• No results found

Dit hoofdstuk is de tweede casus die de betekenis van de vrijwilligersondersteuning van de vereniging Humanitas voor burgerparticipatie op handelingsniveau uitwerkt. Inzet is het achterhalen van de wijze waarop de vrijwilligersondersteuning bijdraagt aan de participatie van vrijwillige bestuurders in de organisatie van de maatschap- pelijke dienstverlening. Daartoe volg ik voor een periode van zeven jaar de ondersteu- ning aan vier lokale afdelingsbesturen in Oost Nederland bij de opzet en continuering van twee maatjesprojecten. Dit hoofdstuk is het vervolg op hoofdstuk 4 Zeggenschap als eis die de start van een afdelingsbestuur beschrijft en eindigt met de vraag wat het uitmaakt of burgers dan wel professionals de maatschappelijke dienstverlening orga- niseren. Deze casus belicht de tweede trap van de vrijwilligersondersteuning van de vereniging Humanitas, het inschakelen van betaalde coördinatoren door vrijwillige bestuurders met als doel het organiseren van de maatschappelijke dienstverlening. De werkzaamheden die aan de basis liggen van de twee VOC Tandem maatjesprojecten in de periode 1995 - 2002 vormen de rode draad van de beschrijving. Daarin belicht ik welke bijdrage de vrijwillige bestuurders leveren, waarvoor zij een beroep doen op de vrijwilligersondersteuning en wat de inschakeling van beroepskrachten betekent voor de betrokkenheid van de vrijwillige bestuurders. Daarmee wordt tevens zichtbaar welke werkzaamheden voorafgaan aan ogenschijnlijk eenvoudige vrijwilligersprojec- ten en welke drempels vrijwillige bestuurders ontmoeten bij de organisatie van de maatschappelijke dienstverlening.

Ik beschrijf de werkzaamheden door middel van een gedetailleerde reconstructie van de institutionele geschiedenis van de twee VOC Tandem maatjesprojecten in Twen- te en Oostelijke Achterhoek tussen 1995 - 2002. De reconstructie is gebaseerd op 309 VOC Tandem (2005). Folder vrijwilligers: ‘Geniet met maatjes’.

documentanalyse aangevuld met interviews. Het geheel heb ik ter correctie op feite- lijke onjuistheden voorgelegd aan districtmanager André Hudepohl van Humanitas District Oost en de betrokken consulent maatschappelijke activering Dick Metselaar. Omdat er binnen de landelijke vereniging Humanitas in die periode slechts twee VOC Tandemprojecten bestaan, is het niet mogelijk om de omstandigheden en de perso- nen te anonimiseren. Voor de reconstructie heb ik grotendeels gebruik gemaakt van openbare bronnen. Betrokkenen zijn bij monde van Hudepohl als leidinggevende en manager Humanitas district Oost akkoord met deze regeling. De namen van de vrijwilligers zijn gefi ngeerd.

5.1 Van prille gedachte tot goed gekeurd projectplan met fi nan- ciering

5.1.1 De uitwerking van een vermoeden

Maatjesprojecten

Begin jaren negentig schieten in Nederland maatjesprojecten uit de grond. Er zijn initiatieven voor tienermoeders, ex-gedetineerden, asielzoekers, zwerfjongeren, ex-daklozen, mensen met een psychiatrische achtergrond, gezinnen met opvoe- dingsproblemen, alleen wonende ouderen en mensen die chronisch of terminaal ziek zijn. De doelgroepen zijn verschillend. De formule is hetzelfde: één op één contact tussen vrijwilligers en deelnemers. Inzet is om mensen met een gering sociaal netwerk, die gemarginaliseerd zijn geraakt, te ondersteunen.

De kracht van de formule is het intermenselijke contact en enkele basisprincipes: de continuïteit waardoor vertrouwen kan groeien, de trouw (soms tegen beter weten in), het geduld (neem je tijd) en de persoonlijke solidariteit.

