Antropometrie
Het antropometrisch deel van de EUROFITTEST bevat bepaling van de lichaamslengte, het gewicht, het vetpercentage en de Body Mass Index (BMI). Hieronder staan de protocollen samengevat.
Lichaamslengte in stand
Lichaamslengte staand
Doel Meten van de lichaamslengte in stand.
Instructie staand De leerling staat blootvoets met de rug tegen de muur. De leerling wordt gevraagd rechtop te gaan staan. Oog en uitwendige gehoorgang op dezelfde hoogte. De lengte wordt gemeten.
Uitkomstmaat Lengte in cm.
Afronden Hele cm, meetwaarden lager dan 0.5 cm omlaag en meetwaarden hoger dan 0,5 cm omhoog.
Materiaal Seca lengtemeter.
Referentie
waarden Bijlage 1.
Lichaamslengte in zit
Lichaamslengte In zit (toegevoegd)
Doel Meten van de lichaamslengte in zit t.b.v. biologische leeftijd. Instructie staand De leerling zit op de zitbox met de rug tegen de muur.
De handen steunen op de dijen, bilspieren zijn ontgespannen De leerling wordt gevraagd rechtop te gaan zitten.
Oog en uitwendige gehoorgang op dezelfde hoogte. De lengte wordt gemeten.
uitkomstmaat Lengte in cm.
afronden Hele cm.
Meetwaarden lager dan 0.5 cm omlaag en meetwaarden hoger dan 0,5 cm omhoog.
Materiaal Seca lengtemeter, zitbox. Referentie
waarden n.v.t.
Lichaamsgewicht
Lichaamsgewicht
Doel Meten van het lichaamsgewicht.
Instructie De leerling staat met zo min mogelijk kleding op de weegschaal (korte broek en t-shirt, schoenen zijn uit) Uitkomstmaat Gewicht in kg.
Afronden Afronden naar beneden op hele kg. Materiaal Seca weegschaal.
Referentie
waarden Bijlage 2.
Buikomvang
Buikomvang
Doel Meten van de buikomvang.
Instructie De leerling staat ontspannen.
De meting vindt plaats op de blote huid. De buikomvang wordt gemeten in het midden van de kortste afstand tussen de onderste rib en de iliacale rand
Het meetlint deukt de huid iets in
Het aflezen geschiedt aan het einde van de uitademing
Uitkomstmaat Omvang in cm.
Afronden Afronden naar beneden op hele cm. Materiaal Anthropometrisch meetlint.
Referentie
waarden Niet beschikbaar voor kinderen Deze maat wordt gebruikt om het effect van de interventie te bepalen
Heupomvang
Heupomvang
Doel Meten van de heupomvang.
Instructie De leerling staat ontspannen.
De meting vindt plaats op de hoogte waarop de billen het verst naar achter uitsteken.
Het meetlint deukt de huid iets in Uitkomstmaat Omvang in cm.
Afronden Afronden naar beneden op hele cm. Materiaal Anthropometrisch meetlint.
Referentie
waarden Niet beschikbaar voor kinderen Deze maat wordt gebruikt om het effect van de interventie te bepalen
Vetpercentage
Som van vier huidplooien
Doel Bepalen van het vetpercentage.
Instructie Er worden 4 huidplooien gemeten aan de linker zijde van het lichaam.
De huid wordt tussen duim en wijsvinger stevig opgelicht.
De huidplooimeter wordt 1 cm onder de vingers gezet.
De veer wordt losgelaten.
Er wordt zo snel mogelijk afgelezen.
Tegelijkertijd wordt de huidplooi met de hand vastgehouden.
1. Tricepshuidplooi
Arm ontspannen, de meting vindt plaats aan achterzijde bovenarm op de lijn tussen acromeon en olecranon. De bek van de
huidplooimeter wordt in verticale richting gehouden.
2. Bicepshuidplooi
Arm ontspannen, de meting vindt plaats aan de voorzijde bovenarm op dezelfde hoogte als tricepsmeting. De bek van de huidplooimeter wordt in verticale richting gehouden.
3. Subscapulaire huiplooi
De meting vindt plaats aan de achterzijde van de romp 1 cm onder het onderste punt van de scapula evenwijdig aan de binnenrand.
4. Suprailiacale huidplooi
De meting vindt plaats aan de zijkant van de romp juist boven de spina iliaca anterior superior. De huidplooi wordt naar voren en binnenwaarts opgelicht onder een hoek van 45 graden.
Uitkomstmaat Dikte van de huidplooi in mm
Afronden Afronden naar beneden op hele mm. Materiaal Harpenden huidplooidiktemeter Referentie
waarden Bijlage 3.
Inspanningstesten
Verspringen uit stand
Verspringen uit stand
Doel Meten van explosieve beenkracht.
Instructie De leerling staat blootvoets achter de afzetlijn met armen gestrekt voor.
Veer door je knieën en zwaai je armen naar achteren.
Zet zo hard mogelijk af en spring zover je kunt. Land op 2 voeten zonder naar voor of achteren te vallen.
