• No results found

Provincie Zuid-Holland

In document Meerlaagse veiligheid (pagina 52-58)

Door de dijk te verleggen en de oude dijk op strategische plaatsen open te breken wordt een

Strategie 2 zorgt dat stedelijk en blauw met elkaar

6.4 Provincie Zuid-Holland

De Provincie Zuid Holland heeft haar eigen visie. Dit is de Provinciale Structuurvisie Zuid Holland, visie op Zuid Holland (PSZH). Men stelt daarin doelen, die worden uitgevoerd door de regio en de gemeente.

In de PSZH wordt de ambitie geformuleerd dat de Provincie Zuid-Holland in 2040 een “aantrekkelijke, veelzijdige en internationaal concurrerende provincie is” (Provincie Zuid Holland, 2012, p. 27). Dit moet bereikt worden door actief in te zetten op klimaatbestendigheid, duurzaam ruimtegebruik en ruimtelijke kwaliteit. Andere doelen in dit verband zijn(Provincie Zuid Holland, 2012):

▶ Aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel

vaarnetwerk. Dit kan ondermeer gedaan worden door nieuwe sluisverbindingen met omliggende gemeenten. Dit maakt het mogelijk om met de boot door de polder te varen. Hierdoor wordt het aantrekkelijker om hier pleziervaart te beoefenen In de visie wordt gesproken over het stimuleren van “meer contact en bekendheid met het water” en “meer recreatief gebruik van oevers en vaarten” (Waterschap Rivierenland en Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, 2013, p. 73). Dit kan gedaan worden door bijvoorbeeld meer wandel- en fietsroutes langs de dijk. Ook wordt gesproken over een “nieuwe boezemvaart in de Nederwaard” voor een extra verbinding met de Drechtsteden en zelfs de polder in. Aansluiting kan op de Alblas en de Giessen. De Giessen ligt in Hardinxveld-Giessendam.

Omtrent natuurontwikkeling zet de regio in op flexibiliteit en meebewegen met klimaatveranderingen. Men praat ook over het aanbrengen van waterbergingsgebieden waar ruimte is voor natuurontwikkeling, maar die ook een recreatieve functie kunnen vervullen (Waterschap Rivierenland en Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, 2013, p. 75).

Verder wordt in de visie gesproken over energiewinning en om daar een meekoppelkans van te maken. Een voorbeeld hiervan zou kunnen zijn door energie uit slib te gaan winnen uit de naastgelegen waterzuiveringsinstallatie (Waterschap Rivierenland en Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, 2013, p. 76). Dit zou een verdienmogelijkheid kunnen zijn voor het gebied.

Kijkend naar de meekoppelkans van de bebouwing en infrastructuur wordt in de visie gesproken over hoogbouw die waterproof is. Op de locatie is ruimte voor woningbouw. Vanuit het concept meerlaagse veiligheid zijn waterrobuuste woningen een onderdeel van de duurzame ruimtelijke inrichting (laag 2). Of dit hoogbouw betreft of andere woningtypes is aan 50

woningen gaat ontwikkelen op de dijk. Kortom, hier kan de koppeling tussen ruimtelijke ordening en water voornamelijk worden gemaakt om ruimtelijke kwaliteit toe te voegen met een kostenbesparende insteek.

8.1.2 Conclusie 2:

Integraal ophogen biedt veel mogelijkheden voor de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en waterveiligheid.

Omtrent het wateveiligheidsaspect is het integraal ophogen, van een gebied achter de dijk, tot een deltaijk een interessante ingreep. Een deltadijk is een waterkering die zeer waterrobuust is. Deltadijken zijn, zoals hierboven al beschreven, goed bestand tegen overstromingen en doorbraken. Dit maakt het tevens een gebied waar verticaal evacueren een uitkomst is. De deltadijken worden de hoger gelegen gebieden binnen de gemeente, dus tevens “veiligere” gebieden ten opzichte van de polder.

Naast dat het een waterveilige geschikte ingreep is, biedt het voor de ruimtelijke kwaliteit ook kansen. Door het integraal ophogen kan grotendeels het beschikbare gebied opnieuw worden ingericht. De belevingswaarde en gebruikswaarde kan naar wens worden ingericht. Terugkijkend op de strategieën is te zien dat, waar integraal ophogen is toegpast, dit ook meer impact heeft gehad op het casestudygebied en een hoger schaalniveau. Een ander belangrijk aspect van integraal ophogen is dat er toekomstwaarde wordt gecreeërd. Voor een langere periode wordt het gebied waterveilig en biedt ruimte voor nieuwe ruimtelijke inrichting. Investeringen die plaatsvinden op nieuwe deltadijken zijn dus gunstiger omdat de toekomstwaarde dusdanig is vergroot.