Maatjesprojecten zijn geïnspireerd op de buddy-zorg voor homoseksuele aids pa- tiënten die over is gewaaid uit de Verenigde Staten. Als antwoord op gebrek aan een sociaal netwerk in de privé-sfeer, kunnen homo-mannen met aids een beroep doen op een solidariteitsnetwerk van homo-mannen (90% van de aids patiënten bestond in het begin uit homo-mannen). De buddy’s worden ondersteund door professionele vrijwilligersondersteuning, bestaande uit een training, deel uit ma- ken van een vrijwilligersgroep en persoonlijke aandacht.310

Eind 1995 vraagt de werkgroep “Diensten” aan Humanitas district Oost of zij onder- zoek wil doen naar ‘de mogelijkheden voor een specifi ek “bezoekproject” t.b.v. mensen die zich aan de rand van de samenleving bevonden/bevinden.’311 Werkgroep “Diensten”

is een samenwerkingsverband van de lokale afdelingsbesturen van het Humanistisch Verbond en de landelijke vereniging Humanitas in Twente. Het verzoek om onder- 310 Galesloot, Hansje 2000, “Een vriend op bestelling”, Tijdschrift voor de Sociale Sector, vol. themanum-

mer: solidariteit.

zoek naar de eventuele behoefte aan contact met vrijwilligers in de Twentse lokale samenleving aan Humanitas district Oost past binnen de werkwijze van de vereniging Humanitas. Het is de taak van de lokale afdelingen om maatschappelijke problemen te signaleren en zo mogelijk met een oplossing te komen. De districten hebben de op- dracht de vrijwillige bestuurders daarbij te ondersteunen. De vraag van de werkgroep “Diensten” past bovendien goed in de andere opdracht aan de districten: verenigings- opbouw. Begin 1995 heeft de landelijke vereniging Humanitas in het kader van een grootscheepse reorganisatie het districtenstelsel ingevoerd met als inzet de reactivering van de vereniging (zie verder paragraaf 2.8 Humanitas reorganiseert).

Het verzoek van de werkgroep is voor district Oost om twee redenen interessant. Zij kan het opzetten van een nieuwe project gebruiken om Humanitas te profi leren. Bovendien biedt het een handvat om de ingeslapen lokale afdelingen van Humanitas in Twente te reactiveren. Van de afdeling Noord Twente resteren twee bestuursleden; de afdeling Hengelo is slapend en de afdeling Enschede houdt zich alleen bezig met maatschappelijke opvang.312 André Hudepohl, toenmalig consulent maatschappelijke

activering voor de provincie Overijssel, voert het behoefteonderzoek voor de werk- groep “Diensten” uit. Als expert en districtmanager zal hij enkele jaren later ook het projectleiderschap van het gelijknamige project in de provincie Gelderland op zich nemen. Op den duur delegeert Hudepohl beide projectleiderschappen aan consulent maatschappelijke activering Dick Metselaar.

Hudepohl ontdekt dat er in Twente twee maatjesprojecten zijn voor mensen die sociaal geïsoleerd zijn. Er is een groep vrijwilligers actief voor (ex)-cliënten van de reclassering (organisatie die zich bezig houdt met maatschappelijke integratie van ex-gedetineer- den). De vrijwilligers worden vanuit de reclassering geworven en begeleid. Daarnaast is het RIAGG (Regionale Instellingen voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg die hulp bieden aan mensen met psychiatrische en ernstige psychosociale problemen) bezig met het opstarten van een vergelijkbaar initiatief voor ex-psychiatrische patiën- ten. Kenmerkend voor beide projecten is dat zij beperkt toegankelijk zijn, namelijk al- leen voor mensen met een psychiatrische of een detentie achtergrond en georganiseerd worden vanuit de professionele hulpverlening.313

De vrijwillige bestuurders en Hudepohl, verzameld in de werkgroep “Diensten”, den- ken na over een geschikte projectopzet. Zij vermoeden dat mensen ook om andere redenen maatschappelijk zijn uitgesloten. Het is echter de vraag of er voldoende animo is om te beginnen met een derde maatjesproject. Een andere mogelijkheid is samen- werken met de twee bestaande projecten en de doelgroepbepalingen veranderen zodat iedereen die sociaal geïsoleerd is als deelnemer in aanmerking komt.314

Het openbreken van doelgroepbepalingen is voor de vereniging Humanitas een ver- trouwde beweging. Aanleiding voor de oprichting van de vereniging Humanitas is het organiseren van maatschappelijke dienstverlening die toegankelijk is voor iedereen (zie hoofdstuk twee en drie). Binnen de formule van maatjesprojecten is dit een ver- nieuwende gedachte (zie kader).