Uitkomstmaat Afstand van achterste deel lichaam (meestal hier achterste voet) tot voorkant afzetlijn in cm.
Afronden Afronden op hele cm
Pogingen Twee, direct na elkaar.
Bij omvallen mag een extra poging.
Materiaal 2 dunne matten, tape, meetlint, 1 mtr stok Tips voor
beoordelaar Maak met een stuk tape een afzet lijn op 1 mtr voor de dunne matten. Tape het meetlint naast de mat vast op de grond beginnend bij de voorkant van de afzetlijn. Leg de matten tegen de muur om verschuiven te voorkomen.
Gebruik de 1 mtr stok om de meetwaarden af te lezen
Referentiewaarden Bijlage 4.
Hangen met gebogen armen
Hangen met gebogen armen
Doel Meten van duurkracht van de armen.
Instructie Iedereen op blote voeten.
Ga met een helper onder de rekstok staan en pak de rekstok op schouderbreedte vast in bovengreep (vingers van je af, duimen om de stok).
De helper staat achter je en pakt je bij de heupen vast.
Op mijn teken trek je je op tot de kin boven de stok komt.
Je medeleerlingen helpt daarbij en laat op mijn teken los, op dat moment begint de test.
Blijf zo lang mogelijk stil hangen, niet spartelen of met je kin op de stok leunen.
De test eindigt wanneer de ogen onder de stok verdwijnen.
Uitkomstmaat Tijd dat de leerling in de juiste positie heeft gehangen in seconden.
Afronden Afronden op 0.1 sec.
Pogingen Een poging
Materiaal Rekstok op halve reikhoogte, stopwatch. Tips voor
beoordelaar Handen niet verder uit elkaar dan schouderbreedte. Hang de rekstok niet te hoog. Bij schommelen de leerling stilhangen.
Moedig de leerling aan. Vertel de score achteraf.
Maak de rekstok regelmatig schoon. Referentie
waarden Bijlage 5.
Tien maal vijf meter loop
10 x 5 meter sprint
Doel Meten van loopsnelheid.
Instructie Iedereen verplicht met sportschoenen aan. Neem de start houding aan met je voorste voet net achter de startlijn.
Na 3,2,1..start ren je naar de andere lijn. Met 2 voeten deze lijn passeren en dan zo snel mogelijk terug naar de startlijn.
Deze ook weer met twee voeten passeren en weer terug.
Met twee voeten achter de lijn anders straftijd.
Je loopt in totaal 5 x heen en weer. Geef een voorbeeld en let daarbij op het keren (pivoteren).
Na het laatste omkeerpunt zo hard mogelijk doorsprinten over de finishlijn.
Ik vertel je tijdens het lopen hoe ver je bent.
Uitkomstmaat Tijd dat de leerling nodig heeft om een afstand van 5 meter 10 x af te leggen in seconden.
Afronden Afronden op 0.1 sec.
Pogingen Twee pogingen met tussenpauze. Materiaal Tape, meetlint, stopwatch. Tips voor
beoordelaar 0.1 sec straftijd wanneer een voet bij het keren op of voor de lijn. Bij herhaaldelijk verkeerd keren de poging stoppen.
Maak een extra finishlijn enkele meters na de startlijn voor een snelle finish. Instrueer de leerlingen daar te finishen.
Zorg voor voldoende uitloop ruimte Demonstreer de test met accent op pivotdraai.
Let op beide voeten achter de lijn.
Tel elke uitgevoerde cyclus van 2x5 meter hardop.
De test stopt bij passeren van voorste voet over de finishlijn. Schoenen aan. Referentie waarden Bijlage 6. Reiken in langzit Reiken in langzit
Doel Meten van lenigheid.
Instructie Iedereen op blote voeten.
Ga in langzit zitten met je voeten plat tegen de meetbox (hielen en tenen raken de box). Strek je armen naar voren en strek je vingers. Buig voorover en duw met je vingertoppen van beide handen de schuif zover mogelijk van je af.
Houd de eindpositie even vast.
Houd daarbij je knieën steeds gestrekt. Bij duwen met een hand of kromme knieën is de poging ongeldig.
Ik duw op je knieën.
Buig langzaam naar voren zonder schokken. Uitkomstmaat De afstand die de schuif bereikt in cm.
Een score van 15 cm betekent dat de
vingertoppen net zo ver zijn als de voetzolen. Afronden Afronden naar beneden op hele cm.
Pogingen Twee pogingen.
Materiaal Meetbox (Sit & Reachbox), een Zweedse bank.
Tips voor
beoordelaar Twee pogingen achter elkaar met even ontspannen rust.
De pogingen moeten langzaam worden uitgevoerd, zonder stotende of abrupte bewegingen.
Duw de knieën naar beneden bij iedere poging.
Referentie
waarden Bijlage 7.
Sneltikken met een hand
Sneltikken met een hand
Doel Meten van de armsnelheid.
Instructie Vanuit een kleine spreidstand leg je een hand in het midden van de tiktafel en je andere (voorkeurs)hand op de ronde schijf. Hierbij kruisen de armen.
