• No results found

Provinciaal beleid

4.1 Plannen en beleid

4.1.3 Provinciaal beleid

In 2010 heeft de provincie Noord-Holland op grond van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro 2006) een provinciale structuurvisie vastgesteld. Deze structuurvisie is de opvolger van het streekplan. De Schoorlse duinen behoren tot de ecologische hoofdstructuur en genieten op grond van de structuurvisie planologische

bescherming. Dat houdt in dat geen ruimtelijke ontwikkelingen mogen plaatsvinden die strijdig zijn met de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied.

Bestrijding verdroging in Noord-Holland

Bij bestrijding van verdroging geeft de provincie Noord-Holland prioriteit aan Natura 2000 gebieden. Het treffen van maatregelen wordt voor deze gebieden onder andere gestimuleerd via de Uitvoeringsregeling Water.

Zonering strandpaviljoen

Aan de westgrens van het Natura 2000-gebied ligt een drietal strandpaviljoens welke jaarrond in gebruik zijn. De paviljoens zijn gelegen bij paal 27, 29 en 33. De provincie heeft in de structuurvisie beleid geformuleerd voor zonering rond de huidige strandpaviljoenen.

Aardkundige waarden

Het is bekend dat in de Schoorlse Duinen diverse aardkundige waarden aanwezig zijn. Dit betreft zowel aardlagen zoals oude veenlagen, kleilagen, overstuivingen, etc. als archeologische waarden. Bij alle ingrepen in het terrein moeten deze waarden vooraf worden onderzocht.

Beleid Hoogheemraadschap Hollands NoorderKwartier (HHNK) Primaire waterkering

In de duinen is altijd een gebied aanwezig dat de primaire waterkering vormt. Deze primaire waterkering moet er voor zorgen dat bij een stormvloed het achterliggende polderland niet overstroomt. De zorg voor de veiligheid ligt bij de

waterkeringbeheerder, het HHNK. Voor de toekomst moet rekening worden gehouden met de zeespiegelstijging. De veiligheidsnorm wordt bepaald volgens de zogenaamde “technisch rapport duinafslag”. Bij alle typen zeereepbeheer moet te allen tijde aan de veiligheidseis worden voldaan. De zeereep maakt in Noord-Holland altijd deel uit van de eigenlijke waterkering. Eens per vijf of zes jaar wordt de veiligheid getoetst. Indien nodig worden dan de waterkering versterkt of de legger aangepast.

Beleid HHNK

Het Hoogheemraadschap voert het beleid en beheer van zijn waterkeringstaak primair uit vanuit veiligheidsdoelstellingen. De Keur is voor het hoogheemraadschap een formeel middel om de kwaliteit van de waterkering te waarborgen. In deze verordening wordt door verbodsbepalingen voorkomen dat de veiligheid wordt aangetast. Door gebodsbepalingen wordt de onderhoudsplicht en de wijze van onderhoud geregeld. In de legger wordt op kaart weergegeven waar de verboden en geboden van kracht zijn. De huidige legger is vastgesteld in 1998. In de winter van 2010-2011 is een geactualiseerde legger vastgesteld, de legger zandige kust. Het Beheersplan Waterkeringen is een belangrijk beleidsinstrument, het beschrijft het beleid en de randvoorwaarden voor het dagelijks beheer van de primaire en regionale waterkeringen van het hoogheemraadschap. Voor de zandige kust is specifiek van belang de Nota Dynamisch Kustbeheer.

Nota Dynamisch Kustbeheer

Langs de Noord-Hollandse kust wordt sinds 1998 het beheer van de primaire waterkering uitgevoerd volgens de Nota ‘Dynamisch kustbeheer voor de kust tussen IJmuiden en Den Helder’ (HHNK, 1998). In dat kader is ook de Kerf gegraven. Voor de zeereep van de Schoorlse Duinen houdt dit het volgende in:

Tussen paal 26 en 27 is voor een “Vastgehouden zeereep” gekozen. Het gaat hier om het meest noordelijke deel van de Schoorlse Duinen op de overgang van de Hondsbossche Zeewering naar de duinen. Hier prevaleert het veiligheidsbelang waardoor de aansluiting op de zeedijk solide in stand gehouden moet worden. Tussen paal 27 en 30 zijn de zeeduinen aangemerkt als “Paraboliserende zeereep (eventueel met Kerf)” (uitgezonderd het deel tussen paal 27 en 27.550). Een

paraboliserende zeereep mag ontstaan op die plaatsen waar voldoende hoog en breed duingebied aanwezig is om de waterkering landinwaarts te verleggen. Waterstaatkundig gezien betekent dat:

 Grootschalige verstuiving wordt toegestaan.

 Er geen waterstaatkundig beheer (lees “onderhoud”) wordt uitgeoefend in de zeereep.

 De kernzone van de waterkering gepositioneerd is in de tweede duinregel. Tussen paal 27 en 27.550 geldt het meer beperkte regime van verstuiving namelijk de zogenaamde “Gekerfde zeereep”. Dit is het traject ter hoogte van de

gaswinning en de parkeerplaats bij Hargen aan Zee. Deze terreinen mogen niet verstuiven vandaar dat gekozen is voor het strengere regime. Binnen een gekerfde zeereep gelden de volgende voorwaarden:

 Kleinschalige verstuivingen zijn toegestaan, met dien verstande dat de zandmassa binnen het gebied blijft dat als kernzone is gedefinieerd.  Uitstuiven mag niet beneden 7,50 m + NAP plaatsvinden.

 De benodigde hoogte van het grensprofiel zal gehandhaafd moeten blijven.  Het waterstaatkundig beheer is extensief.

Tussen paal 30 en 32.600 is in de Nota Dynamisch Kustbeheer gekozen voor een

“Paraboliserende zeereep met Kerf”. In dit verband wordt onder een kerf

verstaan een duindoorbraak. Binnen dit traject is ook de Kerf aangelegd. Dit is overigens een eenmalige ingreep in de zeereep geweest waarvoor een convenant is afgesloten. Bij de Kerf gelden de volgende waterstaatkundige voorwaarden:

 Grootschalige verstuiving wordt toegestaan.

 Er geen waterstaatkundig beheer (lees “onderhoud”) wordt uitgeoefend in de zeereep.

 De kernzone van de waterkering gepositioneerd is in de tweede duinregel.  Ter plaatse van de kerf wordt geen zandsuppletie toegepast.

Basiskustlijn en zandsuppleties

De laagwaterlijn van de Noordzeekust verschuift in de huidige situatie van nature steeds verder landwaarts. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft in 1990 de Basiskustlijn vastgelegd als basis voor het behoud van onze kustveiligheid. Om deze Basiskustlijn te handhaven voert Rijkswaterstaat zandsuppleties uit. Voor 1990 is al een aantal suppleties en duinversterkingen uitgevoerd, maar toen was dit geen structureel onderdeel van het kustbeheer. Sinds het vastleggen van de

Basiskustlijn in 1990 vinden suppleties op veel plekken een keer in de 4-5 jaar plaats. Deze suppleties zorgen niet alleen voor de kustveiligheid, maar ook voor het behoud van natuurgebieden, drinkwaterwinning en recreatiemogelijkheden. Doordat de kusterosie gecompenseerd wordt door suppleties, is het minder noodzakelijk om

in de duinen zelf zoveel mogelijk zand vast te houden door schermen te plaatsen of helm in te planten.

4.1.4 Gemeentelijk en lokaal beleid