Hudepohl legt na overleg met Humanitas district Oost contact met de reclassering en het RIAGG. Het voorstel is om samen een bezoekproject op te zetten voor mensen 312 Hudepohl, André, Interview, 8 juni 2004.

313 Humanitas District Oost 1996, Jaarverslag 1995; activiteiten in Overijssel, p12. 314 I dem.

met een psychiatrische, detentie of dakloosheidachtergrond.315 Met dit handelen neemt

Hudepohl praktisch de beslissing om voor een breed (de dienstverlening is op meer- dere doelgroepen tegelijk gericht) maatjesproject te gaan.

Hudepohl kiest ervoor de situatie te handhaven waarin hij net als bij het behoefte- onderzoek opereert namens de werkgroep “Diensten”. Bijna tien jaar later vertelt hij de werkgroep “Diensten” als verantwoordingskader gekozen te hebben omdat hij het praktisch niet haalbaar achtte om aan de drie betrokken afdelingsbesturen apart ver- antwoording af te leggen wanneer die het recht hebben om hem op ieder onderdeel te corrigeren. In plaats daarvan nodigt Hudepohl de drie afdelingsbesturen uit om in de werkgroep te participeren. Als zij zitting nemen is bovendien de eerste stap in de rich- ting van activering gezet. Alleen de afdeling Noord Twente gaat op de uitnodiging in. Als consulent van de afdeling Enschede heeft Hudepohl rechtstreeks contact met dat afdelingsbestuur. In die hoedanigheid houdt hij hen op de hoogte van de vorderingen van het project. Dat bestuur heeft niet het recht zijn beslissingen bij te sturen.316

Tussenstand

Vrijwillige bestuurders van drie lokale Humanitas afdelingen in Twente nemen het initia- tief voor de ontwikkeling van een nieuw project voor maatschappelijke dienstverlening. Hun beroep op de professionele vrijwilligersondersteuning van Humanitas district Oost voor de uitvoering van een behoefteonderzoek is de eerste aanzet. Hudepohl koppelt de uitkomst terug naar de vrijwillige bestuurders en samen denken zij na over een vervolg. Door het behoefteonderzoek zijn de vrijwillige bestuurders in de gelegenheid om na te denken over een project voor maatschappelijke dienstverlening dat aansluit bij de be- hoeften van de lokale samenlevingen in Twente.

Het idee ontstaat om samen met vergelijkbare initiatieven in de regio een breed project op te zetten. Er is echter nog geen besluit genomen. Hudepohl overlegt met Humanitas district Oost en gaat aan de slag. Door te handelen neemt de beroepskracht op dat mo- ment de beslissing om voor het brede project te gaan. Daarmee neemt hij het initiatief over van de vrijwillige bestuurders. Vervolgens bepaalt Hudepohl ook het institutionele kader waarbinnen hij wil werken. Hij kiest ervoor verantwoording af te leggen aan de werkgroep “Diensten” en niet aan de drie lokale afdelingen afzonderlijk. De beroeps- kracht geeft daarvoor twee redenen: (1) het is onpraktisch om een samenwerkingsproject te ontwikkelen wanneer hij iedere stap moet terugkoppelen naar drie afdelingsbesturen die het recht hebben om hem terug te fl uiten; (2) deelname van de vrijwillige bestuurders in de werkgroep “Diensten” is een eerste stap in de activering van de lokale afdelingsbe- sturen. Slechts één van de drie besturen neemt zitting in de werkgroep. Bovendien heeft de werkgroep volgens de verenigingsstructuur in tegenstelling tot de lokale afdelingsbe- sturen niet het recht Hudepohl terug te fl uiten. Ook institutioneel heeft de beroepskracht het initiatief van de vrijwillige bestuurders overgenomen.

