarbij de toegang krijgen tot het politieke proces en de kans om daar veranderingen in aan te brengen. De ‘vluchtelingencrisis’ die op het moment in Europa speelt, is een voorbeeld van zo’n crisis.

Het is duidelijk geworden dat de media invloed kunnen uitoefenen op politieke processen, de inhoud van politieke debatten en de institutionele context van de politieke besluitvorming. Toch laten Koch-Baumgarten en Voltmer (2010) ook zien dat de berichtgeving vanuit de media niet altijd aanhouden en alomvattend zijn, waardoor het inconsistent is. De media is afhankelijk van de tijdsperiode in kwestie en of het voldoet aan de journalistieke aspecten, zoals de nieuwswaardigheid. Hierdoor kan ook het belang voor verandering in het beleid wegvallen en/of veranderen. Aan de hand hiervan en de hoeveelheid informatie kunnen de percepties van de samenleving veranderen.

De berichtgeving vanuit de media kan een eenzijdig beeld geven, waarbij de media bepaalt welke kanten van een gebeurtenis belicht worden. Dit wordt ‘framing’ genoemd. In het geval van de ‘vluchtelingencrisis’, hoe de vluchtelingenstroom door de media aangeduid wordt, gaat dit met name over de gebeurtenissen in het Midden-Oosten, waar Islamitische Staat zich gevestigd heeft, die een

oorzaak vormen voor de vluchtelingenstroom in Europa. Zoals Erlanger (2016) schrijft, bestaat er de angst dat er tussen de vluchtelingen ook extremistische moslimterroristen meekomen die de een bedreiging vormen voor de Europese samenleving.

Bereidheid tot opname vluchtelingen

De bereidheid van de samenleving om vluchtelingen op te vangen worden tot uiting gebracht door middel van de percepties die de samenleving heeft. De publieke percepties hangen sterk samen met de invloed van de media op het vluchtelingenbeleid en de economische belangen, die hiervoor beschreven zijn. De media belicht bepaalde gebeurtenissen, feiten en problemen waardoor de samenleving hier kennis over krijgt. De publieke percepties kunnen een belangrijke rol spelen in de politieke besluitvorming in

32 beïnvloeden in tijden van verkiezingen (Schröder & Phillips 2007: 890). Verder kan de samenleving druk uitoefenen op de politiek door middel van demonstraties en protesten als zij het niet eens zijn met bepaald beleid of de plannen voor beleid.

Over het algemeen bestaat er volgens Fussell (2014) een tweezijdige beeld op de komst van immigranten, waaronder vluchtelingen. Enerzijds zouden immigranten een bedreiging kunnen vormen voor de autochtone bevolking op het gebied van de werkgelegenheid, de huizenmarkt en de

gezondheidszorg. Onder de autochtone bevolking bestaat de angst dat zij hun positie in de samenleving verliezen. Volgens Fussell (2014) is dit beeld sinds de jaren ’90 positiever geworden in de Verenigde Staten en ziet de bevolking anderzijds de bijdrage in die de immigranten leveren, zoals het harde werken en hun talenten.

Hoe de invloeden van de media tot uitdrukking komen in de Nederlandse samenleving, is door middel van protesten en demonstraties. Deze demonstranten verwijzen naar terroristen die tussen de vluchtelingen meegekomen kunnen zijn (Erlanger 2016), maar zij wijzen ook op de gefrustreerde en getraumatiseerde vluchteling waardoor de veiligheid van de buurt in het gevaar kan komen. Zo groeit de angst dat de alleenstaande mannen, die volgens De Graaf (2016) in huurwoningen geplaatst zullen worden, aanrandingen en/of verkrachtingen aan kunnen richten bij kinderen en vrouwen in de wijk. Daarnaast wordt erop gewezen dat de vluchtelingen voorgetrokken worden ten opzichte van de Nederlandse bevolking in het verkrijgen van een woning: “Die vluchtelingen krijgen alles, maar onze kinderen moeten jaren wachten op een woning. Straks krijgt die kleine van mij pas een huis als hij 40 is?” (De Graaf 2016).

Uit deze bronnen komt voornamelijk een negatief beeld naar voren over de islam, tevens in relatie met terrorisme, en de komst van vluchtelingen in Nederland. Het doel van een deel van de bronnen is om de informatie vanuit de media en de daarmee samenhangende negatieve perceptie te bekritiseren. Een andere visie op de komst van vluchtelingen valt af te lezen uit een artikel van Van der Velden (2015) in de Volkskrant dat gaat over het aantal aanmeldingen van vrijwilligers die bereid zijn hulp te bieden voor de opvang van vluchtelingen in Nederland. Hierin laat zij zien dat vanaf de zomer van 2015 tot december 2015 zo’n 47.000 vrijwilligers zich hebben aangemeld bij de twee grootste organisaties: het Rode Kruis en Vluchtelingenwerk, wat een positieve perceptie weergeeft: de Nederlandse samenleving is bereid te helpen bij de ontvangst van vluchtelingen.