Echter is dit een dure ingreep, omdat grote hoeveelheden grond/sediment moet worden toegevoegd. Daarnaast is het niet overal inpasbaar dijktraject waarin laag 1 en 2 worden gecombineerd

kan de gebruikswaarde van de dijkzone verhogen. Verschillende maatregelen kunnen toegepast worden, maar niet alle maatregelen dragen evenveel bij aan een hogere waterveiligheid. Daarentegen zorgen ze wel voor een positief effect op de ruimtelijke kwaliteit. Maatregelen waar aan gedacht kan worden zijn:

▶ Een stedelijke boulevard, zoals geschetst in strategie 1, hierbij wordt de dijk waterrobuust ingericht met een stedelijke karakter. De dijk loopt recht af, door middel van een kademuur in plaats van een schuin talud richting het waterfront.

▶ En trapdijk is een vorm van een dijkversterking waarin de dijk niet schuin afloopt maar getrapt. Op de verschillende lagen kan naar wens functies worden toegevoegd. Daarnaast kan gekozen worden om delen van de trapdijk “overstroombaar” te maken, zodat men dichter bij het waterfont staat voor een extra gebruiks- en belevingswaarde van het water.

▶ Een deltadijk is een robuust dijktraject dat weinig tot geen last heeft van een overstroming of doorbraak. Bovenop de deltadijk kan worden gebouwd en bevindt zich op kruinhoogte van de dijk. Bebouwing kan daardoor beter profiteren van de zichtlijnen op het waterfront. Tevens kan gekozen worden iets “in” de deltadijk te bouwen, hierbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld een parkeergarage.

De voorbeelden geven weer wat mogelijk kan zijn als laag 1 en 2 worden gecombineerd. Niet alle maatregelen dragen even veel bij aan het verhogen wat de waterveiligheid naast laag 1, maar voegen wel ruimtelijke kwaliteit toe. Daarnaast kan door meervoudig gebruik van de dijk, een dijktraject worden geëxploiteerd. Voor het betreffende waterschap kan een gedeelte worden gefinancieerd door andere partijen, zoals een projectontwikkelaar die waterkerende 8.1 Conclusie

In dit rapport is onderzoek gedaan naar oplossingen in laag 2 van het concept meerlaagse veiligheid, in samenhang met de andere lagen. Dit is gedaan in opdracht van Waterschap Rivierenland. Gekeken is naar oplossingen die denkbaar zijn in de tweede laag voor problematische dijktrajecten, waar de bebouwingsdichtheid hoog is en waar dijktrajecten op de langere termijn aangepakt moeten worden om de waterveiligheid te borgen. Daarnaast moesten ingrepen omtrent waterveiligheid bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit van het gebied.

Bij deze doelstelling was de volgende probleemstelling geformuleerd:

Wat zijn de integrale koppelingsmogelijkheden tussen de ruimtelijke ordening en water van een dijktraject ,die op de langere termijn moet worden aangepakt, ten aanzien van waterveiligheid, waarbij tevens de ruimtelijke kwaliteit wordt verbeterd?

8.1.1 Conclusie 1:

De integrale koppelingsmogelijkheden, tussen ruimtelijke ordening en water, vindt voornamelijk plaats bij het combineren van laag 1 en 2 van een dijktraject. Laag 2 wordt ingezet als duurzame ruimtelijke inrichting van een dijktraject (meervoudig gebruik van de dijk).

Laag 1 is noodzakelijk om aan de basisveiligheid te voldoen en is dan ook het uitgangspunt om de problematische dijktrajecten aan te pakken. De strategieën, die uit het onderzoek zijn, voort gekomen bevestigen dat een duurzaam ingericht dijktraject kansen biedt voor het concept meerlaagse veiligheid als laag 1 en 2 worden gecombineerd. Het duurzaam inrichten van een dijktraject en het aangrenzende gebied, kan een positief effect hebben op de ruimtelijke kwaliteit daarnaast wordt er gewerkt aan de waterveiligheid. Het duurzaam inrichten van een

50

52

behaald, om zo de kans op een overstroming en de gevolgen daarvan te kunnen reduceren voor een groter gebied.