315 Idem.

5.1.2 Werken aan samenwerking

Het RIAGG en de reclassering reageren in eerste instantie positief op het voorstel van Hudepohl. Humanitas district Oost (en niet de werkgroep “Diensten”), RIAGG en reclassering starten een overleg om een projectplan te maken. Zij zoeken contact met de provincie Overijssel over mogelijkheden voor ondersteuning. De provincie reageert enthousiast vanwege de samenwerking tussen de verschillende organisaties.317 Voor de

lokale afdelingen van Humanitas in Enschede en Hengelo maakt dit in praktijk niet uit omdat die niet participeren in de werkgroep. Voor de afdeling Noord Twente is het een verslechtering omdat zij op grotere afstand komt te staan van het initiatief dat mede in haar naam wordt ontwikkeld.318

In die eerste maanden van het overleg tussen Humanitas district Oost, RIAGG en re- classering staat de inzet van het project op de agenda. Uit het vervolgonderzoek van Hudepohl naar de behoefte aan vriendschappelijk huisbezoek blijkt dat er een tekort is op het terrein van ‘vriendschappelijk contact met mensen wier sociale netwerk a.g.v. diverse oorzaken uiteengevallen is’.319 Er is in de Twentse lokale samenleving geen be-

hoefte aan algemene bezoekprojecten. De drie partners besluiten zich toe te spitsen op een project voor ‘ieder die behoefte zou hebben aan vriendschappelijk contact bij het herstellen van zijn/haar sociale netwerk’.320

Bij het uitwerken van de plannen leunt het overleg op de ervaring van de reeds bestaan- de vriendschappelijk huisbezoekprojecten van de vereniging Humanitas in de provin- cie Gelderland. Die ervaren dat hun doelgroep zwaarder en hun vrijwilligerbestand kwetsbaarder wordt. Steeds vaker melden zich deelnemers met psychische of versla- vingsproblemen. Het vrijwilligerswerk wordt hierdoor moeilijker. Tegelijkertijd heeft een groeiend aantal vrijwilligers eigenlijk vooral zelf behoefte aan hulp met als gevolg dat de belasting van de vrijwillig coördinatoren nog verder toeneemt.321 Het overleg

besluit daarom dat hun initiatief niet zonder een betaalde kracht kan die de coördina- tie op zich neemt. Geen van de drie deelnemende organisaties beschikt over de mid- delen om de beroepskracht te fi nancieren. Dit betekent dat er extern fondsen gezocht moeten worden.322 Anno 1996 is deze keuze voor betaalde coördinatie van een vrijwil-

ligersproject voor de vereniging Humanitas een breuk met de gangbare werkwijze.323

317 Humanitas District Oost 1996, p12.

Humanitas District Oost , Verslag bespreking team Oost, 18 april 1996.

318 Dit baseer ik op bestudering van de notulen van de bestuursvergaderingen en de jaarverslagen van de afdelingen Humanitas Enschede; Humanitas Hengelo en Humanitas Noord Twente periode 1996 – 2002. In de jaren 1996 – 1999 komt het initiatief of verwijzingen daarnaar niet in de stukken voor.

319 Humanitas District Oost, Jaarverslag 1996, 1997a, p39. 320 Idem.

321 Humanitas District Oost 1997a, p12.

Deze observatie wordt later bevestigt door diverse onderzoeken naar ontwikkelingen van het vrij- willigerswerk.

Hardeman, Erik 1998, Voor de verandering … Trendrapport vrijwilligerswerk 1998, NOV, Utrecht. Hal, Tirza van, Steenbergen, Marijke, and Wilbrink, Ina 2004, Uitsluiten of uitnodigen; Trendrapport

vrijwilligerswerk 2004/2005, Civiq, Utrecht.

