• No results found

De publicatie van de Teevendeal en de zoektocht naar het bonnetje

Na het sluiten van de deal was er lange tijd geen aandacht voor in de Tweede Kamer. Dit veranderde op het moment dat misdaadjournalist Henk-Jan Korterink contact zocht met Bas

56

Haan, journalist van Nieuwsuur. Korterink bezat geheime documenten die betrekking hadden op de IRT-affaire (RTLZ, 2017). Ook was Korterink erachter gekomen dat voormalig officier van justitie Teeven alle regels aan zijn laars had gelapt bij het maken van de deal met een crimineel. Haans interesse voor de deal was gewekt (RTLZ, 2017). Uiteindelijk kreeg hij via Korterink contact met iemand die een kopie aan hem gaf van de deal (NOS, 2015c). In de deal stond dat de twee Luxemburgse rekeningen die in bezit waren van Cees H. door het OM zijn leeggehaald en dat het bedrag wat daarop stond vervolgens via een rekening van het OM, buiten de Belastingdienst om, naar H. werd overgemaakt (NOS, 2015c).

Nieuwsuur besloot het OM te benaderen. Zij legde hen de vraag voor waarom zij ervoor hadden gekozen om deze deal te sluiten met H. Tevens vroeg Nieuwsuur of er toelichting gegeven kon worden op de deal (RTL Nieuws, 2015c). Daarop gaf het OM als formele reactie: ‘geen commentaar’. Ook constateerde het OM in een reactie dat de deal conform regels gesloten is en dat het totaalvermogen van Cees H. niet 5 miljoen gulden maar slechts 2 miljoen gulden bedroeg ten tijde van het sluiten van de deal.

In maart 2014 besloot Nieuwsuur met de informatie die zij bezat een uitzending te wijten aan de Teevendeal (NOS, 2015c). In de aflevering van 11 maart onthulde Nieuwsuur het document waaruit bleek dat er een deal getekend door het OM met crimineel Cees H. Nieuwsuur noemde de deal ‘een witwasoperatie die uitgevoerd is door het OM’ (NOS, 2015a). In de aflevering werd ook bekend dat niemand op het ministerie, bij de Belastingdienst en bij het College van Procureurs-generaal op de hoogte was van het bedrag van 4,7 miljoen gulden (NOS, 2015c). Daarnaast meldde Nieuwsuur dat er nooit toestemming was gegeven voor de deal. Tot slot werd in de aflevering benoemd dat de top van het ministerie al die tijd op de hoogte was van het feit dat de 2 miljoen waar de minister aan vasthield, niet waar was.

Een paar dagen na de uitzending van Nieuwsuur, vond er een Kamerdebat plaats waarin Opstelten verantwoording moest afleggen over de deal (De Volkskrant, 2014b). Daarin verklaarde hij dat er in de tijd dat de deal is gesloten werd, het OM niet verplicht was de Belastingdienst te informeren over ontnemingsschikkingen. Daarnaast betoogde hij dat over het schikkingsbedrag, ter hoogte van twee miljoen gulden, geen belasting betaald hoefde te worden. Ook constateerde Opstelten dat de top van het OM op de hoogte was van de deal (De Volkskrant, 2014b). Gedurende het debat waren politici zoals Lilian Helder (PVV), Liesbeth van Tongeren (GroenLinks), Marga Berndsen (D66) en Jan de Wit (SP) van mening dat de Belastingdienst destijds gewoon geïnformeerd had moeten worden over de deal. De Kamer

57

vroeg zich af waarom de fiscus erbuiten moest blijven. Het leek erop vond de Kamer dat de fiscus bewust buiten de deur hield. Ook sommige politici noemden het een ‘witwasdeal’. Bovendien waren enkele Kamerleden diep teleurgesteld dat de Belastingdienst veel geld was misgelopen (De Volkskrant, 2014b). Daarentegen vonden Kees van der Staaij (SGP) en Louis Bontes (PVV) dat er niets mis was met de deal. Zij waren van mening dat er vooral van de deal geleerd kon worden. Volgens Jeroen Recourt (PvdA) was de deal binnen de grenzen van de wet gesloten. Kamerleden vonden dit niet overtuigend klinken. Opstelten zei ook meerdere malen dat hij niet precies wist hoe het is gegaan, omdat hij er niet bij betroken was. Hij hield zich vast aan de feiten die hij van ambtenaren had verkregen. Na het debat bleven veel vragen spelen bij de Kamerleden over de schikking (De Volkskrant, 2014b).

In april 2014 gaf Opstelten het OM opdracht om nog een ultieme poging te doen het bonnetje te vinden. Hij startte een onderzoek. Ambtenaren wilden dat er een onafhankelijk onderzoek gedaan werd door Kees Vendrik van de Algemene Rekenkamer. Opstelten besloot echter om oud-procureur-generaal Henk van Brummen te vragen. Van Brummen kreeg weinig tijd voor het onderzoek, mocht niet met Teeven praten en slaagde er niet in om de juiste informatie te vinden: hij vond het bonnetje van de schikking niet (Nu.nl, 2015) Ondertussen kreeg Gerard Roes, Directeur-Generaal, de opdracht om te praten met Teeven over de deal (NOS, 2015d). Hiervan werd een gespreksverslag gemaakt, waaruit bleek dat Teeven de mogelijkheid noemde dat er een bedrag van rond de 5 miljoen gulden naar H. was overgemaakt.

Op 3 juni schreef Opstelten in een brief aan de Kamer dat hij het bonnetje niet kon vinden en dat het archief waar het bonnetje in stond niet meer bestond. Ook schreef hij dat niemand zich meer iets kon herinneren van de deal (Nu.nl, 2015). Ondertussen waren ICT’ers echter nog aan het zoeken naar die back-up die zij uiteindelijk vonden. Zij stonden op het punt om het bonnetje van de schikking te vinden, maar op dat moment kregen ze bericht dat hun zoektocht gestaakt kon worden. Zo werd voorkomen dat het bonnetje werd gevonden. Wie die zoektocht tegenhield en op welk niveau bleef onduidelijk.

In het begin van 2015 lukte het Nieuwsuur het bonnetje in handen te krijgen (NOS, 2015c). Na tientallen gesprekken met ambtenaren van het ministerie van Veiligheid en Justitie en magistraten van het OM, kreeg Bas Haan alle gegevens van het bonnetje in handen. Op 4 maart zond Nieuwsuur uit dat er op 10 september 2001 ruim 4,7 miljoen gulden naar H. was overgemaakt (NOS, 2015c). Een paar dagen na deze uitzending, op 5 maart 2015, vond er een Kamerdebat plaats. Er werden veel vragen gesteld aan minister Opstelten over de schikking.

58

Opstelten liet daarna de ‘laatste poging’ uitvoeren om het bonnetje te vonden. Drie dagen later werd het bonnetje alsnog gevonden door dezelfde ICT’ers als die er een jaar daarvoor naar zochten.

6.4 Nasleep: Opstappen Opstelten en Teeven en onderzoeken commissie-Oosting