8.1.5 Eindconclusie:

Concluderend kan gesteld worden dat er minimaal drie intergrale koppelingsmogelijkheden tussen ruimtelijke ordening en water gevonden kunnen worden. Dit geldt voor dijktrajecten die op de langere termijn moeten worden aangepakt ten aanzien van dijkhoogtetekorten. De koppelingen zijn vooral gericht op:

▶ het combineren van laag 1 en 2, het meervoudig gebruik van de dijk.

▶ Integraal ophogen tot een deltadijk bied kansen voor ruimtelijke kwaliteit, specifiek toekomstwaarde.

▶ Waterrobuuste gebiedsontwikkeling in het buitendijkse gebied.

Daarnaast kan er worden geconcludeerd dat:

▶ Geen koppeling kan worden gemaakt met puur inzetten op gevolgbeperkende maatregelen in laag 2 is niet kosteneffecient

8.1.4 Conclusie 4:

Laag 1 moet te alle tijden, voor het gehele gebied, voor een basisveiligheid zorgen. Alleen het toepassen van laag 2, direct achter de dijk, is niet kostenefficiënt. Laag 2 wel direct toepassen wanneer een gebiedsontwikkeling gepland staat.

Wanneer een dijktraject met dijkhoogtetekort op de langere termijn moet worden aangepakt, is het niet kostenefficiënt om puur in te zetten op laag 2. Wanneer men inzet op laag 2 achter de dijk, dan is op de locatie het slachtofferrisico en de economische schade gereduceerd, maar dit geldt niet voor de rest van de gemeente. Dit houdt voor Hardinxveld-Giessendam in, waar men ook te maken heeft met een LIR gebied, dat er niets wordt gedaan aan het reduceren van de gevolgen, na een overstroming, voor de hele gemeente.

Laag 1 moet dus altijd toegepast worden, wil men de kansen op een overstroming en de gevolgen daarvan voor een groter gebied laten doen afnemen. Dit neemt niet weg dat wanneer begonnen wordt aan een gebiedsontwikkeling in binnendijksgebied, men niet al direct waterrobuust kan gaan ontwikkelen. Inspelen op de toekomst en dus toekomstwaarde creëren kan ook al, wanneer nog geen directe dreiging is.

Wanneer men alleen inzet op laag 2, zullen andere maatregelen verkend moeten worden die bijdragen aan het beschermen van het gebied daarachter. Gedacht kan worden aan het toepassen van compartimentering. In dat geval moet gezorgd worden dat het gebied afgesloten is met de rest van de gemeente, waardoor niet of nauwelijks uitwisseling van water mogelijk is, bij overstroming, Dit kan bijvoorbeeld door het aanleggen van een binnendijk. Een andere maatregel zou kunnen zijn het plaatsen van waterkerende woningen, die als het ware dienen als binnendijk.

Echter dient de basisveiligheid altijd bij laag 1 te worden en is het sterk afhankelijk of het gebied wordt

geherstructureerd in verband met de impact van de ingreep.

8.1.3 Conclusie 3:

Waterveiligheid en ruimtelijke kwaliteit kan niet alleen verhoogd worden in binnendijks gebied. Buitendijkse gebieden kunnen een veilige woon en recreatie omgeving bieden.

Buitendijkse gebieden overstromen gemakkelijk in het najaar en het voorjaar. Wanneer dit gebeurd zijn deze gebieden onbruikbaar. Veelal zijn dit de uiterwaarden die overstromen. Hier wonen niet of nauwelijks mensen. Deze gebieden kunnen transformeren in waterrobuuste woongebieden. Hierdoor wordt waterveiligheid gewaarborgd, door gebruik te maken van bijvoorbeeld: drijvende woningen, paalwoningen of terpwoningen. Toekomstwaarde, gebruikswaarde en belevingswaarde kan in deze gebieden worden toegevoegd.

Toekomstwaarde, doordat door middel van waterrobuuste woningen ingespeeld kan worden op de verwachtte klimaatveranderingen. Gebruikswaarde, doordat de uiterwaarden een gebruiksfunctie erbij kunnen krijgen. Bijvoorbeeld die van wonen. Belevingswaarde wordt toegevoegd, doordat de identiteit van het gebied veranderd. Het toevoegen van bepaalde woningtypen, die nog niet eerder zijn toegepast, binnen de gemeente, kan bijdragen aan het onderscheidend vermogen van de gemeente, ten opzichte van andere buurtgemeente.