322 Humanitas District Oost 1997a, p39.

323 Binnen Home Start is werken met betaalde coördinatoren een vanzelfsprekend onderdeel van de projectopzet. In 1996 experimenteert Humanitas met drie Home Start projecten. Samen met de VOC Tandem maatjesprojecten in Oost Nederland is dit het begin van de betaalde coördinatie van vrijwilligerswerk binnen Humanitas.

Binnen maatjesprojecten buiten Humanitas is werken met beroepskrachten stan- daard.

Het RIAGG trekt zich terug. De reden is dat de afdeling preventie, verantwoordelijk voor het bezoekproject voor mensen met een psychiatrische achtergrond, vreest te worden opgeheven als zij haar actieve rol overhevelt naar het nieuwe initiatief. Het bestaansrecht van de afdeling is in het geding vanwege de geplande fusie met het psy- chiatrisch ziekenhuis.324 Dit is de eerste keer dat de samenwerking tussen de vereniging

Humanitas en de professionele hulpverlening moeizaam verloopt vanwege organisa- torische ontwikkelingen binnen een instelling.

Het vertrek van het RIAGG bedreigt de levensvatbaarheid van het initiatief. Een breed bezoekproject is niet haalbaar wanneer één van de drie partijen zich terugtrekt. Bovendien komt ook het enthousiasme van de provincie voor fi nanciering in gevaar, dat voortkwam uit de samenwerking. Het aanbod van de Telefonische Hulpdienst om mee te doen in de initiatiefgroep biedt uitkomst. Zij neemt de plaats in van het RIAGG. Het overleg gaat verder onder de naam: Vrijwilligerspool Ondersteunende Contacten Twente.325

Nu het plan in grote lijnen helder is, organiseert de initiatiefgroep in Hengelo een informatiebijeenkomst. Het doel is alle collega hulpverlenings- en vrijwilligersorgani- saties in Twente (inclusief de drie lokale afdelingen van de vereniging Humanitas) over het initiatief te informeren en hun mening te peilen. De initiatiefgroep denkt dat de vrijwilligerspool alleen kan slagen als het merendeel van de organisaties samenwerkt en het initiatief ondersteunt. Op de bijeenkomst is een derde van de genodigden (17 organisaties) aanwezig.326

Hudepohl licht het projectidee toe:

‘Drie maatschappelijke ontwikkelingen hebben tot het projectidee geleid. (1) mensen komen eerder ‘op straat’ te staan als gevolg van kortere behandelin- gen en bezuinigingen; (2) mensen wonen in kleinere leefverbanden en steeds vaker alleen; (3) vrijwilligers worden door tekorten in de hulpverlening actief op terreinen die vroeger ondenkbaar waren en verrichten daar andere werk- zaamheden doordat zij hun eigen ervaringen delen met lotgenoten. Het ge- volg van deze ontwikkelingen is dat er behoefte is aan leun- en steuncontacten bij mensen van wie het sociale netwerk is weggevallen. Doel van het project is daarom: het bieden van contactmogelijkheid bieden voor (oud)cliënten van hulpverleningsinstellingen in Twente middels vrijwilligers en ook het voorkomen van terugval.

Het middel dat de vrijwilligerspool voorstaat is (1) versterking van de samen- werking met vrijwilligersorganisaties en tussen de hulpverleningsinstellingen onderling; (2) de vorming van een pool van vrijwilligers; (3) het opzetten van 324 Humanitas District Oost, Verslag overleg team District Oost, 25 juni 1996.

Humanitas District Oost, Verslag van de teambespreking 9 september 1996. Humanitas District Oost 1997a.

325 Idem.

326 Humanitas District Oost 1997a.

Humanitas District Oost, Verslag werkoverleg team district Oost 7 oktober 1996.