Tik op mijn startsignaal (3,2,1,…start) zo snel mogelijk de schijven aan tot je mij stop hoort zeggen.
Kijk zo min mogelijk naar de hand die tikt. Na 25 keer heen en weer tikken stopt de test.
Raak de schijven aan, je mag niet met je hand vegen.
Uitkomstmaat Tijd dat de leerling nodig heeft om 50 keer de schijven te raken.
Afronden Afronden op 0.1 sec.
Pogingen Twee pogingen, de beste telt.
Bij schijf missen een extra cyclus bijtellen. Bij meerdere missers of vegen, poging stoppen. Materiaal Testplateau op hoogte instelbaar, stopwatch. Tips voor
beoordelaar Ideale testtafel hoogte is iets boven navelhoogte. Druk de stopwatch in op commando
(3,2,1…)start en concentreer het tellen op de schijf waar de hand ligt. Tel de keren dat de hand de schijf raakt en druk de stopwatch in bij de 25e keer raken.
Laat leerlingen ontspannen tikken zonder dat de ogen de tikhand volgen. Dit werk
vertragend.
Houd enige afstand voor een goed overzicht. Referentie
waarden Bijlage 8.
Sit-ups
Sit-ups
Doel Meten van rompkracht
Instructie Op dit station meten we de rompkracht. Ik doe het een keer voor.
Rechtop zitten, handen gevouwen in je nek.
Voeten achter de mat knieën 90o gebogen, voeten plat op de grond.
De helper duwt de voeten op de grond. De ellebogen raken de knieën.
Ga na 3,2,1…start achterover met je romp tot je met je schouderbladen de grond raakt.
Kom daarna weer omhoog en raak met je ellebogen je knieën weer aan.
Doe zover mogelijk herhalingen in 30 sec. Ga door tot ik zeg stop.
Houd je handen in gevouwen in je nek en zorg dat je telkens je knieën raakt anders telt de poging niet.
Uitkomstmaat Aantal compleet uitgevoerde sit-ups in 30 sec.
Afronden
Pogingen Een poging.
Materiaal Dunne mat en stopwatch.
Medeleerling als helper. Tips voor
beoordelaar Pogingen waarbij de ellebogen de knieën niet raken of de schouderbladen de mat niet meetellen.
Let op een stevige fixatie van de voeten. Let op 900 buiging van de knieën tijdens de test.
Laat de beweging eerst eenmaal uitvoeren. Tel hardop iedere geslaagde poging. Corrigeer gemaakte fouten tijdens de test. Rouleer met de helper.
Referentiewaarden Bijlage 9.
Handknijpkracht
Handknijpkracht
Doel Meten van statische armkracht.
Instructie Neem de handknijpkrachtmeter in je
voorkeurshand en houd deze gestrekt naast je lichaam.
Houd de wijzerplaat naar buiten gericht. Knijp zo hard je kunt zonder dat de meter je lichaam raakt.
Bouw de kracht langzaam op en houd het maximum even vast.
Uitkomstmaat De trekkracht uitgeoefend op de handdynamometer in kg.
Afronden Afronden op hele kg.
Pogingen Twee pogingen.
Materiaal Handdynamometer.
Tips voor
beoordelaar Reset de handdynamometer voor iedere poging.
Laat de wijzer naar buiten richten tijdens de test.
Vraag naar de voorkeurshand (werparm/schrijfarm).
De meter mag tijdens de test het lichaam niet raken.
Een tweede poging kan snel na de eerste. Vergeet niet de meter te resetten.
Referentiewaarden Bijlage 10.
Shuttle Run Test
Shuttle Run Test
Doel Meten van het aeroob vermogen.
Instructie De SRT met het uithoudingsvermogen.
Je loopt straks op geluidssignalen (piepjes) van lijn naar lijn.
Zorg dat je op de piep bij de lijn bent aangekomen.
Je raakt de lijn met minimaal een voet. Draai om en loop in een rechte lijn terug. Je moet steeds ietsje harder lopen omdat iedere minuut de piepjes elkaar sneller opvolgen.
Loop niet voor de piepjes uit, ben je te laat loop dan wat sneller.
Als je 2x achter elkaar niet binnen 3 meter van de 20 mtr lijn bent moet je stoppen met de test.
Verlaat dan het veld zonder anderen te hinderen.
Onthoud de laatst vermelde trap en laat deze noteren op je formulier.
Uitkomstmaat De trapscore wordt genoteerd.
Afronden Afronden op de laatst behaalde halve trap.
Pogingen Een poging.
Materiaal Gymlokaal, tape en meetlint, geluidinstallatie, cd-rom of andere geluidsdrager met het SRT protocol.
Tips voor
beoordelaar Test de geluidsinstallatie van te voren. Loop enkele trappen mee met de groep om het tempo aan te geven (blijf naast mij lopen). Niet de test afnemen als de leerling in de week ervoor koortsend ziek is geweest.
Referentie
waarden Bijlage 11.
Bijlage 3: Scoreformulier