De integrale koppelingsmogelijkheden tussen ruimtelijke ordening en water zijn in deze conclusie te vinden in waterrobuuste gebiedsontwikkeling in buitendijks gebied.

Onderdeel van deze branding kan ook zijn het bezoeken van soortgelijke projecten in Nederland. Laten zien dat het mogelijk en veilig is.

Om ervoor te zorgen dat gebiedsontwikkeling in buitendijkse gebieden zich gaat ontplooien, kan gestuurd worden via het bestemmingsplan, van de desbetreffende gemeente. Onderdeel van het bestemmingsplan zijn de ‘stedenbouwkundige randvoorwaarden’. Hierin kan gestuurd worden door vast te stellen dat de woningen in buitendijkse gebieden waterrobuust dienen te zijn en een duidelijke bijdragen moeten leveren aan de waterveiligheid en ruimtelijk kwaliteit. Voor deze twee uitgangspunten moeten randvoorwaarden opgesteld worden.

Als laatste adviseren wij in deze aanbeveling om aan te sluiten bij de al opgestelde proeftuinen. Proeftuinen worden al uitgevoerd door het Deltaprogramma, maar de focus moet nog meer verlegd worden naar buitendijkse gebieden. Deze proeftuinen kunnen op hun beurt weer bijdragen aan de branding van het wonen in buitendijkse gebieden.

Opsommend zijn de volgende aanbevelingen gedaan voor ‘Ontwikkel in buitendijkse gebieden in het rivierengebied’:

Maak wonen in buitendijks gebied

bespreekbaar

Zorg voor een goede branding

Gebruik het bestemmingsplan van de

gemeente om te sturen op waterrobuuste woningen in buitendijkse gebieden

Sluit met buitendijkse gebieden aan bij de

proeftuinen van het Deltaprogramma

Kortom, wij pleiten voor wonen in buitendijksgebied als nieuwe veilige woonomgeving.

veenoxidatie zakken. Echter rondom de dijktrajecten is dit in mindere mate aanwezig (rivierklei heeft de boventoon). Dit maakt de gebieden rondom het waterfront, in combinatie met integraal ophogen en deltadijken, zeer interresant om te ontwikkelen. De toekomstwaarde, gebruikswaarde, belevingswaarde van integraal opgehoogde gebieden ligt hoog. Daarnaast zijn dit soort gebieden goed beschermd tegen hoog water. Ook zijn er mogelijkheden voor verticaal evacueren in verband me de hoogte van het dijktraject. Dit geldt eveneens voor buitendijkse gebieden, zie aanbeveling 9.1.2.

Kortom, wij pleiten ervoor een beleid op te stellen voor de dijktrajecten. Dit kan het beste in samenspraak gebeuren tussen de verschillende overheidsorganen. Elk overheidsorgaan heeft een puzzelstuk op verschillende schaalniveaus, zorgt dat deze puzzel compleet wordt en de stukjes vanzelf in elkaar vallen.

9.1.2 Aanbeveling 2

Ontwikkel buitendijkse gebieden in het rivierengebied.

Aanbeveling 2 gaat over gebiedsontwikkeling in buitendijkse gebieden. Uit de conclusie werd duidelijk dat deze gebieden een veilige woon- en recreatie omgeving kunnen zijn. Dit door het toepassen van de juiste woningtypen die waterrobuust zijn. Momenteel wordt niet of nauwelijks ontwikkeld in buitendijkse gebieden. Dit, waarschijnlijk, met het oog op schade die ontstaat wanneer het waterpeil van de rivier stijgt. Toch kan veilig gewoond en gerecreëerd worden in deze gebieden.

Ons advies is dan ook om wonen in buitendijks gebied bespreekbaar te maken. Hierbij moet duidelijk inzichtelijk worden gemaakt wat de voordelen kunnen zijn, wanneer men woont in buitendijksgebied. Het aanhalen van voorbeeldprojecten kan hierbij een uitkomst zijn. Het gaat hier eigenlijk om het “branden” van de buitendijkse gebieden.

9.1 Aanbevelingen

In de aanbeveling is gekeken naar hoe de conclusies geimplementeerd kunnen worden. Wat moeten de belanghebbende partijen (overheidsorganen) doen, zodat de conclusies ook werkelijk nagestreefd kunnen worden. Welke middelen kan men inzetten om tot uitvoering te komen. Wij hebben twee hoofd aanbevelingen geformuleerd.