Humanitas District Oost, Verslag van de bijeenkomst project “Vrijwilligerspool ondersteunende contacten Twente”, 18 december 1996.

een projectbureau dat zich bezig houdt met werving en selectie van vrijwilli- gers, basistraining in vaardigheden, voorlichting over de projecten, helderheid over de verwachtingen van de deelnemende instellingen en de taken van de vrijwilligers.’327

De aanwezige organisaties reageren unaniem positief op het voorstel. Zij herkennen zich in de geschetste problemen met het werven en behouden van goede vrijwilligers. Een vierde organisatie, de Vrijwillige Thuiszorg, meldt zich aan voor de initiatiefgroep. Vanuit de zaal komen verzoeken voor aanpassing van het projectidee. De vrijwilligers- vacaturebank vraagt bijvoorbeeld of het initiatief wat kan betekenen voor ex-cliënten van hulpverleningsinstellingen. Het is een groep die nu tussen wal en schip valt omdat zij klaar zijn bij de hulpverlening en nog niet toe zijn aan vrijwilligerswerk.328

Niet alle instellingen waren bij de informatiebijeenkomst aanwezig. De initiatiefgroep besluit daarom de totale belangstelling voor de vrijwilligerspool te peilen met een vragenlijst. De uitkomst van de enquête onderschrijft de conclusie van de bijeenkomst. Er meldt zich een vijfde partner voor de projectgroep: verslavingszorg IVON. De gesprekken over vergaande samenwerking met vrijwilligerscentrales mislukken daarentegen. Via via verneemt de initiatiefgroep dat de provincie bereid is om de aanstelling van een projectmedewerker voor drie dagen per week te betalen.329

Het projectplan is ongeveer klaar. Wat rest is de institutionele vormgeving van de vrijwilligerspool. Hudepohl stelt de initiatiefnemers voor samen de projectgroep te vormen die de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het brede maatjesproject zal dragen. Allen gaan akkoord. De naam van het samenwerkingsverband luidt: Vrijwillig Ondersteunend Contact Twente. Er wordt geen aparte rechtspersoon opgericht. Humanitas district Oost draagt de juridische en fi nanciële verantwoordelijkheid. Hudepohl wordt projectleider. De coördinator komt in dienst bij Humanitas district Oost. Werkgroep “Diensten” neemt plaats in de projectgroep. Via deze werkgroep zijn de lokale afdelingen van Humanitas in Twente vertegenwoordigd.330

VOC Twente legt het concept projectplan voor commentaar aan een ambtenaar van de provincie Overijssel voor. Die vraagt hoe het maatjesproject zal worden voortgezet wanneer de fi nanciering vanuit de provincie is afgelopen. Het projectbestuur vult het plan aan met de redenering dat als het bestaansrecht van het project in de eerste drie jaar blijkt, medefi nanciering vanuit het gemeentelijke welzijnswerk voor de hand ligt.

327 Humanitas District Oost 1996, p2,3. 328 Humanitas District Oost 1997a.

Humanitas District Oost 1996.

Humanitas District Oost, Brief aan alle hulpverleningsinstellingen in Twente, betreft verslag bij- eenkomst 18-12-’96 namens Humanitas, Reclassering Nederland en SOS Telefonische Hulpdienst Twente, 1997.

329 Hudepohl, Antwoorden op de vragenlijst “Vrijwilligerspool ondersteunende contacten” Twente. SOS Telefonische Hulpdienst Twente et al. Voortgangsbericht project Vrijwillig Ondersteunend Contact “Tandem” aan alle organisaties en personen die hebben aangegeven belang te stellen in de ontwikkeling van dit project. Twente, november 1997.

Humanitas District Oost, Verslag werkoverleg team oost 3 februari 1997. Humanitas District Oost, Verslag overleg team oost, 17 maart 1997. Humanitas District Oost, Verslag werkoverleg team oost, 14 april 1997.

330 Humanitas District Oost, Notulen werkoverleg Humanitas district Oost, 13 mei 1997b. Humanitas District Oost, Jaarverslag 1997, 1998b.

De doelgroep van het brede maatjesproject is onderdeel van de doelgroep van het welzijnsbeleid. 331 Eind juni is het defi nitieve projectplan klaar.

Hoewel Hudepohl het heeft geschreven, is het plan in interactie met behoeften van de lokale samenleving in Twente, maatschappelijke ontwikkelingen, collega hulpverle-