33

3.3: Analyse

De besproken factoren die invloed kunnen hebben op het vluchtelingenbeleid in Nederland zijn de studies en onderzoeken, en de publieke percepties die gevormd worden door onder andere de economische belangen en de media. Voor het onderzoeken van de situatie waarin de vluchtelingen zich bevinden en wat zij nodig zouden hebben om een veilige thuisbasis te vinden, maar ook om hier oplossingen voor te vinden en zo beleid op te stellen, kunnen onderzoeken en studies hun bijdrage leveren. Vervolgens hebben

publieke percepties invloed op het vluchtelingenbeleid. Dit wordt beschreven aan de hand van

economische belangen voor de samenleving en of vluchtelingen hier een bijdrage aan kunnen leveren. Daarnaast heeft de media een rol in het ontwikkelen van de publieke perceptie. Dit komt omdat zij betrokken zijn bij de selectie van gebeurtenissen, feiten en problemen die een bijdrage leveren aan het vormen van het publieke bewustzijn en tot gevolg hebben dat ze op de politieke agenda worden gezet als vraagstukken die behandeld en opgelost moeten worden. Verder kunnen publieke percepties druk

uitoefenen op de beleidsmakers door middel van protesten en demonstraties, maar ook in stemgedrag. De percepties zijn, zoals in het theoretisch kader beschreven staat, het bewustzijn over een bepaald onderwerp of een bepaalde situatie en kunnen tevens veranderen. Het kan een verklaring zijn waarom de percepties over de komst van vluchtelingen afkeurend zijn: het brein kan de verandering in de omgeving nog niet om hebben gezet en hebben verwerkt.

Naar mijn mening is de invloed van de media op de politieke en publieke percepties niet altijd goed. Wanneer er negatieve berichtgeving komt over de komst van vluchtelingen kan dit voor onrust zorgen in de samenleving terwijl dat niet nodig hoeft te zijn. Naar mijn idee is de berichtgeving vanuit de media te eenzijdig, wat ervoor kan zorgen dat er onjuiste waarheden worden gepresenteerd of onjuiste speculaties worden gedaan. Het kan invloed op de samenleving hebben doordat er een gevoel van angst en onveiligheid ontstaat, waartegen de samenleving in opstand kan komen. Op deze manier wordt het op de politieke agenda gezet. Toch denk ik wel dat er in het beleid genoeg rekening wordt gehouden met de realiteit, door middel van onderzoeken en studies waardoor de percepties vanuit de samenleving niet altijd betrokken worden in besluiten. Tot slot zou ik een aanbeveling doen voor verder onderzoek in de positieve percepties op de komst van vluchtelingen en ook hoe ervoor gezorgd kan worden dat de media een

34

Conclusie

Dit onderzoek heb ik geschreven naar aanleiding van de zogenoemde ‘vluchtelingencrisis in Europa’. Het onderwerp interesseerde mij aangezien ik verbaasd was over de uiteenlopende reacties die het onderwerp teweeg bracht. Daarom ben ik mij in dit onderzoek gaan focussen op de vraag: “Welk vluchtelingenbeleid bestaat er in Nederland en welke factoren beïnvloeden het beleid?”. In de analyses van elk deelonderwerp heb ik een overzicht gemaakt van wat er al over de onderwerpen geschreven was en wat mijn eigen interpretatie daarop is.

De term vluchteling wordt officieel gebruikt sinds 1951, die de United Nations High

Commissioner for Refugees heeft ontwikkeld. Hierin staat dat een vluchteling iemand is die op grond van politieke voorkeur, religie, ras, nationaliteit of lidmaatschap van een sociale groep, wordt vervolgd en daardoor niet in staat is terug te keren. Het Nederlandse vluchtelingenbeleid is gebaseerd op één verdrag en één verklaring die opgesteld zijn door de Verenigde Naties: het Verdrag betreffende de Rechten van Vluchtelingen en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Aangezien Nederland deze verdragen getekend heeft, dient de Nederlandse grondwet deze elementen op te nemen in het beleid. Wanneer de vluchteling aankomt in Nederland, wordt deze in een asielzoekerscentrum opgenomen waar de asielprocedure start. Op dit moment draagt de vluchteling de status van asielzoeker. Deze status verandert positief in vluchteling als de Integratie- en Naturalisatiedienst besloten heeft dat de veiligheid van de asielzoeker gevaar dreigde op grond van vervolging voor politieke voorkeur, religie, ras,

nationaliteit of lidmaatschap van een sociale groep en daardoor niet in staat is om terug te keren. Wanneer de uitslag negatief is, dient de asielzoeker het land binnen geringe tijd te verlaten. De vluchteling komt terecht in het integratie- en naturalisatieproces en krijgt hulp bij het vinden van geschikte woonruimte, het opbouwen van sociale contacten en scholing om op deze manier op de arbeidsmarkt te komen.