9.1.1 Aanbeveling 1

Het combineren van laag 1 en 2 en het integraal ophogen

In de conclusie is naar voren gekomen dat het combineren van laag 1 en 2, dus meervoudig gebruik van de dijk, kansrijk wordt geacht. Daarnaast biedt intergraal ophogen kansen. Om deze maatregelen toe te passen hebben wij een aantal aanbevelingen opgesteld die hieraan kunnen bijdragen:

Zorg dat op gemeentelijk niveau een duidelijke ambitie wordt uitgesproken over dijktrajcten binnen de gemeentegrens. Dit kan worden gedaan in de structuurvisie of een ander beleidsdocument, zoals een “dijkvisie gemeente Hardinxveld-Giessendam”. Via dit soort documenten kunnen andere overheidsorganen, zoals: rijksoverheid, provincie en waterschap, makkelijker hun ambities toetsen aan die van de gemeente. Bijvoorbeeld: het Deltaprogramma van Rijkswaterstaat kan makkelijker inspelen op de ambities van de gemeente. Daarnaast is een Waterschap beter op de hoogte wat de ambitie van de gemeente is met betrkking tot haar dijktrajecten. Waterschappen kunnen daardoor tevens knelpunten sneller herkennen en oppakken.

In verband met de toekomstwaarde van de polders in het rivierengebied, specifiek Alblasserdam— Vijfheerenlanden, wordt aanbeloven juist bebouwing toe te voegen aan het waterfront en niet zozeer uitbreiden richting de polder. De polder blijft door

53

54

9.1.3 Vervolgonderzoek(en

▶ Een vervolgonderzoek zou kunnen zijn hoe de (stedenbouwkundige) randvoorwaarden vorm gegeven kunnen worden.

▶ Een ander vervolgonderzoek zou kunnen zijn om alle strategieën kostentechnisch te onderzoeken op hun haalbaarheid. Een onderzoek zou kunnen plaatsvinden waarin de strategieën worden doorberekend. Hierbij zou gekeken kunnen worden of een bijdrage wordt geleverd aan de waterveiligheid voor de hele gemeente of dat alleen de locatie beter wordt beschermd.

TNO. (2013). TNO Defensie en veiligheid van http://www.tno.nl/ downloads/techn_mor_MCA_S060600.pdf

Geraadpleegd op 17 april 2013

Waterforum, Maatregelen uit de Tweede Laag blijken niet kosteneffectief (2012) http://waterforum.net/Nieuws/2993-maatregelen-uit-de- tweede-laag-blijken-niet-kosteneffectief

Geraadpleegd op 7 mei 2013

Waterforum, TU Delft-onderzoeker Rijcken plaatst vraagtekens bij meerlaagsveiligheid (2012). http://waterforum.net/ Discussieforum/2939-tu-delft-onderzoeker-rijcken-plaatst-vraagtekens- bij-meerlaagsveiligheid

Geraadpleegd op 7 mei 2013

Waterschap Rivierenland. (2013). Kansen voor water en klimaatadaptatie , Alblasserwaard Vijfheerendlanden door Terra Incognita

Geraadpleegd op 12 februari 2013

Wouter Jonkhoff, econoom TNO, Alleen dijken bouwen is niet voldoende (2012) http://waterforum.net/Discussieforum/2958-alleen- dijken-bouwen-is-niet-voldoende

Geraadpleegd op 17 april 2013

Overige geraadpleegde bronnen tijdens deskresearch:

www.alblasserdam.nl www.dehellingen.alblasserwerf.nl/ www.funda.nl www.gorinchem.nl www.hardinxveld-giessendam.nl/ www.havenmeesters.alblasserwerf.nl/ www.kleinalblas.nl/ www.papendrecht.nl www.sliedrecht.nl www.waterforum,nl www.watersector.nl

Bronnen artikelen samenvatting:

www.nos.nl www.nrc.nl www.nu.nl www.rtlnieuws.nl www.trouw.nl Milieu, M. v. (2011). Deltaprogramma, werk aan de delta. Den Haag:

ministerie van infrastructuur en milieu. Geraadpleegd op 4 maart 2013

Ministerie van infrastructuur en milieu, deltaprogramma (2011). Deltaprogramma van http://www.rijksoverheid.nl/ onderwerpen/deltaprogramma/documenten-en-publicaties/ jaarplannen/2011/09/20/deltaprogramma-2012.html

Geraadpleegd op 16 febeuati 2013

Nota Wonen 2012-2022 gemeente Hardinxveld-Giessendam, 2.1 Inwoners.

Geraadpleegd op 7 mei 2013

Nota Wonen 2012-2022 gemeente Hardinxveld-Giessendam, 2.3 woningvoorraad.

Geraadpleegd op 7 mei 2013

Nota Wonen 2012-2022 gemeente Hardinxveld-Giessendam, 2.5 verhuisgeneigdheid en woonwensen.

Geraadpleegd op 7 mei 2013

Pieter Hooimeijer, Henk Kroon, Joke Luttik (2001) Kwaliteit in meervoud, Conceptualisering en operationalisering van ruimtelijke kwaliteit voor meervoudig ruimtegebruik. Waddinxveen.

Geraadpleegd op 8 mei 2013

Regio Alblasserwaard Vijfheerendlanden. (2011). van http://www. alblasserwaardvijfheerenlanden.nl/

Geraadpleegd op 12 februari 2013

Rijksoverheid. 123. Polder ophogen (2013). https://deltaprogramma. pleio.nl/file/download/3923002

Geraadpleegd op 5 juni 2013

Rijksoverheid (2013). Minister Schultz kiest nieuwe aanpak voor bescherming tegen het water. http://www.rijksoverheid.nl/ onderwerpen/water-en-veiligheid/nieuws/2013/04/26/minister-schultz- kiest-nieuwe-aanpak-voor-bescherming-tegen-het-water.html Geraadpleegd op 6 juni 2013

Rijkswaterstaat. (2013). over ons. van www.rijkswaterstaat.nl: http:// www.rijkswaterstaat.nl/over_ons/

Geraadpleegd op 12 februari 2013

Rijkswaterstaat (2013). van http://www.rijkswaterstaat.nl/wegen/feiten_ en_cijfers/wegenoverzicht/a15/index.aspx

Geraadpleegd op 4 maart 2013

Rooy, P. v. (2011). Verdienmogelijkheden. Amsterdam, Noord Holland, Nederland: Calff & Meischke.

Geraadpleegd op 3 juni 2013 Actueel Hoogtebestand Nederland, ahn2 (2012)

Geraadpleegd op 26 april 2013

Beerlage, P., Hamdi, A., & de Koning, R (2007), Bedrijventerreinenstrategie Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Rotterdam: ECORYS nederland BV. Geraadpleegd op 6 maart 2013

B.Odie. Mei 2009 Cunettenmethode of integraal ophogen?

Een keuze op basis van directe, bouw- en onderhoudskosten. geraadpleegd op 1-6-2013

Deltaproof STOWA. (2011), Projectdossier Meerlaagse Veiligheid van http://deltaproof.stowa.nl/Projecten/Projectdossier_Meerlaagse_ Veiligheid.aspx?pId=23

Geraadpleegd op 14 feburari 2013

Friso de Zeeuw (2013). Ruimtelijke kwaliteit volgens Friso de Zeeuw. Gebiedsontwikkeling.nu.

geraadpleegd op 7 mei 2013 Funda (2013), van www.funda.nl Geraadpleegd op 3 april 2013

Gemeente Hardinxveld-Giessendam, (2012) van http:// www.hardinxveld-giessendam.nl/actueel/nieuws_3695/item/ gemeenteraad-ontvangt-aanbevelingen-van-college-over- samenwerking-met-buurgemeenten_27189.html

Geraadlpeegd op 11 april 2013

Kaarten structuurvisie Provincie-Zuid holland (2013), http://www.zuid- holland.nl/c_kaarten.htm

Gerdaadpleegd op 17 april 2013

Leander Ernst, Reader voor de module watersysteemanalyse, Hogeschool Rotterdam (2012)

Geraadpleegd op 23 mei 2013

Leonie Janssen-Jansen, Erik Hans Klijn, Paul Opdam (2009). Ruimtelijke kwaliteit in gebiedsontwikkeling. Habiforum.

Geraadpleegd op 7 mei 2013

Luyendijk, F., de Gunst, E., Tromp, M., Schilt, E., & Krol, M. (2009), Waterrobuust bouwen. Rotterdam: SBR.

Geraadpleegd op 5 maart 2013

Meest gastvrije stad. (2011). Hamburg overkapt snelweg. http://www. meestgastvrijestad.nl/index.php?option=com_content&view=article&i d=70&Itemid=1

Geraadpleegd op 5 juni 2013

55

In document Meerlaagse veiligheid (pagina 52-58)

GERELATEERDE DOCUMENTEN