Echter zitten er naar mijn mening een aantal factoren in de processen die niet meegerekend worden. Om te beginnen omvat de beschrijving van de term vluchteling niet alle elementen waarvoor iemand in staat zou zijn om te vluchten. Dat de situatie onhoudbaar is in een land hoeft niet alleen te komen door politieke conflicten of de kans om vervolgd te worden. Natuurrampen en armoede kunnen er eveneens voor zorgen dat de situatie in een land onveilig is en ervoor zorgen dat mensen op de vlucht slaan. Tevens is de seksuele geaardheid niet opgenomen in de beschrijving van de term vluchteling, terwijl dit ook een reden kan zijn voor vervolging in een land. Met de bestaande Nederlandse normen en

35 Daarnaast is het volgens het Nederlandse beleid van belang dat de vluchteling integreert in de Nederlandse samenleving en het Nederlandse burgerschap bezit. Zoals beschreven helpt de Integratie- en Naturalisatiedienst hierbij, maar de vraag blijft in hoeverre de vluchteling zichzelf geïntegreerd voelt en daadwerkelijk opgenomen wordt in de samenleving. Zo komt naar voren dat, ondanks dat de vluchteling een baan, een huis, sociale contacten heeft en de taal spreekt, een vluchteling zich niet altijd geïntegreerd voelt. Het kan moeilijk zijn om met de Nederlandse samenleving in contact te komen en hierdoor wordt een gevoel van uitsluiting van de samenleving gecreëerd, wat bepalend is voor het integratieproces. De mate van in- en uitsluiting zou worden bepaald door scholing, woonplaats, werk en sociale contacten, maar toch denk ik dat ook de mate van beeldvorming vanuit politieke en maatschappelijke gebeurtenissen en ook vanuit de media bepalend zijn voor de mogelijkheid voor vluchtelingen om te integreren.

De factoren die, naar mijn bevindingen, van invloed zijn op het vluchtelingenbeleid betreffen de studies en onderzoeken, en de publieke percepties waar economische belangen en de media een rol in spelen. Tevens dient hierbij vermeld te worden dat deze factoren sterk met elkaar in verband staan. Studies en onderzoeken kunnen inzicht bieden in de oorzaken om te vluchten, wat er nodig is voor de vluchteling om een veilige thuisbasis te krijgen en om hier oplossingen voor te vinden. Daarnaast kunnen de resultaten van onderzoeken gebruikt worden om adviezen uit te brengen in de vorming van het

vluchtelingenbeleid. Vervolgens hebben de publieke percepties invloed op het vluchtelingenbeleid, waarin de acceptatie van de vluchteling gebaseerd is op de economische bijdrage aan de samenleving. Verder heeft de media invloed op de publieke percepties en daarmee ook op het politieke beleid, doordat zij betrokken zijn bij de selectie van gebeurtenissen, feiten en problemen die op de publieke en politieke agenda kunnen komen te staan, waar de politiek het beleid op aan dient te passen. Naar mijn mening zorgt ‘framen’ vanuit de media ervoor dat er een negatief beeld ontstaat wat betreft de acceptatie van

vluchtelingen in de Nederlandse samenleving. Zoals onderbouwd, wordt het negatieve beeld met name gevormd door angst. Verder kan de publieke perceptie invloed uitoefenen op het vluchtelingenbeleid en de acceptatie van vluchtelingen, door middel van stemgedrag, protesten en demonstraties. Wel kunnen de percepties veranderen over vluchtelingen, aangezien de berichtgeving van de media niet altijd consistent is en het brein de functie heeft de reflexen aan te passen aan veranderingen in de omgeving.

Tot slot zou er meer wetenschappelijk onderzoek gedaan moeten worden naar de positieve bijdrage van vluchtelingen in een maatschappij waardoor de negatieve publieke perceptie in de gelegenheid kan komen positiever te worden.

36

Literatuur

GERELATEERDE DOCUMENTEN